9Czlm
zlm
Buitengewone
Algemene Vergadering
op woensdag 20 juni
in de „Prins van Oranje
Nieuwstraal te Goes
ONTWIKKELING BINNEN DE AFZET
25
VRIJDAG 15 JUNI 1973
61e Jaargang - No. 3186
Het Hoofdbestuur van de Maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en
veeteelt in Zeeland en Noord-Brabant heeft de eer U hierbij uit te nodigen tot het
bijwonen van de
AGENDA:
1. Openingsrede door de algemeen voorzitter.
2. Notulen van de algemene vergadering van 4 december 1972.
3. Mededelingen en Ingekomen stukken.
4. Rondvraag.
PAUZE
5. Inleiding door Prof. F. W. J. Kriellaars, voorzitter der NCB, over:
„De toekomst van het gezinsbedrijf in Nederland".
6. Inleiding door Mr. K. Milthers, Deens landbouwattaché, over:
„Het Deense gezinsbedrijf in de E.E.G. van negen".
7. Gedachtenwisseling.
8. Sluiting.
Namens het hoofdbestuur van de ZLM,
-/ J. B. BECU, voorzitter.
A. KORTEWEG, secretaris.
N.B. Voor het parkeren van de auto kan men het beste gebruik maken van het
evenemententerrein in Goes-Noord. Dit ligt dicht bij de televisietoren, doch dan
juist aan de andere (oost) zijde van de nieuwe rondweg. Het terrein biedt volop
parkeerruimte en ligt slechts een paar honderd meter van de „Prins van Oranje".
Bezoekers vanuit de richting Middelburg dienen kort vóór Goes links de rondweg
te nemen, dan komen ze vanzelf op de goede plaats. Bezoekers uit de richting
Bergen op Zoom moeten bij hotel „Ockenburg" rechts afslaan en dan de pijlen
„Doorgaand verkeer" volgen, waarna ze via de Voorstad naar de Kade en vervol
gens naar het terrein worden geloosd. De politie heeft instructie gekregen zo nodig
aanwijzingen te geven bij deze route. Bezoekers voor het concert in de Grote Kerk
kunnen parkeren op de Grote Markt en rond de kerk.
Nadat in het verleden de ontwikkelingen binnen de
landbouwsector zich vooral voltrokken aan de kosten-
en produktiekant, komt de laatste jaren ook steeds meer
de afzetzijde in het middelpunt van de belangstelling té
staan. Terecht dachten wij. Immers het heeft weinig zin
om met alle mogelijke middelen de produktie, tegen zo
laag mogelijke kostprijs, te bevorderen, wanneer dit voor
deel bij de verkoop van deze produkten weer wordt weg
gegeven.
Het wordt zeker ook de hoogste tijd dat er wat aan de
afzetkant gebeurt, want de afzetmethoden zijn eigenlijk
in vele gevallen niet meegegroeid met de overige ont1
wikkelingen binnen de landbouw.
Nu zijn vele veranderingen geen verbeteringen. En niet
is dan ook niet zo verwonderlijk dat velen nog aan de
oude vertrouwde vrije afzet blijven vasthouden, terwijl
anderen steeds meer gaan voelen voor afzet via lang
jarige contracten, poolvorming, producentengroeperin
gen etc.
Bovendien wordt de zaak er door het onderscheid
particulier of coöperatief en garantieprijs of vrije markt
prijs niet overzichtelijker op.
Bij alle discussies die er de laatste tijd over de afzet
worden gevoerd, vragen wij ons af of het uiteindelijke
doel niet te zeer uit het oog verloren wordt. Want ten
slotte moet iedere wijziging van het afzetpatroon uitein
delijk leiden tot, over een langere periode bezien, een
hoger boereninkomen. En bij voorkeur een inkomen dat
door de jaren heen zo gelijkmatig mogelijk is. De boer
van morgen wil voor ziin, ten koste van vaak zeer hoge
investeringen en inspanningen, tegen lage kostprijs ge-
producerende produkten, verzekerd zijn van een regel
matige afzet tegen gelijkmatige, lonende prijzen. Hij
heeft geen behoefte aan aardappelprijzen van 50 ct/kg,
wanneer hem prijzen van 5 ct/kg bespaard worden.
RISICOSPREIDING EN CONCENTRATIE
In wezen zijn er twee essentiële zaken aan de afzet
kant aan de orde. In de eerste plaats de vraag of de boer
zelf over de verkoop van zijn produkten dient te beslis
sen en dus ook de daaraan verbonden risico's zelf dient
te dragen. Ofwel dat hij de verkoopbeslissingen in han
den van zijn afzetorganisaties moet leggen, waarbij het
prijsrisico voor eten gedeelte aan anderen wordt over
gedaan of gezamenlijk gedragen wordt. Over deze kant
van de afzetontwikkeling zullen wij in de komende tijd,
mede naar aanleiding van de vele reacties op ons artikel
over de aardappplafzet, nog uitvoerig terug komen.
De tweede belangrijke ontwikkeling binnen de afzet
is de tendens naar concentratie van het aanbod. Een
samenbundeling van het aanbod om sterker te staan
tegenover de vraagkant en om zodoende kostenbespa
ringen binnen het afzetapparaat mogelijk te maken. Het
is vooral deze ontwikkeling die de laatste tijd in het mid
delpunt van de belangstelling staat.
Wij willen hier voorop stellen dat naar onze mening
een zo geconcentreerd mogelijk aanbod van landbouw-
produkten een boerenbelang van de eerste orde is. Eeri
belang dat zeker niet gediend wordt door vast te houden
aan de eigen identiteit van een vaak te kleine afzetorga
nisatie. Aan de andere kant mag afzetconcentratie nooit
den doel op zich zijn en moet het uiteindelijk steeds lei
den tot een versterking van de positie van de boer, in
de ruimste zin van het woord. Wij vragen ons af of bij
alle discussie over samenbundeling van de afzet van de
laatste tijd dit boerenbelang wel steeds centraal staat.
SUIKER
Een van de sektoren waar men zeer ver met de con
centratiegedachte gevorderd is, is wel de suikerindustrie.
Dat daarbij niet alle moeilijkheden uit de wereld geholpen
zijn, leren ons de laatste ontwikkelingen. Ook deze week
zult U in dit blad hierover weer uitvoerig kunnen lezen.
Of nu het standpunt en de handelwijze van de Suiker-
Unie dan wel van de V.C.S. juist is, willen wij in het mid
den laten. Eén ding is evenwel duidelijk, met de huidige
ontwikkeling wordt het belang van de suikerbietenteler
zeker niet gediend. Dat de bietenteler uiteindelijk gebaat
is bij één krachtige afzetorganisatie staat voor ons vast.
Immers de keuzemogelijkheid tussen S.U. en V.C.S.
brengt voor de boer materieel gezien geen werkelijk
voordeel met zich mee, terwijl met één afzetorganisatie
de positie tegenover de overheid en in EEG-verband wel
duidelijk versterkt zou worden. Waarbij dan nog de mo
gelijkheid om aanzienlijke kostenbesparingen te verwe
zenlijken, komt. Tot zover kunnen wij dus de motieven
ONS COMMENTAAR
van de S.U., om zo snel mogelijk naar een fusie te stre
ven, wel onderschrijven. Aan de andere kant zegt het
spreekwoord dat „waar er twee ruzie hebben, er ook
twee schuld hebben". En dat is ongetwijfeld ook hier het
geval. Wij zien niet goed in welk boerenbelang er gediend
is bij een bod op de V.C.S.-aandelen waarvan men van
te vorten weet (en dat mogen we toch wel aannemen!)
dat het weinig kans van slagen heeft. Of er is een beoor
delingsfout gemaakt, of er is een andere, buitenlandse,
gegadigde op de markt.
Al met al lijkt het verwezenlijken van één Nederlandse
suikerindustrie verder weg dan ooit en wie de zwarte
piet ook toegespeeld krijgt, het is uiteindelijk de bieten
teler, of hij nu leverancier van VCS of SU is, die het ge
lag mag betalen.
STUNTMELK
Aanzienlijk meer succes heeft de concentratie van
Coöp. Zuivelfabrieken in Zuid-Nederland. Wij hebben
grote waardering voor de moed en vastberadenheid
waarmee men op het einddoel van één krachtige Zuide
lijke Zuivelcoöperatie afstevent.
Des te groter was onze verbazing toen we in een
Zeeuws-Vlaams advertentieblad een grote advertentie
van Campina zagen, waarin letterlijk stond: „Voorlopig
blijft U (de consument) ook voor de hele liter volle Cam-
pina-melk nog 2 cent minder betalen, dan de door de
minister goedgekeurde prijs".
Met alle begrip overigens voor de concurrentie-over-
wegingen die hierbij ongetwijfeld een rol hebben ge
speeld, gaat dit toch wel lijnrecht tegen de belangen van
de leden-boeren in. Als de minister, mede na sterke aan
drang van de zijde der georganiseerde landbouw, tot een
prijsbodem voor consumptiemelk besluit, is het minste
wat afzetorganisaties in handten van diezelfde boeren
kunnen doten, toch wel zich hieraan te houden. Door die
advertentie wordt de positie van de landbouw en de
melkveehouderij in het bijzonder zeker niet gediend.
LUTEIJN.