Ontwikkelingen
in de Zeeuwse tuinbouw
In de tuinbouw voltrekken zich in snel tempo veranderingen. Door andere teelt
methoden en vooral ook door de mechanisatie wordt op de arbeid bespaard, de
produktie opgevoerd en de prestatie per man vergroot. Dit alles leidt o.a. tot schaal
vergroting, dus grotere bedrijven. Tevens tot verkleining van het aantal telers. Kor
tom, het proces dat zich in alle bedrijfstakken afspeelt voltrekt zich ook in de tuin
bouw. Landelijk is vooral de zeer snelle groei van de bloementeelt spectaculair. Zeer
veel groentetelers schakelden de laatste jaren over op bloemen. Gezamenlijk betrof
dit een oppervlakte van 1000 ha glas. In Zeeland ging het wat minder stormachtig
toe, maar ook hier neemt het aantal bloementelers tamelijk snel toe, terwijl menigeen
nog zit te dubben wat hij doen moet.
BLOEMBOLLEN
De gladiolen blijven een zeer belangrijke
plaats innemen. De oppervlakte bedraagt al
jarenlang rond de 700 ha, dat is ca. 30
van het totaal in Nederland. De andere
bloembollen zoals tulpen (60 ha), irissen,
narcissen, enz. zijn van beperkte betekenis.
De ontwikkeling gaat duidelijk naar steeds
grotere oppervlakten per teler. Het aantal
telers is dan ook gedaald van bijna 1300 in
1963 tot ca. 500 thans.
De gladiolenteler is op een andere wijze
aan grond gebonden als een fruitteler of
akkerbouwer. Hij huurt de grond voor één
jaar en kan als het ware regelmatig een
grote oppervlakte bollen telen zonder dat hij
zelf grond in eigendom of pacht heeft. Zo
lang hij maar een hoge huur kan betalen
komt hij wel aan de benodigde grond. Van
daar dat telers met 1015 ha gladiolen geen
zeldzaamheid meer zijn.
Met een flinke oppervlakte kan men ook
de noodzakelijke investeringen doen, o.a.
en spruiten, benevens de op kontrakt geteel
de spinazie, doperwten en stamslabonen.
Op het grotere landbouwbedrijf ziet men
de groenten veelal als aanvulling op het pak
ket akkerbouwgewassen. Op het kleinere
bedrijf (Tholen, Waarde, Oosterland) komt
de groenteteelt vaak voor in combinatie met
bloembollen, bloemzaden, e.d. Vooral op
Walcheren houdt tevens de teelt van winter
bloemkool goed stand. Na een aantal magere
jaren hadden de telers van dit gewas nu ach.
tereenvolgens twee vette tot zeer vette jaren.
Een grote uitbreiding van de vollegronds-
groenteteelt is niet te verwachten. De markt
is vlug verzadigd. Het rendement loopt sterk
uiteen. Bij kontraktteelt is er meestal sprake
van scherpe prijzen, die in hoofdzaak voor
het grote bedrijf nog aantrekkelijk zijn. Bij
vrije teelt zijn de prijsschommelingen zeer
groot; denk maar aan de uien!
CHAMPIGNONS
De champignonteelt is in Zeeland van be
scheiden omvang. Te Yerseke zijn echter eer
Bij de glastuinbouw zoekt men het steeds meer in de bloementeelt. Ook hierbij moet het
waterprobleem in Zeeland met bassins worden opgelost.
celen (die er ondanks alles toch ook vrij
veel zijn) geven zulke hoge opbrengsten dat
de produktie eerder steeg dan daalde.
WEER SPRONG VOORUIT MET
VIRUSVRIJ MATERIAAL?
Opmerkelijk is dat de Golden Delicious,
ondanks de vele waarschuwingen dat het
aanbod te groot wordt, bij de telers favoriet
blijft. „Ik weet dat er te veel Golden komt,
maar toch blijft het de beste appel", hoort
men wel zeggen. Naast de Golden was er
de laatste jaren veel belangstelling voor de
goeie ouwe Goudreinette, die op M 9 met
met weinig snoei vroeg en veel kan opbren
gen.
De kleine boomvorm is nu algemeen aan
vaard. De beddenteelt maakte enkele jaren
opgang, maar wordt thans weer ontraden.
Er wordt geëxperimenteerd met „volvelds-
teelt", waarbij men 5000 bomen of meer per
ha plant. Wie zal dat betalen als de plant-
boompjes weer 2 3 gulden gaan kosten?
De hoge investeringen bij nieuwe aanplant
zullen echter ook bij „slechts" 2500 bomen
per ha een rem gaan vormen. Geheel nieuwe
Dedrijven zullen daardoor steeds moeilijker
gesticht kunnen worden. Het zal dus vooral
noeten komen van uitbreiding van de be
gaande.
nog niet iedereen de beplanting en outillage
die er voor nodig zijn.
Ook de plukmachine breekt langzamer
hand door. Voorlopig staat menigeen er nog
aarzelend tegenover, maar de ontwikkeling
is niet te stuiten. Vooral in combinatie met
voorsorteren is er winst te behalen.
Opvallend is tenslotte de belangstelling
van telerszijde voor de bouw van koelruimte.
In 't verleden liet men dit aan de veilingen
over, maar thans wil men het koelen steeds
meer in eigen hand houden.
In 1966 was er in Zeeland voor ruim 25
miljoen kg opslagruimte, waarvan ruim 12
mlijoen gewone koeling en bijna 13 miljoen
CA koelruimte. Thans is er voor 46 h. 47
miljoen gewone koeling en bijna 13 miljoen
dubbele. Daarvan ruim 11 miljoen gewone
koeling en niet minder dan 34 miljoen kg
CA-koelruimte. Natuurlijk vond die uitbrei
ding niet alleen bij de telers plaats, doch wel
voor een flink deel. En dat alles speelde
zich in hoofdzaak af tijdens de crisisjaren!
Een ontwikkeling waar onvoldoende schot
in zat, was de samenwerking tussen de fruit
veilingen. Alle partijen verklaren de nood
zaak van aanbodconcentratie in te zien en
zeggen dat de deur voor overleg open staat.
En nu zit men maar te wachten achter al
die open deuren...
FRUITTEELT
GLASTEELTEN
De fruitteelt is in Zeeland nog altijd de
belangrijke tak van tuinbouw. Vanaf 1968
is deze sector door een zeer diep dal gegaan.
De prijzen waren zo laag dat er soms aan
werd getwijfeld of er nog fruitteeltbedrijven
de crisis zouden overleven. Veel telers heb
ben af moeten haken, terwijl tevens een aan
tal bedrijven geruisloos verdween doordat
de zoon geen animo had om het bedrijf over
te nemen als vader wegens ouderdom wou
stoppen.
Het lijkt of het dieptepunt van de crisis
thans achter de rug is, hoewel de kans op
jaren met overproduktie zeker nog aanwezig
is. Maar door onvoorziene omstandigheden
was er vorig jaar in de EEG een kleine
fruitoogst en dat had goede prijzen tot ge
volg. Daardoor is men nu weer hoopvoller
gestemd.
De oppervlakte fruitteelt in Zeeland is
gedaald van 6400 ha in 1968 tot naar schat
ting ruim 5000 ha thans. De produktie bleef
echter op peil. Het was meestal niet het
allerbeste dat gerooid werd en de jonge per-
De virusvrije appelboompjes zijn in aan
tocht. Over een paar jaar zullen ze in vol
doende mate te koop kunnen zijn. Deskundi
gen verwachten dat hiermee weer een vrij
grote produktiesprong kan worden gemaakt.
De opbrengst per ha kan er aanzienlijk mee
stijgen. Mogelijk wordt de Cox's Orange dan
ook bij die vooruitgang meegesleept. Dat is
hard nodig, want die gezondheidstoestand is
thans zodanig, dat het niet meer aantrekke
lijk is deze appel te planten. Dertig jaar ge
leden was het ras gezonder dan nu.
Problemen zijn er ook nog steeds met de
vruchtbaarheid van de peren. Weliswaar
gaat het de goede kant uit met COC en gib-
berelinen, doch desondanks hebben we weer
twee kleine pereoogsten achter elkaar. De
Conference gaat overigens eenzelfde domine
rende positie innemen als de Golden bij de
appels, dank zij de ongeëvenaarde koelkwa-
liteiten.
ZEER SNELLE TOENAME KOELRUIMTE
De „grote" kist wint snel terrein: de voor
delen zijn bewezen. Momenteel heeft echter
voor rooien, bloemen koppen, opslag, drogen
en verwerking. De mogelijkheden voor
machinaal rooien zijn sterk verbeterd. Het
bloemen machinaal afsnijden of „knuppelen"
maakt snel opgang. En vooral daardoor kon
die schaalvergroting doorgang vinden van
bijv. 1 ha naar 15 ha per teler.
Vaak wordt gedacht dat de gladiool door
de ontwikkeling naar grotere oppervlakten
verhuist naar het akkerbouwbedrijf. Dat is
nauwelijks het geval. Men krijgt meer speci
fieke bollentelers met weinig eigen grond.
De akkerbouwer is op zijn eigen bedrijf ook
vlug uitgeboerd en moet dan ook bijhuren.
huren.
aantal champignonbedrijven die goed mee
kunnen. De teelt was dooreengenomen de
laatste jaren goed rendabel, maar de laatste
tijd staat de prijs onder druk. Al sinds enige
tijd wordt het stichten van nieuwe bedrijver
ontraden, omdat er door de noodzakelijke
groei van de bestaande toch al meer dar
genoeg uitbreiding is.
Door verbeterde teeltmethoden is de pro
duktie met sprongen gestegen. De ontwikke
De winterbloemkoolteelt was de laatste jarei
goed lonend.
ling verloopt dynamisch, het is erg moeilijl
de vooruitgang in teelttechniek bij te houden
Dit is overigens begrijpelijk omdat de cham
pignonteelt een betrekkelijk jonge tak var
tuinbouw is, althans zakelijk gezien. Daar
door was er een dankbaar terrein voor on
derzoekers. Het gevolg is echter dat mei
ook wat betreft gebouwen en outillage a
vrij vlug aan veroudering toe is.
Wat organisatie (o.a. afzet, compost, e.d.)
betreft kan de champignonteelt aan andere
takken van tuinbouw als voorbeeld gestelc
worden. Vooral voor de „buitengebieden" is
dat een belangrijke zaak.
Met virusvrije Golden kan de produktie per ha weer hoger worden opgevoerd.
Bij de glasteelt is er tot op zekere hoogte
sprake van stagnatie. De oppervlakte neemt
nauwelijks toe, terwijl in feite veel bedrij
ven te klein zijn. Zeker als men Westlandse
maatstaven aanlegt. Het rendement is ech
ter vaak zo matig dat er te weinig kan wor
den gereserveerd voor financiering van de
nodige uitbreidingen. De glasaardbeienteelt
te Kapelle en omgeving is dikwijls nauwe
lijks lonend en op Tholen is de aanvankelijk
snelle ontwikkeling tot staan gekomen. Ter
wijl er landelijk sprake is van groei naar
grotere, beter gemechaniseerde bedrijven is
dit in Zeeland moeilijk dit na te volgen we
gens de hoge investeringen.
Steeds duidelijker blijkt dat het ontbreken
van een krachtig centrum nadelen met zich
meebrengt. Dit geldt in het bijzonder voor
de afzet. Een aanzienlijk deel van de produk-
ten moet zelfs buiten Zeeland worden ge
veild.
Terecht is er thans belangstelling voor de
bloementeelt. Maar hierdoor wordt het aan
bod nog meer versnipperd in vele kleine
partijtjes, wat de afzet niet gemakkelijker
maakt.
Ondanks dit alles zijn er gelukkig toch
ook een aantal prima bedrijven, die goed flo
reren. De glasteelt blijft dus wel degelijk
kansen bieden.
GROENTETEELT IN DE VOLLE GROND
Bedrijven met alleen groenten in de volle
grond zijn er weinig. Er wordt wel gepraat
over grote (bijv. 15 ha) vollegrondsgroente-
teeltbedrijven, die sterk gemechaniseerd zijn,
maar dit type komt nog bijna niet voor.
Door de mechanisatie komen wel steeds
maar groenten in aanmerking voor het ak
kerbouwbedrijf. Behalve de van oudsher be
kende uien zijn dat thans bijv. knolselderij