Oogst van conservenpeulvruchten in verband met kwaliteit, opbrengst, en prijs 7 m Ing. P. A. DEN HOLLANDER. C.A.R. - Zevenbergen. Veel wordt gesproken en ook geschreven over de kwaliteit van de te oogsten produkten. Het gaat daarbij niet alleen over de kwaliteit, maar over de relatie kwaliteit en kwantiteit bij een toenemende vraag naar kwaliteitsprodukten. De teler van zijn kant zal alles in het werk moeten stellen om e,en goed produkt te telen en toe te leveren. Om dit te bereiken, moeten ale teeltmaatregelen worden genomen die nodig zijn. Het gewas moet worden beschermd tegen onkruid, ziekten en plagen. Ook weersomstandighedien zijn van invloed, zoals b.v. hagel of harde wind. Wan neer alle zorgen aan het gewas zijn besteed, is het wachten verder op de oogst. HET OOGSTEN UET tijdstip van oogsten wordt niet door de teler bepaald, wat trouwens ook moeilijk kan. Misschien heeft hij daaiibij enige inspraak. In feite wordt het tijdstip bepaald door de zaaiplanning gekoppeld aan rassenkeuze als onderdeel van de oogstplanning. De afnemende fabriek weet het best welke kwaliteit het wenst en welke hoeveelheid per dag kan worden verwerkt. De verwerkingscapaciteit is afhankelijk van het produkt, de machines en de orga nisatie in de fabriek. De hoeveelheid die de boer kan toeleveren wordt bepaald door het gewas, de weersomstandigheden, de machines en de organisaties van het werk. Bij een rationele produktie moeten zowel toelevering als verwerking optimaal zijn georganiseerd en optimaal op elkaar zijn afgestemd. Naar ik meen een belangrijk punt voor de praktijk. De kwaliteit van de produkten wordt sterk bepaald door het tijsdtip van oogsten. Een tweede oorzaak dus waarom de afnemende fabriek het tijdstip wel in de hand moet houden. Nu betekent een betere kwaliteit vaak jeugdiger oog sten, een lagere opbrengst en kans op m eerverliezen. Een moeilijk punt voor op het eerste gezicht tegengestelde belangen. Uitgaande echter van de gedach te dat de teler elke gewenste kwaliteit wil toeleveren en de afnemende fa briek deze ook wil betalen, lijkt de tegenstelling niet zo groot meer. Overigens wel een belangrijke zaak om voldoende aandacht aan te besteden en voldoen de inzicht in te hebben. DOPERWTEN MAARMATE de erwten harder en dus rijper worden, neemt de kwaliteit aanvankelijk toe, maar later af. Harde erwten zijn zetmeelrijk en niet smakelijk. Bij het rijper worden neemt de opbrengst ook toe,, maar de op- brengstlijn loopt al gauw tegengesteld aan de kwaliteitslijn. Het is duidelijk, dat een relatie gevonden moet worden tussen opbrengst (kwaliteit) en prijs. Een vaste prijs per kg erwten of peulen houdt geen rekening met het tijd stip van oogsten, dus met de opbrengst en geldt daarom als een onzekere basis. Om dit wèl te kunnen doen, hanteert men een Tendero-meter, een hardheids meter, die het tenderometer (Tm) getal of hardheid aangeeft. Er worden ook andere hardheidsmeters gebruikt, die echter onbetrouwbaar blijken te zijn. Bij een bepaalde hardheid hoort een bepaalde opbrengst en een bepaalde prijs. Op basis van genomen proeven is men gekomen tot een opbrengst- en prijsstaf- fel die kan dienen als basis voor' de uitbetaling. Deze staffel is voor korrel en peul verschillend, terwijl er ook verschillen zijn tussen rondzadige- en kreuk- erwten. O OG STVERLIEZE N KUNNEN BELANGRIJK ZIJN ÏN onderstaande tabel is een opbrengst- en prijsstaffel opgenomen op korrel- basis voor rbndzadige doperwten. De werkelijke opbrengst en prijs bij Tm 120 kan hiervan afwijken. Tabel 1 W erkelijke Geld Relatieve Relatieve kg Werkelijke opbrengst Tm-getal opbrengst prijs opbrengst prijs per ha 90 65 153 2275 91.8 cent 2088,— 100 79 127' 2765 76.2 cent 2107,— 110 90 111 3150 66.6 cent 2098,— 120 100 10(V 3500 60.0 cent ƒ2100,— 130 108 93 3780 55.8 cent 2109,— 140 113 88 3955 52.8 cent ƒ2088,— Uit de gemaakte opstelling blijkt, dat de geldopbrengst per ha vrijwel gelijk is, ongeacht het tijdstip van oogsten. Bij de samenstelling van de staffel is er echter van uitgegaan, dat alle korrels worden geoogst en er geen oogstverliezen optreden._Uit de praktijk blijkt evenwel, dat aanzienlijke oogstverliezen kunnen voorkomen, vooral wanneer een jeugdig gewas wordt geoogst. Volgens voorlo pige waarnemingen komen in het trajekt Tm 8005 verliezen voor van 12 a 15 procent korrel. Dit maakt dergelijke jeugdige gewassen feitelijk ongeschikt om te oogsten. Bij Tm 95110 is dat nog ongeveer 7 Voor een deugdelijke hantering in de praktijk betekent dit dat in de genoemde trajekten de prijs moet worden aangepast. Ook bij het dorsen van natte gewas sen en bij nat oogstweer zijn de dorsverliezen hoger dan normaal. Bovendien zijn er rasverschillen, het ene ras dorst gemakkelijker dan het andere. Regelma tig en goed afstellen van de dorsmachine is nodig om de gegroeide opbrengst ook te oogsten. TUINBONEN Voor tuinbonen geldt eigenlijk hetzelfde als bij doperwten is vermeld. Ook hier is het tijdstip van oogsten van belang voor de opbrengst en de kwaliteit. De beste wijze van uitbetalen is die naar hardheid, omdat het tijdstip van oog sten dan verwerkt is in een prijsstaffel. Bij een bepaald Tm-getal of hardheid hoort een opbrengstlijn en een prijsstaffel. Er is hierbij een verschil tussen bont- bloeiende (bruinkokende) cn witbloeiende (of blantoblijvende) rassen. Omdat de schil dunner is, kunnen de bontbloeiende rassen bij een hogere hardheid worden geoogst dan de witte. Evenals bij doperwten geldt voor peulen een andere staf fel dan voor de korrel, zodat er in totaal 4 staffels voor tuinbonen kunnen wor den gehanteerd. Dit maakt de zaak voor veel telers fnisschien wat ingewikkeld. In onderstaande tabel is een voorbeeld uitgewerkt, gebaseerd op witbloeiende rassen, zoals Driemaal Wit, Felissa, R 35 en Bianxa. De uitbetaling geschiedt op korrelbasis, de werkelijke opbrengst bij Tm 120 is gesteld op 4000 kg korrel bij een prijs van 50 ct per kg. Tabel H Werkelijke Geld Relatieve Relatieve kg Werkelijke opbrengst Tm-getal opbrengst prijs opbrengst prijs/kg per ha 90 50 200 2000 100 cent 2000,— 100 67 149 2680 74^ cent 1997 110 85 118 3400 59 cent 2006,— 120 100 100 4000 50 cent 2000,— 130 111 90 4440 45 cent 1998,— 140 119 84 4760 42 cent 1999,— Wanneer de werkelijke opbrengst verloopt zoals de staffel aangeeft, is de geld opbrengst per ha steeds gelijk, onverschillig het tijdstip van oogsten. Evenals bij doperwten geldt ook voor tuinbonen dat bij het oogsten van een te jeugdig ge was (beneden Tm 100) extra verliezen optreden. Een toeslag op de prijs zal deze verliezen moeten compenseren, hoewel het beter is een gewas niet „af te slachten". Dat geeft altijd moeilijkheden, terwijl een verwachte opbrengst niet wordt gehaald. STAMSLABONEN z4 IIOEWEL afhankelijk van de bestemming is er de laatste jaren een tendens dat de bonen vroeger, dus fijner worden geoogst. En dat scheelt in op brengst. Eén dag later oogsten in de volle groei van het gewas, kan wel 500 kg bonen per ha of meer in opbrengst schelen. In geld uitgedrukt betekent dat al gauw 100,/ha. De conservenindustrie heeft echter graag een kwalitatief hoogstaand produkt en dus niet te grove 'bonen. Omdat de consument graag fijne boontjes eet, is het van belang, dat de teler deze toelevert. Om tot een zelfde geldopbrengst te ko men, onafhankelijk van het tijdstip van oogsten, zou men een staffel moeten in bouwen, zoals bij doperwten en tuinbonen. Dit is mogelijk door de zaadlengte van het middelste zaadje in de verst ontwikkelde peulen te meten. Daartoe neemt men 100 zaden die worden gemeten, waarna dan de gemiddelde zaad lengte wordt vastgesteld. De zaadlengte heeft een vrij zekere korrelatie met de peulopbrengst. Uit in hoofdzaak door het Proefstation voor de Akkerbouw genomen proeven is een staffel voor stamslabonen ontwikkeld, die hier als voorbeeld wordt weer gegeven. Tabel III Werkelijke Geld Zaadlengte Relatieve Relatieve kg Werkelijke opbrengst in mm opbrengst prijs opbrengst prijs/kg per ha 7 75 133 7500 29.26 cent 2105,— 8 83 121 83001 26.62 cent 2210,— 9 92 109 9200 24.00 cent 2208,— 10 100 100 10000 22.00 cent 2200,— 11 108 93 10800 20.50 cent 2214,— 12 117 86 11700 18.90 cent ƒ2211,— Voor zover bekend wordt tot nu toe vrijwel niet op deze basis gekontrakteerd. Toch zou het gewenst zijn om hiermee in de praktijk meer erVaring op te doen en deze staffel te toetsen aan praktijkgegevens. Zo kunnen bij late nateelt enige afwijkingen voorkomen, die het werken met deze staffel minder goed mogelijk maakt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 7