LANDBOUWSCHAP
Kent iedereen
de pachtwet
VAN HET
4
Aandacht voor de gezondhaid van het varken
IN de praktijk blijkt ons, dat lang niet iedere pach-
ter voldoende op de hoogte is van hetgeen in de
pachtwet is vastgelegd. Zo worden bijv. op pachtbe
drijven investeringen gedaan, verbeteringen aange
bracht, ja zelfs nieuwe gebouwen gesticht zonder dat
schriftelijke toestemming van de verpachter is gege
ven.
Wat betekent bouwen op andermans gTond zonder
schriftelijke toestemming?
Het „Burgerlijk Wetboek" geeft hier het volgen
de antwoord op in artikel 658:
le. Indien iemand met zijn eigen bouwstoffen op
den grond van een ander werken heeft aangelegd,
kan de grondeigenaar het gebouwde voor zich be
houden of den andere noodzaken om hetzelve weg
te nemen.
2e Indien de grondeigenaar vordert dat het ge-
bouwt» wordt weggenomen zal het afbreken moeten
geschieden ten koste van dengenen die de werken ge
maakt hee*t en deze laatste kan zelfs tot vergoeding
van kosten, schaden en interessen worden veroor
deeld.
3e. Indien daarentegen de grondeigenaar het ge
bouwde aan zich wil behouden, moet hij de waarde
van de bouwstoffen mitsgaders het werkloon betalen
zonder dat echter de meerdere waarde van het erf
daarbij in ogenschouw zal kunnen worden genomen.
Een ieder die bouwt op andermans grond weet
waar hij aan toe is!
Wat zegt de pachtwet hiervan?
Zonder schriftelijke toestemming van de verpach
ter is de pachter niet bevoegd de bestemming, de in
„I\E varkenshouderij in Nederland leeft in feite op
"een vulcaan, die elk ogenblik opnieuw kan uit
barsten". Deze regel pikten wij op uit een nota van de
Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-Brabant
over de bestrijding van de varkenspest. Het leven op
een vulkaan en zelfs in de nabijheid ervan houdt ge
varen in, zoals u weet. Wie zich niet bedreigd wil
voelen, doet verstandig te gaan verhuizen. De vul
kaan echter die de varkenshouderij bedreigt kan het
zwijgen worden opgelegd, zij het ten koste van veel
inspanning. De varkenshouders kunnen blijven zitten
waar zij nu zijn.
Het uitbreken van de varkenspest in enkele gebie
den van ons land, brengt de gezondheidszorg voor
varkens op brute wijze onder de aandacht. Kranten
schreven erover en de televisie liet beelden zien van
massale entingen tegen deze gevreesde ziekte. Men
vraagt zich af of het niet mogelijk is deze en ook an
dere ziekten onder varkens zodanig te bestrijden dat
het explosiegevaar daarmee weggenomen is. Men
moet dan wel bedenken dat Nederland geen eiland
is, maar zeer lange grenzen heeft met twee varkens-
rijke landen waar nog regelmatig onder andere var
kenspest wordt geconstateerd. Dat houdt een doorlo
pende bedreiging voor onze varkenshouderij in.
COMMISSIE VARKENSGEZONDHEIDSZORG
VAN START
ernstige ziektegevallen van de laatste maanden
maken de veranderingen die zich voltrekken in
de gezondheidszorg voor varkens bijzonder aktueel.
Al geruime tijd is gesproken over de vraag hoe deze
gezondheidszorg het meest doeltreffend kan worden
aangepakt. Sinds de varkensgezondheidszorg in 1960
van start ging, hebben zich in de varkenshouderij be
neming ui net geuaame van net gepacnie geneei oi
gedeeltelijk te wijzigen!
Wat kan de pachter doen indien de verpachter des
gevraagd toestemming weigert?
Indien de verpachter weigert zijn toestemming te
verlenen kan de pachter aan de grondkamer machti
ging vragen de gewenste veranderingen en verbete
ringen aan te brengen. De grondkamer zal deze
machtiging verlenen wanneer met de verandering
of de veroetering een algemeen landbouwbelang is
gediend.
Is mondelinge toestemming alléén voldoende om ge
dane investeringen terug te vorderen?
Het antwoord hierop is NEEN! De pachtwet geeft
hiérover de volgende bijzonderheden:
Bij het einde der pacht is de verpachter verplicht
de pachter voor de verbeteringen welke door deze in
de laatst verlopen 20 jaar aan het gepachte zijn aan
gebracht een naar billijkheid te betalen vergoeding
te geven.
De hier bedoelde vergoeding kan slechts worden
gevorderd indien de pachter tijdig aan de verpachter
onder opgave van de geschatte kosten schrift e-
1 ij k mededeling van de voorgenomen verbetering
heeft gedaan en hetzij de verpachter zich daartegen
niet binnen een maand na ontvangst van de medede
ling uitdrukkelijk heeft verzet dan wel dat de grond
kamer indien de verpachter zich hiertegen heeft ver
zet op verzoek van de pachter dit verzet van de ver
pachter ongegrond heeft verklaard.
De pachter heeft dus geen RECHT op vergoeding
indien hij verbeteringen heeft aangebracht zonder
hiertoe onder opgave van de geschatte kosten schrif
telijke toestemming aan de verpachter heeft ge
vraagd.
Komen er moeilijkheden voor?
A. heeft in zijn schuur een aardappelkoelhuis laten
bouwen. Hij vroeg daarvoor geen toestemming onder
opgaaf van de kosten aan de eigenaar, want, zo rede
neerde hij, de verhouding tussen eigenaar en verpach
ter was immers zo goed! Door een sterfgeval waren
de erfgenamen verplicht het 'gepachte te verkopen. De
pachter maakte gebruik van zijn voorkeursrecht. Hij
vroeg een vergoeding voor het door hem gebouwde
koelhuis in mindering op de prijs. De investering had
o jaar geleden plaats gevonden.
Het antwoord van de erfgenamen hierop was*
neen dit betalen we niet, want dat zijn we niet ver
plicht. Juridisch is het aardappelkoelhuis van de
eigenaar en juridisch hadden de eigenaren dus gelijk.
Een ander voorbeeld
B. investeerde op een pachtbedrijf voor een ver
bouwing van de stal een bedrag van ƒ40.000We
gens een sterfgeval moest het 'bedrijf worden beëin
digd. Omdat er geen schriftelijke toestemming van de
eigenaar was voor de gedane investeringen kon niet
gevorderd worden dat een gedeelte van het geïnves
teerde bedrag terug werd betaald. Na zeer lang pra
ten is nog een gering gedeelte aan de weduwe voor
de aangebrachte verbeteringen uitgekeerd. Volgens de
pachtwet hoefde er in het geheel geen vergoeding te
worden betaald.
C. wilde zijn pachtbedrijf uitbreiden en hij had
daartoe de bouwvergunning en de hinderwetvergun
ning e.d. binnen. Met de bouw was hij begonnen zon
der dat de financiering rondzat, althans de bank wen
ste een verklaring dat de verpachter accoord ging
met de investeringen. De verpachter wenste echter
niet mee te werken. Omdat de pachter reeds met de
bouw was begonnen kon hij ook geen beroep meer
doen op een machtiging van de 'grondkamer en kreeg
hij de financiering met de bank niet rond.
Een kwestie van vertrouwen?
Ons wordt zeer vaak voor de voeten geworpen dat
het een kwestie van vertrouwen is wanneer iets der
gelijks op mondelinge basis wordt gedaan. Ons ant
woord is dan vaak: „Het is beslist geen kwestie van
wantrouwen indien u deze zaak op een zakelijke ma
nier bekijkt en regelt!"
Men kan immers altijd voor omstandigheden ko
men te staan die zonder meer niet voorzien hadden
kunnen worden en die in een later stadium geld kun
nen kosten! In de meeste gevallen zullen er dienaan
gaande wellicht geen moeilijkheden voordoen. Toch
komen er iedere keer opnieuw gevallen voor waar
het de betrokkenen geld kost en vaak te veel! Dit
zouden wij graag willen voorkomen en vandaar deze
waarschuwing!
Tot slot nog even dit: Advies vragen vóór u iets
doet kost niets! Advies vragen nadat u iets hebt ge
daan kost in veel gevallen geld! En bij de voorlichters
van de ZHjM kunt u deze adviezen 'gratis krijgen!
Waarom zoudt u het dan niet even ^oen"
J. MARKUSSE
VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN
langrijke ontwikkelingen voorgedaan. Het aantal die
ren per bedrijf nam sterk toe, gepaard gaande met
een specialisatie per bedrijfstype. Er kwam meer sa
menwerking tussen de verschillende schakels in de
varkenshouderij en fokker ij groeperingen tot stand.
De selectiemethoden door de stamboeken op de selec-
tiemesterijen wijzigden zich. Ook de inzichten in van
ouds bekende ziekteproblemen veranderden, want de
voorzorg en bestrijding van ziekten op grote be
drijven vraagt een andere benadering dan op de klei
ne bedrijven. Hierdoor werd het nccizakelijk de ver
ordening Berenhouderij van het Landbouwschap na
der te bezien. Het resultaat daarvan was een nieuwe
aanpak. De bovengenoemde ontwikkelingen leidden
tot vorming van de Stichting voor het Fokkerij wezen
in de Varkenshouderij. Stamboeken, fokkerij groepe
ringen, KI-verenigingen en varkenshouders zijn erin
vertegenwoordigd om het Landbouwschap en de
hoofdafdeling Veehouderij te adviseren onder de Ver
ordening Berenhouderij. Niet minder belangrijk was
een bezinning over de varkensgezondheidszorg van de
gezondheidsdiensten voor dieren. Ook de Koninklijke
Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde be
studeerde de vraag hoe met name ae grotere oedrij-
ven door de dierenarts begeleid zouden moeten wor
den. Er verschenen rapporten waarin alle wensen
keurig op een rijtje weraen gezet. Bij dat alles bleek
dat regelmatig overleg tussen alle betrokkenen drin
gend nodig is. Dit overleg zou het best kunnen ge
beuren onder de vleugels van de Stichting Gezond
heidszorg voor Dieren. En zo werd dan dinsdag 15
mei j.l. in Utrecht door de voorzitter van de Stichting
Gezondheidszorg voor Dieren de Commissie Varkens
gezondheidszorg ingesteld.
WIE ZITTEN IN DE COMMISSIE?
WIE de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren or-
ganisatorisch nog niet kan plaatsen zij meege
deeld, dat deze Stichting door het Landbouwschap in
het leven is geroepen ter vervanging van de Gezond
heidscommissie voor Dieren van het Landbouwschap.
De nieuwe commissie varkensgezondheidszorg is als
het ware dan ook geworteld in de praktijk. Als voor
zitter van de commissie treedt op de heer P. J. Loo-
nen te Oostrum, aangewezen door de Stichting Ge
zondheidszorg voor Dieren die ook de heer H. Noord
man te Sterksel heeft aangewezen. De commissie Ver-
edelingslandbouw van het Landbouwschap heeft de
heren J. J. M. Bunnik te IJsselstein, H. Reurink te
Neede, P. Slots te Baexem en Jac. Wassenberg te
Boekei voorgedragen.
Verder heeft de Stichting voor het Fokkerij wezen
vier personen aangewezen en het Produktschap voor
Vee en Vlees en de Koninklijke Nederlandse Maat
schappij voor Diergeneeskunde ieder één persoon.
Bovendien telt de commissie acht adviserende leden.
Zij vertegenwoordigen het Centraal Diergeneeskun
dig Instituut, de Faculteit der Diergeneeskunde, de
Veeartsenijkundige Dienst, de Koninklijke Neder
landse Maatschappij voor Diergeneeskunde en het
college van directeuren van de provinciale gezond
heidsdiensten. Tot de acht adviserende leden belhoren
ook de rijksconsulent in algemene dienst voor de var
kenshouderij en de secretaris van de commissie Ver-
edelingslandbouw.
METEEN AAN HET WERK
DE commissie Varkensgezondheidszorg is niet alleen
en overlegorgaan, maar brengt ook advies uit
aan de Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren. Deze
adviezen zullen betrekking hebben op de verdere ont
wikkeling van de varkensgezondheidszorg van de ge
zondheidsdiensten enerzijds, op de ontwikkeling van
de veterinaire begeleiding van grote varkensbedrijven
door praktizerende dierenartsen anderzijds. Ook om
trent ideeën die bij de overheid leven omtrent het
overnamebeleid van de overheid bij het optreden van
zogenaamde Veewet-ziekten zal de commissie moeten
adviseren. Al in de eerste vergadering de installa
tie was net achter de rug toog de commissie aan de
arbeid. De nadruk zal komen te liggen op de fokbe-
drijven die als het ware een sleutelpositie in de ge
zondheidszorg innemen. Daar zal de gezondheidstoe
stand van de dieren optimaal moeten zijn. Deze die
ren zullen voortdurend onder controle moeten staan.
Enkele maatregelen hiervoor zijn 1 januari 1973 al
van kracht- geworden.
De commissie Varkensgezondheidszorg zal de ont
wikkeling in de praktijk zo goed mogelijk trachten te
begeleiden en de nadruk leggen op preventieve ge
zondheidszorg. Voorkomen is altijd beter dan genezen
en nog beter dan „opruimen", zoals nu nodig is bij de
bestrijding van de varkenspest.
Landbouwschapsvoorlichting
B A. BOKMA