Het belang van suiker bietentelers en het bod van Suiker Unie op C.S.M. 19 de gebieden in de gelegenheid stellen om zich aan te passen en voor te bereiden op een geheel vrije markt zonder produktie en afzetquota welke ook geldt voor alle andere landbouwprodukten. Of men reeds in 1975 bereid zal blijken om het specialisatie-begin sel ten volle toe te passen (dus te bevorderen, dat een verschuiving optreedt in de richting van de goed koop producerende gebieden) is nog een vraag, om dat immers ook nu weer de Regeringen van de lan den die aan de ongunstige kant zitten zich zullen trachten te verzetten. Naar onze stellige verwachting zal echter de uit komst van deze politieke beslissing zodanig zijn, dat de specialisatie op z'n minst wordt bevorderd. Met andere woorden, de gebieden die gunstige voorwaar den hebben voor de bietenteelt en verwerking mo gen ermee rekenen, dat hun mogelijkheden om sui ker te produceren en in het verkeer te brengen w°r~ den verruimd. De gebieden rond de Noordzee ("Noord- Frankrijk, België, Nederland, Oost-Engeland, Dene marken) behoren hiertoe. Het benutten van deze grotere mogelijkheden in een ruimere markt betekent een fellere concurrentie om de grondstof en op de suikermarkt en ook wij in Nederland zullen ons dan waar moeten maken, als Landbouw en als industrie. Om dit te kunnen doen zal het beleid van beide, in een hecht samenspel, erop gericht moeten zijn een kostprijsniveau voor suikerbieten en voor suiker te bereiken, dat ons in staat stelt te (blijven) concur reren met de suikerproducenten om ons heen. Men kan zich afvragen of de fusie niet nodig zou zijn, indien de bestaande Suikerregeling met zijn quo tum-systeem in 1975 nog «énige tijd zou worden ge continueerd. Het antwoord is, dat ook in dat geval de fusie, reeds nu bepaald gewenst zou zijn. Ener zijds immers merken we ook nu een toenemende druk van suiker uit de andere EEG-landen op de sui kermarkt (met name uit de overschotgebieden Bel gië en Noord-Frankrijk), waardoor de suikerprijzen de neiging hebben tot op of zelfs onder het mini mum-niveau te dalen. Anderzijds willen we ernaar streven bietenprijzen te kunnen blijven betalen die voor de teler voldoende, aantrekkelijk zijn, om een hoog peil van sociale voorzieningen voor het perso neel te kunnen handhaven. Tenslotte willen we een rendement maken op het geïnvesteerd vermogen, dat de kapitaalverschaffers een redelijke beloning garan deert en dat de onderneming in staat stelt de gewen ste mate van zelf-financiering vol te houden. Om deze opgaven te kunnen volbrengen is ook nu reeds een zo efficiënt mogelijke produktie gewenst, wat in feite alleen mogelijk is na een integratie van de suikerindustrie. Bij invoering van een nieuwe sui kerregeling, is het noodzakelijk, een optimale situatie te scheppen. Het zou onverantwoord zijn daarvoor de ogen te sluiten. Vervolgens gaan de schrijvers in op de in de ons omringende landen eveneens sterke en zich nog steeds sterker makende suikerindustrieën en komen daarbij aan de hand van de beschikbare gegevens tot de con clusie dat we in Nederland bezig zijn de relatieve voorsprong te verspelen. Daarbij wordt opgemerkt dat CSM/Suiker Unie samen in de EEG 6,3 van de produktie voor hun rekening nemen, een omvang welke overeenkomt met de omvang van de Coöpe ratie Sas van Gent in onze nationale suikerhuishou ding vóór de totstandkoming van Suiker Unie. WIJ zijn van mening, aldus de Suiker Unie, dat in de marktsituatie zoals die thans is ontstaan en zoals die zich naar verwachting zal ontwikkelen, CSM en Suiker Unie zullen moeten trachten de sui kerindustrie en het samenspel met de bietenteelt op timaal te structueren. Sterker nog: we zouden onze verantwoordelijkheid ten opzichte van de Landbouw en de bietenteler, maar ook ten opzichte van consu ment, personeel en kapitaalverschaffers mis verstaan wanneer we zouden berusten in de thans bestaan de onbevredigende toestand. Oppervlakkig bezien mag die nog goed lijken, ook voor de suikerbietentelers. Er zijn immers twee ster ke ondernemingen, Suiker Unie en CSM, die elkaar beconcurreren op de bietenmarkt, wat toch alleen maar goed kan. zijn uit een oogpunt van bietenprij - zen, leveringsvoorwaarden en -mogelijkheden en ver dere service aan de bietenteler. Wanneer we echter wat dieper schouwen in de ontwikkeling om ons heen, zoals we hiervoor hebben gedaan, wanneer we daar bij constateren, wat iedereen kan waarnemen, dat we op een inefficiënte wijze door elkaar heen werken en elkaar voor de voeten lopen en tevens het oog richt op de toekomst, da^ moet de conclusie zijn dat het allemaal aanzienlijk beter kan. INGRIJPENDE VERBETERINGEN MOGELIJK VUELKE verbeteringen in de structuur van de be drijfstak zien we nu voor ons na de fusie en hoe moet het samenspel zijn met de bietenteler waar over eerder werd gesproken? Ook zonder direkt te denken aan sluiting of ver plaatsing van een fabriek daarover moet eerst veel studie worden verricht en uitvoerig van de resulta ten van de studie komt pas later aan de orde zal meteen gestreefd kunnen worden naar een coördi natie van het investeringsbeleid in de fabrieken. De suikerindustrie kan worden beschouwd als een „zware industrie, dat wil zeggen ze is zeer kapi taals-intensief en werkt met een relatief beperkt per soneelsbestand. De verzekerde waarde van Suiker Unie en CSM samen is ruim 1 miljard gulden en de jaarlijkse investeringen bedragen rond ƒ45 miljoen per jaar. Een uniform gericht beleid op dit punt zal zeker voordelen bieden. Verder zal geleidelijk gestreefd worden naar het vermijden van doublures en een efficiëntere inzet van het bestaande personeel. De suikeraflevering zal zodanig kunnen worden gepland dat de kortste af leveringroutes worden verkregen. Nu rijden suiker auto's van CSM en Suiker Unie kris-kras langs el kaar door het land, nog al eens opweg naar dezelfde klant! Op het terrein van de bieten zien we hetzelf de. Ook hier een door elkaar lopen van transporten, vaak ook bieten halend van één leverancier of bij telers aan dezelfde weg of in dezelfde buurt wonend. De bietenontvangst en het -transport kan bepaald met minder kosten gebeuren. Bovendien en zeker niet in de laatste plaats kunnen Landbouw en industrie gezamenlijk na de fusie beter zorgdragen voor de meer en meer gewenste teeltbegeleiding en kwali teitsbeheersing van de grondstof, de suikerbiet. Hier met name zal een goed samenspel kunnen leiden tot een eindprodukt, dat de industrie in staat stelt om tegen zo laag mogelijke kosten een zo hoog mogelijk witsuikerrendement te behalen. ALLEEN DOOR FUSIE SUIKER UNIE EN CSM ZIJN DE VOORDELEN TE BEHALEN IN het voorgaande is niet speciaal het oog gericht op Suiker Unie of leden van Suiker Unie. Hef belang van de fusie geldt voor Suiker Unie en CSM. voor de suikerbietentelers van beide ondernemingen. Déze fusie maakt het mogelijk om een optimale si tuatie te scheppen voor de verwerking van de suiker bieten. Deze komt niet tot stand wanneer Suiker Unie en CSM naast elkaar blijven staan en eventueel sa mengaan met andere ondernemingen. Ook niet wan neer deze andere ondernemingen suikerindustrieën van over de grenzen zijn. En dat is het alternatief wanneer deze fusie niet zou doorgaan; het zal dan zo zijn, dat Suiker Unie en CSM naast elkaar blijven werken zoals nu het geval is. Daarnaast echter zal Suiker Unie verdergaan met diversificatie, terwijl aan CSM reeds door een organisatiebureau (volgens de dagbladpers) is aangeraden samen te gaan met een ander middelgroot bedrijf. Ook zeugen enkele andere ondernemingen waaronder een buitenlands bedrijf belangstelling voor CSM hebben getoond. De Suiker industrie zal dan de kans hebben gemist om zich zo goed mogelijk te structueren, hetgeen in feite een ver zwakking betekent voor de concurrentiepositie vari die industrie en van onze akkerbouw ten opzichte van de mogelijkheden die met een fusie tussen Sui ker Unie en CSM zouden ontstaan. SAMENWERKING TUSSEN ALLE BIETENTELERS STAAT VOOROP IN het omwisselingsaanbod dat Suiker Unie heeft gedaan, is uitgegaan van een blijvende sterke in vloed van de bietentelers op de suikerindustrie. Daar bij willen we de huidige telers van r<^M aa tanïfS &"gSnrd?i ^^/^an^mS den om op eén lijn te komen met de eigen eden zouden we ook thans de telers van CSM opbeer ?e' vin"stike0rrUnteden WÜlen Uitn°difien lid te l J?L!l0Utel hier.v°Pr bgt in het ter beschikking stel- ker frll" 6en r! Ie,f lage priJS van de aandelen Sui- SniirF tt aan ti°lers van CSM- BiJ' aankoop van Suiker Unie aandelen op gemakkelijke betalingscon- rtlnf knjgen deze Jeden meteen de volle ledenprijs ieWp*Yentu,ele andeJe1 uitkeringen) voor de bieten Tc +P f2,6/3 ?ienn- De priJs voor deze aande len is vastgesteld op ƒ525,— en het is duidelijk dat deze geen verband houdt met de intrinsieke waarde welke op ruim 2.500,kan worden becijferd Inte- ?6r i6u '.4We h,?b'be"°ns gebaseerd op de andere mo gelijkheid welke CSM-telers wordt geboden n.l. om hun huidige meerjarige contracten om te zetten in 10- jarige contracten Suiker Unie, waarop een prijsgaran tie wordt gegeven van de ledenprijs minus ƒ2,50 per ton bieten. (Uiteraard blijft ook het éénjarig koop contract bestaan). Bij een leveringsmogelijkheid van 35 ton per aandeel heeft een aandeelhouder dus na 6 {a?r. de pnJs van zÖn aandeel terugverdiend, indien Plaats van een meerjarig contract kiest voor het lidmaatschap van Suiker Unie (6xf 2,50x35 ton 525, Vanzelfsprekend zullen de CSM-telers die toetre den dezelfde democratische rechten hebben welke de huidige Suiker Unie leden volgens de Statuten en Regiementen toevallen en zullen na de sluiting van de termijn die voor toetreding zal worden gesteld gedacht wordt aan een half jaar aanvullende ver kiezingen voor de verschillende functies in de Suiker Unie organen, worden gehouden. COMMANDITAIRE VENNOOTSCHAP In het omwisselingsaanbod is verder rekening ge houden met een blijvende beursnotering respectieve lijk een terugkeer van CSM naar de Beurs, waardoor ook derden kapitaalverschaffers bij de geïntegreer de onderneming, Commanditaire Vennootschap Cen trale Suiker Unie geheten belang zullen hebben. Op deze wijze kan risicodragend kapitaal worden aan getrokken en met name het streven om meer poten onder de éénzijdig opgebouwde suikerindustrie te krijgen (diversificatie), worden bevorderd. Ons doel bij de constructie van een nieuwe onderneming is ge richt op het scheppen van een evenwichtig samen werkingsverband binnen de nieuwe onderneming tussen de leden-bietenleveranciers en derden-kapi taalverschaffers (Daarbij moet tevens rekening wor den gehouden met een groeiende invloed van de zijde van de werknemers). Door middel van de Commanditaire Vennootschap is dat goed mogelijk; nadere uitwerking van de be voegdheden van de representaties van beide groepe ringen in de Vergadering van Vennoten zal dit even wicht kunnen concretiseren. De winstverdeling zal uiteraard van te voren goed moeten worden vastge legd. We kunnen op deze wijze niet alleen de belan gen van beide groepen verzoenen en de oude tegen stelling Coöperatie en „Particuliere" industrie over bruggen, we hebben dan tevens de constructie die ons in staat stelt om de telers door middel van een aan de Beurs genoteerd aandeel CSM te laten delen in de vermogensgroei van de onderneming. CONCLUSIE De belangen die bij deze fusie in het geding zijn achten wij zodanig groot, dat we het omwisselings aanbod hebben uitgebracht, ondanks afwijzing door het Bestuur van CSM. Wij geloven dat hier misver standen en verkeerd begrip tot een emotionele afwij zing hebben geleid en zijn van mening op de goede weg voor de toekomst te zijn. Indien de CSM en haar aandeelhouders blijken het bod niet te accepteren dan is dat niet onze verantwoordelijkheid. Suiker Unie heeft haar eigen verantwoordelijkheid en die brengt mede, dat thans, na jaren praten en onderling beraad, deze stap moest worden gedaan voordat het te laat zou zijn. Aldus drs K. C. van Kempen en ir A. W. Luitjens. PRIJSVRAAG LAND- EN TUINBOUWMECHANISATIE INZENDTERMIJN SLUIT 15 NOVEMBER Ter gelegenheid van de Landbouw RAI '74 wordt voor de vierde keer een prijsvraag Land- en Tuin- bouwmechanisatie gehouden. Er wordt een totaalbe drag van 12.000 aan prijzen beschikbaar gesteld. STICHTING CENTRAAL DIERGENEESKUNDIG ONDERZOEK De algemeen directeur van de Stichting Centraal Dier geneeskundig Onderzoek, dr. L. Hoedemaker, heeft we gens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd per 1 juni a.s. deze dienst verlaten. Hij werd opgevolgd door drs. P. H. Bool, thans directeur van het Centraal Diergeneeskundig Instituut (CDI), te Rotterdam. Aan de prijsvraag kan door iedereen worden deel genomen, individueel of in groepsverband. Deelne mers dienen ontwerpen in te zenden van hulpmidde len, die door anderen kunnen worden toegepast en die kunnen bijdragen tot nieuwe, betere arbeidsbe sparende en/of arbeidsverlichtende werkmethoden in land- en tuinbouw. In dit verband wordt gedacht aan machines, werktuigen, installaties, kassen, ge bouwen, e.d. De inzendingen zullen worden beoor deeld door een jury, bestaande uit prof. ir. G. J. Quast; ir. F. Coolman; ir. J. Crucq; ir. J. A. Stender en ir. L. H. Huisman, allen te Wageningen. De inzendingstermijn voor de prijsvraag sluit op 15 november 1973. De prijsuitreiking zal plaats vin den tijdens de „Landbouw RAI '74". Nadere inlich tingen en het wedstrijdreglement verstrekt RAI Ge bouw B.V., Europaplein 8, Amsterdam (telefoon 020- 468 468, toestel 426), per 8 juni 1973: 020—5 411 411. LANDBOUW RAI '74 AMSTERDAM VAN 21 T M 26 JANUARI 1974 Onder auspiciën van de Federatie „Het Landbouw werktuig" wordt van maandag 21 tot en met zater dag 26 januari 1974 in het RAI-gebouw in Amster dam de tentoonstelling voor landbouwmechanisatie „Landbouw RAI '74" gehouden. Er worden ca. 200 deelnemers verwacht. Tot nu toe is de landbouw werktuigententoonstelling in de RAI onder de titel „Land- en Tuinbouw RAI" gehouden. Nu is tot naamsverandering overgegaan om duidelijk aan te geven dat de specifieke artikelen voor de glastuinbouw niet op de tentoonstelling te zien zijn. Wel worden echter evenals voorheen ook machines, werktuigen en gereedschappen voor de tuinbouw geëxposeerd, die in veel gevallen ook in de glastuinbouw toege past worden. Het expositieprogramma omvat verder als gewoonlijk o.m. melkwinning en -bewaarappara- tuur, veevoeders, zaden, meststoffen, -bestrijdings middelen en brandstoffen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 19