Rond de ScheLde Stand bieten, uien, mais, granen over het algemeen goed Meer aandacht voor graangewasbescherming Aardappelopslagprobleem in volgende gewassen Bloei koolzaad weer bijna voorbij 7 Weersverbetering in de afgelopen veertien dagen heeft een gunstige invloed gehad op de stand van de gewassen op de SCHOUWEN-DUIVELANDSE ak kers. Zeer groeizame dagen brachten sommige aard appeltelers in moeilijkheden t.a.v. toepassing van bodemherbiciden. Plaatselijk werd hierbij wat risico genomen voor de reeds bovenstaande planten. Over het algemeen staan de aardappelen er momenteel goed voor. Be suikerbieten staan praktisch opéén. Het machinaal dunnen (slingertype) is iets meer toe gepast dan vorig jaar. Toepassing van de Monomat (electronisch)is minder geweest! De opkomst van dit gewas leende zich er dan ook voor het machinaal te dunnen. Vooral de opkomst van het ras Monohil was dit jaar zeer goed. Momenteel zijn er weer veel eitjes van de bietenvlieg aanwezig en plaatselijk al wat minder gangen van de larven in het blad. Ook man- gaangebrek is hier en daar reeds duidelijk zichtbaar. Het eerste verschijnsel kan, indien nodig, met een systhemisch middel bestreden worden en het tweede met toediening van mangaansulfaat. Indien voor bei de kan gebruik gemaakt worden van een mengsel van genoemde middelen. Meestal valt de schade mee en men moet dan ook niet te vlug overgaan op ge noemde toepassing. De plantuien, zilveruien en zaaiuien staan over het algemeen goed. De onkruidbestrijdingsmiddelen heb ben hier vrij goed gewerkt. In dit gewas kan na opkomst nog met verschillende middelen gewerkt worden. Alleen jammer dat er op vele percelen veel opslag van aardappelen voorkomt. Dit geldt ook in sterke mate voor de suikerbieten en mais, maar trouwens ook in andere gewassen. Dit is (wordt) een groot probleem. Chemische bestrijding is nog niet mogelijk m.a.w. veel handwerk. De mais komt goed boven. De erwten hebben wel eens beter gestaan. Plaatselijk nogal wat mankemen ten. Naast vogelschade, speelt hier wellicht een diepe zaai, koude aprilmaand en zeer actieve werking van de chemische onkruidbestrijdingsmiddelen, een rol in mee. De stand van de wintertarwe is goed. Plaatselijk enkele zware percelen. Minder N-gift en CCC zullen wel een positief effect geven. Meeldauwaantasting komt reeds veelvuldig voor, vooral in dichte gewa- sen (er zijn rasverschillen). Zie voor bestrijding van tarweziekten het artikel van de maand juni. Zomer- gerst is ook op enkele percelen aan de zware kant, ondanks de geen of zuinige N-gift. Bestrijding van „het kwaad" in de aardappelen gaat straks ook weer de volle aandacht vragen. Voorkómen is beter dan genezen n.l. Een belangrijke besmettingsbron is de opslag van aardappelafvalhopen. Verspreiding van de schimtnel kan over een grote afstand geschieden. Dus vernietig de opslag. De grootste drukte op de akker is voorbij. Blijft evenwel de volle aandacht wijden aan de nazorg van de gewassen. Schreven we in ons vorige artikel van deze rubriek dat op WALCHEREN de groei van de gewassen nog traag was, thans kunnen we melden dat het met de groei en ontwikkeling de goede kant op gaat. De ho gere temperatuur en meer zon zijn gunstig voor de groei. Bovendien viel er af en toe wat regen. Bij de graangewassen blijkt dat op sommige per celen het gewas geheel of gedeeltelijk een te geile ontwikkeling te zien geeft. Ondanks dat men aan de voorzichtige kant is geweest met de stikstofhoeveel- heid, blijkt er toch nog een te gulle groei mogelijk te zijn. De stikstofvoorraad in de grond is zeker niet overschat. We vermoeden dat op verschillende per celen de overbemesting met stikstof nihil zal zijn, of zich zal beperken tot enkele plekken met een lich tere stand, zoals we dit op onze onregelmatige gron den gewend zijn. Moet nog een overbemesting wor den gegeven, dan is het nu wel de hoogste tyd! We zagen dezer dagen een begin van meeldauw in de wintertarwe. Vooral op wat zwaar ontwikkelde plekken en in de luwte zal deze aantasting het «eerst optreden. Eveneens zagen we verschijnselen van man- gaangebrek in wintertarwe. Een bespuiting met man gaan kan er toe bijdragen dat het gewas steviger wordt. We hebben de indruk dat er veel collega's zijn die wat meer aandacht willen besteden aan de be scherming van hun graangewas tegen de diverse schimmelziekten. De opbrengsten waren de laatste jaren op veel bedrijven wat teleurstellend. Er is nu een heel scala van beschermingsmiddelen beschik baar en voor toepassing toegelaten. De mate van op treden van deze schimmels is zeer sterk afhankelijk van de weersomstandigheden en de standdichtheid van het gewas. De bieten zijn voor een groot gedeelte weer terug- gedund tot een aanvaardbaar plantenaantal. Om streeks eind mei zal dit werk op alle bedrijven weer klaar zijn. Voor de demonstratie met dunmachines bleek een goede belangstelling te bestaan. Hoewel in ons gebied nog veel met de 'hak wordt gedund, is het toch goed kennis te nemen van de mogelijkheden die het inschakelen van een dunmachine biedt. Er kun nen zich omstandigheden voordoen waarbij het nood zakelijk is deze werkmethode toe te passen. De grasgroei is zeer gul de laatste weken. Op de veehouderij en gemengde bedrijven is het druk met het inkuilen van gras. Jammer dat de demonstratie met diverse werkmethoden bij het inkuilen vanwege minder gunstige weersomstandigheden niet door kon gaan. Mogelijk kunnen we a.s. winter op de betref fende bedrijven de resultaten nog eens bekijken. DUAATSELIJK is er vorige week nogal wat regen gevallen. Het is wel gebleken dat in OOST ZUID-BEVELAND duidelijk meer regen is gevallen dan in het Westen. Dit is ook goed waar te nemen aan de werkzaamheden. In het Westen is het bie- teridunnen al zeer ver gevorderd, terwijl dit in het oostelijk deel veel minder -ver is. Het voor de stam- bonen opgestelde zaaischema is door de vele regen uitgesteld en daardoor danig in het gedrang geko men. Hoewel er toch echt niet een idee is dat er veel bieten overgezaaid moeten worden, zijn er toch hier en daar nog enkele percelen waar de standdichtheid te wensen overlaat. Op deze grote bedrijven heeft men heel wat met de slingerdunner gewerkt. Het s puitseizoen is de afgelopen maand niet ge makkelijk geweest. In verschillende gevallen is dan ook te laat gespoten, waardoor het resultaat soms is tegengevallen. Door het spuiten bij te veel wind is soms schade aan naburige gewassen veroorzaakt.. Onplezierige reactie zijn dan niet altijd te voorko men! De prachtig bloeiende gele koolzaadvelden in de maand mei geven WEST ZEEUWS-VLAANDEREN elk jaar weer een prachtig cachet. Al een aantal jaren wordt hier veel koolzaad geteeld; in 1972 plm 9 van de oppervlakte; nu naar schatting een kwart minder, enerzijds veroorzaakt door het gebrek aan beschikbare percelen in de zaaitijd en anderzijds doordat koolzaadtelers er steeds meer van overtuigd raken dat niet èn veel bieten, èn veel koolzaad in een gezond bouwplan passen. Nog te veel wordt door de boer het saldo van koolzaad te gunstig en dat van bieten in negatieve zin berekend. Wij zijn verder van mening, dat als de verschillen de koolzaadbelagers (insekten) niet beter zullen wor den bestreden, het gewoonweg niet mogelijk zal zijn dit gewas in de toekomst nog te blijven telen. We zagen zowel bespoten als onbespoten percelen, waar het aantal peulen door de glanskever zeer sterk was gereduceerd. We zien nu, dat zelfs op bespoten percelen tegen de snuitkever en de koolzaalgalmug er per plant vaak groter aantallen worden gevonden. In de maand mei zijn heel wat percelen winter tarwe met CCC gespoten. In meerdere gevallen is het aan de late kant geweest. Waar duidelijk getracht is de benodigde hoeveelheid N in twee keren te geven, is het nu de hoogste tijd de tweede gift toe te die nen. Eventueel zou nog een bespuiting met 50 kg Ureum per ha overwogen kunnen worden. Opgepast moet dan wel worden dat niet met te warm weer wordt gespoten. In de wintertarwe is reeds meeldauw gevonden. Er zijn meerdere mogelijkheden voor bestrijding en ieder zal voor zich uit moeten maken wanneer een eerste bestrijding noodzakelijk uitgevoerd, en hoe dikwijls deze eventueel herhaald, moet worden. Bij het rooien van de aardappelen zullen we nog meer zorg moeten besteden aan het voorkomen van verlieben. Want wanneer we te maken krijgen met zoveel aardappelopslag als nu hier en daar het geval is, dan wordt de bestrijding in het volgende gewas een groot probleem. Enkele telers hebben nu reeds moei lijkheden met opslag in uien, bieten en graan. Bij het afrijpen over enkele weken zal blijken dat de aangerichte schade groter is dan men nu wil ver moeden. Nog meer is het onbegrijpelijk dat zelfs de bestrijding van de koolzaadaardvlo door de praktijk met voeten wordt getreden. Voor veel boeren is koolzaad een goed passend gewas; maar wil de teelt gehandhaafd worden dan zal er toch nog veel moe ten gebeuren! De wortelgewassen zijn nu eindelijk goed aan ae groei. Het is warm weer geworden en dat hadden vooral deze gewassen hard nodig. In bieten is er wordt nog veel met de blinde dunner gewerkt. Het is opvallend hoeveel bietenkevertjes er op het blad voorkomen. Dit is evenzo met de rouwvlieg, die vooral op bloeiende gewassen massaal voorkomt. Alle gewassen zijn nu wel gezaaid en laten we hopen dat de verdere ontwikkeling en de oogst onder bete re weersomstandigheden zal kunnen geschieden dan het er nu bij de zaai aan toeging. (Zie verder pagina 9) MA een langdurige periode van trage groei is er nu nu een ommekeer gekomen. De gewassen groei en met de dag en zijn bezig hun achterstand in te halen. Binnen een week zijn de eerste aren in de wintertarwe te verwachten en het is daarom raad zaam met de groeistoffen bespuitingen in dit gewas klaar te zijn, daar een te late toepassing groeivervor- mingen in dit gewas teweeg kan brengen. In de zomergranen hébben we nog wat meer tijd voor deze bespuiting, maar ook daar zullen we moeten mikken op één week voor het in de aar komen. CCC kunne .1 we met alle groeistoffen, behalve echter 2-4-D, men gen en juist dat mengen van bestrijdingsmiddelen moeten we toch als een groot voordeel zien, want het is ongekend hoeveel we tegenwoordig door een graan gewas moeten rijden. We behoeven in deze alleen maar te denken aan de overbemesting met stikstof en de gewasbescherming tegen meeldauw en afrij- pingsziekten. Verder kan een te grote bladluisbezet ting een bespuiting soms ook nog noodzakelijk ma ken. Door al die vele wielsporen in het gewas doen we ons ongetwijfeld schade, omdat vele planten daar stuk gereden zijn, maar later bij de graanoogst krij gen we de rekening pas echt gepresenteerd doordat juist de groene korrels van deze wielsporen afkom stig zijn. Een droog geoogste partij tarwe of gerst zal dan omwille van een te veel aan groene korrels toch gedroogd moeten worden. Dit alles overwe gende moeten we ons toch afvragen of we voor de toekomst niet beter reeds bij het inzaaien van de granen hiermede rekening kunnen gaan houden door op van te voren bepaalde afstanden de nodige „stoprijen" te creëren, waardoor gedurende het ge hele groeiseizoen met de werktuigen zonder schade gereden kan worden. Tevens geeft het de absolute zekerheid, dat er bij de chemische onkruidbestrijding en bij het strooien van de kunstmest niet te br ?e 1 of te smal wordt gereden. Wat overslaan in deze kan schade betekenen, maar overlappen kan heel ge vaarlijk zijn. |WE grote landbouwmanifestatie „Delta '73" van onze ZLM komt "in zicht. Op 21, 22 en 23 juni a.s. presenteert onze organisatie de moderne landbouw en veehouderij in al zijn onderdelen op zeer grootse wijze. De Schotsman-Ruiterplaat bij Kamperland wordt dan herschapen in een groot tentoonstellings terrein waar gedurende drie dagen duizenden bezoe kers te kust en te keur alles kunnen vinden wat van hun gading is. De landbouw van nu is niet meer die landbouw van vroeger waarover in de oude school boekjes zo spannend werd verteld en wat allemaal zo wonderlijk mooi leek. Ze is echter nog mooi en boeiend en nog even natuurgebonden als vroeger, maar ze heeft zich in deze veranderende wereld moe ten aanpassen en dat heeft ze ook gedaan en dit alles is te zien op „Delta '73". Mede gericht op de toekomst van Zeeland kunnen we deze tentoonstelling zien als een vorm van public relations van de eerste orde. Het is een opgave geweest voor de organisatoren om zo'n groot evenement op touw te zetten en het lijkt er in alles op, dat ze daar in geslaagd zijn. Nu is het aan ons om door middel van onze belangstelling blijkt te geven van onze grote waardering voor hun inzet en arbeid welke zij in al die maanden van voorbereiding hebben willen leveren! Op de langste dagen van dit jaar zijn wij en velen met ons van harte welkom bij onze organisatie op een up tot date tentoonstelling, in een bijzonder prachtige omgeving en hopend op heel mooi weer. Een gewest dat leeft, bouwt aan zijn toekomst, want met gezamenlijke in spanning is nog steeds heel veel te bereiken!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 7