Langs de meikweg (LXXXIX) Uierontsteking bij melkvee SLACHTVEEPRIJZEN OMHOOG In de week tot 18 mei liep de gemiddelde markt prijs voor slachtvee iets op, terwijl de gemiddelde prijs in de EEG als geheel gelijk is gebleven. In de verschillende lidstaten ontwikkelden de prijzen zich nogal uiteenlopend. In het aanvoer- en afzetpatroon in Nederland kwamen geen wezenlijke wijzigingen voor. Ingevoerd werden '1057 levende runderen, waar van 648 uit Engeland; 152 uit Duitsland; 123 uit De nemarken en 88 uit België. Aan bevroren vlees kwam 2004 ton binnen, waarvan een kwantum bestemd is voor wederuitvoer naar Duitsland. Aan vers/gekoeld vlees kwam 645 ton binnen, waarvan 256 ton uit Ier land, terwijl 822 tor. werd uitgevoerd. Bij dit laatste kwantum is de heruitvoer inbegrepen. Opmerkelijk is dat in de genoemde week 180 mestrunderen binnen kwamen waarvan 151 uit Duitsland. De uitvoer van levende slachtrunderen 'blijft van zeer geringe be tekenis. In de week tot 18 mei waren de gemiddelde marktprijzen de volgende: EEG-gemiddelde 344,75 (onv.); Nederland ƒ324,76 (321,20); België ƒ360,62 (353,17); Luxemburg ƒ354,58 (352,49); Duitsland ƒ318,20 (320,60); Frankrijk 359,01 (358,83); Italië ƒ376,14 (379,49); Engeland ƒ344,57 (340,62); Ierland ƒ337,13 (341,16; Denemarken 306,69 299,65). KALVERPRIJZEN OMLAAG De gemiddelde marktprijs voor kalveren in de EEG was lager dan voorgaande week, terwijl de Ne derlandse prijs nog sterker daalde. Ook hier een vrij uiteenlopende ontwikkeling in de verschillende lid staten. In de week tot 11 mei werd 1721 ton kalfs vlees uitgevoerd, waarvan 943 ton naar Italië; 550 ton naar Duitsland en 183 ton naar Frankrijk. Aan levende mestkalveren werden 2220 stuks uitgevoerd, waarvan 2034 naar Italië. Aan nuchtere kalveren werden 28 stuks naar Duitsland afgeleverd, terwijl 953 stuks binnen kwamen, 628 uit Duitsland en 315 uitBelgië. In de week tot '18 mei gingen ca 3450 le vende mestkalveren naar Italië. VARKENSPRUZEN WEER OMHOOG De NCB-coöperaties en de inkooporganisaties voor de industrie VAKO en HO V A hebben de uitbetalings- prijs voor de in de week tot 25 mei over te nemen varkens met 7 cent verhoogd. Men gaat uit van een prijs van 3,99 per kg voor geslachte varkens van 75/90 kg, kl. I af-mesterij. Voor varkens van de kl. E uit België. In de week tot 18 mei gingen ca 3450 le- geldt een toeslag van 5 cent, voor varkens van de kl. II, III en IV gelden kortingen van resp. 5, 10 en 15 cent per kg. Voor de gewichtsklasse 91/100 kg geldt bovendien een korting van 2 cent per kg voor elk kg boven de 90. Covaco heeft de uitbetalmgs- prijs voor de in de week tot 18 mei overgenomen varkens met 10 cent verhoogd. Voor die week gaat men uit van een prijs van 3,99 per kg voor ge slachte varkens van 76/90 kg, kl. I af-mesterij. Voor andere kwaliteiten en gewichten gelden de toeslag en kortingen, zoals die ook bij de NOB en de indus- strie worden toegepast. Op de uitbetalingsprijzen wordt IVz gekort ter dekking van de kosten van commissie en vracht. In de week tot 13 mei werden ca. 197.000 varkens geslacht, 20.000 meer dan in de voorgaande week. Er gingen in de week tot 11 mei 13.262 levende en 36.567 geslachte varkens naar de lidstaten van de EEG en wel resp. 6241 en 14.941 naar Duitsland; 3168 en 9852 naar Italië; 3294 en 11.774 naar Frankrijk en 559 le vende naar België. Aan magere delen gingen 1364 ton naar de partnerlanden, alsmede 900 ton spek, waarvan 637 ton buikspek. Naar Engeland ging 246 ton bacon. Voorts gingen 420 biggen de grens over, waarvan 368 naar België. Er kwamen 120 biggen uit Duitsland binnen alsmede 163 slachtvarkens. In de week vanaf 30 april was de gemiddelde EEG- referentieprijs ƒ3,94 i(3,90). In de lidstaten waren de referentiep rij zen de volgende: Nederland ƒ3,66 (on ver.); België ƒ3,93 (3,89); Luxemburg ƒ3,85 (3,80); Duitsland f 3,67 (3,66); Frankrijk 3,97 (3,92); Italië 4,79 (4,71); Engeland ƒ3,82 (3,79); Denemarken 3,79 (onver.); Ierland 3,78 (3,73). VEE EN VLEES IN DE E.E.G. België: De varkensmarkt is vrij stabiel, gelet op de noteringen in Anderlecht. Ook in Tongeren en St. Truiden was de situatie navenant. De uitvoer van levende en geslachte varkens naar Frankrijk ont wikkelde zich gunstig, die naar Duitsland en Italië was overwegend wat kalmer gestemd. Voor bepaalde deelstukken, waaronder schouders liepen de prijzen wat terug, evenals voor buiken. Voor ribben daaren tegen liepen de prijzen wat op. Italië was een willig koper van hammen, Duitsland van ribben. De markt voor slachtvee was oplopend. De vraag overtrof veelal het aanbod, wat ertoe leidde dat de gemiddel de marktprijs werd becijferd op ƒ360,62 vergeleken met ƒ353,17 voorgaande week. Er waren nogal wat buitenlandse kopers. Er kwamen ruim 1300 levende slachtdieren binnen uit Engeland en 150 uit Ierland. Voor slachtpaarden bleven de prijzen uiteenlopen van Fr. 67 tot 91 per kg geslacht. Voor Britse schapen liepen de prijzen van Fr. 8492 en voor Ierse van Fr. 93—98. Engeland: De gemiddelde marktprijs voor slachtvee is voor de week tot 18 mei becijferd op 344,57 (340,62), terwijl de kalvei prijs zich gelijk hield op 549,66. Duitsland: De zwakke markt van voorgaande week leidde tot een verminderde aanvoer van slachtvee op de meeste plaatsen. De handel was flauw en voor stieren liepen de prijzen veelal terug, terwijl op een aantal plaatsen ook de prijzen van koeien nog wat afbrokkelden. De gemiddelde marktprijs is becijferd op ƒ318,23 (was 320,60). Voor A-stieren liep de prijs in NRW terug met DM. 2,30 tot gemiddeld DM. 380,50. Voor koeien liep de prijs terug met DM. 2,30 tot DM. 282,50. Ook bij kalveren was de aanvoer kleiner en hier liep de gemiddelde marktprijs iets op, namelijk van ƒ498,86 tot ƒ499,61. In Keulen was de gemiddelde prijs voor extra's DM. 520, in het zuiden DM. 520 550, soms zelfs 600. In het westen was de aanvoer van varkens ca. 3 groter, doch in het noorden en in Beieren was de aanvoer merkelijk kleiner. De handel was lui, wat leidde tot enige teruggang in de hoogste prijzen van de noteringen. De rnarkt was overigens vrij onoverzichtelijk. De Sleeswijk-Hol- steinseverzendslachterijen hebben de toeslag van voorgaande week weer ingetrokken. Biedprijzen voor de lopende week E DM. 4,333,20; I DM. 4,02; II DM. 3,74; III DM. 3,57—3,42. v. d. W. (Zie verder pag. 12) Ing. J. H. LANTINGA Consulentschap voor de akkerbouw en rundveehouderij Goes IJlERONTSTEKINGEN (mastitis) bij melkvee ver- oorzaken veel schade. Hierdoor ontstaat produk- tieverlies en er is extra werk mee gemoeid. Mastitis is een ontsteking van het uierweefsel. De aantasting kan meer of minder ernstig zijn. Er worden twee soorten mastiden onderscheiden, namelijk de klinische zichtbare vorm sub-klinische niet zichtbare vorm De klinische vorm is zichtbaar en wordt gemakke lijk waargenomen. De struktuur van de melk is dui delijk veranderd (vlokjes of stukjes). Ook is dan de kleur alsmede de geur en de chemische samenstel ling abnormaal. Dergelijke melk wekt weerzin. Het betreffende kwartier is gewoonlijk wat opgezet, stijf, soms pijnlijk en is wat warmer. Bij de sub-klinische vorm zijn uiterlijk aan de uier geen ziekteverschijnselen waar te nemen. Ook de melk is zichtbaar in orde, maar heeft wel een andere samenstelling en er ontstaat een productiedaling. Bij uierontstekingen, die worden veroorzaakt door bacterië, is zelfs bij een geringe aantasting het aan tal cellen belangrijk verhoogd. Met deze cellen wor den lichaamscellen (witte bloedlichaampjes) bedoeld. In normale gezonde melk komen altijd een aantal cellen voor. Het aantal cellen neemt toe met het ver loop van het melkmaal. Normaal is dus dat in de laatste melk van het melkmaal meer cellen zitten dan in de eerste hoeveelheid. Een sterke verhoging van het aantal cellen in de melk komt als een reactie op het grote aantal bacte riën dat dan in de uier aanwezig is. Een hoog celge tal is dus een aanwijzing voor het aanwezig zijn van uierziekte of uiergebreken. Het is technisch moge lijk geworden om het aantal cellen extra te tellen. Dit gebeurt volgens de Coulter Counter-methode. Met deze apparatuur, die sinds 1964 voor dit onderzoek wordt gebruikt, wordt het aantal cellen electronisch geteld. Na veel onderzoek en vergelijkingen is de grens tussen voldoende en onvoldoende gelegd bij 1 miljoen cellen per ml. Door diverse invloeden, o.a. het weer, is het aantal cellen per ml variabel. Be draagt dit echter boven de 1 miljoen dan is er duide lijk bij één of meer koeien een afwijking in de uier aanwezig. De klinische mastitis kan gemakkelijk door de melker zelf worden waargenomen. ||\E sub-klinische vorm wordt aangetoond door het "celgetal. Dit onderzoek gebeurt eens per vier weken en is opgenomen in het schema voor de kwa liteitsbepaling en -uitbetaling van de melk. In ge val in twee opeenvolgende vierweekse perioden het celgetal hoger is dan 1 miljoen (aantal cellen per ml) dan volgt indeling in de tweede kwaliteitsklasse. Door middel van het bepalen van het celgetal kan de aanwezigheid van uierontstekingen op het bedrijf aangetoond worden. Bij een te hoog celgetal krijgt de melkveehouder hiervan direct bericht en kunnen maatregelen worden genomen om de afwijkingen te beperken en genezing bevorderen. Door middel van kwartiermonsters, die na aan vrage genomen worden via de Gezondheidsdienst voor Dieren, kan (kunnen) de veroorzakende koe (koeien) alsmede de betreffende kwartieren worden opgespoord. Uierontstekingen worden veroorzaakt door bacte riën. Er zijn meerdere uierziekte veroorzakende soor ten. De besmetting komt als regel van buitenaf. Be schadigingen en kneuzingen (beledigingen) van spe nen en uierweefsel geven bacteriën de kans tot bin nendringen en het zich ontwikkelen. Deze ziekte is besmettelijk. AM uierziekte zoveel mogelijk te beperken en eventueel te genezen is een nauwkeurige uier- hygiëne onmisbaar. Voor een gezonde melkwinning is wat trouwens algemeen bekend is een goede hygiëne vanzelfsprekend. Door het betreffende kwartier vele keren per dag grondig uit te melken wordt de genezing bevorderd. Immers met het vaak uitmelken wordt veel smetstof (bacteriën) verwijderd. Het gebruik van penicilline kan soms bijdragen tot een snelle genezing. Let wel dat in de af te leveren melk geen penicilline (antibio tica) mag voorkomen. Lever daarom de melk van de betreffende koe (koeien) beslist niet eerder dan het advies van de dierenarts dit toelaat. Een belangrijke invloed tot genezen heeft ook de verlaging van het vacuüm van 3 a 5 cm is vaak succesvol. Dit door ons gegeven advies had in betreffende gevallen als regel een gunstig resultaat. Deze hiermee verkregen gunstige ervaringen dienen meer bekendheid te heb ben. Door verlagen van het vacuüm worden de dieren „zachter" gemolken. Het ontstaan van uierontstekin gen wordt in de hand gewerkt door o.a. een schom melend vacuüm tijdens het melken. Een goed wer kende melkmachine met ruim voldoende capaciteit van de vacuümpomp is in elk geval nodig. HET verhogen van het vacuüm heeft ook een on gunstige invloed. Het is meer dan eens voorgeko men dat uierontstekingen zijn ontstaan als gevolg van een hoger afgesteld vacuüm. Het is vrijwel algemeen dat de nieuwe installaties thans worden uitgerust met een aangepaste goed functionerende gewichtsregula teur. Als regel is deze afgesteld op 38 cm k. k. Is voor dien met een lager vacuüm gemolken, dan kan deze afstelling aanleiding zijn tot moeilijkheden. Let dus steeds op het vacuüm. Te lang laten aanstaan van de melkmachine (blind- melken) is zeer nadelig. Te vaak nog wordt dit ge vaar onderschat. De laatste druppel melk komt er niet uit. 'Dit gebeurde bij het handmelken ook niet. Als er geen melk meer komt staat het „volle" vacuüm onder de speen. Dit werkt dan in op het uierweefsel. Tijdens de melkgift wordt de hoogte van het vacuüm onder de speen gebufferd door de melkstroom. Daar door is het vacuüm onder de speen altijd tijdens het melkgeven lager dan de afgestelde hoogte van de regulateur. Ook bij het melken geldt: doe wel en zie niet om! naar de laatste druppel). De gezondheidstoestand van uier en spenen kan worden behouden of bevorderd door na elke melktijd de spenen te „sprayen" (besproeien) of dippen (dom pelen) met een oplossing van water met o.a. glyceri ne en chlooramine. Dit werkt namelijk ontsmettend en houdt de spenen zacht. Voor het verkrijgen van de middelen kunt u zich wenden tot de melkwin- ningsvoorlichter van de Gezondheidsdienst voor Dieren. HET zo goed mogelijk behouden van een goede uiergezondheid wordt 'bevorderd door o.a.: Een goed werkende en goed afgestelde melkma chine-installatie. Een goedé onderhoudstoestand van de melkma chine. Zorgen voor een goede machine- en uierhygiëne. Zorgen voor een goede melktechniek. Voorkom in elk geval blindmelken. Uierontsteking is een gevreesde ziekte omdat: 1. Het produktieverlies als gevolg hiervan jaarlijks groot is. 2. Er veel extra werk aan verbonden is. 3. De gebruikswaarde van het betreffende dier daalt. Een kwartier dat genezen is van een ontsteking blijft immers altijd in produktie achter. Dit blijvend verlies is in veel gevallen niet aan het uiervolume zichtbaar en is daardoor als regel veel groter dan wordt verondersteld. Onderzoekingen met een kwar tierenmelkmachine heeft ons dit duidelijk gemaakt. Zeg nooit het kan zo wel. Maar bedenk het kan nog beter.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 9