Na de dreigende zuivelstaking Is een luchthaven in West-Brabant een „gelukkige" keus? 4 (Vervolg van pagina 1) in de sloot komt en dat kan men moeilijk strafbaar stellen. De boseigenaren worden toch ook niet be boet omdat zij geen vergunning voor het vellen van bomen hebben aangevraagd toen die door de storm werden ontworteld! STAKING GEOORLOOFD luR komen dan twee vragen naar boven. In de eerste plaats: zijn wij bezig met een onverant woorde uitbreiding van de produktie? En ten tweede: hebben de werkers in de zuivelindustrie dan geen recht van staken? Die laatste vraag is gemakkelijk en moeilijk te be antwoorden. In principe kan men niemand het recht van staken ontzeggen, maar de moeilijkheid zit in het feit, dat ook de rechter overwoog toen hij uit spraak deed in het kort geding van de hoogovens dat de middelen in overeenstemming moeten zijn met het belang dat in het geding is. Men mag dus niet met een kanon op een mug schieten. Verantwooordelijke mensen zullen dit altijd wel geweten hebben, vandaar dat een totale zuivelstaking nooit is voorgekomen. Het is echter duidelijk dat mensen, die niet alleen het belang van de leden van de vakbond op het oog heb ben, maar die vinden dat het op deze wereld maar slecht geregeld is en dat dat moet veranderen, hier een zwakke stee in de maatschappelijke orde hebben ontdekt. Daardoor is de dreiging dat zo iets nog eens terug komt, niet weggenomen. Boeren en tuinders, die te gemakkelijk gewend zijn om te denken dat on verantwoorde dingen niet zullen plaatshebben, doen. er goed aan te beseffen, dat in de huidige tijd lang niet iedereen meer weet, dat er gewerkt moet wor den om te kunnen leven. Het gros van deze mensen heeft bepaald geen kwade bedoelingen, maar zij bie den geen weerstand aan ophitsingen onder valse voorwendsels, omdat zij niet inzien dat die argumen ten fout zijn. SAMENWERKING TEN tweede vraag, die zich aan ons opdringt en die ook in één van de televisie-uitzendingen over deze materie met zoveel woorden werd gesteld, is de vraag of de samenwerking tussen boeren en land- en tuinarbeiders in het landbouwschap onder deze omstandigheden kan worden gehandhaafd. Ik geloof zeker dat wanneer de zuivelstaking werkelijk heid was geworden, de samenwerking dit niet had overleefd. Door fusies van de verschillende vakbonden zijn de werkers in onze gehele verwerkingsindustrie in dezelfde bond georganiseerd als onze landarbeiders. Soms moeten dezelfde mannen namens deze beide categorieën praten. Het is dan ook vrijwel onmoge lijk onderscheid te maken tussen de categorieën in deze gefusioneerde bonden. Je kunt niet meer zeg gen: de zuivelarbeiders wilden wel een staking, maar de landarbeiders waren er tegen. Dit gelooft nie mand meer. Je kunt nog wel zeggen: Sake v. d. Ploeg was er tegen. Dat bleek althans later, maar met in de uitzending waar hij namens de bond van z ivelarbeiders sprak. Het zal er dus heel erg van af hangen hoe de bonden zich zullen gaan opstellen. STRIJD OF OVERLEG "^jL men met alle geweld het strijdmodel, dan is dat duidelijk niet verenigbaar met de P.B.O.- gedachte, waarin het overleg voorop staat. Nu moet ik zeggen, dat diegenen, die het strijdmodel preken, er nooit over nadenken wat er moet gebeuren, na dat zij de strijd gewonnen hebben. Stel dat de ar beiders in de zuivelindustrie de zeggenschap krijgen in de zuivelfabrieken. Wat gaat er dan gebeuren? Is er dan geen direkteur meer in* die fabriek? Zijn er dan geen leveranciers meer? Moet daar geen leiding worden gegeven in de fabriek en moet de aanvoer niet worden geregeld? Het is m.i. volkomen duidelijk, dat deze hele herrie er om gaat, dat de ene mens op de stoel van de andere wil zitten en dat het ver der bij het oude blijft. En dat moet de goegemeente slikken; die wordt er voor opgehitst en moet zelfs een gedeelte van zijn loon en ^jn bestaan daaraan wa gen. Ik dacht, dat wij boeren en tuinders deze materie in grote lijn wel door hadden. Wij moeten ons dus ook niet verleiden om onder invloed van dit alles on verantwoorde beslissingen te nemen. Dat wij onze positie in deze ontwikkeling van de maatschappij goed in het oog moeten houden, staat daarbij, dacht ik, wel vast. Wij zullen ons dus in alle rust maar ook in alle ernst bezig hebben te houden met het vraag stuk van de belangenbehartiging van boeren en tuin ders (en landarbeiders) in het Landbouwschap. EKONOMIE NIET ALLEEN ZALIGMAKEND WERKGROEP VRAAGT AANDACHT VOOR ANDERE KANT VAN DE ZAAK 'Een werkgroep van een aantal beroepskrachten van instellingen voor kultureel werk en opbouwwerk in West-Brabant heeft een nota uitgegeven over de vraag, of een tweede nationale luchthaven in West- Brabant nabij Steenbergen-Dintelooord ge wenst is. De groep kiest niet vóór of tegen vesti ging in West-Brabant ,maar vraagt aandacht voor de maatschappij- en milieuaspekten van het probleem en wil zodoende een bijdrage leveren aan de menings vorming over het vraagstuk. In het perspektief van de nota wil de werkgroep in de komende maanden hulp bieden bij de verdere meningsvorming in de West-Brabantse steden en dorpen. De groep staat im mers op het standpunt, dat de West-Brabantse be volking als eerste geroepen is, om over deze zaak te oordelen. VOORDELEN EEN luchthaven in West-Brabant heeft een aantal duidelijke voordelen, zoals: een snelle ontsluiting van het gebied door een goed stelsel van wegen en spoorwegen stimulering van de werkgelegenheid en bevorde ring van de ekonomische groei van de streek meer scholingsmogelijkheden meer mogelijkheden op allerlei gebied vanwege een grote woonkoncentratie BEZWAREN UIER staan evenwel een aantal andere konsekwen- ties tegenover, die de vraag oproepen, of zij de voordelen niet in de schaduw stellen: 1 RUIMTE. De oppervlakte die nodig is voor de vestiging van een tweede nationale luchtha ven is te schatten op een 2500 tot 4000 hektaren, dat is bij voorbeeld 2% maal zoveel als het industrieter rein van Moerdijk nodig heeft. Hij zal beslag leggen op grond, die op het ogenblik voor de landbouw dient: een 100 grote boerenbedrijven tussen Dinteloord en Steenbergen zullen moeten verdwijnen. Voorts zal de nieuwe woonbebouwing (voor meer dan 2 maal in woners als nu in Breda wonen) tenminste 4500 hek taren opeisen. En dan moet nog ruimte worden ge vonden vor aanvullende voorzieningen, zoals een stelsel van aan- en afvoerwegen voor passagiers en goederen, West-Brabant raakt dan in ieder geval vol en van het open karakter blijft nagenoeg niets over! O GELUIDSHINDER. Door de geluidshinder van de vliegtuigen wordt een gebied onbewoonbaar, dat vele malen groter is dan het vliegveld zelf. Bin nen een bepaalde cirkel rond het vliegveld is de ge luidssterkte van de opstijgende en dalende vliegtui gen zo groot, dat mens en dier daar nauwelijks meer normaal kunnen leven. O LUCHTVERONTREINIGING. Men moet zich realiseren, dat één jumbojet evenveel verbran dingsgassen uitstoot als 6750 moderne auto's en dat ook het intensieve verkeer op de grond alsmede de hulpindustrieën in de buurt van het vliegveld de lucht danig verontreinigen. A UITTOCHT VAN WEST-BRABANDERS. Al- hoewel de schattingen hoeveel mensen uit West- Brabant zullen moeten vertrekken, omdat de situatie voor hen onhoudbaar zal wordt nogal uiteenlopen, rekent de kommissie Falkenhagen op de verhuizing van 13.000 mensen (de inwoners van Fijnaart-Oude Molen-Zwingelspaan-Heyningen-Stampersgat-Hel- wijk-Willemstad-Klundert-Strijen-Kruisland) tot 38.000 mensen (in dit laatste geval moeten boven dien Dinteloord-Steenbergen-Oud-Gastel-Noordhoek verdwijnen). C INTOCHT VAN „VREEMDELINGEN". Het luchthavenbedrijf en de aanverwante bedrijven zullen aldra 120.000 nieuwe arbeidsplaatsen creëren. Een groot deel van de nieuwe arbeidsplaatsen zal echter niet door West-Brabanders worden bezet. Ver wacht moet worden, dat de streek overspoeld zal wor den door arbeidskrachten uit andere delen van Ne derland alsmede voor menig ongeschoold werk door buitenlanders. C VERVREEMDING. De kans is groot, dat de eigen leefwijze van de bevolking tengevolge van deze verandering wordt weggedrukt. Het ziet er in ieder geval niet naar uit, dat het geluk van de men sen met een en ander zeer gediend is! n REKREATIEVE OFFERS. Wanneer de lucht- haven tussen Dinteloord en Steenbergen geves tigd wordt, is het in ieder geval gedaan met de rust in West-Brabant. Voorts zullen een aantal recreatieve gebieden moeten verdwijnen. .1 O KAPITALE KOSTEN. Gerekend moet worden O op kapitale bedragen voor: de verkoop van gron den, voor afbraak en opbouw van woningen, voor verhuizing van gezinnen er. omscholing van arbeids krachten; voorzieningen als wegen en spoorwegen, openbaar vervoer enz.; ziekenhuizen, onderwijs in allerlei vorm en energiecentrales; de bestrijding van milieuvervuiling en de aanleg van kunstmatige re- kreatiegebieden enz. enz. jVER de aanleg van een luchthaven in West- Brabant zijn nög geen beslissingen geno men. Daarmee lijkt een discussie over de voor- en nadelen enerzijds voorbarig, want zolang er niets vaststaat praat men over onzekere zaken. Echter is anderzijds het laten horen van een mening thans wenselijk omdat er nu nog mogelijkheden zijn om op de beslissing die moet vallen invloed uit te oefenen. Met vertegenwoordigers van de besturen van de afdelingen van de standsorganisaties uit de om geving van Dinteloord en Steenbergen is een be spreking geweest over de vraag of een dergelijke discussie in de afdelingen op gang zou moeten worden gebracht. Unaniem was men van mening, dat het raadzaam is om mede namens de landbouw een mening te vormen en deze kenbaar te maken. Een beraad over de mogelijke konsekwenties is bo vendien voor elk individueel bijzonder nuttig. Teneinde de meningsvorming aan de hand van globaal feitenmateriaal richting te geven is een nota samengesteld, waarin een aantal problemen die bij het vestigen van een luchthaven in West- Brabant van belang zijn, worden behandeld. Deze kan voor het gestelde doel nuttige diensten bewij zen. Enkele gegevens uit deze nota zijn in bijgaan de samenvatting in het kort vermeld. [JIE leden van de ZLM die dit rapport willen ontvangen, kunnen dit opgeven by de ZLM, Stationslaan 4 te Zevenbergen (016803730). Het zal daarna gratis worden toegezonden. Bovendien worden daarbij een aantal discussie vragen gevoegd, die afdelingsgewijs kunnen wor den behandeld. De antwoorden zullen worden sa mengevat met de opvattingen van andere groepe ringen, waarmee dan een indruk kan worden ver kregen van de opvattingen van een aantal West- Brabantse groeperingen over de mogelijke vesti ging van de tweede nationale luchthaven in Neder land. De wijze waarop zal worden gediscussieerd wordt per afdeling bekeken. Hierover zal overleg worden gepleegd. 9 IS DE EKONOMISCHE GROEI DIT ALLES WAARD? EN ZIJN ER ELDERS EVENTUEEL GEEN BETERE MOGELIJKHEDEN? De werkgroep „luchthaven en welzijn West-Brabant" bedoelt met de uitgave van zijn rapport de West-Brabantse be volking met haar neus te drukken op deze gehele problematiek. Want een luchthaven in deze streek is in eerste instantie haar zaak. De werkgroep stelt er nogmaals prijs op te verkla ren, zich niet bevoegd te achtten te oordelen over de noodzaak van een tweede luchthaven, al dan niet in West-Brabant. Wel is de werkgroep van gevoelen, dat een aantal min of meer negatieve argumenten, welke te maken hebben met de maatschappelijke- en milieu-aspekten, in de tot nu toe uitgevoerd studies te weinig tot hun recht zijn gekomen. Met de nota bedoeld de werkgroep, ook deze argumenten hun volle waadde te geven en uitdrukkelijk onder de aandacht te brengen van de bevolking en van de instanties, die uiteindelijk (mede op grond van andere argumenten) zullen moeten beslissen!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 4