CYCOCEl! EXTRA
AAGRUNOL
zcmer-en wintertarwe
wil er neg wel eens
bil gaan liggen...
De nieuwe
E.E.G.-prijsbeslissingen
De akkerbouw in het kader van
het E.E.G.-prijsbeleid
9
De vorige week kon in het kort nog melding worden gemaakt van het compromis
dat door de E^E.G.-ministers van landibouw in de ochtend van 1 mei bereikt werd.
over de nieuwe landbouwprijzen '73/'74. Daarin werden echter slechts de percentage
genoemd van de prijsverhogingen die overeengekomen werden. Uitgewerkt in de
richtprijs basis interventieprijs voor de verschillende produkten geeft dit de volgen
de bedragen per ton.
GRANEN
Zachte tarwe
Gerst
Mais
Richtprijs/ton
Is 113,80 RE, 411,96
Wordt 114,94 RE, ƒ416,08
Is 104,25 RE, 377,39
Wordt 105,29 RE, ƒ381,15
Is 101,75 RE, 368,34
Wordt 102,77 RE, 372,03
Basisinterventieprijs /ton
Is 104,75 RE, 379,20
Wordt 105,80 RE, 383,—
Is 95,70 RE, 346,43
Wordt 96,66 RE, 349,91
Is 83,25 RE, 301,37
Wordt 84,08 RE, 304,37
Ten aanzien van het rogge is slechts één interventieprijs voor de gehele Gemeen
schap van kracht. De geldende interventieprijs voor het verkoopseizoen 1972/'73 voor
Rotterdam bedraagt 96,79 RE/ton of 35,04/100 kg. Voor het jaar 1973/'74 is thans
een prijs vastgesteld van 97,92 RE/ton, om 35,45/100 kg. Voorts werd besloten de
aftrek van 7,5 RE/ton die totnutoe werd toegepast op de heffing van voedergranen
bij import in Italië in de komende vijf jaren met 1,5 RE per jaar te verlagen. Voor het
verkoopseizoen 1973/'74 zal deze aftrek derhalve 6 RE/ton bedragen.
SUIKER
Min. prijs suikerbieten 16 suiker per ton:
Richtprijs witte suiker per 100 kg
Interventieprijs (vette) witte suiker per 100 kg
Is 17,68 RE, 64,—
Wordt 17,86 RE, 64,65
Is 24,55 RE, 88,87
Wordt 24,80 RE, 89,78
Is 23,34 RE, 84,49
Wordt 23,57 RE, 85,32
KOOLZAAD
Richtprijs/ton
Is 208,50 RE, 754,77
Wordt 210,06 RE, 760,42
Basisinterventieprijs/ton
Is 202,50 RE, 733,05
Wordt 204,50 RE, 740,29
De aanvullende steun van 8 RE/ton voor in Italië verwerkt koolzaad is gedurende
het verkoopseizoen 1973/74 gehandhaafd.
VLAS
De hectare-toeslag voor vlas wordt als volgt gewijzigd: Is 135 RE, 488,70
ZAAIZADEN Wordt 150 RE, 543,—
Naast de ongewijzigde toeslagen voor gras- en klaverzaden is er thans ook een toe
slag ingesteld voor goedgekeurd zaailijnzaad, groot 8 RE, of 28,96/100 kg.
MELK, ENZ.
Beften is, het melkprijsjaar 1972/73 met twee weken te verlengen tot 13 mei
1973. In deze periode zullen de noodzakelijke uitvoeringsverordeningen van de Raad
en van de Europese Commissie worden voorbereid en vastgesteld.
Richtprijs melk franco geleverd aan de fabriek bij 3,7 vet per 100 kg
Is 11,77 RE, 42,61
Wordt 13/5 12,42 RE, 44,96
Interventieprijs boter per 100 kg
Is 186 RE, 673,32
Wordt 13/5 176 RE, 637,12
Interventieprijs mager melkpoeder per 100 kg
Is 54 RE, 195,48
Wordt 13/5 64 RE, 231,68 (Benelux West-Duitsland)
66 RE, 238,92 (overige lidstaten)
(Zie verder pagina 10)
De E.E.G.-prijzen van de akkerbouwprodukten zijn de laatste jaren in zeer
onvoldoende mate aangepast bij de inflatoire ontwikkeling en de kostenstijging.
In de periode 1968/69 t/m 1973/74 zijn de E.E.G.-prijzen van de basisprodukten
van de akkerbouw met gemiddeld circa 1,5 per'jaar verhoogd, hetgeen sterk
is achtergebleven bij een netto-kostenstijging van 3 a 4 per jaar. In het
L.E.I.-rapport „Akkerbouw 1971" is een prognose opgenomen met betrekking
tot het inkomen op wat langere termijn, bij gelijkblijvend prijspeil van de pro
dukten. Uitgegaan is van:
een stijging van het gemiddelde prijspeil van de kostenfaktoren met 5
per jaar, bij een stijging van het loonpeil met 9 per jaar
een produktiviteitsstijging van circa 1,5 per jaar.
kosten (excl. bedr.l.)
opbrengsten
netto overschot
N. Kleigebied
Z.W. Kleigebied
Veenkoloniën
voor-
calc.
71/72
bereke
ning
75/76')
voor-
calc.
71/72
bereke
ning
75/761)
voor-
calc.
71/72
bereke
ning
75/76»)
131.600
130.500
157.800
137.900
111.900
124.600
134.000
132.200
90.200
91.900
110.400
97.900
1.100
15.200
19.900
23.500
12.700
14.200
1.800
20.100
1.700
15.500
12.500
21.800
14.100
3.600
26.900
18.300
17.200
9.300
arb.ink. v. d. boer
x) bij gelijkblijvende opbrengstprijzen.
Dit komt gerekend over deze drie gebieden gewogen gemiddeld, d.w.z. gewo
gen naar de verhouding in bouwlandoppervlakten in deze gebieden, neer op
netto-overschot in 1971/72 van gem. ƒ6.500,en een arbeidsinkomen van de
ondernemer van gem. ƒ21.250.
Wanneer de prognose 1975/76 (met gelijkblijvende opbrengstprijzen) vertaald
worden met de verhoging van de E.E.G.-prijzen gedurende 1968/69 t/m 1973/
74, n.l. met gem. 1,5 per jaar, dan ontstaat gemiddeld over deze drie gebieden
ongeveer het volgende beeld:
netto overschot
arbeidsink. v. d. boer
voorcalculatie
1971/72
6.500,—
21.250,-
1975/76 met 1,5
prijsverhoging
per jaar
1.500,—
19.800,—
verschil
8.000,—
1.450,-
Dit betekent dat wanneer, wat het prijsbeleid betreft, de lijn van de afge
lopen jaren voor de volgende jaren zou worden doorgetrokken.
a. het netto-inkomen, waarin de handenarbeid van de boer als kostenfaktor
mee is opgewaardeerd met de stijging van het loonpeil, met bijna 8.000,
terug loopt en gemiddeld negatief wordt
b. het arbeidsinkomen van de ondernemer, in een sterk inflatoire periode van
vier jaren, met bijna 1.500,of 7 achteruit gaat, dit tegenover een in
de L.E.I.-prognose aangenomen stijging van het loonpeil met circa 41 in
deze periode (9 per jaar).
IJE situatie op wat kortere termijn komt tot uiting in de „prognose 1973/74"
van de akkerbouwbedrijven in het Landbouw-Economisch Bericht 1973.
Hierin wordt gesteld dat gemiddeld genomen een verhoging van de opbrengst
prijzen die 1 achter blijft bij het percentage waarmede de kosten per een
heid produkt stijgen dit voor de ondernemer een daling van het netto-overschot
betekent van circa 1.500,—. Het L.E.I. raamt voor 1973/74 t.o.v. 1972/73 voor
de akkerbouwbedrijven in het N. Kleigebied, het Z.W. Kleigebied, de Droog
makerijen en IJsselmeerpolders en de Veenkoloniën een stijging van het prijs
peil der kostenfaktoren (bruto-kostenstijging) van gemiddeld 5,85 en een
produktiviteitsstijging van gemiddeld 3,225 waaruit voortvloeit een netto
kostenstijging van gemiddeld 2,625 Bij 1.500,— per 1 komt het niet ver
hogen van de opbrengstprijzen uit op een daling van het netto-overschot van
bijna 4.000,in één jaar. Met een prijsverhoging van 1 (seizoen 1973/74)
daalt het netto-overschot met bijna ƒ2.500*—
Het is duidelijk dat bij voortduring van een markt- en prijsbeleid dat geen
of onvoldoende rekening houdt met de inflatie, de rentabiliteitspositie van de
akkerbouw onmogelijk wordt. Een meer systematische benadering van het prijs
beleid, waarbij er tenminste naar wordt gestreefd dat het landbouwinkomen
gelijke tred houdt met de inkomensontwikkeling buiten de landbouw, is nood
zakelijk. Vandaar dat het Landbouwschap in het commentaar op de landbouw
prijzen 73/74 terecht tot de conclusie komt dat voor de Nederlandse akkerbouw
de prijsverhogingen ten enen male onvoldoende zijn. Zoals de West-Duitse mi
nister van Landbouw in een radiovraaggesprek naar voren bracht staat er een
nieuwe crisis rond de prijzen van landbouwprodukten in de E.E.G. voor de deur.
Compromissen zullen in de toekomst onmogelijk gevonden kunnen worden ten
zij het hele economische beleid van de gemeenschap wordt herzien. Als de E.E.G.
er niet in slaagt een economische en monetaire unie te worden is de volgende
landbouwcrisis „in zicht", aldus de minister, die eraan toevoegde dat er nog
niet eens een begin te zien is van de totstandkoming van zo'n unie; een zaak
die ernstige twijfels oproept met betrekking tot het huidige landbouwbeleid.
Da's niet alleen lastig bij 't maaien, maar kan
ook opbrengstderving geven.
voorkomt legering.
Eenvoudig en doeltreffend.
Geregistreerd handelsmerk van American Cyanamid
Company.
Vraag CYCOCEL EXTRA bij uw leverancier
of bij AAGRUNOL.
AAGRUNOL BV - GRONINGEN -TEL 050-134041
1234