Erf en akker VEE EN VLEES SLACHTVEE MARKT De gemiddelde marktprijs voor slachtvee in de EEG is voor de week tot 4 mei door Brussel becijferd op on veranderd 346,43. In Nederland ging de gemiddelde marktprijs omlaag, terwijl in de andere partnerlanden de prijzen zich uiteenlopend ontwikkelden. De situatie was wat onoverzichtelijk door de min of meer officiële feestdagen van 30 april en 1 mei in verschillende lid staten. In het handelspatroon kwam weinig verande ring. Er kwamen in de week tot 27 april 1806 levende slachtdieren binnen, waarvan 701 uit Engeland; 819 uit Hongarije en 203 uit Denemarken. Aan vers/ge koeld vlees kwam 700 ton binnen en aan bevroren vlees 1150 ton. Uitgevoerd werd 116 ton. Aan levende mestrunderen kwamen 65 stuks binnen, waarvan 63 uit Duitsland. Overzicht prijsverloop in de EEG in de week tot 4 mei: EEG-gemiddelde 346,32 (onver.); Nederland ƒ321,84 (325,17); België ƒ361,21 (352,08); Luxemburg ƒ353,68 (350,86); Duitsland ƒ326,59 328,48); Frankrijk ƒ358,97 357,58); Italië ƒ378,63 (379,50); Engeland 344,92 341,50); Denemarken ƒ300,59 (301,57); Ierland ƒ346,20 341,33). KALVERMARKT De gemiddelde EEG-marktprijs voor slachtkalveren werd verhoogd, terwijl de gemiddelde marktprijs in Nederland wat omlaag ging. De prijsontwikkeling in de EEG was in de verschillende partnerlanden nogal uiteenlopend. De uitvoer van kalfsvlees blijft goed met 1894 ton in de week tot 27 april, toen 1104 ton naar Italië ging, 547 ton naar Duitsland en 174 ton naar Frankrijk. Aan levende mestkalveren gingen 1404 stuks naar Italië en 154 nuchtere kalveren naar Duits land. Brussel 'becijferde de volgende gemiddelde marktprijzen in de week tot 4 mei: EEG-gemiddelde ƒ513,09 (506,94); Nederland 506,88 (507,25); België ƒ506.08 (503); Luxemburg 496,95 (503,90); Duitsland ƒ351,30 (501,13); Frankrijk ƒ516,43 (515,19); Italië ƒ555,12 (553,09); Engeland 547,26 (531,46)Denemar ken ƒ343,45 (onver.) Ierland ƒ447,96 (448,49). ONVERANDERDE VARKENSPRIJZEN De Coveco heeft achteraf de uitbetalingsprijs voor de in de week tot 4 mei overgenomen varkens niet ge wijzigd ten opzichte van voorgaand week. Dat bete kent dat men blijft uitgaan van een prijs van 3,89 per kg voor geslachte varkens van 75/90 kg, kl. I af-mes- terij. Voor andere kwaliteiten en gewichten gelden de gebruikelijke toeslag en kortingen, zoals verder aan gegeven. Bovendien wordt I V2 toegepast voor dek king van de kosten van vracht en commissie. De NCB-coöperatie (Boxtel) en de VAKO (Oss) en Hova (Cuyk) hebben de uitbetalingsprijzen voor de in de week tot 12 mei over te nemen varkens ten op zichte van voorgaande week niet gewijzigd. Men blijft uitgaan van een prijs van 3,85 per kg voor geslachte varkens van 75/90 kg, kl. I af-mesterij. Voor varkens van de kl. E geldt een toeslag van 5 cent, voor kl. II, III en IV gelden kortingen van resp., 5, 10 en 15 cent. Voor de gewichtklasse 91/100 wordt 2 cent per kg ge kort voor elk kg boven de 90. In de week tot 29 april werden ca 169.000 varkens geslacht, ca 23.000 minder dan voorgaande week. In de week tot 27 april werden 11.217 levende en 27.527 geslachte varkens naar de partnerlanden afgeleverd, waarvan resp. 4645 10.848 naar Duitsland; 1465 6336 naar Italië; 1929 +- 10.343 naar Frankrijk; 3718 levend naar België. Aan magere delen gingen 1040 ton naar de partnerlanden, alsmede 413 ton spek, waarvan 351 ton buikspek. Naar Engeland ging 261 ton bacon terwijl 275 biggen werden uitgevoerd, 226 naar België en 49 naar Duitsland. Uit Duitsland kwamen 151 big gen ons land binnen. Voorlopige cijfers voor de week tot 4 mei geven een uitvoer aan van in totaal 47.284 varkens, waarvan 12.174 levende. Een niet onbelangrijk groter aantal dan voorgaande week. Ook de uitvoer van magere delen en spek was groter dan voorgaande week. VEE EN VLEES IN DE EEG België. De varkensmarkt is behoorlijk stabiel. Aan vankelijk liep de markt zelfs op, doch later trad een zekere reactie in, waarbij men ongeveer weer op het prijsniveau van voorgaande week aanlandde. Er was nogal wat aanvoer van slachtzeugen uit Engeland. De uitvoer van levende en geslachte varkens naar de part nerlanden bleef zich 'bevredigend ontwikkelen. Voor hammen konden goede prijzen worden gemaakt, ter wijl voor ribben de prijzen nog een fractie opliepen en voor buiken de prijzen wat afbrokkelden. De markt voor slachtvee was eveneens stabiel. Voor prima ossen werden veelal wat hoger prijzen 'besteed dan voor gaande week. De aanvoer daarvan was betrekkelijk kort, zodat men nogal eens uitweek naar slachtstieren. Er waren weinig buitenlandse kopers. Voor slacht- paarden deed het korte aanbod de prijzen oplopen met rond Fr 2 per kg geslacht, tot uiteenlopend Fr. 69-93. Denemarken. In de week tot 7 april werd uit Dene marken 365 ton kalfsvlees uitgevoerd, waarvan 230 ton naar Italië en naar Nederland 37 ton. Aan rund vlees werd 863 ton uitgevoerd, waarvan 734 ton naar Italië. De uitvoer van levende slachtdieren bedroeg 529 stuks, waarvan 209 naar Duitsland gingen en 15 naar Italië. Er werden 3514 levende varkens uitge voerd. OPVOERING UITVOER RUNDVLEES IN POLEN De Poolse regering is voornemens de uitvoer van rundvlees tot 1975 tot het drievoudige op te voeren. Dat zou betekenen een export van 130.000 ton rund vlees. Ook voor varkensvlees en pluimveevlees zijn belangrijke uitbreidingeh van de export voorzien. Het zal dan echter noodzakelijk zijn dat men over voldoen de voedermiddelen zal kunnen 'beschikken, waarbij met name te denken is aan (Amerikaanse) sojabonen. Reeds is Polen de grootste afnemer van Amerikaanse sojabonen, doch het lijkt waarschijnlijk dat de Ver enigde Staten het overeengekomen kwantum van 150.000 ton niet of nauwelijks geheel zullen kunnen leveren. Dat de vleesproduktie in Polen vrij sterk is achtergebleven is namelijk geheel toe te schrijven aan de vervoedering van eigen voedermiddelen, overwe gend aardappelen. TOENEMENDE VARKENSSTAPEL IN HONGARIJE Per einde 1972 had de varkensstapel in Hongarije 'n omvang van ruim 8 miljoen dieren. Dit brengt met zich mee dat Hongarije verplicht is aanzienlijke hoe veelheden voedermiddelen te importeren. De binnen landse vraag naar varkensvlees is goed. In de rund veesector is de laatste jaren de ontwikkeling weinig gunstig geweest. Per eind 1972 was de runderstapel gedaald tot 1,87 miljoen dieren, met een lichte toene ming van het aantal koeien tot 743.000 stuks. Niette min kan de binnenlandse 'behoefte aan zuivel niet ge heel uit de eigen produktie worden gedekt. De Hon gaarse regering heeft nu maatregelen genomen die de rundvleeshouderij zullen stimuleren. De melkprijs is verhoogd, alsook de prijs van slachtvee. De uitvoer van runderen is voor Hongarije een belangrijke deviezen- bron. De rundveehouderij maakt 13 tot 14 van de produktiewaarde van de totale landbouw uit en ca 30 procent van de produktiewaarde van de veehouderij. Ongeveer 15 tot 17 van de uitvoer naar de landen van het westen heeft betrekking op slachtrunderen. Het is dus duidelijk dat met het stimuleren van de rundveeproduktie de Hongaarse economie gediend is. RECORDUITVOER VLEES JOEGOSLAVIË In de eerste tien maanden van 1972 werd uit Joego slavië voor een waarde van ca 200 miljoen dollar aan vee en vlees uitgevoerd. Voor het gehele jaar 1972 ver wacht men dat de uitvoerwaarde zal stijgen tot 220 tot 230 miljoen dollar. Ook voor 1973 rekent men met een toeneming van de uitvoer, zij het dat momenteel het land wordt geteisterd door mond- en klauwzeer, waardoor het handelsverkeer stagneert. Voorwaarde vcor een verder opvoeren van produktie en uitvoer is dat voldoende middelen ter subsidiëring van de pro duktie beschikbaar komen. De uitvoer van rundvlees bedroeg in de eerste tien maanden 47.000 ton, ter waarde van 82 miljoen dollar, en aan levende runde ren werden 154.000 stuks uitgevoerd fer waarde van 56 miljoen dollar. Men is tot uitvoer van levend vee overgegaan, kennelijk omdat de slachtcapaciteit niet' toereikend was. Er werden 134.000 paarden uitgevoerd (+40 ter waarde van 31 miljoen dollar. Voorts werd voor een waarde-van 23 miljoen dollar aan var kensvlees uitgevoerd en 20 miljoen dollar aan vlees- conserven. v. d. W. VERDERE UITBREIDING RUNDVEE- EN VARKENSSTAPEL Volgens de streekproef „Landbouwproduktie" van het C.B.S. bedroeg het aantal melk- en kalfkoeien op 1 maart 1973 2.093.000 stuks tegen 1.956.000 stuks op 1 maart 1972 (+7 Het aantal gedekte jonge dieren nam, ten opzichte van vorig jaar, toe met 8 De groep „Ander rundvee, bestemd voor de fok kerij" gaf een uitbreiding te zien van 1.141.000 op 1 maart 1972 tot 1.297.000 op 1 maart 1973 14%). Ook de mestveestapel was op 1 maart 1973 ruim 100.000 stuks groter dan vorig jaar. De totale varkensstapel was op 1 maart 1973 bijna 280.000 stuks groter dan op 1 maart 1972 4%). Het aantal legrijpe hennen, jonger dan 1 jaar, was op 1 maart 1973 fractioneel kleiner dan op 1 maart 1972. De hennen van 1 jaar en ouder namen in aantal toe van 8 miljoen op 1 maart 1972 tot 10,6 miljoen op 1 maart 1973. Van de week heb ik mijn eerste olifant geschoten. Dat is iets onvergetelijks; iets wat in je geheugen gebrand blijft, voor altijd. We kregen de kans via een vriend. En een verdere gelukkige samenloop was dat onze jager vriend Glen, 'bereid was om mij te as- siteren. Trouwens zonder beroepsjager mag je niet eens gaan jagen. Olifanten jacht is een loopsport. Dat is iets wat me wel duidelijk is geworden. 's-Morgens vroeg vertrokken we al uit het kamp. Glen en ik, en een drietal spoorzoekers. Na een poosje stoten we op de eerste stiersporen, want het zijn alleen de stieren die worden geschoten, omdat zij alleen zwaar ivoor hebben. De sporen werden bekeken en we vonden af gebroken takken die nog niet helemaal droog waren. We besloten om deze sporen te volgen. Er 'bleken drie stieren te hebben gelopen. De Wind was goed. Na drie uur te hebben gelopen hadden we ze nog niet gevon den. Maar de sporen waren nog steeds duidelijk. Iede re keer wanneer we mest vonden schopten we die uit elkaar en voelden of de mest nog een beetje warm was. Maar nog steeds was het allemaal vrij koud. Maar na vijf uur te hebben gelopen, voelden we in eens warmte in de kollosale drollen... De Toyota, die achterop kwam, en de weg wist te vinden via een spoortje dlat we hadden getrokken met een dode tak, werd opgewacht. We haalden er onze geweren uit, en zeiden de chauffeur pas na een half uur ons spoor weer te volgen, want het gebrom van de auto en het gekraak van de takken, die hij in zijn weg dwars door de bush omver rijdt, zouden de olifanten kun nen verschrikken. We liepen nog een uur, en ineens riep de Orma- spoorzoeker zachtjes, daar zijn ze. Ik had ze eerst nog niet gezien, maar ze stonden daar met z'n drie tjes te rusten onder een hoge boom. Het was een zeer vredig gezicht, en een imposant gezicht. Hun staarten zwaaiden heen en weer. Zo nu en dan hoorde je het doffe machtige geluid dat ze met hun ivoren tanden maakten als die tegen de stam van de boom werden geduwd. Maar eigenlijk sliepen ze min of meer. We zorgden dat we uit de wind 'bleven. Mijn hart bons de in mijn keel. Ik voelde me zo ontzettend nietig, ondanks het 485 Winchester-geweer dat ik in mijn handen had. We beslopen de olifanten tot op onge veer twintig meter. Ik schrok me dood toen eén van de stieren plotseling al zijn darmen gingen borrelen. Ze bewogen hun koppen. Je kon hun ogen duidelijk zien. Hun machtige slurf hing roerloos naar beneden. Mijn mond werd kurkdroog. Maar Glen, die al meer dan 20 jaar olifanten jaagt, bleef onbewogen. Hij be keek de drie stieren een vor een en teste ze op hun gewicht aan ivoor. Twee van de drie werden te licht bevonden. Maar de derde kon er mee door. Fluiste rend vertelde Glen me dat ik deze moest schieten. Hij zou met zijn Winchester gereed staan als het mis mocht gaan. Zorg dat je hem in zijn hart raakt. Schiet precies naar de voorpoot, daar waar zijn oor naar beneden hangt. Ik aarzelde, een vreemde pijn in mijn buik kwam op. Shoot now, zei hij. Ik legde aan. Het telescoop vizier bracht het dier nog dichter bij. Glen richtte zijn geweer ook. Ik haalde de trekker over, een daverende knal, een schok van het geweer. Met wijd opengesperde ogen keek ik wat er gebeurde. De twee andere stieren renden er vandoor, gelukkig de goede kant uit en niet in onze richting. Op twintig meter afstand is dat wel fijn. En mijn olifant maakte een zwaar zuchtend geluid en storte als een blok in elkaar. Glen rende naar voren tot vlak 'bij het dier. Het was nog niet helemaal dood. Hij gaf het dier snel een schot door zijn hersens. Daar lag hij dan, het grootste diersoort dat er nog op aarde leeft. Dood. Ik wist 'hoe ik me moest voelen. Een veelheid aan gedachten flitsten door mijn hoofd. Maar onmiddellijk werd ik door de anderen gefelici teerd. Dat is blijkbaar de gewoonte. Well done mann Ik was er niet zo zeker van. Toen we er zeker van waren dat het dier morsdood was, gingen we zijn ivoor bekijken. Het waren geen kolosale tanden, maar wel mooie. We begonnen onmiddellijk met messen en bijlen het ivoor uit zijn kop te halen. Na tien mi nuten verschenen de eerste gieren en maraboes hoog in de lucht. Alleen God weet hoe deze vuilnismannen van de bush het zo snel kunnen weten. Het ivoor uit kappen is een 'heel werk. Men moet voorzichtig zijn om vooral het ivoor wat in zijn kop steekt niet te be schadigen. Nu ging het er om hoe zwaar ze zouden zijn. Iedereen schatte. Vijftig kilo zeiden sommigen. Glen dacht van rond de zestig kilo. Het zou er hele maal van afhangen hoeveel zenuwvlees er in het uiteinde van de tanden zou zitten. En dat kan van te voren geen enkele jager beoordelen. We gingen met de tanden naar het kamp waar ze verder werden schoongemaakt. Toen werd de zenuw eruit gehaald. Een peervormige klomp vlees die je een paar keer heen en weer draait en er dan gemakkelijk in zijn geheel uit kan trekken. Het waren korte zenuwen, en dat was geluk, want het betekende extra gewicht aan ivoor. Nu gingen we naar de weegschaal. De ene tand woog 31 kilo en de andere tand woog 33 kilo: Het was een aardig gewicht. Natuurlijk niets, ver geleken bij de schaarse olifanten die er nog rondlo pen, en een gezamenlijk gewicht aan ivoor kunnen hebben van honderd kilo of meer. Zoals de nu reeds legendarische Ahmed in Marsabit nationaal park, die honderd en acht en dertig kilo ivoor aan zijn oude kop heeft hangen. Het was zeven uur 's-avonds toen we de tanden hadden gewogen. Hoog^ tijd voor bier. Koud bier uit de koelkast die Glen bij zich had. Van opwinding konden we slecht slapen die nacht. Het was een ervaring geweest. Maar echt blij waren we niet. We hebben het een keer gedaan, maar we doen het nooit weer. We voelden medelijden voor de reus achtige eenzame wandelaars van de bush. SHRIJFKOUTER

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 23