1 Een moeilijke beslissing DE AFSLUITINGS- WERKEN VAN DE OOSTERSCHELDE Kabelbaantorens voor drie Oosterschelde-sluitgaten Een Raamovereenkomstwordt gebruikt als het gaat om ingewikkelde projectenwaarbij een nauw contact met de aannemers noodzakelijk is. Een der gelijke overeenkomst is een soort bereidverklaring van de overheid, dat men in zee wil gaan met een be paalde aannemer, of combinatie van aannemers. De aannemer verplicht zich hierbij al zijn technische ken nis en materieel in te zullen zetten, als dit noodzake lijk is. Voor z&n zogenaamde „raamovereenkomst", die voorziet in het voltooien van de af sluiting swerken in de mond van de Oosterschelde, werden op 30 juni van het afgelopen jaar in de Staatscourant per adver tentie gegadigden opgeroepen. Er meldden zich voor de sluitingsdatum in augustus '72 drie aannemerscom binaties. Aan twee van hen, die daarvoor in aanmer king kwamen, werd vervolgens gevraagd een offerte te maken. De „Combinatie Dyksbouw Oosterscheldéf' kwam uiteindelijk als de meest in aanmerking komende ge gadigde uit de bus. Daarmee is dan ook nog in de laatste maanden van 1972 door de Rijkswaterstaat de overeenkomst geslo ten ingevolge de door de Deltawet aan deze dienst verstrekte opdrachten. In veler ogen een moeilijkei zaak door de vele vaak tegenstrijdige motieven die een rol spelen bij dit laatste gigantische Deltawerk. Pikant is het feit dat dezelfde enerzijds in bescher ming genomen natuur via andere wegen de uitvoeren de dienst geen tijd meer laat en deze diep ingrijpen de beslissing afdwingt. Binnen het kader van de genoemde raamovereen komst nu worden mat de „Combinatie Dijksbouw Ooster schelde" deelcontracten afgesloten voor de ver schillende fasen van het werk. Het voornaamste werk dat de combinatie zal moeten uitvoeren is het afslui ten van de stroomgeulen Roompot, Schaar van Rog- genplaat en Hammen. Buiten dit raamcontract valt onder meer het in stalleren van de kabelbanen en het leveren van de ongeveer drie miljoen betonblokken van elk 21/1 ton gewicht die men voor de afsluiting denkt nodig te hebben. De „Combinatie Dijksbouw Ooster schelde"die ook de afsluiting van het Brouwershavense Gat heeft uit gevoerd, bestaat uit: Adriaan Volker, Den Breejen van den Bout, Van Hattum en Blankevoort, Hollandse Aannemingsmaatschappij, Jac. van Oord, Aannemings combinatie Zinkwerken en Offringa. Hoe men ook denkt over dit gebeuren, het staat vast, dat we technisch gezien aan de vooravond staan van een waterbouwkundig en civiel-technisch huzaren- stvk van wereldformaat. Iets dat alleen maar mo gelijk is door een enorme kennis van het vak en door een summum aan organisatie- en transportvermogen. Hoe de natuur het er bij deze toch welhaast onont koombare ingreep zal afbrengen weten we eigenlijk geen van allen zowel voor- als tegenstanders precies. De nu in gang gezette procedure van afsluiting legt moreel gezien de Rijkswaterstaat maar zeker ook alle andere betrokkenen! de plicht op om met even grote voortvarendheid alle krachten in te spannen en kennis te vergaren om te behouden en zo mogelijk zelfs te verrijken wat nu ogenschijnlijk verloren dreigt te jaan. Met goede wil en een positieve inzet van alle partijen kunnen we in Nederland nog altijd véél. Maar dan moeten we dat nu ook wel doen! (LAND WATER, maart 1973.) In „Land Water" maart '73, het maandelijks vakblad voor wegen- en waterbouwkunde en cultuurtechniek, een overkoepelend orgaan van waterstaat werd in enkele arti kelen aandacht besteed aan enkele facetten van de afslui ting van de Oosterschelde. Interessante informaties waar aan wij met toestemming een en ander ontlenen, zonder ech ter de al te technische details over te nemen. Ook de bij behorende illustraties zijn aan „Land Water" ontleend, waarbij de foto's van Rijkswaterstaat zijn. RED. IN 1971 werd besloten de Oosterschelde te blokke- ren met behulp van kabelbanen. De afsluiting zal een gezamenlijke inspanning zijn van Deltadienst, directie Bruggen en directie Sluizen en Stuwen van de Rijkswaterstaat. De Deltadienst 'heeft te zorgen voor de bouw van de afsluitdam en de bescherming van de bodem. De directies Bruggen en Sluizen en Stuwen assisteren bij de sluiting. De directie Bruggen realiseert de pyloonkoppen, de vaste rails, de kabels, het mechanische gedeelte en de gondels. De taken van de directie Sluizen en Stuwen zijn: de bouw van de 12 kabelbaantorens, de walinstallaties in beton en de vervaardiging van de betonblokken. Aldus ir J. C. F. Hendriks, directie Sluizen en Stu wen Rijkswaterstaat. Wij ontlenen aan zijn bijdrage in „Land Water" over de kabelbaantorens voor de drie Oosterschelde-sluitgaten de volgende bijzonder heden. De op de figuren 1 en 2 aangegeven drie sluitgaten, waarover de kabelbanen komen te liggen, zijn: a. de „Hammen" gelegen tussen het vaste land van „Schouwen" en het werkeiland „Roggenplaat"; b. de „Schaar van Roggenplaat" gelegen tussen de werkeilanden „Roggenplaat" en „Neeltje-Jans"; c. de „Roompot" gelegen tussen het werkeiland „Noordland" en het vaste land van „Noord-Beve land". Over ieder sluitgat zal een afzonderlijke, op zich zelf staande kabelbaan worden gebouwd. De ontwer pen van de kabelbanen over de „Hammen" en de „Schaar van Roggenplaat" wijken in opzet weinig af van het ontwerp dat bij het „Brouwershavensche Gat" is toegepast. Wederom is uitgegaan van een evenwichtssysteem, waarbij de spanning in de kabels onder verschillende belastingsgevallen nagenoeg ge lijk blijft en waarbij ge'fcpruik wordt gemaakt van een vaste verankerin aan de ene zijde en een contrage wicht aan de andere zijde van elk der twee kabels van een kabelbaan. De twee kabels van de kabelbaan over de „Room pot" bestaan elk uit twee gedeelten. Deze twee kabel gedeelten komen bij toren no. 4 samen en zijn daar vaste verankering aan de ene zijde en een contrage wichten zijn verbonden. Ook nu weer zullen aan iedere zijde van een kabelbaan vaste railgedeelten komen, waarin draaischijven zijn opgenomen om de gondels van de ene op de an'dere kabel te brengen. Het js interessant eens na te gaan hoe de ontwerpen voor de kabelbaantorens in de Oosterschelde tot stand zijn gekomen. IANGEiZEEÏN het mogelijk is de torens op verschil- lende wijzen te bouwen, waarbij zowel ontwer pen in beton als in staal mogelijk zijn, zou het uit een oogpunt van prijsbepaling niet verstandig zijn ge weest één ontwerp van de Rijkswaterstaat als het enig mogelijke te laten uitvoeren. Bij deze uitzon derlijke constructies hangt het ontwerp sterk af van het te gebruiken materieel waarmee de uitvoering zal geschieden. Om deze redenen werd aan een aantal aannemings bedrijven gevraagd om een ontwerp aan te bieden op basis van duidelijk gestelde randvoorwaarden en an dere noodzakelijke gegevens. Voor dit moeilijke werk, dat straks deskundig en snel moet worden uitgevoerd onder bijzonder moei lijke omstandigheden, werden zes aannemingsbedrij ven uitgenodigd. Dat waren: 1. Van Hattum en Blankevoort B.V. 2. Mannesmann Nederland 3. Hollandsche Beton Maatschappij 4. Ballast-Nedamgroep 5. Dirk Verstoep Nederland 6. Nederhorst. Het is duidelijk dat bij deze wijze van aanbesteden niet alleen de kosten maatgevend mogen zijn voor de keuze van het ontwerp dat gerealiseerd zal worden. Ook de kwaliteit van het ontwerp en de gedachte uit voeringswijze zijn mede bepalend voor de keuze vor ming. Het staat wel vast dat de afsluiting van de Ooster schelde het moeilijkste Deltawerk zal zijn. De ver vooruitgeschoven ligging van het dijktracé maakt dat de omstandigheden voor uitvoering bijzonder slecht zijn. Zoals gebruikelijk bij off-shore werk moet in elk geval worden getracht om de plaatsing van de toren constructies zeer snel uitvoerbaar te maken. Het moet bovendien mogelijk zijn om het werk veilig ach ter te laten zonder grote kans op schade als het door storm wordt onderbroken. Over het algemeen kan een snelle veilige bouwmethode bereikt worden bij een eenvoudige opzet van de constructie. De uitvoe ring zal gediend zijn bij toepassing van zeer zwaar materiaal, dat liefst zo gering mogelijk gehinderd wordt door deining. EEN uitvoerige studie heeft geleid tot het bepalen van een aantal randvoorwaarden waaraan vol daan moest worden. Vooral de grote diepte van de geulen en de zeewaartse ligging betekenden uitzon derlijk hoge belastingsomstandigheden. Uiteindelijk werden de volgende noodzakelijke gegevens en rand voorwaarden aan de uitgenodigde aannemingsbedrij ven verstrekt: 1'. De plaats van de te maken torens. 2. De bodemligging en de verwachte uitschuring ter plaatse van de torens. 3. De hoogteligging van de kabels ter plratse van de torens. 4. De toegestane afmetingen van de torens. •5. De plaats van de funderingspalen ten opzichte van elkaar en de toelaatbare helling van deze funderings palen. 6. Grondgegevens, zoals grondboringen en diepson- deringen. 7. Waterstanden met bijbehorende frequenties en gegevens van golfhoogten en stroomsnelhedën. 8. De belastingen waaraan de torens onderhevig zijn, namelijk: a. de krachten die de kabels uitoefenen op de torens; b. de windbelasting; c. de belasting die kan ontstaan ten gevolge van het niet gelijkmatig storten van betonblokken aan weers zijden van een toren; (Zie verder paf. 8) 4*-. 1 u

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 7