De goud
en
zilverkeurtekens
IN GEBRUIK ZIJNDE STEMPELMERKEN
GEHALTEMERKEN VOLGENS ARTIKEL 1
KIJKJE BIJ DE KEURKAMERS
VAN DE DIENST
VAN DE WAARBORG
zilver
(groie werken)
zilver
(kleine werken)
goud
(kleine werken)
925 d
kantoor
750 d
925 d 835 d
GEHALTEMERKEN VOOR WERKEN, AANGEBODEN IN VOLTOOIDE STAAT
goud
750 d
585 d
zilver
925 d
835 d
Heeft U wel eens uw ring goed bekeken? Er staan
van die heel kleine tekentjes in. Vrijwel iedereen weet
dat deze iets vertellen over de kwaliteit van het metaal
(goud, zilver of platina). Maar hoe dit allemaal is ont
staan en wat dit precies inhoudt weet bijna geen mens.
Daarom leek het ons interessant om eens een bezoek
te brengen aan een van de 7 Keurkamers van de
Dienst van de Waarborg, welke ons land telt. Deze
keurkamers hebben als hoofddoel: ,,de konsument
beschermen tegen bedrog inzake het gehalte van
goud, zilver en platina". Dit is nodig geworden omdat
het bedrog gemakkelijk is.
De noodzaak van deze bescherming is duidelijk.
Aangezien niemand zonder de daarvoor benodigde
hulpmiddelen kan nagaan of een voorwerp inderdaad
van edelmetaal is gemaakt en zo ja, hoe hoog in de
gebruikte legering het gehalte aan edelmetaal is. Be
drog is dus zeer gemakkelijk en dikwijls zeer lonend,
gezien de hoge prijs van het goud, zilver en platina.
IEDERE HANDELAAR VERPLICHT TOT
LATEN KEUREN
yo omstreeks het jaar 1500 iis bij landelijke ordon
nantie het keuren ingesteld. Daar een leek niet op
het oog kan keuren, werd dit gedaan door de Edelsmids-
gilden. Als eerste vereiste moest er een meesterteken op
staan, welk bij het gilde was geregistreerd op een kope
ren plaat, dit was als het ware de handtekening van de
maker. Om de zaak in de hand te houden, stelden de gil
den zelf een keurmeester aan; aangezien deze zo eens
per jaar wisselde, voegde men een jaarletter toe, welke
door een speciaal stadsteken voorafgegaan werd.
Aan de hand van deze 3 tekens valt dus al heel veel
over de oorsprong van bijv. een zilveren kandelaar te ver
tellen, soms kan men zelfs op een maand nauwkeurig zeg
gen wanneer iets is gemaakt.
Dit ging zo door tot 1807; toen Lodeiwijk Napoleon een
nieuwe landelijke wet uitvaardigde, die het keuren van
edelmetalen regelde en welke er tevens belasting op ging
heffen. Hierbij werden de gilden opgeheven en hun ar
chieven vernietigd. Gelukkig hebben vele gilden nog bij
tijds hun waardevol archief-materiaal in veiligheid weten
te brengen, anders hadden wij nu helemaal niets geweten.
In 1810 werd Nederland ingelijfd bij Frankrijk en dn
1812 werd de Franse wetgeving inzake het keuren van
edelmetaal hier van toepassing. Bij het zelfstandig wor
den van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813 bleef
deze wet, zij het aangepast aan de Nederlandse omstan
digheden, van kracht. In 1852 werd een geheel nieuwe
wet van kracht, waarbij uiteraard vele elementen van de
voorgaande gehandhaafd bleven. Deze wet is thans, na
vele wijzigingen, nog van kracht.
Een van de belangrijkste punten is wel dat alle voor
werpen van goud, zilver en platina, welke in Nederland
verkocht worden, moeten zijn voorzien van rijkskeur-
tekens. Het komt dus hierop neer, dat iedereen die gou
den, zilveren en platina voorwerpen maakt of impor
teert met de bedoeling ze te verkopen, verplicht is deze
voorwerpen te laten keuren bij één van de 7 keurkamers.
Op deze kantoren, die in feite kleine chemische labora
toria zijn, worden de werken onderzocht op hun gehalte
aan edelmetaal en als dit voldoet aan de wettelijke norm
dan worden ze voorzien van een officieel rijkskeurmerk.
De gehalten waarop wordt gekeurd zijn voor platina
950/000, voor goud 833/000 (20 kar.), 750/000 (18 k.) en
585/000 (14 k.), voor zilver 925/000 en 835/000. Zoals
uit deze getallen blijkt, wordt het gehalte uitgedrukt in
duizendsten (d.i. in tienden van procenten), dit wordt ge
daan vanwege het edele en daardoor dure karakter van
de grondstof.
KARAAT
teruggaan naar de Arabische stammen, zoals die leefden
tussen 632149$ na Chr. Deze stammen waren nomaden
en deze moesten dus bij het reizen en trekken steeds hun
bezit meenemen. Het makkelijkst vervoerbaar en tevens
meest waardevaste materiaal hiervoor waren juwelen.
Wanneer zij iets moesten afrekenen, dan werd betaald
met juwelen. De waarde werd bepaald door het gewacht.
Het was dus erg belangrijk, dat dit eksakt kon worden
vastgesteld.
Zij hadden ontdekt, dat de zaadjes uit de peulen van
die Johannesbroodboom, zowel in gedroogde als in verse
toestand vrijwel hetzelfde gewicht hadden en droegen
daarom altijd een balansje en een zak met zaadjes bij
zich.
Op het ene schaaltje legden zij het juweel, op het an
dere telden zij het aantal zaadjes af, dat nodig was om
de balans in evenwicht te brengen, dus het gewicht. Zo'n
zaadje woog ca. 0,18 gram. Thans werken de Arabische
kooplui op nog precies dezelfde wijze. De naam van dit
zaadje was in het arabisch „carob of girat" hetgeen ver
basterd werd via caratin tot caratijn, welke naam in de
Middeleeuwen in onze lage landen ook werd gebruikt.
Het machinaal voorzien van een keurleken van het slot
van een gouden ketting.
In onze moderne maatschappij gebruiken wij deze zaad
jes nog voor andere doeleinden, zoals veevoeder, tabaks-
sauzen, bestanddeel voor koffiesurrogaat. Maar laten wij
eerst de huidige definitie van de z.g. karaatscbaal geven,
dit is het aantal delen zuiver goud per 24 delen totaal
metaal.
|jET zal aan velen onbekend zijn hoe we aan de aan
duiding „karaat" komen. Hiervoor moeten wij
3 MANIEREN
W kunnen het gehalte op 3 manieren vaststellen:
de oude, maar nog steeds gehanteerde manier
van de toetssteen, dit is een zwarte steen waarop een kras
wordt gezet met het te keuren voorwerp en een kras met
een zgn. toetsnaald, waarvan men het gehalte precies
kent. Op deze twee krassen laat men gelijktijdig toets-
water (een mengsel van zoutzuur, salpeterzuur en water)
inwerken. Hoe hoger het goudgehalte (en dus edeler de
goudlegering) is, des te minder wordt de kras aangetast
door het zuur. Door te vergelijken kunnen we dus aan
de hand van de bekende toetsnaalden bepalen wat het
gehalte is.
In sommige gevallen is het niet mogelijk of wenselijk
met het voorwerp een krasje op de toetssteen te geven,
dan gebruikt men een röntgen-spectograaf, welke nauw
keuriger kan werken, maar die wel een hoge bekwaam
heid van de gebruiker vraagt t.a.v. het lezen van de uit
komst-getallen. In andere gevallen is het mogelijk een
klein stukje van het metaal af te halen, dit wordt dan,
onder toevoeging van stukjes lood, gesmolten in een oven.
Een ander stukje goud, waarvan men het gehalte precies
kent, ondergaat gelijktijdig dezelfde behandeling. Door
nauwkeurige weging voor en na het smelten kan men ver
gelijkenderwijs het gehalte bepalen van het testexem
plaar.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen sieraden welke
ter keuring worden aangeboden in voltooide staat (bijv.
net geïmporteerd of oud, maar op de een of andere ma
nier toch zander keur) en die welke nog afgewerkt moe
ten worden (Nederlandse fabrikanten sturen hun artike
len ter keuring voor ze gepolijst e.d. worden); beide heb
ben verschillende keurtekens. De fabrikant plaatst er dan
nog zijn eigen meesterteken op, of de importeur zijn im
porteursteken.
KONTROLE
|EMAND die beroepshalve sieraden e.d. van edel
metaal verkoopt (juwelier) is verplicht hier
van aangifte te doen bij de keurkamer. Door de ambte
naren van de Waarborg wordt bij hen regelmatig kontrole
gehouden om te kijken of alle sieraden wel zijn voorzien
van het officiële keurmerk. Bovendien moet in iedere ju
welierszaak een plaat hangen waarop, vergroot, de keur
merken zijn weergegeven met hun betekenis. Zo'n plaat
is voor partikulieren ook te koop bij de keurkamers,
waarvan wij de verschillende adressen aan het eind van
dit artikel zullen geven. Daarnaast is iedere partikulier
gerechtigd op de keurkamer zijn voorwerpen te laten on
derzoeken op het goud- dan wel zilvergehalte. Dit onder
zoek kost slechts enkele dubbeltjes. De keurkamers mo
gen uitsluitend iets zeggen over het gehalte, een prijs
mogen zij niet noemen.
Voor de schakels van armbanden, colliers, e.d. werkt
men met speciale gewichtskeurtekens, welke moeten
voorkomen, dat er na het keuren schakels verwisseld
zouden worden voor imitatie.
BUITENLANDS
MIT het bovenstaande blijkt wel duidelijk hoe belang
rijk het is om edelmetalen voorwerpen te kopen
bij gevestigde bonafide juweliers (deze staan immers on
der regelmatige kontrole) en niet in café's e.d. minder
betrouwbare omgevingen, waar zioh lieden met armen
vol horloges en armbanden ophouden. De kans dat we
daar beduveld worden is bijna 100 Naderhand is de
miskoop natuurlijk niet meer goed te maken; de verkoper
is al met de muziek mee. Het is begrijpelijk dat een
juwelier duurder zal zijn, maar we weten tenminste wel
zeker dat we iets echts krijgen.
Het is ook erg gevaarlijk om sieraden te kopen in lan
den als Italië en Spanje, vooral in kleine stalletjes langs
de weg. Het zgn. Italiaanse goud staat niet in vergelijking
met het goud dat wij hier kennen. Andere Europese lan
den die een bijna net zo waterdicht keursysteem hebben
als wij, zijn Frankrijk, Engeland, Zwitserland en Portugal;
maar in Portugal legt de staat zoveel belasting op edel
metaal, dat het voordeliger is hier te kopen. Als u dus
een sieraad heeft waarvan u graag iets meer wilt weten
aangaande de ouderdom, evt. maker e.d., dan kunt u zich
wenden tot de Keurkamers van de Dienst van de Waar
borg, deze zijn er voor. De resp. adressen luiden: Amster
dam, Kloveniersburgwal 48, tel. 020221077; 's-Graven-
hage, Korte Beestenmarkt 4, tel. 070644822; Rotter
dam, Willem Buytenwechstraat 6, tel. 010—259820;
's-Hertogenbosch, Kom. de Quaylaan 2c, tel. 04100
20611; Leeuwarden, Oosterkade 20c, tel. 05100—28893;
Schoonhoven, Doelenplein 1, tel. 018232452; Utrecht,
Steynstraat 3, tel. 030931714.
JACK P. MINDERAA.