PASEN
PASEN - OPSTANDING
VERNIEUWING
s
DIJ het woord pasen komen steevast een
aantal herinneringen bij me op. Ik vertel
er drie.
De eerste. Bij het godsdienstonderwijs op de
basisschool vroeg ik: Waar denk je aan met
pasen? tk vraag dat nu niet meer, door de erva
ring geleerd. Heimelijk hoop je op een antwoord,
dat in de verte verwant is aan de paasgroet van
de Russische christenen: De Heer is waarlijk op
gestaan. Het hoeft niet zo opgetogen en niet zo
raak geformuleerd; het mag stunteüger, aarze-
lender ook, maar het moet toch wel raken aan
dat waar het met met pasen om gaat: de ge
kruisigde Heer is de levende Heer.
Maar op mijn hoopvolle vraag (waar denk je
aan met pasen?) heb fk al te vaak als antwoord
gekregen: eieren eten! Er is dan altijd hilariteit,
want de klas voelt wel, dat dat niet bedoeld
werd. Intussen is de afgang al geschied en
wordt het een hele toer om via paaseieren en
paashazen en paasvacantie terecht te komen
bij de vreemdste geschiedenis aller tijden, die
samen te vatten valt in twee woorden: Jezus
leeft. Meer is pasen namelijk niet.
KT OG een herinnering, al heeft die dan be-
trekking op wat ik eens las. Het verhaal
van de Russische officier en de Russische gees
telijke op het Rode Plein te Moskou. Om pla-
giaatverwijten te voorkomen: het verhaal stond
jaren terug in Reveille, het blad van de prot.
geestelijke verzorging in de krijgsmacht (maar
die hadden het vast weer ergens anders van
daan). De officier en de pope staan beiden te
kijken naar de lange rij van bezoekers aan het
mausoleum van Lenin ,en Stalin. Nooit houdt de
rij op en in volmaakte orde schuifelt de rij naar
binnen om een blik te werpen in het verleden.
De officier wendt zich tot de pope en met trots
wijzend op de lange rij zegt hij: Dat zijn er meer
dan bij u, vadertje! De pope, baard wapperend
in de wild, kruis aan lange ketting zacht schom
melend in de wijde plooien van zwart kleed, zegt
vriendelijk tegen de vertegenwoordiger van
macht en gezag: Ziet u, er is bij ons ook niet
zo veel te zien; wij hebben geen lijk
Dat is het beste paasverhaal, dat ik ooit ge
hoord heb.
TEERDE herinnering. Ze was een goede
vrouw, mei een gewoon verstand en een
gewoon leven en een gewoon uiterlijk. Ze las
de krant als regel matig, de bijbel regelmatig en
haar damesblad regel voor regel. Een vrouw zo
als er (gelukkig) nog duizenden zijn. Ze wou wel
een goed programma zien (of horen; het was
toen nog alleen radio) maar ze kon de knop om
het toestel af te zetten goed vinden. Ze kon
luisteren en helpen als het moest. Eén ding kon
ze niet: pasen begrijpen! Ze zei het ronduit.
Kerstmis vond ze geweldig. Daar kon ze hele
maal bij. Ze vond de romantiek mooi, van dat
kind in de kribbe en Maria en Jozef en zo, maar
daai kon ze ook doorheen kijken en opgetogen
zingen: 't Licht dezer wereld is reddend ver
schenen.
Hei sterven van Jezus vond ze verschrikkelijk.
Goede Vrijdag met het kruis van Jezus was voor
haai' een zwarte dag maar ze had er vat op en
ze kon er een heel eind in meegaan als ze las
en hoorde, dat dit alles zo gebeuren moest van
wege de mens en voor de mens. Het gaf haar
ook iets van bevrijding als ze zich realiseerde:
ook voor mij heeft de Heer zich gegeven; 't is
al voor mij geschied. Maar daarna was het uit.
Pasen, de opgestane Heer, daar kon ze geen
vat op krijgen. Jammer! Dat vond ze zelf trou
wens ook.
TK denk dat ik weet, waarom deze vrouw
me: de betekenis van pasen om zo te
zeggen in de maag zat. Ze wou pasen begrijpen.
En dat valt niet mee. Het is opvallend, dat op de
hoogtepunten van het leven een psalmwoord
staaï te dringen: Het begrijpen is mij te wonder
baar, te verheven, ik kan er niet bij (psalm 139).
Voorbeelden te over. Geen man staat bij de ge
boorte van zijn kind met een handboek der bio
logie in zijn handen; eerder overkomt hem het
wonder en de verwondering. Maar ook het won
der der liefde laat zich niet uitpluizen met ver
standelijke argumenten; die pluizen de liefde
kapot. Op de werkelijke hoogtepunten redden
we het niet met boeken en rapporten. Verstand
is een machtig menselijk vermogen maar het is
verstandig op tijd het verstand terzijde te schui
ven en het hart te laten spreken. Pasen als zaak
van het verstand, nee, dat lukt niet. Het is veel
meer het ondergaan van het wonder; Jezus
leeft. Deze twee woordjes.
TA7IJ hoeven geen vat op pasen te krijgen
maar aan het wonder en de verwonde
ring over pasen kans geven vat op ons te krij
gen. Dan kan er nog altijd veel gebeuren. Als de
apostelen 20 eeuwen terug de wereld rond
sjouwden met een boodschap van hoop in het
geweld, van bevrijding uit slavernij, van leven
in de dood en dat alleen vanwege die twee
woordjes, dan is dat vandaag de dag nog altijd
hetzelfde lied. Maar je moet het wel over je
laten komen als een warme douche, een wel
dadig bad. Niet kapot redenerend maar ontvan
gend en laat dat protest maar weg. Zo groeit er
ook nu nog hoop in het geweid. Bij het opspo
ren en ontleden van het geweld gaat het ver
stand een vernieuwde rol spelen. We hebben
zelfs verscherpt verstand nodig om de dissonant
tussen de vreugde van pasen (de levende Heer!)
en de situatie van ons bestaan op te sporen. We
hebben nog maar nauwelijks ontdekt, hoe de
machten van geweld, slavernij en dood bezig
zijn. Aan het bestrijden moeten we grotendeels
nog beginnen.
Vandaar de aantrekkingskracht van de paas-
vreugde: al van te voren zingt overwinning in
die twee woordjes: Jezus leeft. Daar mag je best
een eitje op nemen; dat hadden de schoolkinde
ren misschien wel beter gesnapt dan ik. Maar
je hoeft er niet voor in de rij te staan om een
blik in het verleden te werpen. Het gaat om een
blik in de toekomst: hoop, bevrijding, leven. Als
dat vat op je krijgt, valt er voor morgen nog veel
te verwachten.
Ds. L. DE WIT,
Renesse.
DASEN, het feest van de Opstanding. Het heeft
naast de religieuze vooral een symbolische
betekenis. De vernieuwing die zich gaat openbaren.
Begrijpelijk dat het dus in ons voorjaar is geprojek-
teerd. De christelijke godsdienst immers was aanvan
kelijk de godsdienst van het Westen, ze vond haar
eerste vestigingen in de westelijk van Palestina ge
legen landen. De tijdsbepaling van het Paasfeest is
een kerkelijke aangelegenheid geweest, die stoelde
op de toen reeds eeuwen bestaande gewoonte
ook altijd religieus gericht om de vernieuwing in
de natuur ook met, in en voor de mensen te vieren.
Het is een zinvol iets. De vernieuwing in de natuur
kunnen we niet loochenen. Hoever we ook van het
natuurleven zijn afgeweken, de verschijnselen van de
natuur zien we, voelen we, ondergaan we. Het brengt
toch iets in ons teweeg, waardoor we haast vanzelf
sprekend ook een religieuze betekenis eraan geven.
Natuur en religie zijn feitelijk onverbrekelijk voor de
mensheid. In alle godsdiensten die ooit hebben be
staan is dat aanwijsbaar. Het kon dus niet anders
dan dat in de christelijke religie het feest van de Op
standing ook gesteld werd in de periode dat de na
tuur herrijst, zich gaM vernieuwen en tot ontplooiing
gaat komen.
f)E gedachte van de opstanding van Jezus was
en is het uitgangspunt voor de vernieuwing
van het religieuze denken, nu in christelijke zin. We
zijn door onze maatschappelijke ontwikkeling een
beetje afgedwaald van de natuur, ook van het na
tuurlijke en dus tevens religieuze denken. Daardoor
beseffen we niet meer zo goed wat dit feest van de
Opstanding eigenlijk inhoudt. Maar ook wij zijn een
produkt van de natuur, volkomen aan de verschijn
selen daarvan gebonden en ermee verbonden. En
zelfs al zijn we ons dit niet bewust, willen we het ook
niet erkennen, dan betekent dit in wezen toch ook
een verbondenheid met het goddelijke, waaruit auto
matisch een religieuze samenhang voortvloeit.
Dat feest van de Opstanding is in wezen een prach
tige gedachte. Naast de natuur wil ook de mens zelf
immers altijd weer vernieuwen; laten we liever zeg
gen: de mensheid. Ogenschijnlijk lijkt het nu alsof we
de vernieuwing, de opstanding naar een betere we
reld, alleen maar in maatschappelijk opzicht zien. Als
of daar alle religieuze- en natuurachtergronden aan
ontbreken. Doch al die maatschappijvernieuwingen en
-verbeteringen zijn in wezen niet anders dan een wis
selwerking van de natuur en onbewust stoelen ze op
religieuze gedachten en, omdat we allen voortkomen
uit de christelijke gedachtenwereld, op het mededo
gen met de medemens.
DR is niets nieuws onder de zon; het is een cir
kelgang. Het huidige streven naar meer gelijk
heid tussen de mensen is er niet voor het eerst. De
geschiedenis verhaalt meer pogingen hierop gericht,
in weer andere omstandigheden, met andere midde
len, maar feitelijk toch altijd gericht op het wezenlijke
van de christelijke gedachte: de liefde tot de mede
mens. Dan slaapt het bereikte weer een poosje in,
suddert de maatschappij er een tijdje op voort, waar
na de opstanding en de vernieuwing weer komt. Voor
jaar, zomer, herfst, wintervoorjaar.
We mogen dan nu vreselijk materialistisch lijken,
maar we behoeven toch niet te wanhopen. We kun
nen onze verbondenheid mei de natuur niet voorbij
gaan. Het ons geschonken denkvermogen dwingt ons
hieraan religieuze gedachten èn daden te verbinden,
uit welke gedachten we in wezen blijven handelen.
In het algemeen gesproken. Pasen is en blijft dan ook
altijd een feestelijk iets, de natuurlijke herinnering
aan het altijd vernieuwende. En daarvoor leven we.
H. v. WERMESKERKEN.