Naar grotere
eenheden
ook in
veilingwezen
15
Verleden week woensdag werd de nieuwe veiling Bleiswijk, ontstaan uit de fusie van de veilingen
Rotterdam en Berkel-Rodenrijs, officieel geopend. De foto geeft een buitenopname van de nieuwe vei
linghal met de afmijlnzaaL
ET behulp van statistieken kunnen veel zaken
worden bewezen. De één zweert er bij en de
ander heeft er geen goed woord voor over. Zeker
is, dat ze een goed beeld kunnen geven van bepaal
de ontwikkelingen en dat ze dankbaar vergelijkings
materiaal kunnen opleveren. Uiteraard wordt er in de
statistieken bijna altijd gesproken over de gemiddel
den en daaraan spiegelen we ons dan in de regel.
In de praktijk is het echter altijd moeilijk die gemid
delde mens of wat het dan ook mag zijn, te vinden.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek doet op
het terrein dat ze bestrijkt en dat is zeer veelzij
dig uitstekend werk. Dezer dagen konden we ken
nis nemen van een publicatie van het C.B.S. de z.g.
conjunktuurtest. Daaruit blijkt dat de bedrijvigheid van
het Nederlandse bedrijfsleven zich langzaam iets aan
het verbeteren is. De voorraden gereed produkt zijn
wat aan het afnemen en de orderontvangst kan de
opgaande lijn van het vierde kwartaal handhaven. De
ontwikkeling gaat evenwel traag zodat de orderporte-
fèuilles maar heel bescheiden toenemen. Een kwart
van de Nederlandse ondernemingen verwacht voor de
komende drie maanden een verder aantrekken van
de bedrijvigheid. Ook het Nederlandse volk kijkt wat
optimistischer aan tegen de economische ontwikke
ling in ons land.
Het C.B.S. hield ook de derde conjunktuur-enquêt-
te onder ongeveer 5000 Nederlandse huishoudens die
dan ook weer de gemiddelde Nederlander moeten
weergeven. In mei 1972 verwachtte 61 van de on
dervraagden dat het economisch in ons land slechter
zou worden in de komende 12 maanden. In oktober
1972 meenden 50% van de ondervraagden dat het
slechter zou worden in het komende jaar en in janu
ari 1973 was 47 deze mening toegedaan. 95 van
de ondervraagden is van mening dat de prijzen in het
komende jaar zullen stijgen en ruim 54 verwacht
een sterke prijsstijging. 49 van de ondervraagden
zei van mening te zijn, dat het thans een gunstige tijd
is om grote aankopen te doen.
Er staan in deze conjunktuur-enquêtte nog vele in
teressante getallen. Over het algemeen blijkt er uit
dat er vertrouwen is in het voortduren van de huidige
gunstige ontwikkeling van het economisch leven in
ons land en hierdoor dus van het welvaartspeil van
de Nederlander in het algemeen. We zijn hierop wat
uitvoeriger ingegaan omdat we van mening zijn dat
ook de ondernemer in de tuinbouw over het algemeen
met wat meer vertrouwen tegenover de toekomst
staat. Er is ook binnen onze kring weer een toene
mende wil en behoefte om grote investeringen te ver
richten. Het is ook noodzakelijk dat dit gebeurt om
zich als ondernemer in de toekomst te kunnen hand
haven.
XAEER en meer zien we rondom ons binnen het
economisch bestel het verschijnsel optreden
dat ondernemingen die zich niet hebben aangepast
aan het veranderde levens- en maatschappelijke pa
troon, het onderspit delven en van het toneel verdwij
nen. De groten worden steeds groter en de kleintjes
verdwijnen, is een gezegde dat sterk opgang maakt
en dat naar we stellig verwachten in de toekomst nog
meer zal gaan gelden.
We lazen laatst een beursoverzicht van 25 jaar ge
leden. Het is onvoorstelbaar hoeveel namen daarin
voorkomen van ondernemingen die van het toneel
zijn verdwenen. Ondernemingen die zijn opgegaan
binnen grotere concerns of soms ook eenvoudig ten
gronde zijn gegaan. Het proces van samenvoeging
en fusies gaat onverdroten voort en het blijkt niet an
ders te kunnen, want de bedrijfsgrootte van veel Ne
derlandse ondernemingen is eenvoudig te klein om
in Europees verband een woordje mee te kunnen
spreken.
Dat geldt ook voor de ondernemingen in de land
en tuinbouw. De exporteurs die onze produkten in
het buitenland aan de man moeten brengen, kunnen
dat alleen met succes doen wanneer ze in het groot
zaken kunnen doen en risico's kunnen nemen. Zo
heeft het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen
dit enkele jaren geleden reeds zien aankomen en hier
op een beleid ontwikkeld dat het mogelijk maakte
mee te spelen bij die nieuwe opzet. Het z.g. partici
patiebeleid heeft er toe geleid dat ook de exporteurs
mee konden groeien in de gewenste richting.
Nu Engeland volwaardig lid is van de E.E.G. zal
wanneer de uitvoer van onze tuinbouwprodukten geen
belemmeringen meer ondervindt, nog meer dan te
voren de noodzaak van het voldoende groot zijn van
degenen die zaken moeten doen met de Engelsen, van
belang zijn.
We hebben reeds meerdere keren geschreven over
de noodzaak dat er voldoende ruime aanvoeren zijn
van de produkten die we hebben aan te bieden. Wat
dat betreft gaat de ontwikkeling van het Nederlandse
veilingwezen ook helemaal in deze richting. Vorige
week werd de veiling Bleiswijk bij Gouda geopend. In
de geweldige hallen van dit veilingbedrijf is men inge
steld op het bevorderen van de afzet van een grote
groep van tuinders uit een wijde kring. Er wordt ge
dacht aan een omzet van 100 miljoen gulden en de vei
lingleiders van Bleiswijk stellen dat men in de groen-
tesektor met veel minder niet meer toe kan om de kos
tenstijgingen de baas te blijven en een voor de handel
aantrekkelijke hoeveelheid produkten op één punt bij
een te brengen.
GELDLENING EN LEVENSVERZEKERING
JJET verband tussen geldlening en levensverzéke-
ring is in onze tijd aan veel mensen uit de
praktijk bekend. Men wil b.v. een huis kopen, leent
daarvoor geld van een levensverzekeringsmaatschap
pij, die daartegenover als zekerheid een recht van hy
potheek verkrijgt op het huis. Bovendien moet er een
verzekering worden afgesloten voor een uitkering bij
overlijden ter hoogte van het bedrag van de lening.
De verzekeringsmaatschappij verkrijgt dan het recht
ingeval van overlijden de uitkering aan te wenden
voor aflossing van de schuld. In verband met aflos
singsverplichtingen wordt de verzekering ook wel ge
sloten tot een jaarlijks dalend bedrag. Dat scheelt na
tuurlijk in de premie.
In geval van overlijden wordt de schuld dus auto
matischafgelost. De nabestaanden, die dikwijls van
een heel wat lager inkomen moeten gaan leven, zit
ten dan niet voor de hoge lasten die een geldlening
meebrengt. Het sluiten van een verzekeringsovereen
komst in verband met een geldlening is dus een daad
van wijs beleid. Vooral als het jonge mensen betreft,
dié zich beperken tot een zuiver risico-verzekering
d.w.z. alleen een uitkering bij overlijden voor een
bepaalde datum is de premie ook niet zo hoog.
1YIIET alleen als er geld geleend moet worden,
worden verzekeringen voor uitkeringen bij
overlijden afgesloten. Het gebeurt ook dikioijls ge
noeg dat een verzekering wordt gesloten om bij over
lijden van de man, de vrouw een kapitaal te verschaf
fen. Het is alleen de verzorgingsgedachte die er dan
achter zit. Als de man overlijdt zijn de bepalingen in
de polis dan ook bijna altijd zo, dat de vrouw begun
stigde is voor de uitkering.
Kinderen delen dadrin dan niet mee, als de moeder
nog leeft. Zij worden als „tweede begunstigde" aan
gewezen. Zij komen dus op als de moeder voor of ge
lijktijdig met de vader zou zijn overleden.
Natuurlijk is het heel goed mogelijk dat het ook bij
een verzekering die verband houdt met een geldle
ning de bedoeling is, dat een eventuele uitkering al
leen aan de vrouw en niet aan de kinderen zal toeko
men. Dat een verzekering als „onderpand" dient voor
een geldlening sluit helemaal niet uit dat ook aan de
verzorgingsbedoeling recht wordt gedaan. Dat hier
moeilijkheden kunnen liggen, als de bedoelingen niet
goed op papier zijn gezet, blijkt uit het volgende ge
val, waarop betrekking heeft het arrest van de Hoge
Raad van 21 februari 1973, dat het successierecht be
treft. Het heeft echter ook betekenis voor de burger
rechterlijke verhoudingen tussen erfgenamen. Van
zelfsprekend, zouden wij willen zeggen want de suc
cessiewet sluit zich aan bij wat naar burgerlijk recht
geldend is.
IMIJNHEER Y sloot op 7 september 196*6 een levens
verzekering bij de Nillmij de naam van de ver
zekeringsmaatschappij wordt in tegenstelling tot wat
de gewoonte is, in het gepubliceerde arrest genoemd)
30.000,Als begunstigde in geval van zijn overlij
den wees hij aan zijn vrouw; als deze voor hem zou
zijn overleden, zijn kinderen. De verzekering stond
wel in verband met een geldlening, want op 29 sep
tember 1966, dus 3 weken later, leende hij van de
Nillmij. f 36.000De Nillmij kreeg recht van hypo
theek op het huis en bij de hypotheekacte werden alle
rechten uit de afgesloten verzekering aan haar over
gedragen. Bij overlijden kwam de uitkering dus aan
de Nillmij., die een eventueel overschot van uitke
ring boven de nog af te lossen lening aan de in de
polis vermelden andere begunstigde zou uitkeren.
Y. overleed op 18 december 1969. Hij liet na een
vrouw en 3 kinderen, waarvan er 2 nog minderjarig
waren. Y. was in gemeenschap van goederen gehuwd.
De Nillmij. werd door het
overlijden schuldig de uit
kering ad.
De lening was nog
Aan rente en kosten kwam
daarbij
f 29.100,—
30.000
589,66
29.689,66
De uitkering bedroeg dus in geld f 310,14
Verder was nu het huis vrij en onbezwaard.
I^ÏE erfgenamen stelden zich op het standpunt dat
1 de uitkering van f 30.000,toekwam aan de
moeder en niet aan de kinderen. Uitgaande van deze
opvatting brachten zij de boedelscheiding tot stand.
De inspecteur van successie was het hier niet mee eens.
Hij stelde dat de Nillmij. de eerste begunstigde was
geworden, en de vrouw alleen voor het overschot. De
erfgenamen allemaal en niet de moeder alleen waren
door de samenhangende transacties bevoordeeld want
zij waren daardoor van de schuld bevrijd. Het Ge
rechtshof 's-Gravenhage stelde de inspecteur in het
gelijk.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof ge
handhaafd. Dit was te verwachten, gezien haar leer
dat de uitlegging van een overeenkomst van feitelijke
aard is en de H.R. over de feiten niet oordeelt.
Het belang van deze uitspraak voor het successie
recht was in dit geval niet zo groot. Dat kan wel eens
anders zijn! Maar van veel meer belang is dat in de
polis en de acte van geldlening duidelijk tot uiting
komt wat de bedoeling van partijen is. Het blijkt dat
daaraan wel eens het een en ander mankeert. Wie in
een situatie zit als hier geschetst doet er daarom goed
aan eens na te gaan of wat hij wil ook klaar en dui
delijk op papier staat! PAAUWE.