URGENTIEPROGRAMMA 1973/74 MATIGING, OPDRACHT VOOR ALLEN "CEN dezer dagen verscheen onder de naam ■k „Greenbestek" het urgentieprogramma 1973, 74 voor de landbouw, opgesteld door het Landbouw schap. In dit 16 pagina's tellende boekje worden alle wensen voor de eerstkomende periode van de zijde van het georganiseerde agrarische bedrijfsleven nog eens op een rij gezet. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van datgene wat uit het urgentieprogramma 1972 is verwezenlijkt. Het is zeker zinvol om in deze steeds ingewikkel der wordende wereld van tijd tot tijd eens een mo mentopname te maken van wat bereikt is en wat nog verwezenlijkt kan worden. De belangrijkste zaken die het afgelopen jaar van de landbouw zijn verwezen lijkt betreffen: de gedeeltelijke invoering van de fiscale oude- dagsreserve voor zelfstandigen; de handhaving van het aparte verlaagde B.T.W.- tarief voor landbouwprodukten en het overheve len van de werktuigen naar het verlaagde tarief; de vrijstelling van landbouwtrekkers van de ac cijnsverhoging voor dieselolie. het verstrekken van rentesubsidies voor de ont wikkeling van individuele bedrijven. een aantal maatregelen voor de tuinbouw zoals de aparte tariefstelling voor aardgas, de compensa tie voor doorberekening milieuheffing op stook olie en de mogelijkheid de invoer uit derde lan den aan beperkingen te onderwerpen. Voor ons gebied komt door nog bij het openstellen tot 31 december 1972 van de mogelijkheid om in het ka der van de werkloosheidsbestrijding subsidie te verkrijgen op verbetering agrarische bedrijfsge bouwen. Daarnaast blijven er nog heel wat wensen voor de toekomst liggen, terwijl ook een paar nieuwe pun ten zijn opgevoerd. Al met al komt „Groenbestek" tot een opsomming van 37 afzonderlijke punten, waar voor de landbouw in de komende jaren maatregelen gerealiseerd wil zien. Maar onze mening een wel zéér uitvoerige lijst van, weliswaar stuk voor stuk gerechtvaardigde, verlan gens. Maar voor een urgentieprogramma hadden wij graag gezien dat wat meer de nadruk werd gelegd op de meest dringende vraagstukken. Nu moet wel eens met wat oppervlakkige formuleringen worden volstaan. In het kort zullen wij van de meest urgente zaken een overzicht geven. SOCIAAL-ECONOMISCH BELEID TERECHT staat in „Groenbestek" de inflatiebe- strijding voorop. Of daarbij het tussen over heid, werkgevers en werknemers afgesloten Centraal Akkoord inderdaad van groot belang is in de strijd tegen de voorthollende inflatie, wensen wij te betwij felen. De ontwikkeling van lonen en prijzen en de heersende grote arbeidsonrust geven in ieder geval weinig aanleiding tot optimisme. Wat de jaarlijkse vaststelling der gegarandeerde landbouwprijzen betreft benadrukt het programma nog eens de noodzaak dat prijsverhogingen worden vastgesteld op basis van rekenkundige gegevens in zake de algemeen inkomensontwikkeling, de kosten ontwikkeling in de landbouw, alsmede de ontwikke ling der produktiviteit en de marktomstandigheden. Dus geen politieke prijzen meer. Daarbij is het spoe dig tot stand komen van een monetaire unie van le vensbelang. Betreffende de onderhandelingen met Amerika over het bevorderen van het internationale handelsverkeer zal ar op toegezien moeten worden dat de E.E.G.- landbouw niet tussen wal en schip valt. Dit geldt des te meer nu het graanareaal In de Verenigde Staten met ca. 10 miljoen ha is uitgebreid en wanneer de Russische aankopen zouden tegenvallen, de extra produkten hiervan ook zeker een uitweg naar Europa zal zoeken. LANDINRICHTING EN MILIEU I?EN van de belangrijkste problemen waarmee de landbouw in deze tijd wordt geconfronteerd is de inrichting van het platteland, ook voor niet-agra- rische doeleinden en de belemmeringen en onzeker heden die daaruit voor de landbouw kunnen voort vloeien. Om zo snel mogelijk af te komen van een betrekkelijk willekeurig zich rnet de dag wijzigend be leid, met daardoor grote rechtsonzekerheid voor de boer, zal volgens het urgentieprogramma een land inrichtingswet tot stand moeten komen. In deze wet zal dpidelijk cveq evenyvichtige afweging van de be langen van landbouw, landschap en recreatie ge waarborgd dienen te zijn. Om een rationele bedrijfsvoering blijvend moge lijk te maken zal het programma voor ruilverkavelin gen in de toekomst zonder vertraging moeten worden voortgezet. De bedrijven in landschappelijk waarde volle gebeiden moeten zich eveneens voldoende Het is op dit ogenblik (vrijdag 13 april) niet een eenvoudige zaak een artikel voor de krant te schrij ven, die pas over een week uitkomt. De twee meest brandende problemen in de land bouw, n.l. de zuivelstaking en de prijzen, zijn beide in een zodanig stadium gekomen, dat tussen nu en de verschijning van dit artikel van alles kan gebeu ren. Wat het eerste betreft lijkt het haast onvoorstel baar dat er mensen in Nederland gevonden worden, die onze boeren in de situatie willen brengen, dat hun produkten, en dan nog wel de melk, in de sloot terecht zou moeten komen. Het is altijd al moeilijk geweest om te begrijpen dat het mogelijk is dat op de ene plaats van de wereld te veel wordt geprodu ceerd en elders de mensen van honger omkomen. Maar het willens en wetens vernietigen van een voe dingsmiddel stuit nog steeds tegen de borst. Zelfs de verkoop van boter voor een te lage prijs aan de Sovjet-Unie, waar men tekort aan boter heeft en bo ter gerantsoeneerd is, veroorzaakt al deining. Het is dan ook te hopen dat een dergelijke ontoe laatbare en onsympathieke situatie kan worden voor komen. Misschien zullen door de publieke opinie de zuivelarbeiders als industrie-arbeiders en niet als agrariërs worden bekeken, maar ik dacht dat voor onze boeren een zuivelfabriek helemaal^in de agra rische sfeer thuishoort. Daarom zullen wij al het mo gelijke moeten doen om deze blamage te voorkomen. LANDBOUWINKOMEN EN INFLATIEBESTRIJDING Op het prijzenfront blijkt ook weer dat men van boeren iets anders verwacht dan van andere bevol kingsgroepen. Het Algemeen Dagblad schreef op 7 april j.l. dat de boeren eens op moeten houden er vanuit te gaan dat zij wel op de zak van anderen kunnen leven. En oud-minister Witteveen snhijnt het merkwaardig te vinden dat de boeren in de E.E.G. niet toestaan dat hun inkomens lager zijn dan in an dere sectoren. Uit een oogpunt van inflatiebestrijding noemt hij dat een van de belemmerende factoren. Welke fabrikant of middenstander, vraagt het Alge meen Dagblad, heeft een bescherming als de boer? ONS COMMENTAAR kunnen ontwikkelen. Voor eventuele beperkingen in de bedrijfsvoering en ontwikkeling dient voldoende compensatie of schadeloosstelling te worden gega randeerd. Daarbij zal men naar onze mening zich ervan be wust dien te zijn dat schadeloosstelling in de vorm van geldelijke tegemoetkomingen niet altijd een op lossing biedt. In verband met de hinderwet dient op zeer korte termijn een overgangsregeling voor vee houderijbedrijven tot stand te komen. Financiële te gemoetkomingen voor bedrijven die door externe ont wikkelingen met de voorwoorden in de hinderwet in moeilijkheden komen, dienen zonder meer mogelijk gemaakt te worden. FISCALE MAATREGELEN J-JET bij de invoering van de belastingvrije pen sioenreserve voor zelfstandigen wettelijk vast gelegde percentage van 10% dient zo spoedig mo gelijk volledig ingevoerd te worden. Dit ter compensatie van de ingetrokken zelfstandi genaftrek. Evenals in sommige andere landen moet investeringen om vervuiling van het milieu te vermin deren fiscaal aantrekkelijk gemaakt worden. In verband met de noodzaak voor de landbouw om grote investeringen te plegen ter verbetering van de produktieomstandigheden, moet de schorsing der in vesteringsaftrek voor do agrarische sector worden opgeheven. Daarnaast, steil het urgentieprogramma dat het bij aankoop van land- en tuinbouwgrond en bij verhoging en overdracht van het recht van erf pacht verschuldigde overdrachcsrecht volledig afge schaft dient te worden. Wat de sociale verzekeringen betreft is de invoe ring van een volksverzekering arbeidsongeschiktheid dringend noodzakelijk. Daarbij hadden wij graag ge zien dat in het urgentieprogramma de noodzaak van het binnen de perken houden der sociale premies en uitkeringen nog eens was benadrukt! Uiteindelijk moet verwezenlijking van voorgaande zaken' vooral een verbeterinn van de relatieve inko- mensproduktie, alsmede de toekomstige ontwikke- lingsmogelijkhéden voor de landbouw tot gevolg heb ben. Het is te hopen 'dat er snel een regering zal komen die aan de verwezelijking van deze landbouwwensen zal gaan werken. Zowel in Nederlands als Europees verband! LUTEIJN. Ik zou daar eenvoudig op willen antwoorden Philips, de Hoogovens, de KLM, de Nederlandse Spoorwe gen om er zo maar een paar te noemen. Het schijnt bijzonder moeilijk te begrijpen te zijn dat de produk- tie in land- en tuinbouw om twee redenen niet pre cies is te beheersen, n.l. ten eerste niet door klima tologische omstandigheden en ten tweede niet door dat wij niet als één concern produceren maar door middel van miljoenen kleine bedrijven. Het eerste lijkt mij moeilijk te veranderen; aan het tweede is natuurlijk wel wat te doen. Er zijn landen waar men ook probeert de agrarische produkten vol ledig planmatig te laten verlopen. Het succes is twij felachtig zie het hele Oostblok maar overschot ten en lage prijzen komen dan beslist niet meer voor. Wel plotselinge behoefte aan honderdduizenden kilo's boter en miljoenen tonnen graan. Het is misschien nog maar gelukkig dat die dan in het Westen te koop zijn, waarbij ik wil opmerken dat ook ik mij erger aan de lage prijs, die men meent de Russen te moeten laten betalen. WISSELENDE SITUATIES Naar mijn mening is het voorkomen van tekorten en overschotten in de meeste agrarische produktie on mogelijk. Alleen als men ook het klimaat in handen heeft, dus b.v. in kassen en warenhuizen, kan men een heel eind komen. Juist om de gevolgen van deze situatie wat af te zwakken en ook om steeds vol doende van de meest noodzakelijke levensmiddelen te hebben voeren wij een landbouwbeleid. De arti kelen, die er niet onder vallen .zoals b.v. aardappelen, veroorzaken juist van die onaangename prijsverho gingen voor de consument of prijsdalingen voor de producent, die elkaar zo nu en dan afwisselen. Maar dat de vleesprijs zo kon stijgen lijkt mij meer een gevolg.van onze loonpolitiek dan van de schaar ste. Een hoge prijs moet n.l. volgens de theorie de vraag afremmen. Bij ons komt echter een hoge rund vleesprijs tot uitdrukking in hogere kosten van levens onderhoud en dus een loonaanpassing op basis van prijsverhoging waardoor de consument weer in staat wordt gesteld toch die hogere prijs te betalen enz., enz., enz. Ik dacht dat dit juist het probleem is waarvoor wij allen zitten. Voor het indammen van de inflatie zou het nodig zijn dat wij ons alleen matigen, dat wil dus zeggen minder aardappelen en vlees eten, maar dat willen wij niet. Wij vinden dat een ander dat maar moet doen. Dan ben ik weer terug bij de zuivelsta king, waar de vakbonden vinden dat de hoger ge- salarieerden zich maar moeten beperken, het liefst dan nog zonder dat deze mensen daar zelf over mee kunnen praten. Ir. C S. KNOTTNERUS. VAN DER PLOEG EN DE ZUIVELAKTIES Het bericht dat Sake van der Ploeg zijn funktie als voorzitter van de A.V.B. maandag j.l. plotseling heeft neergelegd, zal voor velen als een complete verras sing zijn gekomen. Immers reeds gedurende zeer vele jaren was Van der Ploeg een niet weg te denken, markante verschijning in landbouwkringen. Zeker ook door zijn vele funkties in landbouwschapsverband. Intussen betekent dit natuurlijk wel dat weer een voorstander van het redelijk overleg het veld heeft moeten ruimen. Dat volgt ook duidelijk uit de verkla ring die Van dor Ploeg uitgaf en waaruit bleek dat er eigenlijk nauwelijks nog een reden aanwezig was om tot stakingsakties in de zuivel over te gaan. Hoewel wij op het morrent dat we dit schrijven nog niet weten hoe het overleg tussen werkgevers en werknemers in de zuivelindustrie is afgelopen, houdt het aftreden van Van der Ploeg wel in dat de kansen op overeenstemming kleiner zijn geworden! Zouden ei eventueel akties komen dan zullen naar onze mening de melkveehouders in overleg met de zuivelfabrieken in ieder geval moeten proberen zo weinig mogelijk melk verloren te laten gaan. Hetzij door zelf de fabrieken draaiende te houden, hetzij door op andere wijze de consument van melk te blij ven voorzien. Niettemin hopen wij natuurlijk dat, het ook door S.E.R.-voorzitter De Pous bepleitte, rede lijk overleg uiteindelijk toch de overhand zal krijgen! LUTEIJN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 13