Rond do Soholde Koehandel bij elektriciteitsvoorziening agrarische bedrijven Standdichtheid en opbrengst van korrelmais Tentoonstelling Delta '73 van start! Op WALCHEREN is men met het zaaien en poten op veel bedrijven vrijwel klaargekomen. Dit wat be treft de gewassen die al voor inzaai in aanmerking komen. Mais en stambonen kunnen beter nog even in de zak blijven. De inzaai in voorjaar 1973 is wel één van de gemakkelijkste die we hebben meege maakt, althans zeker wat de weersomstandigheden betreft. Vrijwel geen enkele dreiging van regen zo dat zonder stagnatie kon worden gewerkt. Met het klaarmaken van het zaaibed viel het op sommige percelen nogal tegen. Het voldeed niet altijd aan de te stellen eisen. Nu we deze regels schrijven heeft het geregend, zodat verwacht mag worden dat de vochüvoorziening voldoende is, zowel voor een goede opkomst als een goede werking van de onkruidbe strijdingsmiddelen. Vooral het laatste is van het allergrootste belang in verband met de verdere ver zorging van de gewassen! Door het mooie lenteweer zijn al wat runderen naar buiten gelokt. De grasvoorraad is nog vrij ge ring, maar enig groen en buitenlucht zullen de ge- In het vlugschrift „Mais voor korrel" wordt 70.000 planten per ha als een goed gemiddelde aangemerkt. Dit advies berust op proefgegevens van andere ras sen dan de huidige. Proeven van ir. Beeken in de jaren vijftig lieten duidelijk zien dat de toenmalige rassen scherp met een opbrengstdaling reageerden op hogere plantaantallen dan 7 a 8 per m2. In het maandblad „Bedrijfsontwikkeling" van het ministerie van Landbouw No. 3, maart 1973, blz. 257 e.v. wordt deze materie door de heren ir. N. M. de Vos en J. Sinke van het Instituut voor Biologisch en Scheikundig Onderzoek van Landbouwgewassen te Wageningen, aan de orde gesteld. Een aantal proeven van het I.B.S., waarin ook de standdichtheid als proeffactor was opgenomen, le verde van het huidige ieeltadvies afwijkende resul taten. In deze proeven (1971 en 1972) kwam naar voren dat het gangbare advies van 70.000 planten per ha. niet tot de hoogste opbrengst leidde. Deze werd bereikt bij 100.000 planten per ha en wel in beide jaren en bij alle onderzochte rassen. Verder opvoeren van de standdichtheid blijkt niet tot hogere korrelopbrengsten te leiden, terwijl dan ook het korrelaandeel en het kolfaandeel kunnen dalen. Dat de opbrengst bij een aantal van 7 planten per m2 achterblijft moet worden toegeschreven aan een te gering bladoppervlak, waardoor de lichtbenut- ting te wensen overlaat. (Tot zover bedoeld artikel uit het maandblad.) Onzerzijds wordt hierbij opgemerkt, dat de verkre gen resultaten slechts betrekking hebben op een tweetal proefjaren en een tweetal proeven op lichte riVierklei. Deze gronden zijn niet zonder meer met de zeekleigronden te vergelijken. •Dit jaar (1973) zal op het proefbedrijf „Rusthoeve" o.m. een proef worden aangelegd met verschillende plantaantallen. In overleg met het Proefstation voor de Akker bouw P. A. te Wageningen komen we tot het volgen de advies: „Op de in goede kusltuiirtoestand verke rende gronden te streven naar 80.000 planten per ha, en op minder vruchtbare (kuituurtoestand) gronden tart max. 8 a 9 planten per m2 te gaan. C.A.R. GOES De bedrijfstechnisch deskun dige v. d. Akkerbouw Ing. M. MJURRE zondheid en conditie zeker ten goede komen. De fm?ÏÏ.O6^erV00rraad is op de drijven nog ruim vprh^^t' ?aarwr WOrdt mogelijk wel tegen flink verhoogde krachtvoerpryzen aangekeken. Degenen die een grote hoeveelheid in voorkoop hadden, zijn hl?Plee ,d« stalperiode goed uit de bus gekomen. De ontwikkeling in de melkveehouderij zet zich ook m ons gebied nog steeds voort. Op verschillende bedrijven is, of zal, een melktank worden aange schaft. Met alles wat hier op en aan hoort vraagt dit ook weer een zekere dosis elektrische energie. Wan neer er met voldoende „ruimte" meer is, wat betreft de capaciteit, vraagt dit de nodige voorzieningen. Deze nodige voorzieningen brengen kos en met zich mee. De praktijk is toch wel zeer verontrust over de hoogte van deze kosten. We zijn van mening dat het energieleverende bedrijf, in dit geval de P.ZE.M. een openbaar nutsbedrijf is, waarvan wordt verwacht dat de leveringsvoorwaarden van energie voor alle gebruikers niet teveel uiteenlopen. Met enige ver bazing namen we kennis van de „interimregeling elektriciteitsvoorziening", welke in het laatste num mer van dit blad werd gepubliceerd. Dit is een overgangsregeling die tot stand gekomen is tussen de P.Z.EJM. en de Gewestelijke Raad van het Land bouwschap. Gezien enkele ervaringen in de praktijk heeft de landbouw thans weinig vertrouwen in de onderhan- delingstaktiek van de P.Z.E.M. Er zijn gevallen be kend die meer het karakter van koehandel hebben! Verder zou het zeer verhelderend werken wanneer naast de tarieven voor agrarische bedrijven ook de tarieven van andere sectoren in het bedrijfsleven zou den worden bekend gemaaktjDit zou het vertrouwen ten goede komen! De landbouworganisaties zullen in deze zaak hun plaats wel kennen, zo dachten wij. Voor hen ligt hier nog een taak. Wanneer de ontwikkeling van de agrarische bedrijven op deze wijze afgeremd dreigt te worden, zullen we hiertegen met alle mogelijke middelen in het geweer dienen te komen. Ook de vertegenwoordigers van de plattelandsgemeenten in de bestuursorganen van de P.Z.E.M. kunnen moge lijk een steentje bijdragen in deze. LANDBOUWMACHINES LEVENSGEVAARLIJK VOOR KINDEREN De Arbeidsinspectie wijst er op, dat in ge bruik zijnde landbouwmachines zoals trekkers, landbouwwagens, hooiperscn en dergelijke, le vensgevaarlijk zijn voor kinderen. Tenminste 12 kinderen vonden in 1972 de dood, doordat zij van deze machines vielen of met de draai ende delen in aanraking kwamen. Spelen in de buurt van of meerijden op deze machines is voor kinderen uiterst riskant. De toegenomen mogelijkheden, om op boerderijen te kamperen, verhogen dit risico in sterke mate. Dit terwijl er juist op boerderijen volop ruimte en gele genheid is om andere recreatiemogelijkheden te benutten. Bescherm kinderen en verbied het spelen bij en het meerijden op landbouw machines! Wjj willen vanuit NOORD-BEVELAND deze keer eens niet schrijven over de stand van de werkzaam heden op het land voor de nieuwe oogst Alles is, ook bij ons, bijzonder vlot verlopen zoals in feite over de hele provincie het geval was. Een tegenvaller is de orkaan geweest, die hoewel niets vergeleken met de schade elders in het land, ook in ons gebied de nodige stroppen heeft opgeleverd. Wel hebben we zo bij onszelf gedacht, gelukkig dat de ZLM-Tentoon- stelling Delta '73 te Kamperland, waar Noord-Beve land zo nauw bij betroklren is, nog niet in opbouw was. De tegenslag was dan voor het tentoonstellings- bestuur niet te overzien geweest! Overigens komt er langzamerhand steeds meer tekening in dit voor de gehele ZLM bijzonder belangrijke gebeuren op 21 22 en 23 juni. Regelmatig vergadert het Tentoonstel- lingsbestuur en de verschillende commissies. Vele besprekingen met allerlei instanties hebben plaats en belangrijke beslissingen worden genomen. Aan in schrijvingen voor het open terrein is over de 12.000 m2 binnen en ook voör de overdekte standruimte is de belangstelling groot. Alhoewel officieel de in schrijvingstermijn is verstreken, komen er nog regel matig aanvragen binnen. De elektriciteit- en water voorziening is in principe geregeld alsmede de tele fonische aansluiting van het terrein. De aan- en af- Voerwegen naar en van het tentoonstellingsterrein is met de Rijks- en gemeentepolitie-autoriteiten, die wederom alle medewerking verlenen, besproken. Voor de bewegwijzering is O.K.-Cebeco-Handelsraad bereid geVonden deze te verzorgen. De heer J. C. Quist van de Heide. Mij, Levert weer een groot aan deel in de terreinvoorziendngen en alles wat er bij een tentoonstelling nu eenmaal komt kijken. Zo is er voor de afzetting van de terreien zO'n 1,6 km punt- draad en een 600 palen nodig! De commissie levende have heeft voor vrijdag 22 juni een programma van keuringen en demonstraties opgesteld dat zal klin ken als een klok! Door Voorselectie in Zeeland en Brabant zal het beste getoond worden. Ringmeesters en juryleden zijn of worden benaderd zodat straks de keuringen ,enz. van het getoonde rundvee, vlees vee, schapen, geiten en varkens vlot kunnen verlo pen. "Voor zaterdag 23 juni vragen de voortbereidingen van de „Zeeuwse Dag van het Paard" veel werk van de organisatoren die daarmee belast zijn. Plannen om vrijdags in de middag een werktuigen demonstra tie in de grote ring te houden, zullen, naar het zich laat aanzien, gerealiseerd kunnen worden. Als the ma voor demonstratie is Transport gekozen, een bij zonder belangrijk onderdeel in de bedrijfsvoering. Naast een interessant recreatie-object heeft één van de standhouders plannen om met een grote Zeppelin de aandacht op zijn stand te vestigen. Iets nieuws op onze ZLM-agrarische dagen! Voor het zover is op 21 juni, moeten er echter nog bergen werk verzet worden! U hoort nog nader van ons hoe het verder gaat! Zeldzaam droog weer hebben we bij het voorjaars- werk gehad. Achter elkaar is in de maand maart haast al het zaaizaad en pootgoed aan de grond toe vertrouwd. Vooral de lichte grond heeft goed ge werkt, maar aan de zware grond was duidelijk te merken, dat we geen vorst, geen nachtvorsten en praktisch geen regen in de afgelopen winter hebben gehad. Slechts het bovenste laagje van de zware grond was goed droog en vlak daaronder was de grond nog erg taai. Reden waarom ook de eggen met heel korte tanden nog maar een matig zaaibed kon den maken. Speciaal het in deze winter met de culti vator voorbewerkte land viel bij het klaarmaken erg tegen. Als er echter niet was voorbewerkt dan was het beslist nog erger geweest, want dan raakt men de weinige losse grond direkt in de gaten tussen de ploegsneden kwijt. Overduidelijk is ons weer geble ken, dat zware grond in de herfst op tijd geploegd moet worden, zodat ze de tijd heeft om te verweren. Onze pennensleep van 3 meter breed met daarop een schommelsteen gemonteerd heeft mede door de taaiheid van de grond het voorj aars werk niet over leefd. Noodgedwongen hebben we een oplossing ge vonden door twee versleten 5-velds kromtandeggen naast elkaar te koppelen en hiervan de tanden in te korten tot 8 cm. De nu verkregen werkbreedte was ruim zeven meter en de tractor had er geen moeite mee. Voor het zaaiklaar maken van het vlas- en het bietenland heeft deze egge uitstekend voldaan en we hebben deze ook gebruikt voor het gelijk rijden van het aardappelland. Daarna kan de aangedreven egge ook veel beter werk leveren! Deze laatste werkt dan meer op een konstante diepte met als gevolg, dat de aardappelen alle even diep worden gepoot, hetgeen weer minder grondverzet bij het rooien tot gevolg heeft. Door de jaren heen zijn de tractoren steeds maar zwaarder geworden en het is dus logisch, dat we het bij het voorjaarswerk meer in de breedte moeten gaan zoeken. Te oude en te smalle eggen vragen onnodig veel arbeidsuren en het is beslist het overwegen waard om eens te bekijken of we de hef- inrichting van de tractor ook bij het eggen kunnen inschakelen. Wanneer de eggen vol zitten met stenen, graszoden of lucernewortels, dan moeten we deze toch mechanisch kunnen optillen en zo ook bij de verhui zing van het ene perceel naar het andere. Het zijn zo op het oog kleine dingen, welke toch heel wat tijd vergen en voor één man toch ook vrij zwaar zijn. Een eenvoudig frame op wielen met daarop een hefcilin- der gemonteerd zou in deze zeker een oplossing kun nen zijn. Meerdere boerenzoons hebben tegenwoordig een lascursus gevolgd, dus dagen we hen bij deze uit in deze richting aan de slag te gaan! De aflevering van de consumptieaardappelen ge beurt tegenwoordig steeds meer veldgewas. Voor het zelf klaar maken van het produkt is geen personeel meer genoeg aanwezig en de handel is op het veld gewas afnemen thans ook geheel ingesteld. Bij de tar rering is ons echter opgevallen, dat het juist de gro te beschadigde knollen zijn welke het tarrapercentage heel hoog doen oplopen. Om die redenen hebben we dan ook gemeend om door vergroting van het plan- tenaantal per ha te trachten straks misschien een wat fijnere partij aardappelen te oogsten en mede hier door het tarrapercentage extra laag te kunnen hou den. Het gaat dus bij de boeren om procenten, maar uiteindelijk toch ook weer om de centen! Wat dan het voordeligst is dat trachten we te grijpen. Een boer moet nu eenmaal van alle markten thuis zijn en dat maakt juist ons vak zo boeiend en interessant. Wel komt hij wijzer van de markt thuis dan dat hij er is heengegaan; zo was het, zo is het en zo zal het wel altijd blijven! Of zouden nieuwe afzetmethoden daarin ook verandering kunnen brengen? 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 7