KNLC Hagelrisico verzekeren? Inflatiebestrjjding en prijsverhoging U' 3 Voorjaar is aangebroken. Dit betekent, dat het zaai- en pootgoed aan moeder aarde wordt toevertrouwt in de hoop, dat het een zeer goede oogst zal worden. Alle mogelijke risico's staan de agrarische onder nemer weer te wachten. Zijn inkomen ligt buiten. Als de houtduiven niet een kwart van zijn inkomen op vreten, zijn er ook nog eenden en mogelijk fazanten. Als het volgende kwart niet verregend of verdroogd, bestaat er ook een goede kans, dat de rest verha- geld. Nu is het bekend, dat de landbouwers het hagel risico niet als de meest gevreesde boosdoener be schouwen. Dit moeten wij althans opmaken uit het betrekkelijk gering percentage verzekerden. Bij de fruittelers ligt het percentage verzekerden veel ho ger. De vraag, die gesteld moet worden is of het ha gelrisico in de landbouw inderdaad te verwaarlozeh is? Als wij de jaarlijks uit te keren bedragen aan ha- gelschade zien dan is onze conclusie zeer positief n.l. dat u dit risico niet mag verwaarlozen. Is dan de premie voor het verzekeren van landbouwgewassen zo hoog? Want verzekeren kun je tenslotte zowat alles, maar uiteraard kost dat geld. Welnu, beoordeelt u aan de hand van onderstaande tarieven zelf maar of het duur isl Tarwe, gerst en rogge 2, Consumptieaardappelen 2,50 Bonen en een aantal zaden en grassen 4, Suikerbieten en pootaardappelen 4,50 Raaigrassen, blauwmaanzaad, etc. 6, Erwten (rijp en conserven) 8, Vlas, karwij en koolzaad 10, Uien 14, Alles per 1.000,verzekerde waarde. De premies van de belangrijkste landbouwgewas sen hebben wij genoemd. Op de premielijst komen uiteraard alle gewassen en rassen voor. \/OOR ieder ras is er bovendien een maximum te verzekeren bedrag gesteld. Wij willen u wel even helpen met een kostenbegroting voor uw be drijf. Grootte bedrijf 45 ha. Ons bouwplan zou zijn: 10 ha tarwe M.v.b. 3.000 5 ha gerst (brouw) M.v.b. 2.500 15 ha suikerbieten M.v.b. „5.000 2 ha vlas M.v.b. „3.000 5 ha consumptie-aardappelen M.v.b. 5.000 5 ha erwten M.v.b. „4.000 3 ha karwij (momenteel hoge prijs) M.v.b. 5.000 M.v.b. Maximum verzekerd bedrag. U moet ons niet aanvallen op dit bouwplan: 't zal wel te speculatief zijn en voor een deel achter de markt aan! Waar het in dit voorbeeld om gaat, hoe hoog zijn de premiekosten? Achter de gewassen hebben wij het maximaal toegestane te verzekeren bedrag ge noemd. De verzekerde mag wel tegen een Jager be drag verzekeren maar niet hoger. Voor de premie berekening houden wij de maximale bedragen aan: We komen voor genoemd bedrijf dan aan de volgen de premieberekening: Tarwe: 10 ha 3.000,— 30.000,—f 2,- f 60.— Gerst: 5 ha 2.500:— 12.500,— 2,— 25,— Suikerbieten: 15 ha ƒ5.000,— 75.000,— 4,50 337,50 Vlas: 2 ha 3.000,— 6.000,— 10,— 60,— Consumptie-aardappelen: 5 ha 5.000,— 25.000/— 2,50 62,50 Erwten: 5 ha ƒ4.000,— 20.000,— 8.— 160,— Karwij: 3 ha 5.000,— 15.000,— 10,— 150,— Totale premie 855,- f IT bovenstaande berekening valt op te maken, dat voor een totaal verzekerde som van 183.500,een premielast staat van slechts ƒ855, Indien lagere verzekerde bedragen per ha aange houden worden (hetgeen is toegestaan) dan komt de premie nog al lager te liggen. Het risico in aanmer king nemende is de premielast bijzonder gunstig. Bovenstaande tarieven enrbedragen gelden bij onze eigen Onderlinge Zuidelijke Hagelverzekering. Het is ons uiteraard bekend, dat een aantal leden nog el ders tegen hagelrisico verzekerd zijn. U doet ons een lol die elders te betalen premie eens met onze ta rieven te vergelijken. Zeer beslist moet u dan in het onderhavige voorbeeld ver over de 1.000,premie betalen. Waarmede wij maar willen zeggen, dat u op dit onderdeel van verzekeringen ook alweer teveel premie zit te betalen en niet zo'n klein beetje. Of u betaalt graag veel of u moet er voor zorgen zo snel mogelijk bij onze Onderlinge Zuidelijke Ha gelverzekering Maatschappij te komen. Alle inlichtin gen en formulieren steeds verkrijgbaar op het Land- bouwhuis te Goes. DE L 11ARDNEKKTGE geruchten vertellen dat de drie nieuwe lidstaten van de E.E.G. dit jaar en mis schien ook nog wel langer tegen iedere prijsverhoging van agrarische produkten binnen de Gemeenschap zouden zijn. Het is daarom bijzonder verheugend dat onze collega's uit de drie lidstaten duidelijk van hun mening hebben blijk gegeven dat zij het met de op vatting van hun regeringen niet eens zijn. Hoewel zij al tijdens de vergaderingen van het COPA duidelijk hadden blijk gegeven van hun mening en 'het voor stel van het OOFA dus ook volledig onderschreven hebben zij nu om iedere twijfel weg te nemen nog weer in een apart perscommuniqué, dat niet alleen in Brussel maar ook in Londen, Dublin en Kopenhagen is gepubliceerd nog eens uitdrukkelijk verklaard dat het COPA standpunt hun standpunt is. Juist met het oog op deze hardnekkige geruchten zijn wij hen daar dankbaar voor. INFLATIE IN" deze wereld van inflatie is 'het overigens wel be- grijpelijk dat de regeringen zich keren tegen iedere kostenverhoging. Wanneer men dit consequent doorvoert, zoals de regering Heath in Engeland dat voor 90 dagen heeft geprobeerd, dan kan men daar in zoverre vrede mee hebben dat het inderdaad conse quent is en dat het ook maar om een korte pe riode gaat. De Engelse regering had van te voren reeds aangekondigd dat het niet langer dan 90 dagen zou duren en dat in die 90 dagen de politiek voor daarna zou worden uitgewerkt. Bij die uitwerking bleek dat een totale prijsstop onmogelijk is te hand haven. Een politiek op langere termijn heeft nu een maal de verplichting rekening te houden met de wet ten van de economie en ook met de rechtvaardigheid ten opzichte van producent en consument. RECHTVAARDIGE VERDELING EN BOERENINKOMEN lyiERKWAARDIGERWIJS zit de landbouw, zodra het gaat om de rechtvaardige verdeling van de lasten van de inflatiebestrijding, opgescheept met een last uit het verleden. Vroeger toen de welvaart nog niet zo groot was, toen het overgro' e deel van het in komen van de gemiddelde man en daar onder werd opgemaakt aan de voeding, toen waren de kosten van voedingsmiddelen natuurlijk de grote oorzaak van druk op de lonen. Die kosten konden dus een heel duidelijke reden zijn van inflatie. Als men de kosten van voeding laag kon houden kon men lage lonen be talen en was de concurrentiepositie goed. Er zijn nog altijd ongelooflijk veel mensen die menen dat men de inflatie nog steeds kan bestrijden met het laag houden van het boereninkomen. Men scheert dan de prijzen in de winkel en de prijzen af boerderij over één kam en vergeet voor het gemak dat ook de kosten op de boerderij door de inflatie worden verhoogd, waardoor er voor de boer niets overblijft. De statistieken spreken duidelijk heel andere taal. Het verteerbare boereninkomen is maar enkele pro centen meer van het na' ionale inkomen en men kan er dus niet veel meer doen. Maar bovendien speelt de voeding in het budget van de consument ook lang niet meer die rol. Men zou dus beter moeten weten. Bij de huidige prijsvoorstellen blijkt dat de regerin gen van de toetredende landen ook niet goed kunnen rekenen misschien kunnen zij het wel maar willen zij het in dit geval niet. (Zie verder pag. 4.) wijzigingen van de wettelijke bepalingen van de inkomstenbelasting, in werking getreden op 1 januari 1973, met betrekking tot het schijventarief, de aparte belastbaarstelling van de arbeidsinkomsften van de gehuwde vtouvj en de mogelijkheid tot het vormen van een fiskale oudendagsreserve voor zelf standigen hebben in publikaties en vergaderingen al veel aandacht gekregen. Vooral de eerste twee punten die wat de loonbe lasting betreft direct moesten worden toegepast en in de inhoudingen tot uitdrukking komen kregen de veile aandacht. Daarbij bleek dat de gehuwde vrou wen veelal meer moeten betalen in 1973 dan in 1972, maar daar gaan wij nu niet op in. De vorming van de fiscale oudendagsreserve voor zelfstandigen zal in hoofdzaak eerst na 1 januari 1974 zijn praktische toepassing krijgen. Het zijn ook die bepalingen, die wat hun uitvoering betreft, het meest ingewikkeld zijn. s Het is daarom dat aan deze reserve in onze arti keltjes nog niet zoveel aandacht is besteed als aan de twee andere ingrijpende veranderingen, het schij ventarief en de arbeidsinkomsten van de gehuwde vrouw. Wij willen ons ook nu nog beperken tot het aangeven van de voorwaarden die gelden bij de op bouw van de oudendagsreserve en de afname van die reserve. VOORWAARDEN BIJ OPBOUW VAN DE RESERVE 7 Elke ondernemer die winst geniet uit een zélf- standige onderneming of zelfstandig beroep in de leeftijd van 1865 jaar mag de reservering toe passen. 2. Toevoeging aan de reserve vindt plaats tot een, bedrag van 10 van de winst met een minimum van 500,en een maximum van f 7.500(zie overgangsregeling) 3. Toevoeging geschiedt automatisch doch blijft, bij een nadrukkelijk bij de aangifte te doen verzoek, achterwege. VOORWAARDEN VOOR EN BIJ AFNAME VAN DE RESERVE 7 Indien de winst kleiner is dan 15.000,vermin- dert de reserve met f 300,(belastingvrij) 2. Indien de reserve groter is dan het ondernemings vermogen wordt de reserve teruggebracht tot het ondernemingsvermogen en dit verschil progres sief belast. 3. Bij overlijden vervalt de reserve en wordt dit bedrag van reserve belast met het tarief van 25 50 4. Bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd vervalt de reserve ineens en wordt dan belast met het tarief van 25—50 of wordt de afname gespreid over 5 jccar en wordt dan progressief belast. OVERGANGSREGELING 7 Voor 1973 - 1974 - 1975 geldt als toevoeging -L slechts 5 met een minimum van f 500,— en een maximum van f 3.750, 2. Voor ondernemers die op 1 januari 1973 respec tievelijk 60 - 61 - 62 - 63 of 64 jaar zijn geldt een extra toevoeging die beloopt 4 -8-12-16 - 20 van de gemiddelde winst over 1970 - 1971 - 1972, Zoals uit het vorenstaande blijkt zal de toepassing de nodige hoofdbrekens medebrengen. Het ogenblik kelijke voordeel zal over het algemeen te berekenen /wn of toepassing in het geheel bezien voordelig is alleen achteraf vast te stellen! Uitgaande van de re gel dat één vogel in de hand beter is dan tien tn de lucht zal dikwijls toepaStsing worden gevraagd. Op onze lezingen deze winter hebben wij meerdere malen een vergelijking getroffen met het roken. Vele mensen vinden het prettig, maar of de gevolgen gun stig zullen zijn is niet te voorspellen. Zo zien wij ook de oudendagsreserve in de vorm en op de voorwaar de zoals wij deze nu moeten toepassen. PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 3