Kampeerverordening Noord-Brabant Kamperen op boerderij en inschrijving handelsregister VRIJDAG 16 MAART 1973 61e Jaargang - No. 3173 PROVINCIALE Staten van Noord-Brabant heb- ben een nieuwe kampeerverordening vastge steld, waarmee de van 1953 daterende regeling van het kamperen is vervallen. Deze verordening is mede van belang voor die landbouwbedrijven, die het in dividueel kamperen op het erf willen toestaan. Deze vorm van recreatie neemt de laatste tijd steeds meer toe en staat in het middelpunt van de publiciteit. Het boerenbedrijf zal daarbij uiteraard niet het karakter mogen verkrijgen van een commercieel kampeerbe- drijf, immers daarvoor zijn de officiële kampeerplaat sen. Het kamperen op de boerderij blijft dan ook be perkt tot ten hoogste 12 personen in maximaal 3 kam- peereenheden. Dit kamperen is gebonden aan een vergunning van burgemeester en wethouders, die hieraan voorwaar den kunnen verbinden in het belang van de openbare orde, zedelijkheid, gezondheid, veiligheid en ter be scherming van het landschapsschoon. In elk geval zal hieraan de voorwaarde worden verbonden, dat de kampeereenheden na afloop van de door hen gestel de periode verwijderd moeten zijn. Caravans b.v. zul len niet het gehele jaar door mogen blijven staan. TATAAROM deze beperking van maximaal 3 kam peereenheden en ten hoogste 12 personen, ter wijl Zeeland in zijn verordening een maximum van 5 eenheden, resp. 20 personen heeft gesteld? Hierover is uitvoerig gediscussieerd, waarbij als motief naar voren kwam, dat een landelijke algemeen kampeer- wet op komst is. Afgewacht moet worden welk maxi mum voor het kamperen op de boerderij in deze wet gesteld zal worden. Mocht dit maximum hoger liggen dan thans voor Noord-Brabant is vastgesteld, dan is het gemakkelijker deze norm te verhogen, dan dat deze verlaagd zou moeten worden. De verordening bevat twee uitgangspunten: a. een beperking van het kamperen naar de plaats. b. een verbod om een kampeerplaats te exploiteren zonder vergunning van gedeputeerde staten (cam pings) of van burgemeester en wethouders (boer derijen). I-IET individueel kamperen op perceeltjes her en der verspreid, los van boerderijen, wordt hier mee uit een oogpunt van landschapsschoon aan ban den gelegd en zal voortaan gebonden zijn aan een vergunning van burgemeester en wethouders. Hier voor is een overgangsbepaling van drie jaar in de verordening opgenomen. Volgens dit systeem zal derhalve drie jaar na de inwerking treding van deze verordening het kamperen op een eigen perceeltje slechts mogelijk zijn met een vergunning van burge meester en wethouders. De gemeenteraad is daarbij op grond van de wet op de ruimtelijke ordening het bevoegd orgaan om regels te stellen inzake het ge bruik van de grond en kan daarbij in het kader van het bestemmingsplan beperkende gebruiksregelen vaststellen. Dit houdt in, dat voor deze gevallen geen schadevergoedingsbepaling in de verordening is op genomen. \700R de landbouwers is van belang, dat het in dividueel kamperen beperkt blijft tot het erf van de boerderij. Op naastliggende of vereer van de bedrijfsgebou wen liggende percelen mag dus niet gekampeerd wor den. Tenslotte nog de termijn, gedurende welke ge kampeerd mag worden. De ontwerp-verordening ging oorspronkelijk uit van een periode van ten hoogste 4 maanden, gelegen tussen 1 juni en 1 oktober. Door de staten is vastgesteld, dat kamperen is toe gestaan gedurende de periode van 8 dagen voor de eerste Paasdag tot en met 8 dagen vóór de eerste Pinksterdag tot en met 31 oktober. De verordening is op 15 maart 1973 in werking getreden. KORTEWEG. TEDERE Nederlander wordt geacht ,,de wet" te A kennen. Een theoretisch uitgangspunt, waar in de praktijk natuurlijk geen sprake van is. Voor het dagelijks leven brengt dit echter meestal geen direk- te moeilijkheden met zich mee. De overheid zorgt op velerlei gebied voor de nodige voorlichting opdat de burger op de hoogte is van hetgeen wettelijk is vast gelegd en waaraan men zich dus te houden heeft. Daarnaast zijn er veel instanties die op basis van een wet bepaalde bevoegdheden zijn toegekend. In stanties die door voorlichting in pers en anderszins er voor zorgen dat belanghebbenden op de hoogte zijn en blijven van hetgeen wordt vastgelegd. Een goed voorbeeld hiervan zouden wij het Landbouw schap willen noemen die in openbare bestuursverga deringen besluiten neemt en door middel van pers berichten, nieuwsbrieven enz. er zorg voor draagt dat een en ander voldoende bekend wordt. p EN instantie waar de landbouw over het alge- meen weinig mee te maken zal hebben is de Kamer van Koophandel. Deze zijn ook belast met de uitvoering van de Handelsregisterwet waarin is vast gelegd dat ondernemingen verplicht zijn zich in het Handelsregister te laten inschrijven. In deze wet is de landbouw uitdrukkelijk van deze inschrijfplicht uitgesloten. Onder landbouw te ver staan: akker- .en weidebouw, vee- en pluimveehoude rij, tuinbouw, griendhout en in het algemeen elke vorm van bodemcultuur. Dit echter voorzover het een on derneming betreft die een andere rechtsvorm heeft dan een vennootschap. Bijvoorbeeld de N.V., B.V. en Vennootschap onder firma zijn wel inschrijfplichtig. Het Boekhoudbureau kan U daarover nader inlichten. T AAT de ondernemer echter naast zijn landbouw- bedrijf nevenaktiviteiten ontwikkelen, dan wordt hij wel inschrijfplichtig in het Handelsregister. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een gedeel te van zijn bedrijf beschikbaar wordt gesteld voor het plaatsen van caravans, tenten, zomerwoningen enz. Toevalliger wijze werden wij daarop onlangs gewezen door iemand die plannen in die richting had. Redenen om ons voor nadere inlichtingen tot de Kamer van Koophandel te Middelburg te wenden. Daar bleek men gaarne bereid nadere informaï.o over e.e.a. te verstrekken. Vooropgesteld moet worden dat een Ka mer van Koophandel autonoom is. Hetgeen voor deze Kamer aan richtlijnen is (wordt) vastgesteld kan dus, elders hiervan afwijken. Voorlichting in de vorm van perspublikaties of anderzins blijkt men van die zijde echter niet te geven, zodat ter plaatse geïnformeerd zal moeten worden. TA7IJ komen nu tot de kern van de zaak n.l. wan- neer wordt een landbouwonderneming inschrijf plichtig in het Handelsregister en wanneer gaat de Kamer van Koophandel over tot het heffen van een verplichte bijdrage verschuldigd wegens het inschrij ven? In het algemeen zal dit het geval zijn indien een kampeerbedrjjf bedrijfsmatig wordt uitgeoefend. Dit kan blijken uit een aantal feiten als: 1e. De continuïteit - er wordt regelmatig gekampeerd op het landbouwbedrijf en niet incidenteel; 2e. Het aantal geplaatste tenten - caravans. Hoe gro ter het aantal geplaatste tenten - caravans hoe eerder van een bedrijfsmatige uitoefening gespro ken zal kunnen worden. Uitzondering wordt ge maakt voor tent-caravans van direkte familie en in het kader van het kamperen op de boerderij geplaatste caravans - tenten tot een maximum van 3. Dit echter met dien verstande dat de be trokken ondernemer niet door middel van adver tenties, V.V.V. of anderzins in het openbaar van deze recreatieaktiviteit kennis geeft; 3e. indien anders dan min of meer provisorische sa nitaire voorzieningen getroffen zijn, electrische aansluitingen beschikbaar worden gesteld, wind scherm of andere afscheidingen worden ge plaatst; 4e. Aparte administratie gevoerd wordt. LHOEWEL de ondernemer in de landbouw die nevenaktiviteiten gaat ontwikkelen volgens de letter van de wet in feite voor zijn gehele bedrijf in schrijfplichtig wordt en over het daarin geïnvesteerde bedrag zijn bijdrage aan de betreffende Kamer van Koophandel zou moeten betalen acht men dit van die kant geen redelijke zaak. Vandaar dat de heffing al leen wordt geheven over de neven(kampeer)aktiviteit. Om enig idee te geven over de hoogte daarvan het volgend: De kosten van de laagste groep bedragen voor het eerste jaar 28,verhoogt met 10% opcenten voor de S.E.R. volgend jaar ƒ14,verhoogt met 21 opcenten voor de S.E.R. Indien een hoger bedrag is of wordt geïnvesteerd wordt de bijdrage verhoogd overeenkomstig de bij de wet daarvoor gestelde groepen, waaromtrent de Kamer van Koophandel U nader kan inlichten. Daar in de verschillende publikaties over kamperen op de boerderij enz. de inschrijving in het Handels register nergens wordt genoemd leek het ons nuttig hierop te wijzen. BLANKSMA.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 17