Rond de Schelde Vlaamse bietentelers krijgen goede begeleiding UIT DE PRAKTIJK Kunstmeststrooien - juiste afstelling Grote belangstelling voor snijmaisteelt Dijkweiland meer last dan een lust Met het spuiten van bodemherbiciden wordt wat betreft het tijdstip van toepassing wel eens gegokt. Direct spuiten na het zaaien van het gewas geeft de meeste zekerheid van slagen, maar het gokken op een „vlak voor opkomst" bespuiting en deze dan liefst nog gevolgd door een regenbuitje kan wel eens heel slecht uitkomen. Als we kans hebben om te spuiten dan moeten we die kans ook grijpen, want de weers gesteldheid hebben we niet in de hand. Hoe meer we ons bij de opstelling van ons spuit- plan in de hele spuitmaterie verdiepen hoe moeilijker het allemaal dreigt te worden. Vroeger beschikten we slechts over enkele middelen, maar thans moeten we beslist een keuze maken en dat middel of die meng sels van middelen kiezen welke bij het gewas, het on kruidsortiment, de afslibbaarheid en het humusgehal- te van de grond passen. Dit alles is niet zo eenvoudig en door de vele soorten van onkruiden heel moeilijk te verwezenlijken. Het moeilijkste te bestrijden zijn wel de laatkiemeride onkruiden. Deze komen pas aan het licht als de gewassen eigenlijk te groot zijn om er nog de ene of andere ingreep in uit te voeren. Een volledige handwerkloze tèelt is en blijft daarom een lot in de loterij en veel geluk is daarbij gewenst. In vroegere jaren moesten we om schone gewassen te verkrijgen veel wieden en ook met de hand wieden waar geen onkruid stond, dus ook in ogenschijnlijk schone grond. Dit laatste was juist het geheim van de smid en dit is in weer latere jaren vervangen door het gebruik van onkruideggen. Soms vraag je je wel eens af of we de onkruideggen thans niet te weinig van stal halen. De bewerkingen hiermede zijn spot goedkoop en in kiemstadium zijn alle soorten van on kruiden er goed mee te bestrijden. Vooral na een lichte korstvorming werkt dit ideaal. Bij onze plan ning mogen we hieraan toch wel eens denken en mis schien zijn er de spuitkosten ook wel mee in toom te houden. De kans op een goed inkomen is bij verlaging der kosten nog altijd het grootst. Buurman heeft pas studie gemaakt van de spuitre- sultaten van de chemische onkruidbestrijding op zijn wintertarwe welke hij in de afgelopen herfst heeft uitgevoerd. Niet alleen de erg kluiterige stukken kan Dus ongunstig, wat vul. komt door het minder diep koppen. In de kop zou n.l. vier maal zoveel kali voor komen dan in de rest van de biet. De fabriek gaat nu een systeem ten uitvoer brengen waardoor het in de praktijk niet te stuiten hogere koptarra, met als ge volg dus meer kali bij de verwerking, er weer gro tendeels uit gehaald kan worden. De uitbetalingsprijs lag het afgelopen jaar op 976 frank (=plm. ƒ70,25) bij 16% incl. BTW. Voor 1973 zal deze incl. BTW en andere toeslagen op 1027 frank plm. ƒ74) uikomen. Aandelen of certificaten zijn er niet. De begeleding door de fabriek aan hun bietentelers is er goed. Momenteel leidt de fabriek een aantal specialisten op die straks de boer zullen bijstaan. Per ha bieten heeft elk recht op 2500 kg droge pulp tegen een gunstige prijs. Tegenover eindafstandzaaien staat men, mits de omstandigheden erg gunstig zijn nogal sceptisch. Het ras Monohill deed het ook in dat gebied goed. Ge waarschuwd werd ook tegen een te hoge N-gift. Veel stikstof geeft meer natuurlijke bietenwegval tijdens de groei. Een voldoende fosfaatvoorziening geeft minder vertakking. Het middel Temik 10 G staat er goed in de belangstelling. De 25 kg-toepassing is er nog niet toegela'en. Bij de keuze van het spuittijdstip tegen de groene luizen wordt de temperatuur meer bepalend geacht dan de aantallen via tellingen. Voor de chemische onkruidbestrijding werden vele mogelijkheden aan gegeven, wat inhield dat een „gewone" boer het niet meer kan begrijpen. Bladvoeding achten zij voor verachterde bieten een zeer verantwoorde toepassing. Het leek uw rubriekschrijver interessant iets over Belgische bietenaspekten mee te delen. De sfeer was er gemoedelijk en gezelling, doch voor discussie met de zaal werd geen gelegenheid gegeven. Voor een Zeeuwsvlaamse boer was het beslist een leerzame avond. Uw rubriekschrijver uit WEST ZEEUWSCH- VLAANDEREN werd onlangs uitgenodigd voor het bijwonen van een vergadering van Belgische bieten telers in St. Lourens (juist over de grens), georga niseerd door de suikerfabriek te Moerbeke in Oost- Vlaanderen. Deze fabriek verwerkt 10 van de to tale Belgische produktie en maakt een gezonde ex pansie door. Daardoor wil men in de nabije toekomst een groter areaal bieten contracteren. Ze hebben o.a. ook hun oog laten vallen op Zeeuwsvlaamse boeren langs de grens. Op deze goed bezochte en zeer in- sfruktieve bijeenkomst waren dan ook een 30 tal „Hollandse" boeren aanwezig. De dagcapaciteit van deze fabriek ligt zodanig hoog, dat de campagne slechts 66 dagen duurt en pas op 9 oktober het afgelopen jaar behoefde begonnen te worden. Ook in Vlaanderen was de kg-opbrengst het afge lopen jaar laag, n.l. 41 ton per ha met 15,4 suiker. De huidige rassen, waarvan de kg-opbrengst meer naar voren treedt dan 'het gehalte, geven steeds meer melasse; n.l. 2,2 tegenover vijf jaar geleden 1,7 Op S C HO U WEN-DUI VELA ND, wij schrijven 5-3, hebben de voorjaarswerkzaamheden begin maart een aanvang genomen, evenwel nog op zeer beperkte schaal. Geen vorst en de ongeveer 60 mm regen in februari hebben tot nu toe in zijn algemeenheid geen aanleiding gegeven tot activiteiten over te gaan. Ge noemde faktoren zijn de oorzaak dat het oppassen zal worden bij het klaar maken van een goed zaai - poot- bed. Vermoedelijk zal men veel geduld op moeten brengen om iets goeds te kunnen bereiken. Gezien de grote verschillen in grondsoort is het te hopen dat we niet het beeld te zien krijgen van het min of meer „opgejaagd" worden door enkele „vluggers"! Wat een goede grondbewerking in het voorjaar t.a.v. bet zaaien - po', en kan betekenen is een ieder wel duidelijk. Momenteel bestaan de werkzaamheden hoofdza kelijk nog uit kunstmeststrooien. Voor zover dit door pendel- en centrifugaalstrooiers gedaan wordt, is het geen overbodige luxe om hier nog eens te wijzen op een juist gebruik en afstelling, want in de praktijk on'breekt het hier nog wel eens aan. Vooral gezien tegen de achtergrond van de krappe arbeidsbezetting op onze bedrijven, is het wel nood zakelijk om in al die gewassen, waarin we het on kruid goed te lijf kunnen gaan, dit beslist niet na te laten, om zodoende in een volgend jaar, wanneer we een ander gewas telen, waarin chemische onkruidbe strijding moeilijker of riskanter is, minder last te hebben van het altijd maar terugkerende onkruid. Hierbij wordt gedoeld op onkruidbestrijding in win tertarwe. Er.zijn vele mogelijkheden. Benut deze wel! De stand van de wintertarwe is momenteel goed. T.a.v. de N-bemesting zouden we dit voorjaar meer nog dan andere jaren, kunnen overwegen een gedeel de N-gift toe te passen inplaats van alles in één keer. Proeven, van de laatste jaren bewijzen, dat ge deelde N-gift op wintertarwe de hoogste opbrengst geeft. Het bleef op WALCHEREN ook in februari vrij droog. De totale hoeveelheid neerslag in december, januari en februari bedroeg ongeveer 100 mm. Vorige winterperiode was dat ongeveer 75 mm. Dit zijn geen officiële waarnemingen maar die van uw ru briekschrijver zelf! De veel gewenste nachtvorst is nog maar sporadisch opgetreden. Er is dan ook nog weinig kunstmest gestrooid. Blijft het droog, dan zal de grond binnenkort ook wel redelijk berijdbaar zijn zonder nachtvorst. Vooral als het weer een wat meer drogend karakter krijgt. Voor de inzaai is het nog Vroeg, maar we hebben de laatste jaren ervaren dat ook in ons gebied na een droge winter de grond snel bekwaam is voor bewerking. Zonder naar de buur man te kijken zullen we zelf beslissen wanneer met de inzaai begonnen kan worden. De belangstelling voor de teelt van snijmais is groot. De tijd zal leren of de oppervlakte van 1972 dit jaar zal verdubbelen of verdrievoudigen. Op de bedrijven waar deze winter snijmais beschikbaar is, zijn de ervaringen overwegend gunstig. De voeder bieten zijn en blijven een smakelijk voer, maar ze kosten zeer veel arbeidsuren voor ze in de koeien- maag verdwijnen. Bovendien vragen ze nog extra arbeid voorzover ze nog per 1 april aanwezig zijn. Ze moeten dan spuitvrij zijn! Een reden te meer om het voederplan zo op te stellen dat de voorraad per 1 april zo gering mogelijk is, of helemaal opgevoe- derd. We willen geen pleidooi houden voor het vol ledig verdwijnen van de voederbietenteelt; we gelo ven daar zelf niet in, maar de cijfers wijzen wel uit dat het met veel minder voederbieten ook gaat. Vol gens de meitellingen van het C.B.S. bedroeg de op pervlakte voederbieten in ons gebied in: 1951 641 ha: 1955 581 ha; 1960 521 ha; 1965 850 ha; 1970 265 ha en in 1972 221 ha. In 1972 dus nog ruim 1/3 van de oppervlakte van 1951. De prijs van het krachtvoer is deze winter om1 de bekende reden sterk gestegen. Deskundigen beweren dat deze stijging niet vlug ongedaan zal zijn. De prij zen zullen de komende jaren wel op het huidige n>- veau blijven. Een reden temeer om nog meer aan dacht te besteden aan de winning van ruwvoer met goede kwalitei De voerkosten zijn een belangrijk (percentage van de totale kosten in de veehouderij sector. >Op NOORD-REVELAND is maar weinig weiland meer. Alles wat enigszins geschikt is voor bouwland 'wordt omgeploegd. De nog overgebleven weilanden fcijn daarom in 't algemeen niet van de beste soort. Wat er op gehouden wordt zijn vooral mes vee, jong vee en schapen. Tot weiland kunnen ook de dijken gerekend worden. In oppervlakte beslaat ze zelfs het grootste deel! Wat 'exploitatiemogelijkheid be treft zijn ze tegenwoordig het slechtste deel! De koeienwach'ers van de binnendijken en de schapen houders van de zeedijken, die de ouderen onder ons zich nog best kunnen herinneren, zijn verdwenen. Door de hoge lonen en de leerplicht werden ze uitgeschakeld. Hetgeen overigens niet wil zeggen dat de lonen maar laag hadden moeten blijven en dat men het onderwijs maar aan z'n laars had moeten blijven lappen! Het probleem van het wegvallen van de mense lijke arbeid, hebben de boeren in dit geval op trach ten te lossen door het afrasteren van de dijken. Dat is per oppervlakte weiland evenwel duur, zowel bij de aanleg als in onderhoud, speciaal als er schapen worden geweid. Toch lokt vooral dit schapenhouden de laatste jaren omdat de prijzen van schapenvlees, wol en lammeren goed zijn en de pacht van de dij ken laag. Menigeen ziet er wel een boterham in. Het ongeluk is echter dat beginners de hoeveelhid gras van hun dijk te hoog, en de eetlust van de scha pen benevens de rompslomp die ze meebrengen, te laag schatten. Er moet dan bijgevoerd worden, waar door vertrapte kale plekken ontstaan; er komen al lerlei kotjes aan de dijk van oude planken, deuren, palen, stropakken, enz. Het maakt het landschap beslist nie fraaier, om van de last die omwonenden ondervinden van uitbrekende schapen verder maar te zwijgen. Dijken waarvoor geen pachter is te vinden, pro beert men nog wel eens te hooien. Als het hooi duur is, kan het nog iets opleveren, maar meestal worden de kosten te hoog en laat men de dijken voor wat ze zijn. Het gevolg daarvan is een ruige begroeiing me' zure grassen en brandnetels en een kweekplaats van ratten en andere schadelijke dieren. Nee, het heb ben van dijkweiland is hier nu meer een last dan een lust. Er is geen droog brood mee te verdienen! hij er goed in terug vinden, maar tevens de percelen waar met iets te veel wind is gespoten. Verder heeft de grootste fout gelegen in de ophanging van zijn spuitmachine en in de stabiliteit van de sproeiboom welke net iets te veel heeft geslingerd en waarvan een ongelijke dosering uiteindelijk het gevolg is ge weest. Het let allemaal zo vreselijk nauw, maar als we het doen moeten we ook proberen het goed te doen. Zo is het rijden met een centrifugaalkunstmest- strooier ook precies werk. Aan een zaaimachine wer ken we al jaren met markeurs, maar bij het spuiten en kunstmeststrooien nemen we veelal nog genoegen met een stok en het even afstappen van de werk- breedte. Op deze manier zijn we „daaromtrent" aan het werk en blijven we slechts zweven in de nabij heid van het doel dat we nastreven. Modern boeren eist nu eenmaal precies uitvoeren en dat kost niet veel meer. We zitten weer begin maart en op de licntere gronden wordt er weer heel wat gezaaid. In het voor jaar is het maar een paar weken echt druk en het is daarom van groot belang dat we het land heel goed klaar maken Later bij het oogsten hebben we daar alleen maar heel veel gemak van, want op gelijk land kunnen de oogstmadhines veel beter werk leveren. Gedenk: „Haastige spoed is zelden goed".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 5