Rond de, Si holde Weinig animo voor rentesubsidie S(ave) O(ur) L(osses) Vergadering planning wenselijk Belangstelling voor snijmais neemt toe! 5 Ook op THOLEN en ST. PHLIPSLAND zitten we verlangend te wachten op wat nachtvorstjes of een periode lichte vorst om met name het kalizout over het land te kunnen strooien. In de eerste plaats om de eventuele zoutschade zoveel mogelijk te voorkomen, maar anderszijds toch ook om wat spreiding te krijgen in een naar mijn smaak toch altijd nog vrij zwaar en vuil werk, want niet alle gronden lenen zich voor een najaarsbe mesting. De hoeveelheden die in korte tijd verwerkt moeten worden zijn vooral op het akker bouwbedrijf vrij groot terwijl de beschikbare mankracht steeds klei ner wordt. Het lijkt ons dan ook dat er wel wat geexperimen- teerd zal worden met losse verwerking. Met name dan los van de kipper in de strooier omdat andere methoden veelal te duur zijn. Hiervoor is het wel van belang dat we van slechts enkele soorten uit gaan. De ƒ1 korting per 100 kg, het niet meer in handwerk vullen, en het verlost zijn van de lege plasticzakkqfn, zijn aantrekkelijke omstandigheden om het te proberen. Bovendien veroorzaken de nu gebruikte ventielzakken nogal was verlies. Niet dat dat veel kilogrammen zijn, maar het veroorzaakt wel een enorme vieze toestand. Wanneer je als praktisch boer de artikelen volgt in dag- en vakbladen over de S.O.L., bekruipt je toch wel een beetje de angst en je vraag je af: hoe kan dat en wie zal volgen? De letter S.O.L. doen ons een beetje denken aan S.O.S. en we weten allemaal wat dit noodsein betekent. Ook dat het de Engelse afkorting is van Save Our Souls. In navolging hier van zou menig boer kunnen roepen: Save Our Losses. Dat er in een coöperatie op een dergelijke manier gegokt kan worden is een onverdraaglijke gedachte, die toch menige boer de haren ten berge zal doen rijzen. Het blijkt dan ook helaas dat de vrees niet ongegrond was, die bij velen onzer leefde, dat bij het groter worden der coöperatie's steeds minder mensen steeds grotere beslissingen moeten nemen en dat een weieens grote gevolgen kan hebben als een foutieve beslissing wordt genomen. Ons dunkt dat we ook meer moeten aandringen op groter openheid met name wat betreft de hande lingen van besturen en direkties in onze top-coöpe- raties. Want wat weet b.v. infeite een aandeelhouder van de 'Suiker-Unie over de deelneming in andere ondernemingen? En hier wordt toch ook gewerkt met gelden door diezelfde aandeelhouders bijeen ge bracht! De diverse besturen en direkties moeten zich dan We schrijven half februari in WEST ZEEUWSCH- VLAANDEREN, terwyl het nog steeds zacht weer is. De afgelopen week dreigde het even winters te wor den. Het vroor een paar nachten iets en we zagen sinds twee jaar weer even wat sneeuw. Het lijkt erop of we de laatste jaren een klimaatsverandering on dergaan. Tarwe en karwij groeien nu zelfs in februari nog door. Mocht er toch nog een vorstperiode komen, dan geloven we dat dit een nadelig effekt zal hebben op deze gewassen. Het voorjaar nadert echter snel. De akkerbouwer staat weer klaar om aan het ieder jaar weer terug kerende voorjaarswerk te beginnen. Over de stand van het koolzaad kunnen we over het algemeen niet erg tevreden zijn. iEbr zijn nogal wat slecht ontwikkel de percelen. Er komt veel onkruid en graan- of gras- senopslag voor en er is weer veel schade door vogels, alhoewel we by ervaring weten dat dit meestal wel meevalt in koolzaad. Alleen op de onkruidrijke per celen zal een afgevreten plant nog meer moeite moeten doen om zich te herstellen! Voor een che mische onkruidbest rij ding is het nu wel erg laat ge worden. Enkele telers denken erover om dan maar kalkstikstof te gebruiken; doch ook van dit produkt is niet zo heel veel effekt te verwachten en zijn de schadekansen, vooral op klein koolzaad, groot. Zo te horen komen er nog steeds zeer weinig aan vragen voor rentesubsidie binnen. Dit is geen goede zaak, want ook in ons gewest gaat het er de komende jaren om, dat er in onze bedrijven een moderniseren de ontwikkeling plaats heeft. Er zyn reeds een aan tal objekten bekend welke in een ontwikkelings plan kunnen worden opgenomen. Ook voor de akker bouwbedrijven zijn er goede mogelijkheden: o.a. als men begint of uitbreidt met rundveehouderij. Met het arbeidsinkomen van maximaal 20.800 per jaar bij 2210 uren, wordt niet bedoeld hel fiscaal inkomen. Dit ligt gelukkig bij velen nog wel hoger. Het kan dus zijn dat velen denken dat ze daarom toch niet in aanmerking konien. Met deze gedachte gang staat dan meestal ook het plannen maken over bedrijfsaanpassing stil. Dit is funest, want wij zullen moeten oppassen dat we niet dezelfde weg op gaan als de Groningse boer heeft ervaren. Zij voelen mo menteel de dringende noodzaak tot bedrijfsaanpas sing beter aan dan wij hier in Zeeuwsch-Vlaanderen. Op deze manier raken we achter op. Het kan heel goed zijn, dat door investeringen te doen in bouwwerken, perceelsverbeteringen, zoals o.a. in drainage en in werktuigen, via een bedrijfs- ekonomische begroting kan aangetoond worden, dat het inkomen voldoende hoog zal stijgen. Op het te lenen geld hiervoor bij een erkende bank kan rente subsidie verstrekt worden. Wij moeten als boeren goed beseffen dat we recht hebben op deze subsidie en dat we genoodzaakt zijn onze bedrijven aan te passen. We doen er goed aan eens te praten met de bedr ij fs voorlichter of met de ekonomisch-sociaal voorlichter van de ZLM. We zitten op WALCHEREN nog volop in de verga derperiode, maar het eind komt in zicht. Iedere in stantie op het terrein van de landbouw is weer aan zyn trekken gekomen door één of meer vergaderin gen te houden. We dachten dat er in het vergader- bezoek een lichte verbetering is waar te nemen t.o.v vorige winterperiode. Van enkele vergaderingen viel het aantal bezoekers echter tegen. Sommige weken was het ook wel een beetje teveel van het goede. Wat meer coördinatie by de organisatie van de verga deringen zou beslist geen luxe zijn. Het zou ideaal zijn om tijdig vóór het vergaderseizoen tot een zekere verdeling te komen van de drukste vergaderweken. Er zou op deze manier kunnen worden bereikt dat er wat meer spreiding komt in de vergaderingen en er regionaal bijv. niet meer dan twee belangrijke vergaderingen per week worden gehouden. Het gaat er om een instantie te vinden die de coördinatie op zich wil nemen en of de organiserende instanties be reid zijn overleg te plegen en mee te werken. Waar een wil is, is een weg. De laatste vergadering van onze kring mag als zeer geslaagd worden beschouwd. De boeiende en humo ristische wijze waarop de inleiders hun meningen naar voren brachten hadden de volle aandacht. Deze vergadering had ook de belangstelling van de jon gere boeren, wat zeer verheugend is. De voorlichtingsvergadering over de elektriciteits voorziening agrarische bedrijven, had in ons gebied niet de belangstelling die we hadden verwacht. Het bleek overigens dat er nog weinig informatie kan worden gegeven omdat er nog op verschillende pro blemen moet worden gestudeerd. We menen dat er meer stof is aangedragen vanuit de vergadering dan ook voor ogen houden dat slechts een vergaande openheid het in hen gestelde vertrouwen kan besten digen. Bovendien vraag je je af of het niet nood zakelijk is dat de direkties evengoed als de leden financieel nog meer betrokken moeten zijn bij het wel en wee van de organisatie waarover ze de lei ding hebben. vanachter de groene tafel. De bijeenkomst had dan ook naar onze smaak meer het karakter van een hoorzitting dan van een voorlichtingsvergadering. Onze pen heeft in het voorgaande artikeltje een slippertje gemaakt. We hebben beweerd dat naast de meststof 26-14-0 ook 20-10-0 goedkoper zou zijn dan enkelvoudige meststoffen. Dit is echter niet juist In- plaats van 20-10-0 hadden we beter 23-23-0 kunnen noemen als zijnde goedkoper dan enkelvoudige mest stoffen. Vermoedelijk wist u dit al, want u had het toch ook al nagerekend? Buurman heeft het voorjaar al in z'n hoofd. Hij ligt als het ware op de loer om 's morgens vroeg bij het optreden van nachtvorst kunstmest te gaan strooien. De strooier is aan de trekker bevestigd en de wagen met kunstmest aan de trekker gekoppeld, want, zegt hij: „bij zo'n minivorstperiode is elk kwartier kostbaar!" Tot nog toe hebben we een zeer droge winter ge had. Toch wil dat nog niet zeggen dat dit zo gunstig voor de akkerbouw is geweest. Slechts weinigen ook op ZUID-BEVELAND zijn in de gelegenheid geweest om over de vorst de zwaardere gronden met de cul tivator wat uit elkaar en gelijk te trekken. Ook voor ihet N strooien op het graszaad en de karwij zijn er eigenlijk nog geen kansen geweest. Voor deze beide gewassen gaat dit nu langzamerhand toch wel tijd worden. Verder is het nog niet mogelijk geweest om de meststoffen hetzij kali en/of phosphaat voor de an dere gewassen uit te strooien. Een korte periode met enkele flinke nachtvorsten zou daar de mogelijkhe den voor kunnen openen. De struktuur hoewel die tot nu nog niet veel geleden heeft zou er flink door op kunnen knappen. Gezien de droge winter kan er niet genoeg op (Zie verder pag. 7.) Proeven hebben uitgewezen dat de laatste jaren de stikstofgift aan de bieten en de granen te hoog is geweest. Bezien we de suikergehaltes van het oogstjaar 1946, waarin de stikstof nog op de „bon" was, dan komen we tot de ontdekking, dat we mo menteel niet meer aan die hoge gehaltes van toen kunnen tippen. Ook in de granen kwam tien jaar geleden nog bijna geen meeldauw voor. Geleidelijk aan zijn we toen op een nieuw systeem overgegaan en dat resulteerde in een steeds groter gebruik van stikstof wat weer mede gedekt werd door een CCC- bespuiting als verzekeringspremie. Het resultaat is echter een toename van meeldauwaantasting en af- rijpingsziekten geweest en een opbrengstverhoging kwam er niet altijd uit. Op den duur dreigt het een opbrengstverlaging te worden! Een nieuw geluid is nu de reserve aan stikstof welke na een zachte en droge winter in de grond is achter gebleven. Mede daardoor wordt het oppassen geblazen met de gift welke we nu van plan zijn te geven. Gelukkig worden er thans grondmonsters genomen om deze reserve vast te stellen, maar hier bij rijst toch wel de vraag hoe het met deze reserve in vroegere jaren is geweest. Toen zijn er bepaald ook wel droge winters geweest en hebben we daar wel zoveel van gemerkt? Nu kunnen we meeldauw en afrijpingsziekten be strijden, maar het ene middel is wel vrijgegeven en het andere middel nog niet. Verder komt meeldauw niet ieder jaar voor en ook daarop moeten we attent zyn, want anders zyn we op den duur met bepaalde middelen bezig een resistentie tegen meeldauw op te bouwen. Op de vele voorlichtingsvergaderingen deze winter hebben we veel nieuws over deze materie op gestoken, maar gezien het betrekkelijk lage aantal bezoekers zyn nog vele collega's hiervan verstoken gebleven en kon het misschien wel eens heel nuttig zijn, dat er een uitvoerig artikel in de landbouwpers aan deze belangrijke zaak gewijd zou worden. Ook met het stro onderploegen kunnen we ons in deze erg in de vingers snijden. Bovenal moeten we echter proberen een gezond gewas te kweken en de middelen slechts als noodmaatregel zien en tevens de nodige kennis vergaren hoe te handelen indien nodig. Primair is een groter gebruik van stikstof be slist af te raden en het kan zeker heel nuttig zijn om in ons eigen „bouwboek" eens de stikstofgiften van tien jaar geleden te vergelijken met die van de laatste jaren. Vroeger was een graangewas voor de boer een gemakkelijk gewas, maar nu lijkt het meer op een chronische patiënt welke geregeld met diverse middeltjes op de been gehouden moet wor den. Door ziekten en kwalen gekweld kan het gewas geen toppresta ie meer leveren en dit geeft onge twijfeld zijn weerklank in onze boekhouding. Door overdaad is zo'n gewas in de narigheid terecht ge komen en dat moeten we juist voorkomen. Onze grootouders hebben in hun tijd mede door „braken" en andere cultuurmaatregelen hun grond gezond weten te houden. Ze moesten toen wel zo handelen omda' ze niet over die middelen beschik ten welke wij thans zo gewoon vinden. Met de komst van de kunstmest is er in hun bedrijfsvoering toen ook veel veranderd. Het natuurlijk evenwicht in balans houden is en blijft echter een eerste vereiste en daar valt niet aan 'e tornen. Daarom is het wel eens goed dat wij, zoals we in de afgelopen winter hebben gedaan, ons verdiepen in het wel en wee van onze gewassen en hoe deze reageren op de ingrepen welke wij in deze plegen te doen. Gezondheid is een rijk 'bezit voor mens, plant en dier. Om gezond te blijven moeten ook wij zélf wel het een en ander la'en en dat gaat niet altijd even gemakkelijk. Een advies om meer stiks'of te geven wordt gemakkelijk en zonder bezwaar opgevolgd, maar met een advies voor verlaging van de stikstof gift ligt het schijnbaar heel wat moeilijker om daar gehoor voor te vinden. Het spreekwoord: „Overdaad, schaadt" is in deze dus ook van kracht! Voorkomen is hier ook veel goedkoper dan genezen en als het riekt naar poen, dan wil men het in de regel eerder doen!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 5