KNLC
zlm Tentoonstelling
DELTA '73
C.O.P.A. doet
prijzenvoorstel
Drs Wjjnmaalen naar Brussel
1 maart 1973, de datum waarop uw
inschrijvingsformulier voor de
Op 21 - 22 en 23 juni 1973
Te Kamperland Noord-Beveland
binnen moet zijn, nadert al snel
22 juni: Rundvee-, schapen- en geitenkeuringen
Demonstraties met vleesvee en varkens
23 juni: De bekende „Zeeuwse dag van het Paard"
9 Land- en Tuinbouwwerktuigen
Melkveehouderij - stallenbouw
9 Voorlichting - ook op huishoudelijk gebied
Recreatie: caravans - watersport - 2e woning
5
LARDINOIS ZIT LAAG
OEÏ C O.P.A. (comité van landbouworganisaties
van de E.E.G.-landen) heeft op 9 februari j.l.
zijn verlangens omtrent de E.E.G.-richtprijzen van
landbouwprodukten voor oogst 1973 (produktiejaar
1973/74 geformuleerd. Nog dezelfde dag heeft de
C.O.P.A.-president, Ir. Knottnerus, ze aan de land
bouwcommissaris, Ir. Lardinois, voorgelegd.
Er was kort tevoren ook al overleg gepleegd tus
sen de Europese landbouwvoormannen en het voor
landbouw verantwoordelijke Commissie-lid. Van
C.O.P.A.-kant was daarbij als voorlopig standpunt
naar voren gebracht, dat in het komende produktie
jaar de landbouwprijzen gemiddeld minstens 7 om
hoog moesten. De heer Lardinois heeft gewezen op
een aantal zaken die sterk matigend op de komende
prijsvoorstellen van de Commissie zouden uitwerken.
De nieuwe lid-staten staan niet te dringen om het
door hen nog lang niet bereikte peil van de Zes ver
der te verhogen, ook derde landen zijn kritisch (Ver
enigde Staten!).
Al maakt landbouw de inflatie niet, toch zal met of
ficiële prijsvaststelling matigend moeten worden ge
werkt. De landbouwinkomens zijn overal nogal ver
beterd in de laatste twee jaar. Kortom, bij de land-
bouwdiensten van de Commissie dacht men eerst
maar eens aan een gemiddelde van 2 a 3 prijs
verhoging. Het C.O.P.A. kon dan wel de nadruk leg
gen op de objektieve berekeningsgrondslag van zijn
voorstel, maar zo'n grondslag wilde Ir. Lardinois deze
keei in elk geval maar niet hanteren.
C.O.P.A.: GEMIDDELD V/t
INDERDAAD vormen die objektieve maatstaven
die het C.OJP.A. bij de vaststelling van zijn
voorstel heeft gebruikt, een belangrijk punt. Het
C.O.P.A. volgt hiermee ongeveer een suggestie, die
de Commissie zelf vorig jaar deed. Uitgegaan wordt
eigenlijk van een denkbeeldig gemiddeld Europees
land- en tuinbouwbedrijf. De post arbeidskosten laat
men de te verwachten ontwikkeling van niet-land-
bouwlonen volgen.
Daarvoor werd 12 aangehouden, een niet onbe
kend percentage uit de ervaring van de laatste jaren.
Voor de andere produktiemiddelen werd een prijs
verhoging van ongeveer 6 aangehouden.
Hierbij past dan een opbrengstprijsverhoging van
ongeveer 7,2%. Ondertussen zijn bepaalde kosten
posten er bepaald niet goedkoper op. geworden (vee
voer!). Het C.O.P.A heeft daarom gemeend de nood
zakelijke gemiddelde landbouwprijsverhoging af te
mogen ronden op 7% Op deze manier rekenende
blijft het effect van de produktiviteitsstijging voor de
landbouw behouden. Wil men daar nog rekening mee
houden, dan zou er een aftrek plaats moeten hebben,
bijv. van 1% Blijft over een „kale" noodzakelijke
prijsverhoging van zo'n 6
Afgewacht moet worden hoe de Commissie straks
haar prijsvoorstel aan de Ministerraad precies in
kleedt. Het zou te betreuren zijn als zij zich inder
daad niet baseerde op een objektieve rekenmethode.
Zo'n methode, aanvaard door beide partijen, t.w.
E.E.G.-overheid ea_C.O.P.A, moet er komen. Dan
pas kan een nuttig overleg bij de prijsvaststelling
tot stand komen Verschillen in politieke benadering
zullen altijd mogelijk zijn, maar over de basis-cijfers
en -gegevens kan men het dan eens worden.
Daarom is het goed dat het C.O.P.A. erin is ge
slaagd om zijn 7% een deugdelijk fundament te
geven.
PRIJSVERHOGINGEN PER PRODUKT
WIE maar enigszins op de hoogte is van de nogal
verschillende situaties in de land- en tuinbouw
in de negen landen, zal begrijpen dat het gans niet
eenvoudig is geweest om het eens te worden over de
uitsplitsing van het gemiddelde percentage prijsver
hoging over de verschillende produkten. Welke op
vattingen had men bij de Nederlandse landbouwor
ganisaties daarover? Het is onlangs nog gebleken in
de openbare bestuursvergadering van het Landbouw
schap. Gezien de bedrijfsresultaten en de marktsitua
tie vond men voor de meeste produkten het gemid
delde wel een redelijk cijfer. Wat de akkerbouw be
treft zou men dan met de maisprijs wat voorzichtiger
willen zijn vanwege de belangen van pluimvee- en
varkenshouderij
In de dierlijke sector was er voldoende aanleiding
om de officiële rundvleesprijs extra te verhogen, voor
de melkrichtprijs was gezien de botervoorraad een
gemiddelde verhoging stijf genoeg en in de varkens
basisprijs zou alleen het duurdere voergraan door
berekend hoeven te worden. Bij groenten en fruit
wide men ook voorzichtigheid betrachten.
In de andere landen werd er anders gedacht.
Enkele voorbeelden: Duitsland en Frankrijk wilden
de maisprijs meer verhogen dan de andere graanprij
zen. Frankrijk en ook België stonden sterk op een
gelijke, forse verhoging bij melk en rundvlees. De
Denen waren erg bezorgd over de varkensprijs.
Frankrijk en Italië bekommerden zich nauwelijks
over de grote akkerbouwprodukten; wel over groen
ten en fruit. Resultaat was het volgende compromis:
tarwe
4,5%
olyfolie
10
gerst
5,5
tabak
9
rogge
4- 5,5
wijn
8
mais
5,5
groenten en
durumtarwe
9
fruit
7,5
rijst
7,5
rundvlees
8,5%
suikerbieten
6,5
varkensvlees
6,5%
oliezaden
5
melk
8,5
vlastoeslag
615,-/ha
In weerwil van de gelijke verhogingspercentages
ziet C.OP.A. wel degelijk een verschil tussen de
marktsituatie bij melk en die bij rundvlees. Het her
innert n.l. in de huidige ernstige tekortsituatie ook
aan zijn vroeger gedane voorstellen tot bevordering
van de rundvleesproduktie door middel van speciale
premies. En wat de zuivelmarkt betreft k'onüigt het
nadere voorstellen aan, vooral ten aanzien van het
boterprobleem. Duidelijkshalve zij nog vermeld dat
het percentage voor groenten en fruit slaat op nog
nader te differentiëren ophoudprijzen.
NUTTIG COMPROMIS
IIET behoeft niet verheeld te worden dat dit uit-
gewerkte C.O.P.A.-prijzenvoorstel wat afwijkt
van de ideëen die bij de Nederlandse landbouworga
nisaties leefden. En ook niet dat die Nederlandse or
ganisaties er niet zo gelukkig mee zijn.
Maar kan een compromis tussen nogal uiteenlopen
de standpunten ooit bevredigend zijn voor welke par
tij dan ook? Uiteraard moet betreurd worden dat
onze akkerbouwprodukten weer het slechtste be
deeld zouden worden, ofschoon hier de prijsverho
gingen in het verleden al uiterst bescheiden waren
en, zo ooit, nu toch wel in de wereldmarktsituatie
een motief tot een juiste prijsaanpassing voorhanden
was. Het C.O.P.A. blijkt nu in grote meerderheid het
gezonder maken van de zuivelmarkt niet mede via
ae prijsverhoudingen te willen nastreven, maar al
leen door bijzondere maatregelen -In Nederland denkt
men daar wat anders over.
Men heeft echter in het C.O.P.A. de vaste wil ge
had om lot één geluid van de E.E.G.-land- en tuin
bouw te komen. Men heeft wat het zwaarste was,
het zwaarste laten wegen. En dat was dat met een
stemmigheid uiteindelijk meer invloed uit te oefenen
is. Andere Brusselse advies-organen, zoals het Eco
nomisch en Sociaal Comité en het Europese Parle
ment zullen nu moeiijker om het E.E.G.-landbouw-
standpunt heen kunnen. Ondanks mogelijke andere
beoordelingen over de situatie per produkt zullen deze
organen en uiteindelijk ook de Commissie en de Mi
nisterraad niet kunnen ontkennen dat de C.O.P.A.-
benadering van de gemiddelde prijs-aanpassing goed
gefundeerd is. En een percentage van 7% steekt niet
gek af tegen de mate waarin de inflatie voortsnelt.
AFWACHTEN
UET C.O.P.A. heeft een duidelijk geluid laten ho-
ren. Nu moet afgewacht worden met welke
voorstellen de Commissie komt, eind van deze maand
naar Lardinois' zeggen. Het C.O.P.A. heeft overigens
gevraagd dat de prijs besluiten tijdig, d.w.z. vóór 1
april 3A, vallen. Ondertussen is dan weer het toch
al ongewisse geldpolitieke klimaat plotseling ver
slechterd. De dollar is gedevalueerd. Zullen de Ver
enigde Staten krachtig strevend naar uitbreiding van
hun landbouwexport, tolereren dat een groot stuk
verwacht voordeel weer verdwijnt door het E.E.G.-
heffingsstelsel? En, hangt er misschien weer een ver
dere opwaardering van de markt (en de gulden?) in
de lucht? Wat dan weer de daarin uitgedrukte richt
prijzen, evenals trouwens de hele E.E.G.-landbouw
markt, op de proef zou stellen.
STRUIKENKAMP.
Binnenkort zal drs. P. J. A. Wijnmaalen, algemeen
dixekteur interna, ionale aangelegenheden van het
ministerie van landbouw en visserij, zijn funktie neer
leggen. Dit in verband met de benoeming van de
heer Wijnmaalen tot chef van het kabinet van de Ne
derlandse Commissaris in de Europese Commissie, ir.
P. J. Lardinois. De funktie van algemeen direkteur
internationale aangelegenheden zal voorshands niet
worden vervuld. De onder de heer Wijnmaalen res
sorterende direkteuren zullen rechtstreeks funktio-
neren onder de direkteur-generaal en diens plaats
vervanger, drs. A. R. van Nes. Dit betreft drs. J.
Bergman, direkteur internationale economische sa
menwerking (D.I.E.S.), die tevens belast wordt met
de leiding van agrarische handelspolitiek (A.H.P.),
alsmede ir. G. J. Hegemans, direkteur agrarische
vertegenwoordiging buitenland (A.V.B.), en ir. E.
Steenbeek, direkteur agrarische hulp aan ontwikke
lingslanden (A.H.O.).
Aanvraagformulieren voor standruimte en de algemene voorwaarden en bepalingen voor de ZLM
Tentoonstelling-Delta 1973 kunnen worden aangevraagd bij het Tentoonstellingssecretariaat - Land-
bouwhuis te Goes - Postbus 46 (tel. 011005010). Nadere bijzonderheden worden gaarne verstrekt
door. W. C. Sinke
J. F. Blanksma.