De teelt van karwij
en blauwmaanzaad
14
C. J. GOVERS
K. F. MALCORPS
bedrijfsvoorlichters akkerbouw
CAA. - Goes
Voor het akker bouwbedrijf in Zuid-
West Nederland is het de laatste jaren
steeds moeilijker een verantwoord
bouwplan op te stellen ,als gevolg van
het grotendeels verdwijnen van be
paalde teelten als bijvoorbeeld vlas en
groene erwten. Het is dan ook begrij
pelijk dat, om met de vruchtwisseling
niet in al te grote moeilijkheden te
komen, op een aantal bedrijven ge
zocht wordt naar vervangende gewas
sen. Karwij en blauwmaanzaad zijn
twee gewassen, die ondanks hun spe
culatief karakter getuige de sterk
fluctuerende oppervlakten van de
oppervlakten van de laatste 20 jaren
bij velen weer belangstelling krij
gen. Naast de gunstige prijs van de
laatste jaren wordt dit ook veroor
zaakt door de meer rationele verzor-
gings- en oogstmethoden. De teelten
zijn daardoor arbeidsextensiever en
oogstzekerder geworden.
In 1972 werden in Zuid-West Ne
derland 908 ha blauwmaanzaad en 705
ha karwij geteeld. In het kort worden
in het volgende van beide gewassen
de teelttechniek en de rendabiliteit
behandeld.
KARWIJ
VRUCHTOPVOLGING EN PERCEELSKEUZE
AR WIJ dient onder een dekvrucht gezaaid te wor
den. De belangrijkste dekvruchten zijn respectie
velijk erwten, vlas en blauwmaanzaad. Het kan ook ge
lijktijdig met koolzaad uitgezaaid worden. Door het af-
nemen van het areaal erwten en vlas en het gelijktijdig
toenemen van de oppervlakte karwij, bestaat er behoefte
aan andere dekvruchten. De laatste jaren is er enige
proefveld- en wat praktijkervaring opgedaan met winter
tarwe als dekvrucht. Men zaait daarbij in het najaar tel
kens twee rijen tarwe op een rijafstand van 12% cm.
Elke 3de rij wordt opengelaten om in het voorjaar karwij
te zaaien. De karwij krijgt daardoor een rijenafstand van
371/2 cm.
Om legering van de tarwe te voorkomen dient CCC
toegepast te worden. Na de oogst moet het tarwestro
direct worden verwijderd en 90 kg stikstof per ha wor
den verstrekt. Na dekvrucht vlas kan met een lagere
hoeveelheid volstaan worden.
Karwij is een zeer goede voorvrucht. Het is mogelijk
om karwij een 2de maal te oogsten. De opbrengst is dan
tot 20 lager.
Percelen die besmet zijn met zogenaamde rattekeutel-
ziekte leveren gevaar op voor een meer of minder ern
stige aantasting van het gewas en besmetten de grond
nog verder. Verder zijn percelen waar graanopslag of
duist verwacht kunnen worden, minder geschikt. Omdat
duist moeilijk uitgeschoond kan worden brengt het zaad
van een dergelijke partij n.l. minder op!
RASSEN
HKT meest verbouwde ras is Volhouden. Het heeft
loszittend zaad. Voor het eerst is het vastzadige
ras K.V.Z.-S.V.P. (voorlopige naam) op de rassenlijst ge
plaatst. Dit ras brengt gemiddeld zeker niet minder zaad
op dan Volhouden. Het kan goed van stam gedorst wor
den. De zaadopbrengst kan echter met deze oogstmetho-
de lager uitvallen dan wanneer dit ras uit het zwad wordt
gedorst.
Ten opzichte van de loszadige rassen is er weinig ge
vaar voor zaaduitval, zelfs al moet het gewas lang op
stam blijven staan, terwijl de kwaliteit niet onder doet
voor die van Volhouden.
BEMESTING/ZAAIEN ENZ.
behoefte aan fosfaat en kali bedraagt bij toestand
„goed" 70 kg P2O5 en 80 kg K2O. Deze giften kun
nen met goed resultaat in het najaar worden toegediend
Zo vroeg mogelijk in het voorjaar wordt de stikstof ge
geven. De hoeveelheid kan uiteenlopen van 125175 kg
N per ha. Zowel ks als kas kunnen worden gebruikt.
De zaaizaadhoeveelheid bedraagt 68 kg per ha, af
hankelijk van het zaaibed en de dekvrucht. Bij gemengd
uitzaaien met blauwmaanzaad is de mengverhouding
8 1 (8 kg karwij 4- 1 kg maanzaad per ha is voor beide
voldoende). Het gewenste plantenaantal is 35 per m2.
De rijenafstand is 33 of 37% cm. Karwij mag niet te diep
worden gezaaid. Het gewas moet fors ontwikkeld de win
ter ingaan. De wortel moet de dikte van een potlood heb
ben.
ONKRUID-INSEKTENBESTRIJDTNG
gEHALVE döor schoffelen en eggen kan de onkruid-
bestrijding de laatste jaren ook heel goed chemisch
Handelsgewassen zijn in het algemeen speculatieve ge
wassen. Dat geldt speciaal voor karwij.
geschieden. Al vrij snel na het ruimen van de dekvrucht
kan met 7% liter DNBP per ha worden gespoten. Reeds
in augustus kan 5 kg Campagard per ha worden toege
past. Meestal wordt gewacht tot die karwij in rusttoe
stand is, waarbij dan afhankelijk van het onkruidassor
timent gespoten kan worden met Campagard. IPC,
chloor-IPC, Aresin of Legurame.
Hoewel de karwijmot in onze streek nog steeds weinig
voorkomt, kan het nodig zijn hiertegen te spuiten met
Nexagan, Zolone, Gardona of parathion. Gardona is duur,
parathion gevaarlijk voor bijen. De aantasting begint van
uit de randen. Vlak voor het afrijpen kan het gewas flink
onder de luizen geraken. Het is niet bekendi of een be
strijding rendabel is.
HET OOGSTEN
LS de koppen een bruine tint vertonen, de stengels
nog groen zijn en de eerste randlen door zachtjes
kloppen afvallen (meestal begin juli) moet de karwij ge
oogst worden. Bij te vroeg maaien zijn er groene zaden
die krimpen, het gewas droogt moeilijker en er kan schim
mel optreden. Bij te laat maaien ontstaat bij het loszadi
ge ras Volhouden zaadverlies. Bij scherp drogend weer
moet men 's ochtends vroeg of 's avonds de oogstwerk-
zaamheden uitvoeren.
Overwegend wordt gemaaid met aangebouwde of zelf-
rijdende zwadmaaiers. Het binderen vraagt teveel arbeid
doch is bij Volhouden wel oogstzekerder. Als het gewas
goed vast in een lange stoppel ligt vallen ook dan de ver
liezen wel mee. Het vastzadige karwijras K.V.Z.-S.V.P.
kan heel goed van stam worden gedorst en biedt als zo
danig veel perspectief.
RENDABILITEIT
0E kg-opbrengst kan van jaar tot jaar en zelfs van
perceel tot perceel sterk uiteenlopen. Het is dan
ook moeilijk hiervoor een saldoberekening op te stellen,
te meer daar ook de prijs als gevolg van vraag em aanbod
sterk kan fluctueren. De gemiddelde opbrengst was de
laatste jaren 1500 kg per ha. De kg-prijs 1,50. Door
variaties in kg en prijs aan te brengen kan een ieder voor
zich of zijn situatie onderstaande berekeningen wijzigen.
kg-opbrengst/ha 1000 kg 1500 kg 1500 kg 1500 kg 1800 kg
prijs/kg 1,50 1,— 1,50 1,80 1,50
geldopbrengst/
ha ƒ1500 1500 2250 ƒ2700 2700
toegerekende
kosten
(incl. maaien
en dorsen) 750 750 750 750 750
Saldo per ha 750 750 1500 1950 1950
Het blijkt dus wel dat of een goede kg-opbrengst en/of
een goede kg-prijs nodig zijn, om aan een verantwoord
saldo te kunnen komen.
BLAUWMAANZAAD
GRONDSOORT - PERCEELSKEUZE
y^ANGEZIEN blauwmaanzaad een zeer structuurge-
voelig gewas is, speelt de structuur een grote rol
in de opkomst, de eerste groei en de verdere ontwikke
ling en de opbrengst.
Er bestaat geen uitgesproken voorkeur voor een be
paalde voorvrucht. Sterk vervuild land met wortelonkrui
den en v/aar zwarte nachtschade gemakkelijk groeit is
ongeschikt. Dit laatste vanwege zaadverontreiniging.
Op het tijdstip en de manier van de voorjaarsgrondbe
werking moet zeer nauwkeurig worden gelet. De grond
bewerking moet oppervlakkig en vooral niet te vroeg
worden uitgevoerd. Blauwmaanzaad heeft een fijnkrui-
melig zaaibed nodiig voor een goede opkomst.
RASSEN - BEMESTING
gLECHTS het ras Marianne wordt geteeld, wat vroeg
rijpend is, vrij kort en stevig stro heeft en goed
opbrengstgevend is.
De fosfaat- en kalibehoefte is niet hoog en kan gelijk
gesteld worden aan granen. De stikstofbemesting be
draagt ongeveer 100 kg N per ha bij de zaai, gevolgd door
6070 kg N per ha in de vorm van kalksalpeter een
week vóór de bloei.
ZAAIEN EN ZAAIZAAD
QEZAAID wordt op een rijenafstand van 25 cm of
33 cm. Een ntfüwe rijenafstand is voor Marianne
gunstig. In maart/april, zodra de grond het toelaat wordt
gezaaid. 1 kg zaaizaad per ha is voldoende. Dit is slechts
,te bereiken met een fijn zaai rad of door een vulstof als
graszaad, karwij of witte klaver te gebruiken in de ver
houding van respectievelijk 1 8, 1 8 en 1 6.
Uitdunnen is dan meestal niet nodig. Als meer zaaizaad
wordt gebruikt is de stand te dicht en moet om het meest
gewenste plantenaantal van 60—80 per m2 te krijgen of
mechanisch met de blinde dunner of in handwerk worden
gedund.
De oppervlakte blauwmaanzaad schommelt van jaar tot
jaar. De laatste jaren neemt de oppervlakte weer toe.
Het nieuwe ras Marianne voldoet goed en wordt algemeen
verbouwd.
VERZORGING
^EZE 'bestaat naast het eventuele uitdunnen met de
bietendunner uit onkruid- en ziektebestrijding.
Met de komst van het bodemherbicide Asulox is de on-
kruidbestrijding er een stuk gemakkelijker op geworden,
al wil dit niet zeggen dat het onkruidprobleem in blauw
maanzaad hiermee is opgelost. Zo blijken gansevoeten,
melde, meiën, meibomen, praktisch ongevoelig te zijn.
Dit heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld in de oude kernen
op „rode grond" de onkruidbestrijding meestal onvol
doende is. Ook wortelonkruiden en laat kiemende zaad-
onkruiden worden met Asulox niet of onvoldoende be
streden. Indien van stam wordt gedorst, zoals de laatste
paar jaren bijna algemeen het geval is, moet dergelijk
onkruid tijdig mechanisch worden bestreden. Voor het
doodspuiten van gewas onkruid kort voor de oogst is
namelijk nog geen middel beschikbaar.
Asulox kan behalve, direct na het zaaien, ook worden
gespoten na opkomst op een gezond en vlot groeiend ge
was bij een gewaslengte van 5 6 cm. De dosering be
draagt 6,57,5 liter per ha. Onderteelt van klaver en
veldbeemd zijn dan niet mogelijk. Karwij verdraagt deze
bespuiting beter, hoewel door een na-opkomstbespuiting
soms wel wat groeiremming ontstaat. Vroege appertrips
kunnen er de oorzaak van rijn dat een gewas slecht aan
de groei wil. Een tijdige bespuiting met parathion kan
dit voorkomen. Ook de zwarte bonenluis zal soms moe
ten worden bestreden. Wat veel nagelaten wordt, maar
wat eigenlijk toch echt nodig Is, Is een zaaizaadontsmet
ting met thiram tegen 6 gram/kg zaad tegen kiem- en
bodemschimmels!
HET OOGSTEN
QE oogsttijd valt meestal in de 2de helft van augus
tus. Gewacht moet worden tot het gewas voldoen
de rijp is. Meestal wordt van stam geoogst met de maai
dorser. Het ras Marianne is daarvoor goed geschikt.
Dorsbeschadiging mag zeker niet voorkomen. Kleuirbe-
derf en olieverlies ziin het gevolg, maar ook wordt het
zaad ranzig. Na het maaidorsen moet het zaad, indien
nodig, zo snel mogelijk geschoond! en gedroogd worden.
'Opgeslagen in een droge en goed geventileerde ruimte
kan het zaad lang bewaard worden.
RENDABILIIEIT
ftE weersomstandigheden, tijdens de bloeiperiode rijft
van grote invloed op de zaadopbrengst. Gunstig
zijn droog, redelijk waren en zonnig weer. Zowel in 1970
als in 1971 waren de kg-opbrengsten overwegend goed