Een virusziekte in knolselderij
Fruitprijzen opnieuw wat lager
19
Consulentschap voor de Tuinbouw „Goes",
F. VADER.
DEEDS enkele jaren komt er in Zeeland een ziekte voor in knolselderij
die in sommige gevallen een zodanige opbrengstdervingaweroorzaakt, dat
de teelt onrendabel wordt. Dit is met name het geval in de gebieden rond Krui-
ningen, Waarde en Krabbendijke. Ook in andere gebieden is deze ziekte ech
ter niet onbekend.
De ziekteverschijnselen worden elk jaar rond 1 augustus voor het eerst zicht
baar. In het begin ziet men dat bij aangetaste planten enkele grotere bladeren
geel worden. De kleinere bladeren in het hart groeien minder uit en blijven klein,
gedrongen en licht gekleurd met mozaïekachtige vlekken. Als later de oude
groene bladeren wegvallen, krijgt het veld een lichtgele kleur.
Aanvankelijk was de oorzaak van deze ziekte moeilijk te vinden, al wees alles
wel naar een virus als ziekteverwekker. Nadat enkele keren het komkommer-
mozaïekvirus in zieke planten was aangetroffen, werd aangenomen dat dit de
boosdoener was. Later bleek echter dat de veroorzaker niet het komkommer-,
maar het selderijmozaïekvirus was. Dit virus komt alleen voor in schermbloemige
gewassen zoals selderij, wortelen, karwij, en ook in onkruiden zoals fluitekruid,
wilde peen, enz. De verspreiding van dit virus vindt plaats door bladluizen.
Zodra een bladluis van een aangetaste plant op een gezonde plant komt, wordt
het virus op de gezonde plant overgebracht. Hierdoor kan een luisbestrijding
geen bestrijding van het virus geven. Het is nog niet bekend waar de luizen
het virus vandaan halen. Dit virus kan alleen de winter overblijven in twee
jarige planten die in het voorjaar weer uitlopen. Dit moeten dan schermbloe
mige planten zijn. In het komende seizoen zal getracht worden hierover meer
te weten te komen.
Het is opvallend dat deze ziekte in enkele jaren in het bovengenoemde ge
bied zo'n ernstige vorm heeft aangenomen. Ook komt het zelden voor dat een
virusziekte zo'n grote opbrengstderving bij de aangetaste planten kan veroor
zaken.
VERSPREIDING
AM precies te weten waar de ziekte voorkomt, zijn in 1971 en 1972 uitge-
breide waarnemingen gedaan over het voorkomen van het ziek in Zee
land. Hierbij zijn zoveel mogelijk percelen (naar schatting 95 van het totaal)
bezocht en is door tellingen vastgesteld, wat het percentage zieke planten per
perceel was. Deze tellingen zijn gedaan in september-begin oktober. De resul
taten zijn vermeld in tabel 1.
Tabel 1: Verspreiding virusziekte in knolselderij 1971 en 19721
Gebied Aantal Aantal percelen
getelde niet ziek licht ziek matig ziek zw. ziek zeer zwaar
percelen ziek
0-5%. 5-15% 15-50% 50-75»% 75-100%
'71
'72
'71
'72
'71
'72
'71
'72
'71
'72
'71
'72
Schouwen-
Duiveland
15
16
16
16
1
Tholen
71
58
69
53
1
1
5
Noord-Beveland
4
2
3
2
1
Walcheren
15
10
9
10
1
4
1
Zuid-Beveland
a) Kruiningen-
Waarde-Krab
bendijke
74
25
5
1
3
1
23
6
14
8
29
9
b) Yerseke-
Wemeldinge
(oostelijk van
kanaal)
37
23
24
3
7
8
5
11
1
1
c) Kapelle e.o.
28
20
7
11
11
4
5
4
3
1
2
d) Wemeldinge-
Kattendijke
28
20
26
12
2
6
1
1
e) West Zuid-
Beveland
7
8
7
3
3
2
In de tabel zien we dat in het gebied Kruiningen-Waarde-Krabbendijke in
1971 van de 74 percelen er 43 zwaar ziek waren 58!%,) en in 1972 17 van
de 25 percelen 68 Deze percelen lagen bijna alle rond Oostdijk en Waar
de. In het gebied rond Kapelle waren in 1971 van de 28 percelen 5 zwaar ziek;
in 1972 was de situatie daar veel gunstiger. Rond Yerseke was echter in 1972
meer ziek dan in 1971. In de overige gebieden komt het virus ook in meerdere
meer ziek dan in 1971. In de overige gebieden komt het virus ook in meerdere
of mindere mate voor, maar nergens is de situatie nog zo onrustbarend als op
Oost Zuid-Beveland.
UITBREIDING IN HET SEIZOEN
ALLES wijst erop dat op Oost Zuid-Beveland de grootste besmettingsbron
zit. Niet alleen omdat in dat gebied de meeste zwaar zieke percelen voor
komen, maar ook omdat daar de besmetting het eerst begint en daarna het
vlugst uitbreidt. Over de uitbreiding in de loop van het seizoen zijn in 1972
waarnemingen gedaan. Op verscheidene percelen rond Oostdijk en Yerseke zijn
elke week op dezelfde plek tellingen verricht. De resultaten hiervan zijn op
genomen in tabel 2. Hierin zijn de gemiddelde percentages zieke planten ver
meld van drie percelen ten zuiden van Oostdijk, drie percelen ten noorden van
Oostdijk en drie percelen in de omgeving van Yerseke.
Tabel 2. Uitbreiding virusziekte in augustus en september 1972
Ligging percelen
Percentage zieke planten
2/8
8/8
16/8
23/8
30/8
6/9
14/9
22/9
29/9
Ten zuiden van Oostdijk
10
23
37
49
63
83
86
90
91
Ten noorden van Oostdijk
3
10
20
27
36
47
59
63
66
Omgeving Yerseke
1
4
7
14
19
26
28
33
Uit tabel 2 blijkt dat het ziek het eerst en het hevigst optreedt rond Oostdijk.
Hoe meer naar het noorden, hoe minder hevig het begint en hoe lager het uit
eindelijke percentage ziek is. Het is opvallend dat overal de uitbreiding van
het ziek regelmatig doorgaat van begin augustus tot eind september.
WELKE MAATREGELEN MOGELIJK
70ALS reeds opgemerkt is, kan men geen invloed uitoefenen op de ziekte
door lujisbestrijding. Dit wil niet zeggen dat men dan maar niets moet
doen tegen een luisaantasting, want vooral als 'de planten nog klein zijn kun
nen ze door bladluizen erg geremd worden in de groei. Een besmetting met
selderijmozaïekvirus zal men echter niet kunnen tegengaan.
Wel is gebleken dat de gevolgen, van een besmetting afhankelijk zijn van de
stand van het gewas. Een goed gewas, dat flink aan de groei is en er gezond
bij staat, zal ook wel ziek worden, maar niet zoveel opbrengstderving hebben
als een gewas dat op een of andere manier slecht wil groeien. Als men in
een gebied waar de laatste jaren veel ziek voorkwam toch knolselderij wil
telen, zal men in ieder geval moeten zorgen voor goede omstandigheden voor
het gewas. Omstandigheden waar men wat aan kan doen, zijn:
1. Structuur van de grond. Kies voor de teelt van knolselderij een perceel met
goede structuur. Maak de grond goed los na het planten en ook als later de
grond door veel regenval dichtgeslagen is.
2. Kwaliteit van de planten. Plant zo vroeg mogelijk, d.w.z. half mei en
gebruik alleen stevige planten die een goed wortelgestel hebben. Dit zijn
planten die afkomstig zijn van een plantenbed waar niet meer dan 600
planten per m2 staan.
Op proefvelden en in de praktijk is gebleken dat er verschil in gevoeligheid
is tussen de rassen. De rassen Roem van Zwijndrecht en Hild's Neckarland zyn
zeer gevoelig. Weinig gevoelig zijn Ceva (Vreeken's Zaden, Doirdrecht) en
Bronskogel (Jos. Huizer, Rijsoord). Uit proeven is gebleken dat deze laatste
rassen wel besmet worden, maar weinig last van dit virus hebben. Pas op het
laatst van het groeiseizoen komen er wat vlekjes op de bladeren, maar de in
druk bestaat dat de opbrengst weinig wordt beïnvloed.
De moeilijkheid is echter dat de rassen Ceva en Bronskogel door de handel
minder graag worden gekocht dan Roem van Zwijndrecht. Het is echter de
vraag of dit altijd terecht is. Ceva wordt in de Rassenlijst aanbevolen. Wel vie
len in 1972 de resultaten met dit ras op diverse percelen tegen wat betreft op
brengst en de uitwendige kwaliteit van de knol, maar de inwendige kwaliteit
was goed. Bronskogel geeft een goede opbrengst met ronde knollen, die echter
inwendig wat zacht en gauw hol zijn, zodat de bewaarbaarheid minder goed is.
Dit kan men tegengaan door nauw te planten.
SAMENVATTING
AVER het ziekteverschijnsel bij knolselderij van de laatste jaren, voorname-
lijk op Zuid-Beveland, wordt wel steeds meer bekend, maar er zijn nog
diverse vraagtekens. Een directe bestrijding van deze ziekte is niet aan te geven.
Het enige dat men kan doen is proberen een zo goed mogelijke stand van het
gewas te bevorderen. Dit heeft men echter maar ten dele in de hand. Verder
is er de mogelijkheid van het nemen van een ander ras, n.l. Ceva of Bronskogel.
Het is te hopen dat in 1973 door' proeven en waarnemingen een oplossing voor
deze moeilijkheden wordt gevonden.
Het gaat niet zo best met de prijzen van appels en
peren. Nadat vanaf half januari die aanvoeren zijn toe
genomen, is het met de prijs regelmatig minder geworden
en vorige week was er ook weer sprake van een voort
durende afbrokkelende tendens. Erg hard kwam de slag
aan bij de Cox's Orange Pippin, waarvan veel versleten
partijen uit de c.a,cellen te voorschijn kwamen. Vooral de
grote maten hebben zich slecht gehouden en de prijs die
enkele weken geleden nog tot 1,40 per kg liep kwam
nu op plm. 80 cent. De middelmaat (6570 mm) deed
aanvankelijk meestal rondi en iets boven 90 cent per kg
en kwam nu op 5070 cent, al naar gelang van de kwa
liteit. Ook de goudreinette kon zich niet handhaven. Er
kwamen van dit ras ook wat slechte partijen en dat had
eveneens invloed op de prijs van de goede partijen dié
in vergelijking met enkele weken geleden ongeveer 10
cent per kg goedkoper werden. Ook de Golden Delicious
moest overigens ongeveer 10 cent per kg in prijs terug.
De beste partijen kwamen nog aan 70 cent per kg maar
dan was het ook bekeken. De maat 65—-70 mm kwam
van ongeveer 65 cent op rond 55 cent per kg.
Al met al een teleurstellende ontwikkeling en velen
vragen zich af wanneer een herstel zal optreden. We
dachten dat we niet direct behoeven te wanhopen over
de prijsvorming van de appels in de komende tijd, maar
het zal zaak zijn en blijven om op tijd en regelmatig te
gaan ruimen. Zonder degenen die wel hebben meegedaan
aan een regelmatig marktvoorziening iets te willen ver
wijten, moeten we toch constateren dat hieraan over het
algemeen nog teveel mankeert!
De export van appelen is overigens groot want volgens
de cijfers van het Uitvoer Controle Bureau voor Tuin-
bouwprodukten werden er in de laatste week van januari
niet minder dan 2689 ton handappelen geëxporteerd. En
geland speelde ook belangrijk mee want diit land nam
621 ton af. West-Duitsland was een afnemer in die week
van 940 ton handappelen en naar Oost-Duitsland werd
446 ton verladen. Spanje was met 142 ton ook een af
nemer van betekenis evenals Frankrijk met 398 ton. Naar
laatst genoemd land wordt nog steeds veel goudreinette
verladen.
Wat de peren betreft blijft de export van betekenis,
maar de handel is toch lui en de prijzen van de Confe-
rense brikkelden ook vorige week weer wat af. De grote
maten hielden zich goed op 86 cent per kg maar de maat
6065 mm zakte tot 77 cent en de maat 55—60 mm
kwam op 67 cent per kg.