De teelt van knolselderij I^NOiLSELDERIJ heeft een grote behoefte aan stik stof en kali, in mindere mate aan fosfaat. Om een niet te weelderige bladontwikkeling te krijgen en omdat in het laatste deel van het groeiseizoen de knolgroei pas goed op gang komt, geeft men de stikstof niet allemaal tegelijk. Het beste is een flinke bemesting voor het plan ten en de rest in twee keer als overbemesting. De mest stoffen die voor het planten gegeven moeten worden, kunnen het best vóór de grondbewerking worden ge strooid. yooR de bestrijding van zaadonkruiden in knolselderij zijn enige goede chemische middelen beschikbaar, Kwaliteitverbetering op fruitveilingen 7 Consulentschap voor de Tuinbouw, F. VADER, Goes. Bij de teelt van knolselderij neemt Zeeland een belangrijke plaats in, voornamelijk wat betreft de teelt van knollen voor de industrie. Andere pro vincies waar deze teelt van belang is zijn Zuid-Holland en Noord-Brabant. De laatste jaren schommelt de opper vlakte in Nederland rond 8001000 ha per jaar. Ongeveer 25 van deze oppervlakte ligt in Zeeland. In Zeeland ligt het grootste deel van het areaal op Zuid-Beveland. Vooral op het oostelijk deel hiervan krimpt de oppervlakte de laatste jaren in als gevolg van het optreden van het selderijmozaïekvirus. Ook Tholen is een belangrijk teeltgebied. Op Wal cheren is de oppervlakte sterk terug gelopen, maar op Schouwen-Duiveland is de teelt in opkomst. Bij de teelt van knolselderij hebben zich de laatste jaren grote veranderin gen voorgedaan. Tot voor enkele jaren mocht alleen met de hand gerooid worden, wat tot gevolg had dat de oppervlakte per bedrijf slechts beperkt kon zijn. Nu mag ook machinaal wor den gerooid, zodat grotere oppervlak ten mogelijk zijn. Dit heeft een sterke prijsdaling met zich meegebracht, n.l. van 21 ct/kg voorheen tot 17 ct/kg momenteel. De teelt is daardoor voor een groot deel verschoven van het kleinere bedrijf naar het grotere akkerbouwbedrijf. Omdat hierdoor nogal wat nieuwe telers met dit gewas beginnen, lijkt het ons goed om in een artikel op enkele punten bij de teelt van dit gewas in te gaan. Overbemesting PLANTEN tweemaal 300 kg kalkammonsalpeter, te geven eind juli en begin september. yOOR de industrieteelt wordt algemeen gebruik ge maakt van het ras Roem van Zwijndrecht. De planten worden meestal aangekocht yan een planten- kweekbedrijf. Zeer belangrijk is dat men een goede plant krijgt. Een plant kan alleen goed worden als hij niet te dik op het plantenbed staat. Een aantal van 500 600 per m2 is hierbij het maximum. Een goede plant heeft een flink ontwikkeld wortelgestel en de wortelhals, waar op de bladeren staan ingeplant, moet 4 5 mm dik zijn. Het is aan te raden contact te onderhouden met de plan- tenkweker, zodat men op de hoogte is van de stand van de bestelde planten. De beste planttijd is rond half mei. Het planten is een zeer nauwkeurig werkje. Omdat selde- rijplanten vrijwel geen stengel hebben, is er maar één manier om ze goed te planten, n.l. de wortels net in de grond en het hart van de plant boven de grond. Als te diep wordt geplant is de hergroei van de planten zeer traag; wordt te ondiep geplant dan is de kans groot dat de wortels verdrogen. Het planten wordit meestal uitge voerd met een plantmachine. Om goed te kunnen planten moet de grond goed klaargemaakt worden. De grond moet goed vlak liggen en tot 10 12 cm diepte fijn ver kruimeld zijn. Omdat het in mei nogal eens droog is, is het aan te raden de grondbewerking enige weken vóór het planten uit te voeren. De grond krijgt dan kans te be- zakken en weer vocht op te nemen. GRONDSOORT |N principe kan knolselderij op eike grondsoort wor den verbouwd. De voorkeur gaat uit naar een ge makkelijk bewerkbare grond met een goede structuur. Op zware grond groeit een knol met een goede kwaliteit, maar praktische bezwaren zijn dat de aanslag van de planten wat meer moeilijkheden kan geven en dat het machinaal rooien op zware grond meer bezwaren heeft dan het rooien op lichtere grond. De grond moet een pH hebben van minstens 6.5, want knolselderij wil niet groeien op zure grond. In de vruchtwisseling neemt knolselderij een geheel eigen plaats in. Het heeft geen enkele invloed op andere landbouwgewassen bij de vruchtopvolging. Daarom is het voor veel akkerbouwers een aantrekkelijk gewas, omdat het een deel van de overblijvende oppervlakte na aard- appelen-suikerbieten-graan kan opvullen. De voorvrucht voor knolselderij speelt dus geen grote rol, als de struc tuur van de grond maar goed is. Daardoor is een graan- stoppel met groenbemesting beter 'dan kapotgereden bie- tenland, maar dit geldt ook voor andere gewassen. Knol selderij zelf geldt als een goede voorvrucht. BEMESTING Een gemiddeld goede bemesting per ha is: Vóór het planten: 400 kg kalkammonsalpeter 500 kg superfosfaat 500 kg kalizout 60 Men kan dus wachten met spuiten tot de selderijplanten goed aan de groei zijn. Opslag van onkruiden wordt dan nog bestreden, mits men dan spuit bij droog weer. Alleen grasachtige onkruiden en kamille worden slecht bestre den na opkomst. Als men deze onkruiden verwacht kan men beter vlug na het planten spuiten. Het is aan te raden, na het planten de sporen los te schoffelen. Knolselderij groeit slecht als de grond dicht zit. Ook als in de loop van de zomer de grond door de regen dichtslaat is het goed dat de grond weer losge maakt wordt. In juni-juli, als de plantjes nog klein zijn, kunnen ze soms erg lijden van bladluizen. Het is belang» rijk om hierop te letten en tijdig een bestrijding uit te voeren. Om aantasting door luis reeds vlak na het plan ten te voorkomen is het aan te raden, het plantenbed enkele dagen voor het optrekken van de planten te laten spuiten met een langwerkend systemisch middel. In augustus-september kan knolselderij veel te lijden hebben van wantsen. Deze steken in de hartblaadjes. De randen hiervan worden zwart en kunnen gaan rotten. Wantsen komen vcoral voor in de buurt van houtkanten en van aardappelpercelen. Bestrijding kan plaats hebben met Undeen of een systemisch luisbestrijdingsmiddel. Eveneens in augustus-september kan bladvlekkenziekte optreden. Dit kan worden tegengegaan door om de 14 dagen te puiten met maneb-tin. In verschillende delen van Zeeiand komt de laatste jaren een meer of minder ernstige aantasting voor van selderijmozaïekvirus. Dit wordt door bladluizen overge bracht. Dit overbrengen gaat zo snel, dat bladluisbestrij- ding weinig of geen effect heeft op deze ziekte. Er zijn ook geen andere methoden bekend om deze ziekte te voorkomen of te bestrijden. Wel is gebleken dat er ver schil is in gevoeligheid tussen de rassen. Het ras Roem van Zwijndrecht is zeer gevoelig. Weinig gevoelig zijn Ceva en Bronskogel. OOGST QE eigenlijke knolgroei komt pas laat in het seizoen op gang. Bij goed weer in november kunnen ze nog aanzienlijk in gewicht toenemen. Ze zijn echter zeer gevoelig voor vorst. Als men geen groot risico wil lopen, moet men vóór half november oogsten. Het oogsten kan gebeuren met bietenrooimachines. Om het blad goed te kunnen verwijderen, moeten deze zijn voorzien van een dubbele poetser. Ook wordt wel van speciale loofpoetsers gebruik gemaakt. Het rooien gaat het mooiste als de lichtscharen met enkele extra mesjes zijn uitgerust om onder langs de knol de wortels af te snijden. Op enkele plaatsen is ook met succes gebruik gemaakt van 6-rijige bietenrooimachines. Na het rooien kan voor de verwijdering van loof- en wortelresten ge bruik worden gemaakt van een reinigingsmachine. SALDOBEREKENING Bij het planten moet men al weien hoe men wil rooien. Als met een 6-rijige bietenrooier wordt gewerkt, moet ook een 6-rijige plantmachine worden gebruikt. Het is zeer belangrijk dat er met geroutineerde mensen wordt gewerkt, omdat het inleggen een nauwkeurig werk is. Veel plantenkwekers hebben de gewoonte om de plan ten ongesorteerd af te leveren, d.w.z. goede en te kleine planten door elkaar. Het is dan de bedoeling dat de plan ter de te kleine planten weggooit. In de praktijk komt hier echter dikwijls weinig van terecht, zodat veel te kleine planten worden gebruikt. Het is daarom aan te raden de partij planten van te voren èerst te sorteren of, nog beter, alleen een gesorteerde partij te aanvaarden. Het beste plantaantal is 45.000 per ha. Bij de meest gebruikte rij af f stand van 50 cm komt dit neer op 50 x 45 cm. Nauwer planten heeft geen zin, ook niet om even tuele uitval van planten te compenseren, omdat dit toch niet regelmatig in de rij gebeurt; bovendien zijn de plan ten daarvoor te duur. Wijder planten verhoogt de kans op inwendig hol en uitwendige groeischeuren. VERZORGING n.l.: 1. linuron (AAlinuron of Afalon) 12 kg/ha; 2. chloorbromuron (Maloran) 23 kg/ha. Deze twee middelen hebben vrijwel dezelfde werking. Ze werken goed als contactmiddel en als bodemmiddel. 0PBRENGST: 30.000 kg/ha x 17^ ct 5250,— Toegerekende kosten: Planten 45.000 x 1,8 ct Plantmachine (zonder personeel) Bemesting: 1000 kg k.a.s. 250, 500 kg super 80, 500 kg K-60 100,— Onkruidbestrijding Ziektebestrijding: luizen 2 x 60, wantsen 3 x 105, bladvlekkenziekte 4 x 120, Machinaal rooien Reinigingsmachine, huur Rente omlopend kapitaal 810,— 125,— 430,— ,110.— ,285,— ,450,— ,300,— 90,— 2600,— Saldo 2650,— Bij de bedragen voor onkruid- en ziektebestrijding is ingerekend sproeiloon 15,/ha. Het tarief voor de plantmachine is alleen voor de machine met trekker en chauffeur. De bediening zal dus zelf geleverd moeten worden. Meestal wordt dit in samenwerking gedaan. Bij dit berekende saldo is dit gewas niet meer aantrek kelijk voor het kleinere bedrijf. Voor het grotere akker bouwbedrijf biedt het nog wel perspectief in vergelijking met de saldo's van graan, erwten, e.d. Het mag echter niet lager worden, omdat knolselderij toch atijd een ge was blijft met risico's. Op de fruitveilingen in ons gebied werd vorige week 'het aanbod van appelen en peren duidelijk gro ter. Uit de c.a.cellen kwamen beste partijen Goudrei- nette, Golden Delicious, Cox's Orange Pippin en Con ference. Aangenomen mag worden, dat het totale aan- voerbeeld in de komende tijd kwalitatief een verdere verbetering te zien zal geven. De bewaring voor de belangrijkste appel- en pererassen blijkt tot nu toe weinig moeilijkheden te geven, hoewel voortdurend opletten noodzakelijk lijkt. In het prijspeil kwam weinig verandering. Indus trieappelen werden op 4748 cent per kg nog iets duurder dan zij in de afgelopen weken reeds waren en dat betekent een bijzonder stevige bodem in de appel markt. Het hoofdras gaat nu langzaam maar zeker de Golden Delicious worden. De goede kwaliteiten in de grote maten uit de c.a. cellen deden vlot rond en iets boven 80 ct, terwijl de maat 65/70 mm tussen 65 en 68 ct per kg deed en de maat 60/65 mm rond 55 ct. Klas se II gaf grote verschillen in prijs te zien, afhankelijk van de manier van bewaren. Uit de luchtgekoelde be waarplaatsen komen nu weinig goede partijen meer. Het aanbod van Cox's Orange Pippin was groot en het hoge prijspeil van de voorgaande weken voor de grote maat kon niet gehandhaafd blijven. Gemiddeld werd de Klasse I 70 en 75 mm 20 tot 30 cent per kg goedkoper, terwijl de kleine en middelmaat zich veel beter hield op 80 tot 90 cent voor Klasse I 65/70 en 75 tot 880 ct voor de 6" - 5 mm Er kwamen crk verschil lende partijen van dit ras die al gauw 20 tot 40 ct per kg goedkoper waren dan de partijen waar niets aan mankeerde! Duurder werd ook de Jonathan, waarvan het aanbod bijzonder klein is. De meeste aanvoer was in de maat 65/70 mm, die rond 65 ct per kg opbracht. Goudreinette werd in toenemende mate aangevoerd en voor dit ras kon het hoge prijspeil van de vorige weken niet gehandhaafd blijven. De grote maat deed tussen 80 en 90 ct per kg en de kleine maat rond 70 ct. De rode mutanten waren 5 ct per kg duurder. In de perenhoek was er een ruim aanbod van Con ference uit de c.a.cellen. De prima kwaliteit werd aangeboden maar ook voor dit ras lag de prijs lager dan enkele weken geleden werd betaald. Enkele note ringen van Conference eind vorige week zijn: I 65/70 81—85, I 60/65 79—80, I 55/60 70—72, II 50/55 49—52. Het aanbod van Doyenné du Cornice bleef van beteke nis en de prijzen veranderden niet, d.w.z. dat de grote en middelmaat tussen 80 en 90 ct per kg deed en de kleine maat klasse I rond 70 ct. Legipont bleef onver anderd laag in prijs.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 7