Resultaten
in de rundveehouderij
Slachtveeprijzen omhoog
15
M. HUBERTS
C.R.A. - Eindhoven
T}E melkveehouderij was het laatste jaar beter
rendabel dan in voorgaande jaren. Dit blijkt
uit de uitkomsten van de deelboekhoudingen rund
veehouderij zoals die op een aantal bedrijven worden
bijgehouden. Het gaat bij deze deelboekhoudingen
vooral om de factoren die de resultaten van de rund
veehouderij beïnvloeden en niet zozeer om het totale
bedrijfsinkomen.
Voor dit laatste gegeven wordt n.l. een fiscale
boekhouding gevoerd. De deelboekhouding verschaft
technische en economische gegevens die als grond
slag kunnen dienen voor het bedrijfsbeleid op het be
drijf van de deelnemer. Hieruit volgt dat de gegevens
uit deze boekhouding op de eèrste plaats nut heb
ben voor de deelnemer zelf. Daarnaast geeft een sa
menvatting van de resultaten van groepen bedrijven
inzicht in de ontwikkelingen van kosten en opbreng
sten en in de factoren die in algemene zin fet rende
ment van de rundveehouderij kunnen verbeteren. Het
laatste jaar waren er 268 bedrijven met een deelboek
houding.
ENKELE GEGEVENS OVER DE LAATSTE
3 JAREN
ITIT de gegevens van tabel 1 valt af te leiden dat
de resultaten in het afgelopen jaar gemiddeld
gunstiger waren dan voorgaande jaren.
TABEL I
Boekjaar
ha grasl. en voedergew.
aantal melkkoeien
aantal stuks jongvee
grootvee-eenheden/ha
melkkoeien/ha
kg melk per koe
melkpriis ct per koe
melkgeld per koe
omzet en aanwas per koe
bijkomende voederkosten
opbrengst min voerk./koe
opbrengst min voerk./ha
Wat zijn de oorzaken van de betere resultaten per
koe ten opzichte van het boekjaar 70/71?
1. 290 kg melk per koe meer
2. ruim 2'% cent hogere melkprijs
3. per koe 236 meer melkgeld
4. meeropbrengst aan omzet en aanwas van f 43 per
koe.
60/70
70/71
71/72
15,20
17,40
19,10
26
31
35
22
25
25
2,5
2,5
2,5
1,8
1,8
1,9
4500
4640
4930
37,65
37,33
39,89
1697
1733
1969
571
559
602
591
674
707
1677
1618
1864
2973
2889
3491
De opbrengsten waren per koe dus 279 hoger,, de
voederkosten waren 33 hoger zodat de opbrengst
min voerkosten per koe met 246 toenam. Uit deze
.tabel blijkt dat zowel de oppervlakte grasland en
voedergewassen als het aantal koeien is toegenomen.
Dit komt doordat er meer cultuurgrond gebruikt
wordt voor grasland en snijmais en deels ook door
dat er meer grotere bedrijven meedoen aan de deel
boekhouding.
OOK BETERE RESULTATEN PER HA
|>OORDAT de melkveebezetting per ha iets is ge-
stegen is de opbrengst min voerkosten per ha
toegenomen met 602. Dit is een belangrijke verbe
tering. De verschillen per bedrijf zijn echter zeer
groot. Om de invoed na te gaan van de verschillen
hebben we de bedrijven in groepen ingedeeld naar
aantal melkkoeien per ha.
PRODUKTIE PER KOE HEEFT GROTE
INVLOED OP RENDEMENT
TABEL III
TABEL H
Aantal bedrijven
162
75
22
7
melkkoeien per ha
1,5-2
2-2,5
2,5-3
3-3,5
gem. melkkoeien/ha
1,76
2,18
2,77
3,41
gem. g.v.e./ha
2,34
2,71
3,45
3,64
kg melk/koe
4864
4968
5104
5046
opbrengst per koe
2577
2553
2561
2386
voerkosten per koe
670
792
819
850
opbr. min voerkosten/koe
1907
1761
1741
1536
idem per ha
3352
3850
4797
5183
gemaaid van het grasland
98
103
98
95
kg melk per koe
4000
4500
5000
5500
tot
tot
tot
en
4500
5000
5500
meer
aantal bedrijven
44
117
84
36
gem. kg melk
4301
4756
5221
5760
koeien per bedrijf
30
34
38
38
koeien per ha
1,8
1,9
1,9
2,0
opbrengst per koe
2311
2515
2694
2900
voerkosten per koe
576
691
763
843
opbr. min voerkosten
1735
1824
1931
2057
idem per ha
3089
3420
3670
4063
Van de 268 bedrijven waren er 7 die een lagere
melkproduktie hadden dan 4000 kg. Deze zijn buiten
beschouwing gelaten. Uit tabel 3 blijkt eveneens dat
de produktie per koe toeneemt met het aantal koeien
per ha en per bedrijf. In deze indeling komt duidelijk
naar voren dat een goede melkproduktie per koe
leidt tot betere resultaten. Dit kost wel extra kracht
voer en ruwvoer maar het rendement is zeer goed,
zowel per koe als per ha.
Tussen de 2e en 4e groep is een verschil van 1000
kg melk, dat is bijna f 400 per koe. De voederkosten
zijn 162 hoger. Hierdoor is er een netto-verschil
van 238 per koe (bij 42 koeien geeft dit een ver
schil van 10.000). We moeten hierbij opmerken dat
de krachtvoerprijs in dit boekjaar 4 a 5 gulden la
ger was dan momenteel. Zijn de koeien in staat veel
melk te geven dan zijn de ervaringen van de laat
ste jaren dat men met krachtvoer ver kan gaan.
Behalve het meerdere krachtvoer zijn er andere
oorzaken aan te wijzen voor de hogere melkproduk
tie. De betere melkproduktie vinden we vooral op
de ligboxenstallen; men heeft geen speenbetrappen,
geen slepende melkziekte, betere bevruchting en
meer mogelijkheden om de invloed van slecht weer
en slechtere weide in de zomer te compenseren door
de koeien 's nachts op stal te houden. Vooral in de
herfst is dit belangrijk.
BIJ INVESTEREN MINIMAAL
40 STUKS MELKVEE
TUE resultaten zijn in het laatste jaar aanzienlijk
verbeterd door een hogere veebezetting per ha,
een hogere vleesprijs maar vooral door de hogere
melkproduktie per koe en de hogere melkprijs. De
ligboxenstal is voor vele bedrijven een zeer grote
verbetering. Gemakkelijker weriken, meer koeien,
meer melk per koe, betere resultaten per koe en per
ha.
Door de technische en economische ontwikkeling
is het aantrekkelijk en in vele gevallen noodzaak de
melkveestapel aan te passen. Globaal is een minimum
aantal koeien per bedrijf va,n 40 stuks gewenst als
men in de melkveehouderij gaat investeren. Dit blijkt
bijv. uit het volgende:
Nieuwbouw ligboxenstal voo^ 40 koeien en
20 stuks jongvee
melktank en melkleiding
trekker en werktuigen gem.
levende have gem.
15 ha grond a 8.000
Bij een dichte veebezetting per ha heeft men toch
nog hoge melkprodukties per koe. De voerkosten zijn
echter hoger en de opbrengst min voerkosten per koe
zijn lager. De resultaten per ha zijn. echter aanzien
lijk hoger bij een dichte melkveebezetting. De melk
veebezetting per ha is in de laatste groep bijna twee
maal zo hoog als in de eerste groep. De lagere op
brengst per koe wordt veroorzaak' door lagere om
zet en aanwas. Dit zal waarschijnlijk beïnvloed wor
den door het gering aantal bedrijven. De kosten van
de grond zijn voor beide hetzelfde.
totaal voor 40 koeien
Dit is per koe 8.000 a 7 rente 560
60.000
30.000
25.000
85.000
120.000
320.000
In tabel I hebben we gezien dat de opbrengst min
voederkosten per koe 1.864 was. Hier moet men
globaal ongeveer 1.160 aftrekken voor rente, kunst
mest, loonwerk, graslandvernieuwing, veearts, k.i., af
schrijving gebouwen en werktuigen, algemene kosten
enz. We krijgen dan een arbeidsinkomen van ƒ700
per koe. Hiermede is aangetoond dat 40 koeien nood
zakelijk zijn om een voldoende arbeidsinkomen te ha
len!
'De gemiddelde marktprijs voor slachtvee in de
E.E.G. is wegens gering verschil met voorgaande week
ongewijzigd gebleven. De gemiddelde marktprijs in
Nederland evenwel was in de week tot 25 januari dui
delijk hoger dan voorgaande week. Ook België gaf een
zeker prijsherstel te zien, zij het dat men in België
niettemin van een zwakke markt sprak. De Duitse
marktprijs ging iets omlaag. In de week tot 19 janua
ri werd 241 ton rundvlees uitgevoerd, terwijl 424 ton
werd ingevoerd, afgezien van 569 ton bevroren vlees.
Tegenover een uitvoer van 57 levende slachtrunderen
naar Italië, stond een invoer van 324 stuks, waarvan
275 stuks uit Engeland kwamen en 49 uit België.
Overzicht prijsverloop in de E.E.G. in de week tot
25 januari: E.E.G. gemiddelde ƒ349,22 (onver.); im-
portprijs derde landen 322,31 (319,57); Nederland
ƒ338,06 339,41); Duitsland 330,94 (332,91); Frankrijk
ƒ338,06 (339,41); Duitsland ƒ33094 (332.91)Frankrijk
ƒ362,12 (onver.); Italië ƒ379,85 (onver.).
KALVERPRIJZEN OMHOOG
De gemiddelde marktprijs voor kalveren in de
E.E.G. was lager, doch in Nederland was de gemid
delde marktprijs duidelijk hoger. De prijzen in de lid
staten ontwikkelden zich nogal uiteenlopend. De im-
portprijs van derde landen was lager. In de week tot
19 januari werd 1538 ton kalfsvlees uitgevoerd, waar
van 811 ton naar Italië; 543 ton naar Duitsland; 122
ton naar Frankrijk. Naar Itplië gingen nog 623 mest-
kalveren, terwijl 172 nuchtere kalveren naar Duits
land gingen, terwijl uit Duitsland 231 stuks werden
aangevoerd.
Overzicht prijsverloop E.E.G.: Gemiddelde markt
prijs ƒ486,84 (490); derde-landenprijs ƒ447,75
(450,53); Nederland ƒ484,48 470,60); België ƒ452,07
(446,80); Luxemburg ƒ499,56 (521,28); Duitsland
ƒ487,70 (500); Frankrijk ƒ467,40 (onver.); Italië
ƒ540,52 (onver.).
VARKENSMARKT
De coöperaties en inkooporganisaties van de ver
werkende industrie hebben de uitfoetalingsprijzen
voor de in de week tot 3 februari over te nemen var
kens niet gewijzigd. Voor de NCB (Boxtel); VAKO
(Oss); HOVA (Cuyk) is de uitgangsprijs ƒ3,67 per kg
voor geslachte varkens van 75/90 kg, kl. I af-mesterij.
Voor varkens van de kl. E geldt de gebruikelijke toe
slag van 5 cent per kg, voor varkens van de kl. II, IIII
en IV gelden de gebruikelijke kortingen van 15, 25 en
30 cent per kg. Voor varkens van 91/100 kg geldt een
korting van 2 cent per kg voor elk kg boven de 90 kg.
De prijzen van de Coveco liggen 4 cent hoger, echter
met inhouding van I V2 voor dekking van kosten.
In de week tot 10 januari werden 17.668 levende en
34.783 geslachte varkens naar de partnerlanden afge
leverd, waarvan resp. 9325 en 14.157 naar Duitsland;
5827 en 9955 naar Italië; 2009 en 10.671 naar Frank
rijk; en 507 levende naar België. Aan magere delen
werden ca. 1400 ton naar de partnerlanden uitgevoerd,
alsmede 629 ton tbuikspek. Voorts werden nog 633 big
gen uitgevoerd, waarvan 513 naar België en 70 naar
Duitsland. Uit Duitsland kwamen in het grensver
keer 32 biggen binnen en 95 slachtvarkens. Voorlo
pige cijfers geven voor de week tot 25 januari een uit
voer aan van 61.564 varkens, waarvan toch nog 21.050
levende. Het aantal slachtingen bedroeg in de week tot
21 januari ca. 202.000, dat is 5000 meer dan voorgaan
de week In de week vanaf 8 januari was de gemiddel
de referentieprijs in de E.E.G. 3,67 3,62). In de lid
staten waren deze prijzen de volgende: Nederland
3,27 (3,17); België ƒ3,55 (3,54); Luxemburg ƒ3,71
(3,67); Duitsland ƒ348 (3,47); Frankrijk ƒ3,50 (3,55);
Italië ƒ4,40 (4,33).
VEE EN VLEES IN DE E.E.G.
België. De varkensmarkt was oplopend. Het aanbod
werd, ten opzichte van de vraag betrekkelijk kort ge
noemd. De aanvoer uit Nederland zou wat kleiner zijn
geweest dan normaal. De afzet naar Frankrijk en
(Zie verder volgende pag.)