O
15
ENKELE OVERWEGINGEN BIJ DE KEUZE
EN HET GEBRUIK VAN MODERNE
TRANSPORTMIDDELEN
dooi Ir. H. M. ELEMA
DIJ het landbouwtransport treedt uiteraard ooi
schaalverffrntin a on Hpt uprvnsr piror wat lan
GEWASBESCHERMING
door R. v. d. MEER, A. MULDERS en
P. VERHAGE
Kamille is spoedig te groot (zie Rechtse plant) voor
kleurstoffen. Gebruik,, waar kamille verwacht wordt,
zo mogelijk bodemherbiciden of spuit in het kiem-
piant stadium.
IN dit hoofdstuk wordt aandacht geschonken aan
een zevental onderwerpen die in 1972 in de be
langstelling stonden. Bij de kweekbestrijding op
bouwland biedt TCA verschillende mogelijkheden.
Te laat toepassen is riskant voor verschillende ge
wassen in het volgende voorjaar. Voor kweekbestrij
ding annex graslandverbetering is dalapon het aange
wezen middel. Dit dan in combinatie met de overtop-
frees. Bij de kamillebestrijding in erwten hebben bo
demherbiciden de voorkeur boven kleurstoffen.
De lastige wortelonkruiden akkerdistel, klein hoef
blad en akkermunt vragen een grondige aanpak. Muur
blijkt in grasland een steeds groter probleem te wor
den. Voorjaar 1972 heeft ons wat de bodemherbiciden
betreft leergeld gekost.
Door een goede structuur van de grond en regelma
tig enige regen werkten de bodêmherbiciden in het
voorjaar 1972 maximaal. Die maximale werking be
tekende zeker niet altijd dat men van optimale re
sultaten ten opzichte van onkruid én gewas kon spre
ken. Tal van percelen waren „griezelig" schoon maar
het middel had dan vaak ook het gewas niet onge
moeid gelaten. Wat kan zo'n voorjaar ons nu leren?
Het zou bepaald niet verantwoord zijn om in 1973
over de gehele linie wat minder aan middel te gaan
gebruiken. Op een duistperceel zal men in bieten op
zware grond toch weer wel IPC moeten gebruiken.
En dat Sencor, het nieuwe middel in aardappelen
dat in vorige jaren zo selectief bleek, hier en daar
wel eens wat verkleuring te zien gaf, wil nog niet
zeggen dat men er zover naast zat wat de hoeveel
heid per ha betreft.
Maar wat IPC in bieten aangaat: 3 a 4 kg op grond
van maar net 20 afslibbaar bleek toch duidelijk
een gok. Jawel, 't kan 4 van de 5 jaar goed gaan,
maar in een voorjaar als 1972 kostte dat een keer
overzaaien en dus ettelijke tonnen bieten van zeven
tig gulden!
Er is voor grond van 20 tenslotte Avadex be-
Bij een goede graslandexploitatie kan men onge
veer 15 fokooien met lammeren per ha houden. (Half
jarige ooien kunnen op kunstweide voldoende ont
wikkeld zijn om bij de ram toegelaten te worden).
Elf 2-jarige en oudere ooien en 4 jaarling ooien
kunnen per jaar 22 lammeren grootbrengen. Hiervan
worden 18 lammeren verkocht en 4 aangehouden.
Ieder jaar worden 4 oude ooien uitgeselecteerd. De
lammeren worden slachtrijp verkocht op een leeftijd
van 4 tot 7 maanden.
Opbrengsten:
18 lammeren a 140,2520,
4 ooien a 100,400,
15 x 4 kg wol a 2,120,
3040,
schikbaar. En zou men als de grond wat slempig is
die IPC/Avadex-grens maar liever niet bij 25 af
slibbaar leggen?
In veel gevallen was er van werkelijke schade al
leen sprake op lekken of stroken,, op vooreinden of
in geren, waar overlapt was. Ieder, die geregeld met
de spuitmachine in het land komt, moet zich eens
afvragen of hij er de laatste jaren niet steeds van
uitging dat een hoekje dubbel spuiten beter was dan
een plekje overslaan. Iets overlappen zoals dat bij
parathion of maneb-tin geen centje pijn doet blijkt
dan in zo'n voorjaar bij het spuiten van Pyramin
IPC in bieten of van middel A in aardappelen, niet
te kunnen. Volgend jaar toch maar wat uitkijken met
dat overlappen. Wat de hoeveelheden betreft: ging
dat niet een beetje dezelfde kant uit als bij dat over
lappen? Vindt men wat „Wageningen" adviseert toch
eigenlijk vaak niet aan de krappe kant? Nou, voor
alle zekerheid enzweet U wel?
En dan waren er ook van die gevallen dat men
op eigen houtje met een middel hetzij puur, hetzij als
bijmengsel, experimenteerde. Dat was dan al een
paar jaar goed gegaan maardit voorjaar; in
eens en goed mis! Al dat onderzoek van nieuwe mid
delen en nieuwe toepassingen is dan toch blijkbaar
niet voor niets!
Voorjaar 1972 heeft ons, wat de bodemherbiciden
betreft, leergeld gekost. Laat dat niet voor niets ge
weest zijn:
Houdt u aan de voorschriften.
Voorkom overlappen.
Gebruik niet meer dan aangegeven wordt.
Houdt wat de hoeveelheid betreft, rekening met
de zwaarte van de grond.
Mais blijkt stengelaaltjes maar slecht te verdragen.
Met de phytophthora-bestrijding werd ei- wat het tij
dig beginnen betreft, in 1972 hier en daar wel wat
de hand gelicht. Mollenbestrijding in grasland het
beste met klemmen blijft urgent.
SNIJMAIS ALS MARKTBAAR GEWAS
OP AKKERBOUWBEDRIJVEN
door C. DEN ENGELSEN
CNIJMAIS als marktbaar gewas geteeld op akker-
bouwbedrijven zal slechts dan aantrekkelijk zijn
als daarmede een saldo per ha wordt verkregen dat
vergelijkbaar is met de saldi die alternatieve gewas
sen kunnen geven. Gezien de ruimere gewassenkeuze
op kleigronden tegenover de zandgronden zal een
akkerbouwer op kleigrond een saldo per ha snijmais
verlangen dat minstens 300,per ha hoger ligt.
Aangezien geen hogere opbrengst van de snijmais
op kleigrond mag worden verwacht wordt de teelt
duurder dan op de zandgronden. Bovendien speelt
op de kleigronden de verwerking van organische
mest slechts incidenteel een rol.
Geconcludeerd wordt dat de teelt van snijmais op
akkerbouwbedrijven op de kleigronden doorgaans
weinig perspektief biedt. Slechts onder bepaalde,
meer incidentele omstandigheden, kan er over wor
den bedacht snijmais als marktbaar gewas in het
bouwplan op te nemen.
Toegerekende kosten:
Zaaizaad
75,—
Bemesting
250,—
Bijvoedering 15 x ƒ40,
Gezondheidszorg
600,—
Gezondheidszorg
100,—
Sterfterisico
75,—
Rente levende have
150,—
Afrastering (80 cm gaas)
100,—
Saldo 1690,
Indien een nieuwe stal voor de schapen gebouwd
moet worden is het nodig de kosten toe te rekenen
aan de schapen. De kosten bedragen 10 van 150,
is 15,per schaap per jaar.
uvxiu«x»v.46iwmi^ iiti vcivuci uvci wat icui-
gere afstanden geschiedt meer en meer per vracht
auto, eventueel gecombineerd met containerbakken.
Kleine laadkisten komen alleen voor speciale geval
len in aanmerking. Het gebruik van 6 tot 10 tons kip
pers neemt snel toe; loswagens met een dergelijk
laadvermogen zijn belangrijk duurder. Dergelijke
zware wagens vragen wegens de oplegdruk en om
voldoende snel te kunnen rijden een trekker met
een vermogen van minstens 5560 pk. Een royale
bandenmaat of tandemassen zijn voor deze wagens
essentieel om zonder te diep insporen op het land te
kunnen rijden. Het lijkt niet uitgesloten dat de wa
gens in de toekomst een genormaliseerde spoorbreedte
van 1.80 m zullen krijgen, dat is stabieler. De geva
ren van olie vermenging bij het gebruik van hydrau
lische kippers kunnen veelal worden opgelost door
universele transmissie-hydraulische olie te gebruiken.
SITUATIE TEN AANZIEN VAN HET
BOEKHOUDEN IN DE LANDBOUW
dooi P. S. MARINUSSEN
lyE fiskale rapporten werden, behalve voor hun
specifieke doel, weinig gebruikt. Toch was er
in deze rapporten een schat aan gegevens verzameld.
Om deze gegevens toegankelijk te maken werden
minimumeisen geformuleerd voor bedrijfsekonomi-
sche verslagen uit de fiskale boekhoudingen. De ver
slaggeving op deze basis (de z.g. analyseboekhouding)
werd door de overheid gesubsidieerd. Een groot aan
tal bedrijfshoofden in de landbouw heeft van de ana
lyse-boekhouding gebruik gemaakt, doch tot een wer
kelijk massaal gebruik kwam het niet. Het idee groei
de dat met een eenvoudiger rapport zou kunnen wor
den volstaan. De Kommissie Verslaggeving van de
Vereniging Landbouwboekhoudbureaus introduceer"
de de bedrijfsboekhouding, die vanuit een eenvoudige
bedrijfsekonomische uitwerking ook een berekening
geeft van het fiskaal resultaat. De bedrijfsboekhou
ding is operationeel en gereed voor gebruik op brede
schaal.
CENTRALE OPFOK KALVEREN
door R. C. C. DE BRUIJCKERE
|YE rationalisatie in de melkveehouderij is reeds
hoog opgevoerd door moderne stallenbouw,
nieuwe melkwinningsmethoden en nieuwe methoden
bij voederwinning en -aanwending. Door afstoten van
jongvee, benodigd voor de aanvulling van de melk
veestapel, kan de rationalisatie nog verbeterd wor
den. In een drietal begrotingen zijn van een 20 ha
bedrijf vergeleken de kosten, opbrengsten en renta
biliteit van:
a. melkvee met eigen opfok jongvee;
b. melkvee met opfok jongvee op centraal opfokbe-
drijf;
c. centrale opfok van kalveren.
Verder wordt gewezen op welke bedrijven de cen
trale opfok van kalveren het best zou passen en op
welke punten zoals gezondheidszorg, voeding,
graslandgebruik e.d. speciaal dient gelet te wor
den om een goed resultaat te verkrijgen.
CONSUMPTIEAARDAPPELEN ZELF OF
GEZAMENLIJK BEWAREN
door P. A. DEN HOLLANDER, Ing.
IN dit artikel wordt gesteld dat door de moderne
wijze van oogsten, transport, inbrengen, bewa
ren en het afleveren van de bewaarde aardappelen
hoge eisen worden gesteld aan de bewaarplaats. Een
aantal bedrijfsgebouwen is dermate verouderd dat
het inrichten van een bewaarplaats in de bestaande
schuur niet verantwoord is. Reeds eerder ingebouw
de aardappelbewaarplaatsen voldoen niet meer.
Nieuwbouw is dan de oplossing. Dit kan individueel
of door enkele boeren tesamen gebeuren.
Aardappelen lenen zich voor een gezamenlijke teelt,
opslag en afzet. De hele teelt met benodigde investe
ringen kan dan voor gezamenlijke rekening plaats
hebben. Bij een gezamenlijke opslag van 1200 a 1500
ton aardappelen vraagt de investering bij nieuwbouw
15 cent/kg.
Het wordt zinvol geacht hierover onderling van ge
dachten te wisselen en zich af te vragen of de tijd
niet gekomen is om de aardappelbewaring in het zuid
westen te moderniseren.
De rentabiliteit wordt in sterke mate beïnvloed
door de opbrengst van de lammeren. Eén lam minder
betekent een saldoderving van f 130,
Door' een prijsverschil van 10,per lam veran
dert het saldo met 180,De voordelen van kunst-
weide voor de bodemvruchtbaarheid en het bouw
plan zijn moeilijk in geld uit te drukken.
Wanneer schapenhouderij op kunstweide in de
plaats komt van een gewas met een lager,saldo als
zomergerst of erwten, kan dit bijdragen tot verbete
ring van het inkomen.
(Zie verder pag. 17)
open nok met a.b.c.
opzetstukken
1.445+
iichtplaten in het
dakvlak
ventilatieklep over
volle lengte
(afsluitbaar).
Doorsnee van een schapenstal. Aan beide zijden van de overgang is een kop ruimte. De afscheiding be
staat uit een voerhek waarin zowel hooi als krachtvoer verstrekt kan worden. De lengte van de stal is
afhankelijk van het aantal schapen. Per schaap is een eetbreedte van 3050 cm nodig. In de lammertijd
kunnen in de loopruimte 2 rijen kraamhokjes geplaatst worden (stippellijn).