Landbouwaktualiteiten 1972 14 C.A.R. - Goes Deze week ontvingen wij Landbouwaktualiteiten 1972, uitgegeven door de Verenigin gen voor Bedrijfsvoorlichting op de Zeeuwse Eilanden en West Noord-Brabant en de Studieclubs in Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook dit jaar hebben de Consulentschappen voor de Rundveehouderij te Goes en Zevenbergen de samenstelling: hoofdzakelijk verzorgd. Daarnaast hebben enkele gastschrijvers waardevolle bijdragen geleverd. In deze publikatie worden zowel technische aspecten als bedrijfsontwikkelingszaken aan de orde gesteld. Om U een indruk te geven van de behandelde aktuele onder werpen volgt hier een overzicht met korte toelichtingen. Belangstellenden die geen lid zijn van de Verenigingen of de Studieclubs (die het boek aan hun leden verstrekken) kunnen het bestellen door ƒ4,over te maken op postrekening no. 674611 tn.v. de Provinciale Direktie voor de Bedrijfsontwikkeling in Zeeland, Westsingel 58 te Goes onder vermelding van „Landbouwaktualiteiten 1972". ONTWIKKELINGEN BIJ DE VERWERKING VAN KUNSTMEST OP DE BOERDERIJ door J. KODDE EXCLUSIEF de kalkmeststoffen verwerkt men op de landbouwbedrijven in het Zuidwesten onge veer 700 tot 1500 kg kunstmest per ha. De kunstmest wordt tot nu toe vrij algemeen in plastic zakken met een inhoud van 50 kg op de boerderij afgeleverd. Deze wijze van werken geeft een goede bescherming van het produkt en een goede controle op de te ver werken hoeveelheid, maar heeft als nadeel dat zij vrij arbeidsintensief is. Door de meststoffen in losge- storte vorm te verwerken kan een arbeidsbesparing van 030 worden bereikt. Daarnaast komt het handwerk praktisch te vervallen. Vooral om reden van arbeidsverlichting is in de toekomst een uitbrei ding te verwachten van de losse verwerking van meststoffen. Opslag in polyester silo's is voor gespe cialiseerde melkveebedrijven een zeer goede metho de. Voor akkerbouwbedrijven, waar de kunstmest grotendeels in het voorjaar wordt verwerkt, is deze vorm van opslag vrij duur. Kort voor het strooien de kunstmest ophalen bij de leverancier of losse op slag in de bedrijfsgebouwen lijkt voor deze bedrijven aantrekkelijker. DE TEELT VAN KOOLZAAD dooi C. J. GO VERS De insektendruk neemt bij een intensieve koolzaad teelt toe. Hier schade van de koolzaadsnuitkever en de -galmug: aangetaste en reeds opengesprongen hauwen. CINDS 1966 is de teelt vooral in Zeeuwsch-Vlaan- deren weer in betekenis toegenomen. De oor zaken hiervan zijn: a. het veelal ontbreken van ge schikte alternatieve gewassen; b. de goede kg-op- brengsten van de laatste jaren, gem. 30003500 kg per ha; c. een aantrekkelijke E.E.G.-prijs van ƒ0,75; en d. een arbeidsexter.sieve teelt die bovendien nog een gunstige arbeidsspreiding in relatie tot andere gewassen heeft. In de vruchtwisseling is koolzaad een waardplant voor het bietencystenaaltje. In een bouwplan met veel bieten hoort koolzaad dan ook niet thuis. Het saldo blijkt, in vergelijking met een arbeids- extensieve bietenteelt en waarbij bijna al het werk door de loonwerker geschiedt, toch altijd nog f 400 per ha lager te zijn. Dit ongunstige verschil kan als gevolg van de toenemende kosten van de insektenbe- strijding nog groter worden. Op een aantal bedrijven verdient koolzaad zeker een plaats, doch de inpas sing in het bouwplan van akker bouwbedrijven in het Zuid-Westen dient weloverwogen te gebeuren. SNLIMAISTEELT door J. G. A. MIES Snijmais is een gemakkelijk inkuil baar produkt, doch het moet goed aangereden worden om broei te voor komen. TWE laatste jaren is het areaal snijmais sterk toe- genomen. De redenen hiervoor zijn ondermeer de goede voederwaarde-opbrengst ten opzichte van grasland. Snijmais past vooral op intensief gevoerde bedrijven. Het is een gewas dat weinig arbeid vraagt en het werk kan grotendeels door de loonwerker wor den uitgevoerd. De toegerekende kosten voor de teelt en de oogst van snijmais zijn ca. 1100,per ha. Het is duidelijk, dat alleen bij een goede ZW opbrengst per ha een goedkoop ruwvoer kan worden gewonnen. De teelttechniek en de verzorging van het gewas zijn daarom van groot belang. Precisiezaai, rassenkeuze, rijenbemesting met fos faat en een juiste onkruidbestrijding maken snijmais tot een vrij bedrijfszeker voedergewas. Uitsluitend voeren van snijmais is om verschillende redenen niet aan te bevelen, n.l. vooral hoog produktieve dieren hebben naast snijmais nog graslandprodukten nodig. Verder is snijmais arm aan verteerbaar ruw eiwit, zodat dit met eiwitrijk krachtvoer of ruwvoer moet worden gekorrigeerd. DE HUISVESTING VAN MEST VEE door J. H. VAN NIEUWENHUIZEN VOOR het huisvesten van een grote eenheid mest- vee zijn de bestaande bedrijfsgebouwen veelal niet geschikt, zodat een nieuwe stal zal moeten wor den gebouwd. Vooral bij nieuwbouw is het belang rijk dat de stal zo optimaal mogelijk kan worden be nut en de verzorging van de dieren zo weinig moge lijk arbeid vraagt. Bovendien dient de stal eenvou dig van inrichting te zijn, zodat de bouwkosten tot een minimum kunnen worden beperkt. In dit ver band zijn er ook in Zeeland gunstige ervaringen op gedaan met de roostervloerstal. In het artikel wordt de inrichting van de roostervloerstal behandeld en nader ingegaan op de bouwkosten van een dergelijke stal. NIEUWE WAGENS MOETEN VEILIGER WORDEN door Ir. H. H. ELEMA MA 1 december 1972 nieuw aangeschafte wagens moeten een lage trekboom hebben en zijn voor zien van een inrichting die verhindert dat de bak plotseling naar beneden valt. Later zullen wellicht zwaardere remeisen worden gesteld, namelijk 2.5 in plaats van 1 m/sec. Voor het remmen van wagens met het rempedaal van de trekker zijn er pneuma tische en hydraulische installaties. De laatste wor den op de hefinrichting aangesloten en kunnen ook op reeds aanwezige trekkers en wagens worden aan gebracht. Voor zware wagens is een goede berem- ming van groot belang met het oog op de veiligheid. MECHANISATIEVARIA door A. REMUN ANDER dit hoofdstuk worden enkele korte en praktische wenken gegeven ter voorkoming van rooi_ en transportbeschadiging bij aardappelen. Daar naast worden vindingen van praktische aard beschre ven die op vele bedrijven van groot nut kunnen zijn. De rooi- en transportbeschadiging bij aardappelen is van zeer veel faktoren afhankelijk. Vooral tijdige en juiste maatregelen zijn daarom van het grootste belang. In het betreffende artikel wordt nader in gegaan op de verschillende soorten beschadiging en het voorkomen hiervan. Speciaal de plaatsen waar beschadiging gemakkelijk optreedt en de maatrege len die hiertegen genomen kunnen wonden krijgen hier de aandacht. Op de foto is het oog van het kooiwiel juist over de haak in het midden van het wiel gelegd. Door de hef boom over te halen wordt het kooiwiel muurvast be vestigd. Bij de praktische vindingen wordt nader ingegaan op het voordeel van de 5-velds verstelbare eg die geschikt gemaakt is voor montage in de hefinrichting. Doordat de buitenste 2 velden opklapbaar zijn ge maakt, is het transport sterk vereenvoudigd. Daar naast wordt een vinding van een snelsluiting bij kooi- wielen omschreven. Door middel van een hefboom van 60 cm lengte wordt het kooiwiel in één hand beweging muurvast vergrendeld. Hiermee is reeds enige jaren ervaring opgedaan. Voor het verplaatsen van een afrastering is een prak tisch apparaat ontwikkeld achter op de hefinrichting van een trekker. Het oprollen en afrollen van de draad vindt plaats met behulp van de aftakas van de trekker. Bedrijven die dikwijls een afrastering moeten verplaatsen kunnen hiervan veel nut hebben. SCHAPEN OP HET AKKERBOUWBEDRIJF door J. J. ZONDERLAND Afrastering rond kunstweide moet om de paar jaar verplaatst worden. Schrikdraad is eenvoudiger te ver plaatsten dan vlechtwerk. Wanneer de akkerbouwge wassen niet te dicht tegen de afrastering staan, zijn 2 prikkeldraden met daartussen een gladdie draad af doende om de schapen in de wei te houden. De boven ste 2 draden staan onder stroom. AM het inkomen op peil te houden zijn veel akker- bouwers genoodzaakt om het bouwplan te in tensiveren. Hiertoe zijn de mogelijkheden nagegaan van schapenhouderij op kunstweide. Kunstweide le vert op akkerbouwbedrijven verschillende voordelen op zoals verruiming van het bouwplan en een posi tieve invloed op bodemvruchtbaarheid en bewerk baarheid. Verder is ingegaan op de facetten die van invloed zijn op de resultaten van de schapenhouderij, welke in Nederland hoofdzakelijk gericht is op de lamsvleesproduktie. Aan de praktische aspekten als voeding, verzorging, ziektebestrijding, huisvesting en arbeidsbehoefte van schapenhouderij is tevens aan dacht besteed. Tot slot is een berekening opgesteld van de rentabiliteit van schapen op kunstweide. Daaruit blijkt dat deze produktietak op een aantal akkerbouwbedrijven de mogelijkheid biedt om het inkomen op peil te houden of zelfs te verbeteren.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 14