KUHN CO. NAARDEN Wat doen )(fo; al die mensen toch in de coöperatie POLYKUHN (en er is ook MONOKUHN) 8 M. J. GOUD IN KAPELLE VOORZICHTIG MET TE GROOT OPTIMISME TIJDENS de ontwikkelingsdag voor de Zeeuwse fruitteelt, vorige week donderdag in Kapelle, heeft voorzitter M. J. Goud van de Kring Zeeland en West Brabant van de N.F.. in zijn openingsrede en kele aktuële zaken van dit moment aan de orde ge steld. We ontlenen hieraan het volgende: Het afgelo pen jaar zijn we geconfronteerd met een aanmerkelijk geringe fruitoogst vergeleken met 1971. Deels werd dit veroorzaakt door minder aanslag en niet voldoen de uitgroeien van de vruchten. Nationaal verminderd het aanbod van appelen met 25%. Ook in Europees verband was er sprake van een kleinere oogst. Als direkt gevolgd hiervan konden de prijzen stijgen zodat het gemiddelde niveau zowel voor appels als voor peren aanmerkelijk boven dat van voorgaande jaren kwam te liggen. Hoewel dit prijsherstel na ja ren van crisis verheugend te noemen is, moet men toch voorzichtig zijn voor een te groot optimisme. We moeten duidelijk stellen dat het in 1972 ogenschijn lijk bereikte evenwicht tussen vraag en aanbod, het gevolg is van oogstreductie. Dat is anders dan pro- duktie-afname, veroorzaakt door sterke inkrimping van het Europees areaal. Het is daarom gewenst de prijsopleving die een betere stemming heeft gebracht, nuchter en zakelijk te analiseren. De geldelijke opbrengst is hoeveelheid maal prijs. Een voorbeeld maakt dit duidelijk: Het betreft de produktie van Zuid- en Noord-Beveland. In 1972 was dat voor wat de appels betreft 24,6 miljoen kg gemid delde prijs 55 cent is 13,6 miljoen gulden. 1971 38,2 miljoen kg gemiddelde prijs 30 cent is 11,4 miljoen gulden. Peren 1972 12,6 miljoen kg a 50 cent is 6,3 miljoen gulden; 1971 18,9 miljoen kg a 43 cent is 8,1 miljoen gulden. Wat de geldelijke opbrengst van de appels hoger was, werd dus door de peren teniet gedaan! I\E vraag hoe de overheid het inflatieprobleem gaat aanpakken is ook voor ons als fruittelers van grote betekenis. Naast een aantal faktoren „van buitenaf die we niet of nauwelijks kunnen beïnvloe den, moet er ook van binnenuit een stuk aanpassing komen. Er is maar één ding nodig en dat is rationa lisatie. De strukturele opzet van het bedrijf hangt hiermede in de eerste plaats samen. We leven in een tijd dat een ondernemer enkel maar beslissingen kan nemen op de realiteit van harde cijfers. Na gesproken te hebben over de plaats en de taak van de ondernemer binnen het bedrijfs- gebeuren wees de heer Goud nog op de mogelijkheid om premie voor het rooien van boomgaarden aan te vragen. Vóór februari moet dat gebeuren en vóór 1 april moet er gerooid zijn. Tegenover de rentesub sidies voor de fruitteelt verklaarde hij positief te staan, maar gewaarschuwd werd tegen te hoge ver wachtingen, omdat lang niet alle bedrijven er ge bruik van zullen kunnen maken, terwijl ze ook niet geldt voor alle investeringen. Tenslotte besteedde de heer1 Goud aandacht aan de afzet. Hij merkte op, zich niet te willen stellen op de plaats van de veilingbestuurder of wie dan ook, die in dit verband verantwoordelijkheid dragen, maar noemde het gewoon een praktische conclusie dat het met het verlengstuk van de bedrijven, de veilin gen, in zijn huidige opzet niet goed gaat. Het 'kost voor ieder afzonderlijk steeds meer moeite de jaar- explotatie zonder verliezen rond te zetten. Ook de nodige concentratie van het aanbod is nog niet of onvoldoende tot stand gekomen. Het is op dat gebied in Zeeland, aldus de N.F.O.- voorzitter, reeds ver na twaalven. Het op de drempel van 1972 bereikte akkoord tussen twee veilingen over samenwerking noemde hij verheugend als eerste aanzet, maar er zal op dit terrein nog veel meer moe ten gebeuren willen we nog niet verder achterop raken. GEZAMENLIJKE DIREKTIE VEILINGEN GOES EN KRABBENDIJKE De veilingen van Goes en Krabbendijke hebben sindd ruim een week een gezamenlijke direktie. Zij staan in dienst van het toporgaan „Centrale veiling Goes-Krabbendijke" dat is gevormd en waarvan op dit ogenblik lid zijn de veilingen uit deze twee plaat sen. Algemeen direkteur van de twee samenwerkende veilingen is de heer A. Dommisse, die reeds direkteur was van de veiling K.E.O. Algemeen adjunkt-direk teur is de heer Af. J. C. Moens), sinds ruim een jaar belast met de leiding van de veiling te Goes. Beiden kennen het veilingleven in al zijn schake ringen, want het maakt heel hun leven uit. De heer A. Dommisse (5(f) begon zijn veilingloop in 1939 op het kantoor van de Goesse veiling, verhuisde in 1943 naar Krabbendijke, waar hij boekhouder werd van de vei ling K.E.O.werd in 1955 benoemd tot adjunkt-direc- teur en in 1959 tot direkteur van de veiling K.E.O. De Loopbaan van de heer Moens verliep langs dezelfde lijnen. Hij kwam in 1940 in dienst van de Goesse vei ling, werd in 1946 benoemd tot kassier en in 1955 tot hoofd van de administratie. In 1964 werd hij admini strateur en sinds september 1971 is hij belast met de leiding van het veilingbedrijf in Goes. Hun taak is het thans gestalte te geven aan de samenwerking, waartoe de besturen van hun veilingverenigingen hebben be sloten. Het bestuur van de centrale veilingsvereniging Goes-Krabbendijke heeft ook de funkties verdeeld. Voorzitter is geworden de heer J. Valkier, de voorzit ter van de veiling Goes, terwijl zijn collega JA. Nieu- wenhuijze van de veiling KJS.O. tweede voorzitter werd. Secretaris van het toporgaan is de heer Af. D. Schwarz van de veiling K.E.O. en tweede secretaris de heer W. Vermue van de Goesse veiling. Leden van het bestuur zijn verder de heren C. van Zweden (Goes) en Af. Griep (Krabbendijke) RUIMER AANBOD FRUIT Op de fruitveilingen in ons gebied ging vorige week het aanbod duidelijk toenemen. Er kwamen meer goe de partijen appelen, zowel uit de c.a. cel als uit de ge wone bewaring, en ook Conference was er meer te koop dan de laatste weken het geval was. Aangeno men mag worden, dat dit in de komende week in ver sterkte mate zal voortgaan, want bij de prijzen van dit moment neemt de animo om te verkopen toe, en dat is terecht. Wat de appelsektor betreft, kan in de eerste plaats worden gewezen op de grote vraag naar industriefruit, die blijft voortduren, waardoor de kroetappelen don derdag in Goes werden verkocht voor 45.60 per 100 kg en dat betekent een zeer stevige basis onder de appelprijzen, die over het algemeen op een hoger peil kwamen dan in de voorgaande weken het geval was. Zo kon het gebeuren dat mooie partijen Golden Deli cious in de grote maat tussen 85 en 90 ct per kg op brachten, terwijl de klasse I 65/70 tussen 05 en 70 ct per kg deed. De klasse II gaf weliswaar veel grotere verschillen in verband met de kwaliteit, maar was toch gemiddeld niet zo bar veel goedkoper dan de klasse I, waardoor bleef gelden wat dit seizoen al eerder ge constateerd kon worden, dat naar verhouding de minste kwaliteiten duur werden betaald. In mindere mate gold dat voor Cox's Orange Pippin en Winston, die zich vrijwel kon handhaven op het ni veau van de voorgaande week, wat wil zeggen dat de Cox's Orange Pippin in de grote maat tussen 1.10 en 1.35 per kg deed, in de middenmaat tussen 90 en 1. en in de kleine maat rond 70 cent per kg. Winston in de grote maat deed tussen 80 en 90 ct per kg, de mid denmaat rond 80 ct per kg en de kleine maat rond 55 ct per kg. Bij dit ras kon de klasse H kwaliteit soms wel 30 tot 40 ct per kg minder noteren en vooral de kleur speelde daarbij een grote rol. Goudreinette trok weer aan en de klasse I kwaliteit van de gewone variëteit werd tussen 90 en 1.ver kocht in de grote maat en rond 80 ct voor de kleine maat, terwijl de klasse H slechts weinig lager noteer de. Wat de peren betreft kan worden gewezen op de grote vraag naar Conference voor de 'buitenlandse markten. De grote en middenmaten klasse I gingen naar 'België en Frankrijk voor 95 ct tot iets 'boven 1. per kg. De kleinere maten waren gevraagd voor En geland en de Scandinavische landen,, waarbij de prijs van de maat 55/60 mm tot rond 80 ct per kg steeg, van de maat 50/66 mm tot iets (boven 60 ct en van de maat 45/50 mm tot 56 ct. VJU hebben de ervaring, dat boeren bijzonder kritisch zijn ten aanzien van het aantal perso neelsleden in dienst van de coöperatie. De opmerking, dat er veel te veel mensen rondlopen, wordt veel gehoord. En die opmerking slaat dan zowel op di- rekteuren als op kantoor- en produktiemensen en personeelsleden, die op de weg zitten. Er zijn gevoe lens van onbehagen zo in de trant van verdienen die mensen de kost wel voor ons als leden van de coöperatie. Vooral de fusies in de verschillende sek toren werken dit onbehagen nog in de hand, omdat deze doorgaans gepaard gaan met de inpassing van het gehele personeelsbestand in de nieuwe situatie. Afvloeiingsregelingen en gouden handdrukken wor den nu eenmaal niet bepaald druk gebezigd in het coöperatieve bedrijfsleven. Vandaar gevoelens van: moeten wij leden al die mensen maar in leven hou den. Zulke gevoelens komen we onder alle lagen van de bevolking tegen. Er zijn te veel ambtenaren en daar moeten wij belasting voor betalen; de PTT rot zooit ook maar wat aan met het personeelsbeleid en daarom zijn de postzegels zo duur; bij de waterlei ding wordt niet gewerkt; bij het elektriciteitsbedrijf niet en dan praten we alleen nog maar over de over- heidssektoren. Voor het overige bedrijfsleven gelden dezelfde klachten, zeker als het de grotere bedrijven betreft. TE DUUR GEWERKT? MAAR om op onze boeren terug te komen. Ze wer- ken zelf nauwelijks of helemaal niet meer met eigen personeel; overigens om zeer verklaarbare reden en ze zien het personeelsbestand van hun verlengstukken, de coöperaties slechts uitdij en althans niet kleiner worden. Dit werkt frustre rend. Zelfs al weten we dat er verschuivingen plaats vinden in de richting van de loonwerker, de werk tuigencoöperatie, de combinatie en de andere land en tuinbouwcoöperaties. Er vindt een stuk herverka veling plaats van de werkzaamheden tussen de land en tuinbouwbedrijven en de agri-business in ruime zin. De veredeling gaat bovendien door; het assorti ment wordt breder; de informatie groeit evenals de begeleiding en dienstverlening. Dat vraagt meer ar beid. Maar dan wel optimaal aangewend. En dit nu is niet zichtbaar. Vandaar nogmaals die nare gevoe lens van, er wordt te duur gewerkt. Waar dan nog bij komt, dat vele boeren vinden dat met name de direk- ties te veel verdienen. Men meet wellicht de ver diensten te veel af vanuit de eigen situatie (let wel: slechte akkerbouwjaren) en daarom vermoedelijk verkeerd. Maar ook dit werkt niet in het voordeel van onze coöperaties. Temeer daar de salarissen niet bekend zijn, zodat gemakkelijk allerlei fantastische verhalen ontstaan en er geen relatie bekend is met de salarissen, die in het overige bedrijfsleven ver diend worden. WAT IS HIER NU AAN TE DOEN? WEL, voorlichting geven over het personeelsbe- leid. Zo veel mogelijk openheid betrachten. Laat de leden maar weten hoe de personeelsopbouw in el kaar zit, hoe de taakverdeling is en welk beleid ge voerd wordt ook in het vlak van de beloningen. Ar beid is een dure faktor en daarmee moet zeer ratio neel worden omgesprongen. Wij vinden, dat de leden er recht op hebben om te weten hoe het personeels beleid gevoerd wordt, zowel op kortere als langere termijn. Met weten en begrypen kunnen bij de leden al veel onlustgevoelens worden weggenomen al behoe ven ze niet altijd overtuigd te zijn van de juistheid van het beleid. Aanstellen van personeel is een be langrijke zaak, niet alleen voor direktie en bestuur, maar eveneens voor de leden. Maak het beleid open ook al om de leden nauwer bij de gang van zaken te betrekken. Drs J. DIJKGRAAF. Hij heeft suikerbieten gezaaid.... ...en hij teelt KONINKLIJKE BEETWORTELZAAD-CULTUUR

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 8