Van Hobokenprijs 1973 Landschapsparken 3 Bij het jubileum van de ZLM in 1968 heeft de Koninklijke Maatschap tussen Eigenaren van gronden in de Wilhelmina- polder en de Oost-Bevelandpolder aan de ZLM eens per twee jaar een bedrag van f 250,beschikbaar gesteld voor een tweejaarlijks onder jongeren uit te schrijven prijsvraag, betrekking hebbend op een agrarisch onderwerp. Aan deze prijs is de naam „Van Hobokenprijs" gegeven. Het Hoofd bestuur van de ZLM heeft besloten voor 1973 aan de orde te stellen het onderwerp: „De toekomst van het gezinsbedrijf in de landbouw" een onderwerp dat geheel aansluit bij de deze winter aan de ZLM-afdelingen voorgelegde vraagpunten. Deze vraag punten, die mogelijk als leidraad kunnen dienen bij de be handeling van het betreffende onderwerp, zijn op het secre tariaat verkrijgbaar. Het Hoofdbestuur der ZLM hoopt dat vele jongeren, het zij individueel hetzij in groepsverband aan deze prijsvraag zullen meedoen. Voorwaarcfen tot deelname. De deelname is mogelijk voor een ieder, die jonger is dan 35 jaar. Het is niet nood zakelijk, dat de deelnemer woont in Zeeland, Noord-Bra bant of zelfs in Nederland; ook niet dat hij direct of in direct bij de landbouw betrokken is. Ook groepsgewijze deelname, bijvoorbeeld via studieclubs of schoolklassen is mogelijk. Personen of groepen van personen boven de 35 jaar kunnen buiten mededinging inzenden. Inzending. Ten aanzien van de grootte van de inzen ding worden geen nadere eisen gesteld; niet op de kwan titeit maar op de kwaliteit zal worden gelet. Wel wordt ge- eist dat de inzending getypt is. Door de deelname krijgt de ZLM het onbeperkt recht tot publikatie, onder vermelding van de naam van de auteur/auteurs, zonder dat daar enige vergoeding tegenover staat van de kant van de ZLM. Inzending dient te geschieden voor 1 april 1973 aan het secretariaat van de ZLM, Grote Markt 28 te Goes, met vermelding „Van Hobokenprijs". Jury. Het Hoofdbestuur heeft een jury van 6 leden be noemd. De jury behoudt zich het recht voor om, indien naar haar mening geen van de inzendingen voor bekroning in aanmerking komt, de prijs niet toe te kennen. De nota, opgesteld op het Ministerie van C.R.M., over nationale parken en landschapsparken heeft de laatste tijd heel wat tongen en pennen in beweging gebracht en dat is bijzonder gelukkig. Veel mensen heeft het de stuipen op het lijf gejaagd en Staatssecre taris Vonhoff beijvert zich nu dan ook om te vertel len dat het zo'n vaart wel niet zal lopen, dat het een discussienota is, dat de hele zaak nog in studie is, enz. En dat is gelukkig ook waar. Het is bijzonder gelukkig dat dergelijke plannen juist in een zeer vroeg stadium in de openbaarheid komen. Zij zijn immers van zeer ingrijpende betekenis voor het gewone leven en werken van een groot deel van de Nederlandse bevolking. EERSTE REACTIE IIET is gezond, dat de bevolking in een vroeg sta- dium kennis neemt van wat anderen over hun omgeving denken. Men kan zich dan daarop instel len en zelf zijn visie geven. Ik geloof dat in agrari sche kringen de eerste reactie op dergelijke zaken, drie ergens op een ministerie worden uitgebroed, al tijd wel een zal zijn van afwijzing. Er komen dan vragen als: Wat willen ze eigenlijk met ons? Heb ben zij er iets mee te maken? Waarom zouden die heren in Den Haag iets te zeggen moeten hebben over de omgeving, waarin wij wensen te leven en over de inrichting van de natuur en het landschap, waarin wij moeten werken? En als men daarvan iets wil regelen, zou dat dan niet aan de plaatselijke over heid moeten worden overgelaten? Waarom zou zo'n meneer het beter weten dan de gemeenteraad? Moet alles beslist centraal geregeld worden? WAARDERING VAN HET LANDSCHAP m UOEWEL veel van deze intuïtieve weerstand mees- tal ook zeer waardevolle en te respecteren ar gumenten bevat is het toch ook vaak wel conserva tisme wat er aan ten grondslag ligt. Het valt niet te onkennen dat de waarde van een landschap meer wordt gewaardeerd door iemand, die van elders en met name uit een grote stadsmilieu komt dan door de bewoner zelf. Wanneer dit een keer tot ons is door gedrongen dan beginnen wij deze materie al met an dere ogen te bekijken. Men moet de nota dan ook veel eer zien als een soort wensenprogramma van stedelijke milieus. Het zal interessant zijn om te we ten of de mening, die hier wordt gegeven, inderdaad wijd verbreid is. Dan immers kan men er op rekenen, dat de pogingen om tot landschapsparken te komen ook wel zullen slagen. Wij worden tot nu toe in Ne derland geregeerd door het democratische systeem bij meerderheid van stemmen. Dat heeft tot gevolg dat de minderheid zich moet schikken. Hoe men tot de instelling van zulke landschapsparken zal komen en aan welke instanties men hier beslissende be voegdheid zou willen geven is nog heel duidelijk een onbeantwoorde vraag. Maar het lijkt my zeer nood zakelijk, dat de betrokkenen hier een grote invloed moeten hebben. Dat vooral de agrariërs grote belan gen hebben, in gunstige zowel als ongunstige zin, bij het instellen van landschapsparken, wordt ook door de samenstellers van de nota toegegeven. Zij hebben zelfs al een poging aangewend om een systeem van landbouwproduktie te bedenken dat bij deze proble matiek zou passen. LANDSCHAP EN PRODUKTIE UOEWEL er echt wel het een en ander op is aan te merken ligt hier de idee aan ten grondslag landschap en agrarische produktie te combineren en dat is naar mijn mening al een stap in de goede rich ting. Om een landschap op een bepaalde wijze in stand te houden moet men n.l. anders te werk gaan dan met de kleine stadsplantsoentjes. Daar is het betaalbaar om dit met gemeentewerklieden, dus ambtenaren, te doen. Wanneer men echter enige duizenden hectare wil onderhouden, lijkt het toch wel aantrekkelijk om ge bruik te maken van de mogelijkheden, die de agra riërs in deze streek al jaren lang hebben toegepast. Dat zal heel wat minder kosten ën levert deze men sen waarschijnlijk ook nog wel iets op, behalve na tuurlijk wanneer de maatregelen een belemmering inhouden ten aanzien van het uitoefenen van het boe renbedrijf. SCHADE AAN INKOMEN |VAT betekent dan schade aan het inkomen en het lijkt mij niet in overeenstemming met de rechtvaardigheid, dat de instandhouding van het land schap voor de hele bevolking moet gebeuren op kos ten van enkelen. iHier zullen dus duidelijk regelingen moeten worden getroffen. Men zou zo verwachten dat dit niet moeilijk zal zijn, wanneer althans zo'n groot gedeelte van onze bevolking zo'n behoefte heeft aan deze landschapsparken. ZONDER SCHADEVERGOEDING IIET is natuurlijk eenmaal zo dat men wel iets over heeft voor iets dat men graag wil hebben, maar de praktijk is, tot nog toe tenminste, helaas een ande re. Bij de wet op dé ruimtelijke ordening, de wet op de natuurbescherming blijkt heel duidelijk dat de gemeenschap meent dat zij verplichtingen op mag leg gen zonder daarvoor een schadevergoeding te betalen. Althans dat is de praktijk. Door diegenen die zich in spannen om Nederland schoon te houden, vrij van luchtvervuiling, watervervuiling e.d. wordt als van zelfsprekend altijd aangenomen, dat beperkingen van die landbouw moeten worden vergoed. De praktijk heeft ons anders geleerd en daarom zijn wij vaak tegen. Misschien dat over landschapsparken door meer contact minder misverstand zou hoeven ontstaan, zo dat gezamenlijk tot een goede oplossing zou kunnen worden gekomen. Ir. C. S. KNÖTTNERUS. l N het blad van twee weken terug hebt u kunnen 1 lezen de lijst van landbouwwerktuigen die naar de toelichting van het Ministerie van Financiën onder het tarief van 4 vallen en welke, naar diezelfde toelichting, er niet onder vallen. Duidelijk is daarbij dat de specifieke aanwending in een landbouw- vee- teelt- of tuinbouwbedrijf mogelijk moet zijn. Zo val len bijvoorbeeld niet onder het tarief van 4 venti latoren, luchtverhitters, weegwerktuigen, bandtrans porteurs, pompen, sloot- en greppelreinigingsmachi- nes. Onder deze opsomming komen verschillende na men voor van werktuigen die op het landbouwbedrijf (algemeen opgevat) voorkomen. Ventilatoren in koel huizen; bandtransporteurs op vrijwel elk bedrijf, maar toch is het tarief van 16 van toepassing en niet dat van 4 Dit komt omdat deze werktuigen niet voldoen aan de voorwaarde, dat het werktuigen moeten zijn die naar hun aard bestemd zijn om als roerend goed te worden gebruikt door de landbouwer, de veeteler, de tuinbouwer en de bosbouwer. 1N de toelichting wordt verder nog een zin afge drukt met betrekking tot het onderscheid voor on roerend en roerend goed. Onder het tarief van 4 vallen slechts werktuigen waarmee als roerend goed werkzaamheden plegen te worden verricht welke eigen zijn aan het bedrijf van de landbouw, de vee teelt, de tuinbouw. Werktuigen welke bestemd zijn om als roerend goed te worden gebruikt bij de uitoefening van de land bouw, enz. doch die van een soort zijn welke bij wijze van uitzondering ook aanwending vinden in een an dere bedrijfstak, kunnen in de verlaagde heffing de len een pick-up pers wordt ook gebruikt om het hooi van de zeedijk, toebehorend aan het waterschap, te persen). De toelichting op dat roerend goed bepaald dan ver der nog dat: „Werktuigen welke niet uitsluitend op een vaste plaats plegen te worden gebruikt en welke bij dat gebruik slechts op eenvoudige wijze aan bij voorbeeld de vloer zijn bevestigd worden als roerend goed aangemerkt". Wij denken daarbij direct aan melkkoeltanks. Deze worden specifiek vermeld in de door het ministerie gepubliceerde lijst waarvan de aanhef luidt: Met in achtneming van het vorenstaande vallen onder de post de volgende werktuigen; en dan is onder meer opgenomen melkmachines, melkkoeltanks. Behoort een melkkoeltank tot 'de „Werktuigen, welke niet uitsluitend op een vaste plaats worden ge bruikt en is deze bij dat gebruik op eenvoudige wijze aan b.v. de vloer bevestigd"? Deze vraag moet worden beantwoord voor de bepaling of het tarief van 16 of van 4 toepassing vindt. De vermelding als beho rend tot een specifiek werktuig bij de uitoefening van een veeteeltbedrijf wekt hoop, de eis „welke niet uit sluitend op één vaste plaats plegen te worden ge bruikt" wekt vrees! Ook hier weer zal de tijd moeten leren hoe het voorschrift moet worden toegepast. Mis schien zal opname ter plaatse nodig zijn om tot een juiste beoordeling te komen! Weer blijkt dan dat toe passing van de tegenwoordige belastingmaatregelen een veeleisende taak is! PAAUWE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 3