de lely Rater ra
een goede inuestering
het Hele jaar door
Fa. H. C. de Leeuw
NOG STEEDS AAN DE TOP
Uw Wijbo dealer
Goes, Edisonstraat 13, Tel. 01100-7860-5104
Pootaardappelen
Tel. 01676-310
BELANGRIJKSTE RESULTATEN
|N onderstaand overzicht zijn de belangrijkste gegevens van de eerste 26 lactatie-
weken samengevat van de koeien en vaarzen, die vanaf 4 weken na het kalven
gedurende 8 weken (groep A-8) en gedurende 16 weken (groep A-16) werden gevoerd
tot verzadiging, en die volgens de norm (groep N) werden gevoerd.
Droge stof-opname en melkproduktie in kg/dier/dag (50 koeien en vaarzen)
GEGEVENS VAN DE PRODUKTTECONTROLE
Van alle proefgroepen werden ook de gegevens van de Centrale Melkcontrole Dienst
bijgehouden. De uitkomsten hiervan over 305 dagen minus de eerste vier weken zijn
in onderstaand overzicht samengevat.
groep N
groep A-8
groep A-16
verschil A-16N
weken
melk
melk
melk
melk
van de
ds-
pro
ds-
pro
ds-
pro
ds-
pro
lactatie
opname
duktie
opname
duktie
opname
duktie
opname
duktie
5 t/m 8
16,26
26,57
17,54
27,03
16,99
26,83
0,73
0,26
9 t/m 12
16,02
25,27
18,31
25,87
18,07
26,41
2,05
1,14
13 t/m 16
15,18
22,55
15,76
23,07
18,35
25,06
3,17
2,51
17 t/m 20
14,27
20,25
14,46
20,21
18,54
13,85
4,27
3,60
21 t/m 26
13,33
17,38
13,31
17,04
14,43
19,83
1,10
2,45
5 t/m 26
14,86
21,95
15,64
22,13
17,02
23,98
2,16
2,03
groep
groep
groep
verschil
N
A-8
A-16
A-16—N
melkproduktie kg/dier/dag
18,00
17,74
19,37
1,37
vetgehalte van de melk
4,05
4,14
4,11
0,06
melkvetproduktie g/dier/dag
722,5
740,3
785,2
62,7
eiwitgehalte van de melk
3,27
3,32
3,35
0,08
melkeiwitprqduktie g/dier/dag
579,4
594,2
646,1
66,7
Uit de gegevens van de melkproduktie komt duidelijk naar voren, dat er tussen de
groepen A-8 en N geen wezenlijke verschillen in melkproduktie zijn opgetreden. Daar
entegen vertoonde de groep A-16, vooral na 12 weken van de lactatie, een wezenlijk
hogere melkproduktie dan groep N, zoals in de laatste kolom nog eens is aangegeven.
Bij deze proef bleek dus het positieve effect van zwaar voeren van nieuwmelkte
koeien en vaarzen op de melkproduktie alleen maar tot uiting te komen indien het
hoge voederniveau gedurende minstens 12 weken van de lactatie wordt volgehouden.
De reactie van de volwassen koeien was aanmerkelijk sterker dan diie van de vaar
zen. Voor eerstgenoemde categorie bedroeg het verschil A 16N ten aanzien van de
melkproduktie per dag over de periode van de 17e t/m de 20e lactatieweek 5,12 kg
en de nawerking over de eerste zes weken van de naperiode (21e t/m 26e week) nog
4,09 kg.
VET- EN EIWITGEHALTE VAN DE MELK
In het vetgehalte van de melk werden tussen de verschillende groepen geen wezen
lijke verschillen gevonden, behoudens in de periode van de 17e t/m de 20e week van
de lactatie, waarin het vetgehalte van groep A-8 0,17 hoger lag dan dat van groep
A-16.
Evenals in de voorgaande proef lag het eiwitgehalte van de melk bij' de tot verzadi
ging gevoerde dieren hoger dan bij de volgens de nonm gevoerde dieren. Het gemid
delde verschil tussen de groepen A-16 en N over de periode 426 weken bedroeg
0,08 Bij de koeien was dit wat duidelijker dan bij de vaarzen en bedroeg het 0,13
In geld uitgedrukt bedroeg de meeropbrengst aan melk van de groep A-16 ten op
zichte van groep N gemiddeld 205,per dier. Bij de tijdens de proefperiode (winter
1971/1972) geldende krachtvoerprijzen van ca. 35 ct per kg waren de hogere kosten
van een onbeperkte krachtvoeropname over 16 weken en een daarop volgende voede
ring naar de normen globaal 135,per koe, zodat er een voordelig saldo van
70,per koe resteerde. Hierbij moet nog worden aangetekend dat in dit voor
delig verschil de extra gewichtsvermeerdering van de groep A-16 niet is verdiscon
teerd. Deze dieren waren over de periode 426 weken van de lactatie 21,5 kg meer
gegroeid dan de volgens de norm gevoerde dieren.
CONCLUSIE
Produktieve nieuwmelkte koeien en in geringere mate vaarzen reageren op een
royale voedering na het afkalven duidelijk met een verhoogde melkproduktie, die ook
in de latere maanden van de lactatie wordt gehandhaafd. Dit gegeven is een bevesti
ging van een reeds eerder genomen proef.
De hier beschreven proefneming gaf tevens een antwoord op de vraag, hoe lang
een hoog voederniveau na het afkalven moet worden voortgezet om een nawerking
van enige betekenis te verkrijgen. Gebfeken is dat deze periode tenminste 12 weken
moet duren, te beginnen op ca. 4 weken na kalfdatum.
Bij de in 1971/1972 geldende prijsverhouding tussen krachtvoer en melk was
batig saldo op jaarbasis ca. 70,per koe. Hoewel de prijsverhoudingen thans
minder gunstig zijn dan tijdens het vorige stalseizoen, komt die rentabiliteit van een
royale voedering van hoogproduktieve nieuwmelkte koeien en vaarzen nog niet spoe
dig in gevaar. De dieren met behandeling A-16 namen gemiddeld in de periode van
de 5e t/m de 26e week van de lactatie 381 kg krachtvoer meer op dan de dieren met
behandeling N. Als die krachtvoerprijs met 0,10 per kg zou stijgen tot 0,45 per kg
zou er, uitgaande van de uitkomsten van de beschreven proef, zelfs bij een iets lagere
melkprijs dan vorig jaar nog voordeel met een hoog krachtvoerniveau te behalen zijn.
WIJBO
Tuinbouw zaad teelt 1973.
Nog gelegenheid tot het
kontrakteren van
radijszaad, stambonen,
erwten, 1-jarige rapen enz.
Joz. Boone, Violenstraat 8,
Goes, tel. 01100-7627
te koop op voorjaarslevering
FRANCO LEVERING.
GEMAKKELIJKE BETALING