00 Eiervervoer per container instituut voor de veevoeding □E SCHOTHORST Invloed en nawerking hoge krachtvoer- giften op produktie van melkvee 17 I-TET vervoer van eieren per container wordt in ons land nog niet veel toegepast. Het is te begrijpen, dat in een periode van minder zekerheden in de leg- pluimveehouderij, de aanschaf van containers niet op de eerste plaats staat. Dat deze zienswijze echter niet door alle eierverzamelaars wordt gedeeld, werd mij duidelijk tijdens een gesprek met de heer Schrama, directeur van EIPAK B.V. te Nieuw-Vennep. De heer Schrama is van mening, dat op bedrijven vanaf 5000 legkippen containers kunnen worden inge schakeld. Voor de provincie Zeeland was het de heer Tramper te Yerseke, die hiermee de eerste ervaringen opdeed. Van dit bedrijf worden de eieren van 12.000 legkippen met containers vervoerd. Voor dit vervoer is een vrachtwagen met verschilende voorzieningen aangeschaft. Een hydraulische laadklep zorgt voor het lossen en laden van de containers. Op de vrachtwagen zijn zodanige voorzieningen getroffen, dat tijdens het transport de containers niet kunnen verplaatsen. Ook is er veel aandacht besteed aan de isolatie en ven tilatie van deze vrachtwagens. buitendeur moet bij het gebruik van deze containers minstens 2,20 m hoog zijn. Op de meeste legbednïjven is de eieropslagruimte goed geïsoleerd en geventileerd. Dit komt de kwaliteit van de eieren ten goede. Trouwens de moderne containers zijn gemaakt om de eieren sneller te laten afkoelen en passen daarom niet in een bedompte rujmte. De" hier toegepaste containers zijn te hoog en te breed om tussen de legbatterijen te gebruiken. Het zal ook niet eenvoudig zijn een container te ontwerpen die voor dit doel op elk legbatterijenbedrijf gebruikt kan worden. Dit betekent, dat in de eieropslagruimte de eieren van de eierwagens op de container overgepakt moeten wor den. Het stapelen van volle eierkisten komt te vervallen. Dit betekent lichter werk en minder te verrichten hande lingen, waardoor het breukpercentage kan worden be perkt. ners is, dat deze kunnen rollen; hierdoor wordt de kans op breukeieren beperkt. Het laden en lossen van eier kisten of dozen gebeurt niet altijd even voorzichtig. Het opschrift „voorzichtig eieren" staat niet meer op de ver pakking vermeld, omdat dit opschrift toch niet serieus werd genomen. De heer Schraima heeft die containers enkele maanden in gebruik. In deze periode is overduidelijk gebleken, dat het aantal breukeieren sterk is afgenomen. Dit is vooral bij de grotere eieren het geval. Op zich zelf is dit zeer begrijpelijk, omdat het thans gebruikte verpakkingsmate riaal niet op 360 grote eieren berekend is. Met als gevolg dat de eierdozen of -kisten niet of nauwelijks kunnen worden afgesloten. Daarbij komt nog dat een groot aan tal kisten op elkaar gestapeld worden; het is niet ver wonderlijk dat er dan breukeieren ontstaan. WAAROM DIT KOSTBARE SYSTEEM? aanschaf van containers en alle verdere voorzie ningen is kostbaar. Dit betekent dat er aanwijs bare financiële voordelen tegenover moeten staan, om deze aanschaf rendabel te maken. Volgens de heer Schra ma zijn deze voordelen nu nog niet aantoonbaar. Het werken met containers in de eiersektor is volgens hem op geheel andere gronden gerechtvaardigd. De factor arbeid speelt hierbij een belangrijke rol. In de eerste plaats moeten bij de verschillende werkzaamheden zo weinig mogelijk mensen betrokken zijn en in de tweede plaats moeten de verschillende handelingen gemakkelijk uitvoerbaar zijn. De financiële voordelen zullen pas op een langer termijn merkbaar zijn. VOORZIENINGEN OP HET LEGBEDRIJF y0OR het transporteren van de containers is het noodzakelijk, dat de eieropslagruimte van een be- tonnenvloer is voorzien. De containers nemen minder ruimte in beslag dan de traditionele dozen of kisten. De Eiertdsten en eierdozen zijn niet alleen moeilijk han teerbaar, maar zij kiarnen ook een besmettingsbron vor men. In de praktijk blijkt vaak, dat in veel verpakkings materiaal eierresten, ldppeveren en kippemest voorkomt, om mtaar niet te spreken van luizen of ander ongedierte. Dit verpakkingsmateriaal gaat van het ene naar het an dere legbedrijf. Het is dan ook niet uitgesloten dat op deze wijze ziektes worden verspreid. De bodems van de containers zijn zodanig geconstru eerd, dat er weinig vuil op achter blijft. De container is niet meer dan een geraamte en daarom goed en gemak kelijk schoon te houden. De minder aangename geur van eierresten kan hier de kwaliteit van de eieren niet be ïnvloeden. HET LADEN VAN DE EIEREN Op een volle container staan 15 x 360 5400 eieren. Het laden en lossen kan dioor één man worden uitge voerd. De hierbij te verrichten werkzaamheden zijn een voudiger dan het laden en lossen van eierkisten door twee personen. Een belangrijke eigenschap van contai- HET VERVOER EN HET VERWERKEN OP HET EIERPAKSTATION De buitentemperatuur heeft weinig invloed or> de kwa liteit van de eieren, die in een goed geïsoleerde en ge ventileerde vrachtwagen worden vervoerd. Dit is vooral van belang bij al of niet verplichte pauzes, waarbij de temperatuur tijdens de zomermaanden in onvoldoende geïsoleerde en geventileerde vrachtwagens hoog kan op lopen. De werkzaamheden op de eierpakstations worden voor een belangrijk deel door vrouwen uitgevoerd. Ook hier is de container een welkom instrument om het werken plezieriger en aangenamer te maken. De eerste ervaringen met het eiercontainervervoer hebben een gunstige indruk gemaakt. Misschien dat er nog kleine verbeteringen op kunnen worden aangebracht, imaar het staat wel vast, dat de container ook in de leg- pluimveehouderij in opmars is. Ik ben de mening toege daan dat wij deze ontwikkeling moeten toejuichen, voor al als wij bedenken dat de container een bijdrage kan leveren het eibreukpercentage te beperken en de kwali teit van de eieren te beïnvloeden. F. EDZERS. STICHTING C.L.O.-INSTITUUT VOOR DE VEEVOEDING „DE SCHOTHORST", Hoogland. In een voorgaand artikel deden wij verslag van een voeder- proef op De Schothorst, waarbij werd nagegaan in hoeverre een hoog voedingsniveau bij melkvee verantwoord is. Hieruit bleek dat hoog produktieve nieuwmelkte koeien op een royale voedering tijdens de lactatie duidelijk reageren met een hogere melkgift en een bepaalde nawerking. Niet beantwoord was nog de vraag, hoe lang een zeer hoog voedingsniveau moet worden toegepast om een nawerking van enige betekenis op de melk- produktie te krijgen. Hiernaar is op De Schothorst gedurende het winterseizoen 1971/1972 een onderzoek ingesteld, waarvan wij de resultaten hieronder beknopt weergeven. Bovenstaande collectie Schothorst-koeien was ook bij deze proef betrokken. De gemiddelde produktie van deze acht dieren, met een gemiddelde leeftijd van 6 jaar bedroeg over 308 dagen 6924 kg melk met 4,22 vet en 3,26 eiwit. [}E proef werd uitgevoerd met zoveel mogelijk verse koeien (30) en vaarzen (21), die in drie groepen van 17 dieren werden ingedeeld Er werden. 3 proefbehan- delingen toegepast, te weten: N Voedering volgens de normen (C.V.B.) vanaf het kalven. A- 8: Voedering volgens de normen gedurende de eerste 4 weken na het kalven, vervolgens voedering tot verzadiging gedurende 8 weken (dus van de vijfde t/m de twaalfde week van de lactatie), daarna voedering volgens de normen. A-16: Voedering volgens de normen gedurende de eerste 4 weken na het kalven, ver volgens voedering tot verzadiging gedurende 16 weken (dus van de vijfde t/m die twintigste week van de lactatie), daarna voedering volgens de normen. Gedurende de eerste vier weken van de lactatie zijn alle dieren volgens de norm gevoerd. Uit een voorgaande proef was namelijk reeds gebleken, dat het gedurende de eerste weken van de lactatie niet mogelijk is om produktieve koeien belangrijk meer voer te laten opnemen dan met de normen overeenkomt. Bij voedering volgens de norm werd zoveel mogelijk een ruwvoer/krachtvoerverhouddng van 50/50 aange houden. Het ruwvoer bestond in hoofdzaak uit goed hooi, het gebruikte krachtvoer was energierijk rundveevoer (ZW 715 g/kg, vre 165 g/kg) van normale C.L.O.- samenstelling. De voedering tot verzadiging hield bij deze proef in, dat alleen het krachtvoer tot verzadiging werd gegeven, de ruwvoergift was beperkt en bij alle proefbehandelingen gelijk. (Zie verder pag. 18)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 17