Nieuwe ontwikkelingen
bij de kalveropfok
15
J. G. A. MIES,
C.A.R. - Zevenbergen
De kalveropfok blijft een aktuele zaak, die op een aantal be
drijven niet zonder problemen verloopt. Verder wordt de laatste
jaren gezocht naar arbeidsbesparende opfokmethoden. De
kunstspeenmethode staat in de belangstelling.
DE EERSTE DAGEN ZjJN BELANGRIJK
De eerste biest bevat veel vitamines, mineralen en afweerstoffen tegen ziekten. Een
aantal veehouders is nog steeds van mening, dat de eerste dagen weinig biest mag
worden gegeven om diarree te voorkomen. Dit is echter een verkeerde instelling. Men
moet de kalveren zoveel biest laten drinken als vlot wordt opgenomen, doch wel in
kleine hoeveelheden tegelijk. De overgang van biest naar volle melk of kunstmelk
kan wel diarree veroorzaken.
KRACHTVOER EN HOOI-OPNAME
Grote hoeveelheden melk remmen de opname van hooi en krachtvoer. Men moet
daarom de hoeveelheden kunstmelk niet overdrijven. Ca. 30 kg kunstmelk in de eerste
9 weken is voldoende. De kalveren beginnen dan vlot met krachtvoer en hooi op te
nemen, wat gunstig is voor een goede pensontwikkeling. De maximale krachtvoergift
moet op ca. 2 kg per dier per dag worden aangehouden. Naast kunstmelk past eiwit
rijke babykalverkorrel en goed hooi.
VEREENVOUDIGDE OPFOKMETHODEN
De zogenaamde krachtvoermethode is er een van. Hiertoe behoort ook de methode
van éénmaal daags melk verstrekken, hiermee te beginnen in de 3e week.
Hieronder volgen enige schema's volgens de krachtvoermethode
I
H
1 x per dag
krachtvoer
vochtbehoefte
ltrs per dag
kg per dag
liters per dag
le week
biest
moedermelk
4
2e week
5
5
4 (in 2 x)
iets
4
3e week
5
5
3
0.1
5
4e week
5
5
3
0.2
5
5e week
5
5
3
0.3
6
6e week
4
5
3
0.5
6
7e week
3
5
3
0.7
7
8e week
2
i
i
0.8—1.0
8
De methode met 1 x per dag melk verstrekken heeft eveneens goede groeiresulta-
ten gegeven. Bij deze methode moet de concentratie van de kunstmelk hoger zijn dan
bij de andere methoden. Normaal wordt per liter water 125 gram melkpoeder toege
voegd. Bij de 1 x daags methode moet per liter water 150 gram melkpoeder worden
toegevoegd. Vanaf de 2e week moet eveneens krachtvoer, goed hooi en water beschik
baar zijn. Dit laatste kan via een automatische drinkbak.
DE KUNSTSPEF. NMETHODE
Om de arbeid bij de kalveropfok te beperken wordt naar een meer automatische
voeding gezocht. Hierbij staat de kunstspeenmethode in de belangstelling. De beno
digdheden hiervoor zijn een kunstspeen, slang en melkbus. De kosten hiervoor zijn
gering. Wil men deze methode toepassen dan moeten de kalveren vanaf de geboorte
aan de speen wennen. Hiervoor zijn emmers met speen in de handel verkrijgbaar.
De eerste 1014 dagen kan dian biest, volle melk of kunstmelk via deze emmer
worden verstrekt. De kalveren moeten dan wel in eenlingboxen worden gestald. Na
deze 2 weken kan men de kalveren in groepjes brengen. 4 5 kalveren van ongeveer
gelijke leeftijd. Het leeftijdsverschil mag niet te groot zijn om te grote opnameverschil-
len te voorkomen. Een leeftijdsverschil van ca. 2 weken is toelaatbaar. 4 a5 kalveren
kunnen met één speen volstaan. De speen moet op een hoogte van 50 70 om worden
aangebracht. Er moet naar gestreefd worden dat de kalveren de gehele dag onbe
perkt melk kunnen opnemen. Als richtlijn kan worden aangehouden dat de dieren
6a 8 liter per dag opnemen. Steeds moet ook hierbij hooi en krachtvoer worden ver
strekt. Het spenen moet bij deze methode op basis van lichaamsgewicht plaatsvinden.
Bij 60 kg gewicht kan men spenen. Op een leeftijd van ca. 7 weken wordt dit gewicht
bereikt. Dit kan echter sterk wisselen. Toezicht blijft ook bij deze methode zeker
noodzakelijk.
Op een vijftal proefboerderijen zijn de fokkalveren opgefokt volgens de speen
methode. Daarbij stonden de kalveren de eerste 10 dagen individueel in boxen en
daarna werden ze overgebracht in groepsboxen. Ze werden gespeend bij een gewicht
van 60 kg. Deze gegevens zijn verkregen van het Proefstation voor de Rundveehou
derij te Wlageningen.
Groei per dag in grammen
Geb.
Leeft.
Gewicht
Verstr.
0-10
10 dgn
spenen
0-100
Proef-
Aantal
gewicht
spenen
100 dgn
melk
dgn
tot
tot
dgn
boerderij
(kg)
(dgn)
leeft.
(kg)
spenen 100 dgn
Heino
10
37.5
50
100
287
260
520
782
625
Wogmeer
7
39.8
33
101.7
240
350
700
631
619
Kooyenburg
12
37.5
49
100.8
275
470
577
708
633
Wielzicht
21
34.7
51
92.6
322
520
529
633
578
Zegveld
21
35.5
54
92.7
343
300
534
667
571
Heino
9
42.8
57
107.5
270
200
636
763
647
Wogmeer
9
35.7
46
95.8
220
270
578
678
601
Deze cijfers hebben betrekking op de kontrolegroep die volgens de op de proef-
boerderij gebruikelijke wijze met de emmer zijn opgefokt.
Uit dze cijfers komt naar voren dat de kalveren gemiddeld na ongeveer 7 weken
zijn gespeend en in die periode 50100 liter melk extra hebben opgenomen ten op
zichte van een traditionele opfok. De groei van de kalveren in de eerste 100 dagen
is goed te noemen. Een bezwaar van de kunstspeenmethode is het dagelijks eenmaal
reinigen van de bus en slang. Dit brengt nogal enig werk met zich mee. Vandaar dat
het onderzoek verder is gegaan in de richting van een toevoegmiddel aan de kunst
melk, waardoor dagelijks reinigen van bus en slang achterwege kan blijven.
Het toevoegen van kleine hoeveelheden mierezuur aan de kunstmelk lijkt perspek-
tief te bieden. Toevoeging van 2 cc mierezuur per liter geeft een voldoende conser
verende werking. De kosten aan mierezuur bedragen ca. 2,per kalf voor de gehele
melkperiode. Voorraadvoedering blijkt bij deze methode goed mogelijk, omdat de melk
niet aan bederf onderhevig is en meer geleidelijk wordt opgenomen. Om de twee of
drie dagen werd in een vat een hoeveelheid aangezuurde kunstmelk verstrekt, over
eenkomende met 6 liter per kalf per dag. Eenmaal per week werden de materialen
gereinigd Naast melk was steeds hooi, krachtvoer en drinkwater aanwezig. Deze
ervaringen zijn van ir. A. B. Meyer van het Proefstation voor de Run veehouderij te
Wageningen. In de volgende tabel zijn de proefresultaten van kalveropfok met aan
gezuurde melk weergegeven.
Gewichtstoename in grammen p/dag
Proef-
Aantal
Gem. geb.
Gem. leef
Gem. op
0-10
10 dgn
spenen
7 dgn
0-100
boer-
kal
gewicht
tijd bij
genomen
dgn
tot
tot 7 d.
na-spe-
dgn
derij
veren
(kg)
spenen
kunstm.
spenen
na spe
nen tot
(dgn)
(ltr
nen
100 d.
I
5
37.2
43
193
190
679
714
876
769
II
14
38.6
47
204
440
576
657
860
700
m
25
37.4
47
256
170
570
628
687
588
IV
15
34.4
52
284
290
560
643
795
635
V
7
38.6
49
268
250
528
986
572
592
14
36.4
52
x)
0
648
729
622
VI
26
37.1,
49
317
303
691
540
627
611
We moeten hierbij opmerken dat de cijfers gemiddelden zijn van de gehele groep
per bedrijf, zodat een zekere variatie wat groei en opname betreft tussen de kalveren
aanwezig is. Verder moet er met nadruk op gewezen worden, dat niet alle kunstmelk
geschikt is voor toevoeging met mierezuur. Een aantal kunstmelkpoeders gaan bij
toevoeging van mierezuur schiften. Dit hangt af van de samenstelling. Indien U in
deze richting iets wil gaan ondernemen, is het zeer noodzakelijk, dat U eerst nagaat
of zuurtoevoeging mogelijk is. Tevens is in het verleden ook wel gesteld, dat d.m.v.
de speenmethode diarree te voorkomen zou zijn. Uit praktijkervaringen is echter ge
bleken, dat de speenmethode ten aanzien van diarree geen wondermiddel is.
Voor bedrijven die jaarlijks een vrij groot aantal kalveren opfokken kan deze metho
de perspektief bieden. De methode werkt arbeidsbesparend en het blijkt, dat een
goede groei mogelijk is. Het toezicht op de kalveren blijft noodzakelijk, maar dit geldt
voor elke methode!