Vakantie op de boerderij Wat te telen naast onze basisgewassen? 10 IYE belangstelling voor het doorbrengen van een vakantie op de boerderij neemt de laatste jaren sterk toe. Dit geldt zowel voor de logeergasten in de boerderij zelf of in een zomerhuisje op het erf als voor de kampeerders, die er met tent of caravan verblijf zoeken. In de ons omringende landen heeft deze ontwikkeling al veel eerder plaats gevonden. Wanneer u er over denkt ook vakantiegangers op uw bedrijf te gaan ontvangen, dan spreekt het van zelf, dat u eerst goed moet overwegen wat daar alle maal aan vastzit. U zult eerst voor uzelf moeten uit maken of u logeergasten dan wel kampeerders wilt verwelkomen (of beide categorieën) en dan zult u moeten nagaan wat er nodig is om hun een goede en prettige accommodatie te kunnen verschaffen. Pas als u daarvoor heeft gezorgd, kunt u met dit werk beginnen. En alhoewel de vakanties nog veraf lijken te liggen, het gaat snel en de voorbereidingen kosten nu eenmaal de nodige tijd. Recent is er een brochure „Vakantie op de boerde rij" verschenen, die praktische informatie geeft over het ontvangen van vakantiegasten op de boerderij. Het boekje is samengesteld door een werkgroep van de drie centrale landbouworganisaties, de Centrale van Plattelandsvrouwenorganisaies en de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB. In aansluiting op de besprekingen van november 1971 in de Flevohof, waar beleidsaspecten van het verschijnsel „Vakantie op de boerderij" behandeld zijn, geeft de werkgroep nadere informatie hierover in een brochure. HET boekje „Vakantie op de boerderij" geeft prak- tische voorlichting aan de boer, die overweegt op zijn bedrijf vakantiegasten te ontvangen. De agra riër dient vooraf immers een juist beeld te hebben van wat vakantie op de boerderij inhoudt en wat daar aan vastzit. Het boekje wil een leidraad zijn voor de voorlich ting van de landbouworganisaties, die de boer bege leiden. In de brochure zijn technische gegevens ver meld om het verschijnsel „vakantie op de boerderij" te illustreren. Het eerste hoofdstuk van de brochure geeft alge mene informatie. De vraag naar vakantie op de boer derij wordt geanalyseerd aan de hand van een on derzoek, dat de ANWB in 1971 gedaan heeft. Hieruit kan de boer in grote lijnen afleiden, welke mogelijk heden er voor hem en zijn bedrijf zijn. Vervolgens worden de financiële aspecten nader belicht. Er wordt een aantal uitgangspunten aangegeven, die met re kenvoorbeelden uitgewerkt zijn. De boer kan naar believen een of meerdere rekenvoorbeelden naar zijn eigen situatie vertalen. Hij weet dan of het de moeite loont om vakantiegasten te ontvangen. Ook kan hij bepalen, welke logiesvorm voor hem het voordeligst is. Vervolgens worden in het boekje de belastingperi kelen van vakantie op de boerderij weergegeven. Wanneer vreemde krachten op het bedrijf ingezet worden, zijn niet alleen de gastvrijheid van de boer maar ook de fiscale gevolgen daarvan in het geding. Ten aanzien van de accomodatie zijn normen gefor muleerd, deels wettelijke eisen, deels aanbevelingen, die uit de praktijk afkomstig zijn. Op enkele speci fieke aspecten zoals verbouwing en erfbeplanting, en de wettelijke regelingen wordt nader ingegaan die in de verschillende provincies betreffende het kam peren gelden. In het laatste hoofdstuk worden de werving en begeleiding van gasten behandeld. Het betreft onder meer reclame en accomodatiebeheer. Ook wordt ge wezen op het belang om de stedelipg een beter in zicht te geven in het agrarisch gebeuren. Belangstellenden die gasten op de boerderij willen ontvangen, kunnen de brochure „Vakantie op de boer derij" aanvragen bij de afd. voorlichting van de ZBM dan wel bij de ANWB in Den Haag (tel. 070264426). erg belangrijk, omdat de markt hiervan vlug verza digd is. In een produkt als vlas b.v. zijn er door ex perts vakbekwame telers met een goed kwaliteits- produkt ook nog wel goede saldi te behalen. Tenslotte concludeerde de heer Kupers, dat terwille van de continuïteit het overweging verdient in het bouwplan 5 of 6 gewassen te betrekken in plaats van vier. Het nadeel in het saldo door kleine gewassen zal minder kosten dan opbrengstvermindering van hoofdgewassen tengevolge van een slechte bodemge zondheid. EEN van de belangrijkste gewassen, het graszaad, werd behandeld door de heer J. E. Wolfert ing. De graszaadteelt is met een uitbreiding, voornamelijk van veldbeemd-, roodzwenk- en raaigrassen de laat ste jaren gekomen tot een Nederlandse oppervlakte van ongeveer 14.000 ha. Bij de behandeling van de technische kant van de graszaadteelt stelde de inlei der, dat behalve b.v. de dekvrucht ook hier de kwa liteit van de boer zeer belangrijk is. Graszaad vraagt over het algemeen verfijnde aandacht. Alle teeltvoor- waarden dienen stipt op tijd uitgevoerd te worden. Vooral bij de chemische onkruidbestrijding worden veel fouten gemaakt. Met name noemde hij de tarwe- opslag en de straatgrasbestrijding, waarbij in feite met grasdodende middelen wordt gewerkt. Hoeveel heid middel en spuitvloeistof zijn daarbij zeer belang rijk. Ook het vroegtijdig strooien van stikstof en een eventuele meeldauwbestrijding zijn opbrengstbepa- lend. Voor de raszuiverheid en de ervaring is het aanbevelenswaardig om zich zoveel mogelijk tot één soort te beperken. Wanneer dit niet mogelijk is kan men het beste met contrasterende rassen werken b.v. van beemdgrassen overstappen naar raaigrassen. Over de E.E.G.-regelingen zei de heer Wolfert, dat vrij verkeer van gecertificeerd graszaad van erkende rassen in de E.E.G. is toegestaan en dat het daarom van belang is, dat een E.E.G.-rassenlijst op komst is. Ook mag gecertificeerd zaad uit derde landen wor den ingevoerd Mede daarom is een subsidie voor de telers ingesteld. Een lage prijs voor importzaad zal een hoge subsidie betekenen. Over een eventuele verdeling van de subsidie is veel te doen. Voor 1973 is een verdeling van 80 voor teler en 20 voor de firma toegestaan. Voor de toekomst zag de heer Wolfert twee mogelijkheden n.l. een prijs inclusief dan wel een prijs exclusief subsidie. En wat de toekomstmogelijkhed betreft, zag hij in de vergrote E.E.G. een toenemende behoefte aan ga zongrassen en Engels raaigras. IVE heer Van Dueren den Hollander stelde in zijn betoog dat men zich bij kontraktteelt bij het tekenen van het kontrakt veilig dient te voelen! Ten einde dit te bereiken is sinss 1966 de N.K.T.V. werk zaam met modelvoorwaarden. Hoewel veelvuldig met deze algemene voorwaarden, waarin zaken als hoe danigheid van het zaaizaad en oogsttijdstip staan be schreven, wordt gewerkt, zijn duidelijke verdere ver beteringen noodzakelijk. Vooral bij de vaste-prijs- kontrakten is het oogsttijdstip dikwijls in het geding, omdat de afnemer meer let op de kwaliteit en de teler meer op de kwantiteit van het produkt. Daarom moeten 'prijsverschillen in verband met oogsttijdstip en rassen verschillen, alsmede bij het oogsten optredende verliezen e.d. nader geregeld wor den. Ook een droogwinningsclausule heeft de speciale aandacht. Hoewel hij dit op deze studiedag niet het belangrijkste vond, ging de heer Van Dueren den Hollander even in op de laatste tijd veel besproken affaire tussen tHero en een groep Thoolse telers. Hij stelde dat de N.K.T.V. bij het bedingen van betere voorwaarden in het verleden weinig steun kreeg van de telers, die steeds weer bereid bleken op de voor waarden van de fabriek in te gaan en erwten te te len. Klimatologisch zat Tholen in 1972 slecht, terwijl het conservenjaar 1972 ook nog ongunstig was. Dat neemt niet weg, dat het kontrakt scherper en zuiver der gesteld had moeten worden, terwijl oogsten met een hardheidsgetal van 92 in een vast prijskontrakt -nooit een financieel bevredigend resultaat kan geven. De bedongen prijsverhogingen voor 1973 zijn 1316 Inleider waarschuwde voor Frankrijk als concur rent in de conserven-erwtenteelt. Dankzij de aktivi- teit van de Thoolse groep is Hëro voor 1973 met ver beterde condities gekomen. Keuze kan worden ge maakt uit een vaste prijs kontrakt en een kwaliteits betaling. Tegen deze betere condities zou bij Hero voor Tholen in 1973 nog ruimte zijn voor 100 tot 150 ha. Inleider besloot zijn betoog met de mededeling dan in 1973 het kontrakt voor '74 zal worden bekeken en dat de vertrouwenscommissie aangevuld zal wor den met een afgevaardigde van Tholen. EEN door de laatste inleider, de heer Bax, opge- steld vergelijkend overzicht van saldobereke ningen per gewas en bedrijfsbegrotingen was ieder deelnemer bij binnenkomst reeds ter hand gesteld. De berekende saldi gaven het volgende beeld: Wintertarwe 1338,- Zomergerst 1152,- Haver 1076,- Aardappelen 3122,- Suikerbieten ƒ2167,- Uien ƒ2924 - Graszaad f 1519,- Blauwmaanzaad 1519,- Koolzaad 1443,- Luzerne 940,- Gras ƒ1172,- Mais 930,- Conserven- erwten 1264,- (Hero 1062,-) Stamslabonen 1215,- Tuinbonen f 1190,- Bruine bonen 1457 - Knolselderij 2645,- Vroege aardappelen A.M. rest ƒ2925,- De bedrijfsbegrotingen gaven het volgende beeld: 50 ha 2 man extensief netto-overschot ij4191, (negatief) 50 ha 2 man met groentegewassen f 16059, 50 ha 2 man intensief 17059,. 50 ha 1 man extensief 2350, 50 ha 1 man intensief 13600, Aan de hand van cijfers van L.E.I.-bedrijven toon de de heer Bax aan, dat de kosten van betrekkelijk weinig invloed zijn op de verschillen in het netto-re sultaat tussen verschillende bedrijven. Het uiteinde lijke resultaat is sterk afhankelijk van de opbreng sten. In zijn inleiding wees hij ook nog op de ver liezen die optreden bij te vroeg oogsten van conser- venerwten en op het verschil in saldo van ƒ200, tussen de twee fabrieken, die hun voorwaarden be kend maakten. Samenvattend merke hij op dat het opstellen van een goed, verantwoord bouwplan bepaald geen een voudige zaak is. Na de lunch werd het gebrachte van de morgen vergadering in zeven discussiegroepen door de deel nemers aan deze studiedag besproken. Na een uur discussie vuurden de rapporteurs van de groepen hun vragen en opmerkingen af op het forum onder voorzitterschap van Ir. M. A. van der Bak en waar in behalve de inleiders zitting hadden de heer M. Murre en de heer M. C. J. Kosten. Op de vraag naar het voorvruchteffect van diverse kleine gewassen in guldens was geen direct antwoord te geven. Bekend is wel, dat b.v. graszaad een gun stige invloed heeft op de structuur, wat opbrengst stijgingen van volggewassen in de hand werkt. Zo'n effect echter moet over meerdere jaren bekeken wor den. Ir. Küpers zei van mening te zijn, dat bij het op voeren van de bodemgezondheid we zeker niet aan het plafond van de kg-opbrengsten zitten. Verschillende rapporteurs attendeerden op het ont breken van bekendheid met raseigenschappen in gras zaad- en conservenerwtenteelt. In de conservenerw- tenteelt wordt wei aan rassenonderzoek gedaan, maar deze dient nog te worden uitgebreid, waarna dan aan de hand van de resultaten de prijs per ras bepaald dient te worden, aldus de heer Van Dueren den Hol lander. In de graszaadteelt zou meer samenwerking tussen de firma's bij het onderzoek gewenst zijn. IDe heer Wolfert vond een systeem, waarbij de firma's onder toezicht onderzoeker., acceptabel. Bij aanbieding van een kontrakt zouden dan de raseigenschappen mede aangeboden kunnen worden. Algemeen was het fo rum van mening, dat publiciteit van alle bekende gegevens zeer belangrijk is. Bovendien is het gewenst, dat de kontraktteksten zoveel mogelijk uniform zijn. Naar aanleiding van de verschillen in condities en prijsbepaling tussen conservenerwtenfabrieken wer den de NK.T.V.-vertegenwoordigers vragen voorge legd. Hij antwoordde daarop dat men de realiteit niet uit het oog moet verliezen. De beste condities komen van een fabriek met een klein opnamevermo gen en deze zitten dus vlug vol. In verband met de vraag of voor de kleine gewas sen voldoende teelttechnische kennis aanwezig is, overigens ook door inleiders in de morgenbijeenkomst al gesteld, zei de heer Murre, dat in samenwerking met R.L.V.D. de kennis wel aanwezig is. De verga dering betreurde het daarom dat de R.L.V.D. is in gekrompen en pleitte voor handhaving van de hui dige situatie op Tholen en St Philipsland. Ook bij kontrakterende firma of fabriek zijn vaak goede teelt deskundigen aanwezig, wiens adviezen vooral in de eerste jaren belangrijk zijn. De heer Bax wees er op, dat de belangen van telers en firma niet helemaal parallel gaan, omdat de firma de grootste waarde aan kwalieit hecht. Bij het overwegen welke kleine gewassen voor dit gebied van belang zouden kunnen zijn, zag men de perspectieven voor mais niet zitten. De heer Kupers merkte op, dat er beperkte moge lijkheden zouden kunnen zitten in het aantrekken van zeer speciale teelten b.v. vingerhoedskruid. De saldi die hier gehaald worden zijn zeer hoog, maar het benodigd areaal is zeer beperkt. Toch zou het overweging verdienen, de perspectieven te onder zoeken van tot nog toe geïmporteerde kruiden en za den, die evengoed in Nederland verbouwd kunnen worden. Zoiets moet eventueel door een groep telers worden aangetrokken, die zich in die teelt speciali seren. De heer Van Dueren den Hollander werd gevraagd naar het standpunt van het geringe ledental van de N.K.T.V. Op het eerste antwoordde hij, dat zowel LandbouwschaD als N.K.T.V. van mening zijn, dat de subsidie de teler toekomt en voor het ledental van NjK.T.V. was zijn mening, da niet-leden ook van de bereikte resultaten profiteren en dientengevolge, of het zou moreel moeten zijn, de behoefte aan een lidmaatschap niet voelen. De toekomstmogelijkheden voor graszaad in de vergrote E.E.G. zag de heer Wolfert niet ongunstig. De vergroting brengt 25.000 ha mee, waarbij de eigen behoefte van Denemarken 10.000 ha is, zodat resteert 15.000 ha, die gemakkelijk ingepast kunnen worden. In Denemarken is een uitbreiding niet te verwach ten, omdat daar nu gerst door tarwe vervangen zal worden en het saldo van graszaad dan t.o.v. graan ongunstiger wordt. Het meeste perspectief voor Ne derland zit in de fijnere grassoorten. Door tijdsgebrek moesten enkele andere vragen onbeantwoord gelaten worden. De studiedag werd gesloten door ZLM-kringvoor- zitter Kosten, die terecht stelde, dat ook deze dag weer aan zijn doel beantwoord heeft. Hoewel door tijdsgebrek zo hier en daar de volledigheid wat te wensen overliet zijn er toch interessante gegevens naar voren gekomen. De kleine gewassen kunnen we in ons bouwplan niet missen. Hij bracht tenslotte dank aan inleiders, forumleden, discussieleiders, rapporteurs en organisatoren en sloot de bijeenkomst.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 10