Blauwmaanzaad
in uw
bouwplan
Suikerbieten
12
Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel
D. J. v. d. Have N.V.
Kapelle
c. Tweemaal een bespuiting uitvoeren met 6 1 per ha.
De eerste keer dus onmiddellijk na inzaai gevolgd
door een bespuiting bij een minimum gewasleng
te van 5 cm.
Het is gewenst bovengenoemde hoeveelheden Asu-
lox te verspuiten met 600 liter water per ha.
OOGSTMETHODE
MAAST de chemische onkruidbestrijding is ook een
gemechaniseerde oogstmethode noodzakelijk
om de teelt arbeidstechnisch rond te krijgen. De prak
tijk is 'bij het ras Marianne overgestapt op het van
stam maaidorsen. Om kleurbederf en olieverlies van
het zaad te voorkomen moet de afstelling van de com
bine met de nodige zorgvuldigheid plaats vinden. Erg
belangrijk is hierbij om met een gering toerental ten
opzichte van b.v. granen te werken. Uiteraard moet
het zaad bij een te hoog vochtgehalte (boven 12
zo snel mogelijk worden teruggedroogd om een goede
kwaliteit te handhaven.
RASSENKEUZE
ras Marianne, gekweekt door de Stichting voor
Plantenveredeling te Wageningen, is in 1968
voor het eerst op de rassenlijst gekomen. Het was toen
een veelbelovend ras met een hogere zaadopbrengst
dan de bestaande rassen. Marianne heeft deze belofte
ruimschoots bewaarheid. In de Rassenlijst voor land
bouwgewassen 1973 is het ras Marianne dan ook als
enige vermeld als zijnde het meest produktief.
De officiële Rassenlijstfbeschrijving luidt als volgt:
Vroeg rijpend, zeer goed opbrengend. Heeft een
vlotte beginöntwikkeling en geeft een vrij fijn
gewas. Het stro is kort, goed stevig, maar bij de
rijping iets geneigd tot knikken. Heeft een sterke
vertakking met soms late bloeiers, die laat af-
rijpende zaaddozen leveren. De zaaddozen zijn
vrij klein, nagenoeg rond en goed gevuld. Het
zaad heeft een mooie egaal donkerblauwe kleur.
illustratie hieronder nog een overzicht van en
kele opbrengstcijfers van I.V.R.O.-proefvelden.
Als vergelijking is het alom bekende ras Nobel ge
kozen. Door gemiddeld lagere zaadopbrengst geduren
de de laatste jaren is dit ras nu dus uit de beschrij
vende rassenlijst verdwenen.
Teeltgebied jaar Proefgem. Relatieve
kg per ha opbrengst
Nobel Marianne
West-Brabant
1966
1990
91
111
1967
1680
97
111
Zws-Vlaanderen
1965
1710
86
117
1966
1400
117
97
1967
1970
93
105
Nu er aan een aantal basisvoorwaarden, zoals on
kruidbestrijding, oogstmechanisatie en het aan de
markt zijn van een hoog produktief ras is voldaan
komt de blauwmaanzaadteelt als een klein, maar mo
dern gewas in de belangstelling terug. Wellicht biedt
Marianne u een goede mogelijkheid bij het samen
stellen van uw bouwplan en geeft tevens de mogelijk
heid van een betere vruchtwisseling.
Voor een zeer uitgebreide teeltbeschrijving van het
Blauwmaanzaad verwijzen wij u nog naar Pu'blikatie
nr. 6 van oktober 1972 van het Proefstation voor de
Akkerbouw te Lelystad en Wageningen.
N 1972 is het areaal Blauwmaanzaad weer tot
1200 ha gestegen. Vergeleken met de op
pervlakte van 5 6000 ha, zo'n 15 jaar geleden nog
geen indrukwekkende oppervlakte, maar toch weer
een gestage vooruitgang. Evenals in het verleden het
geval was, werd ook nu weer de helft tot driekwart
van het areaal in Zeeland en West-Brabant gereali
seerd.
De bekendheid met het gewas en de meestal wat
hogere opbrengst dan het landelijk gemiddelde zul
len hieraan niet vreemd zijn. Bovendien hoort Blauw
maanzaad thuis op goede gronden met een redelijke
tot goede struktuur om een optimale oogst te ver
krijgen.
ONKRUIDBESTRIJDING
TEN van de grootste handicaps was de onkruidbe-
strijding. Tot voor enkele jaren was schoffelen
de enige methode om het gewas onkruidvrij te krij
gen of te houden. Na onderzoek van de Wageningse
Instituten PA..W. en I.B.S. op dit terrein kan nu ge
werkt worden met het chemische onkruidbestrijdings
middel Asulox. Op grond van kas- en veldonderzoek
is gebleken dat met deze bodemherbicide 3 bestrij-
dingsmethoden mogelijk zijn.
a. Onmiddellijk na het zaaien een bespuiting met 6
liter Asulox per ha. Dit verdient aanbeveling wan
neer veel duist en straatgras wordt verwacht.
b. Bij een gewaslengte van minimaal 5 cm tot 10
a 15 cm een bespuiting van 57,5 1 per ha. Over het
algemeen is het effekt van deze bespuiting wat
beter dan van de voor-opkomstbespuiting.
(Vervolg van pag. 11)
RASOMSCHRIJVING VOOR MIDDENVROEGE EN LATE LEVERING
Deze groep omvat rassen die imeestal hun hoogste opbrengst en suikergehalte be
reiken wanneer zij wat langer kunnen doorgroeien.
A Zwaanpoly K: N.V. Zwaanesse, Voorburg. Lange, goed gevulde biet, vrij
onregelmatig van vorm en grootte met een vrij brede rondhoekige kop die vaak sterk
wisselend en soms zeer hoog boven de grond uitsteekt en dan bleekgroen gekleurd is.
Zeer hoge wortelopbrengst met een matig tot vrij hoog suikergehalte. Hoge tot zeer
hoge suikeropbrengst. Zeer slechte sapzuiverheid. Vormt vrij veel loof. Geeft meestal
voldoende grondbedekking. Is vrij moeilijk rooibaar en vertakt matig tot vrij sterk.
De biet breekt bij het rooien vrij gemakkelijk, waardoor niet onbelangrijke rooiver-
liezen kunnen ontstaan. Bij, vroege zaai lichte, overigens geringe neiging tot schieter-
Door het vaak matige suikergehalte komt dit ras het beste tot zijn recht bij late leve
ring.
A Solorave K: Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel D. J. van der Have N.V.,
Kapelle. Ras met erfelijk éénkiemig zaad. Lange, voornamelijk van boven goed gevul
de biet, vrij regelmatig van vorm maar onregelmatig van grootte met een vrij kleine
rondhoekige kop die meestal weinig boven de grond uitsteekt. Vrij hoge wortelop
brengst met een vrij hoog suikergehalte. Vrij hoge suikeropbrengst. Vrij goede sap
zuiverheid. Vormt zeer veel loof; geeft een zeer goede grondbedekking. Is moeilijk
rooibaar en vertakt vrij sterk tot sterk. De biet breekt op zwaardere gronden vrij ge
makkelijk, waardoor rooiverliezen kunnen ontstaan. Meestal bij vroege zaai lichte,
overigens vrij geringe neiging tot schieten. Is voor middenvroege tot late levering
bruikbaar.
B Aabece K: N.V. Hollandse Suikerbieten Selectie Maatschappij, Amsterdam.
Vrij hoge wortelopbrengst met een hoog suikergehalte. Vrij hoge tot hoge suikerop
brengst. Vrij goede sapzuiverheid. Vormt zeer matig loof en is behoorlijk rooibaar
met een vrij sterke vertakking. Bij vroege zaai matige, overigens vrij geringe neiging
tot schieten.
B Hilleshög R. Polypkride K: Hilleshög Frö AB, Zweden. V: N.V. Hollandsch-
Zweedsche Zaad Mij, Amsterdam. Vrij hoge tot hoge wortelopbrengst met een vrij
hoog suikergehalte. Vrij hoge tot hoge suikeropbrengst. Vrij slechte sapzuiverheid.
Vormt matig tot vrij veel loof en is behoorlijk rooibaar met een matige tot vrij sterke
vertakking. Bij vroege zaai matige, overigens vrij geringe neiging tot schieten.
B Kaweerta K: Kleinwenzlebener Saatzucht, Duitsland. V: F. Goyarts en
Zonen Zaadteelt N.V., Wehe-den Hoorn (Gr.). Vrij hoge wortelopbrengst met een vrij
hoog suikergehalte. Vrij hoge suikeropbrengst. Vrij goede sapzuiverheid. Vormt veel,
donkergroen loof. Is behoorlijk rooibaar niettegenstaande de vrij sterke tot sterke
vertakking. Bij vroege zaai vrij sterke, overigens matige neiging tot schieten; in 1972
veel schieters.
B Polyrave E K: Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel D. J. van der Have N.V.,
Kapelle. Vrij hoge wortelopbrengst met een vrij hoog suikergehalte. Matige tot vrij
hoge suikeropbrengst. Matige sapzuiverheid. Vormt veel loof. Is vrij moeilijk rooibaar
en heeft een vrij sterke vertakking. Bij vroege zaai lichte, overigens geringe neiging
tot schieten.
B Cebeta K: Cebeco-Handelsraad, Rotterdam .Hoge tot zeer hoge wortelopbrengst
met een matig tot vrij hoog suikergehalte. Vrij hoge tot hoge suikeropbrengst. Zeer
slechte sapzuiverheid. Vormt vrij veel loof. Is moeilijk rooibaar en vertakt matig tot
vrij sterk. De biet breekt bij het rooien gemakkelijk, waardoor soms belangrijke rooi
verliezen kunnen ontstaan. Bij vroege zaai zeer sterke, overigens vrij sterke neiging
tot schieten.
NIEUWE RASSEN
T Monitor F 1958 en 1972. K: N.V. Hollandse Suikerbieten Selectie Maat
schappij, Amsterdam. Ras met erfelijk éénkiemig zaad. Hoge tot zeer hoge wortel op
brengst en een vrij hoog tot hoog suikergehalte. Hoge tot zeer hoge suikeropbrengst.
Vrij slechte sapzuiverheid. Vormt vrij veel tot veel loof. Is behoorlijk rooibaar en ver
takt matig. Bij vroege zaai matige, overigens vrij geringe neiging tot schieten.