De
tuinbouw
in 1972
De stemming in de tuinbouw is beter dan in voor
gaande jaren. De appels en de uien zijn duur, de
handel in gladiolen verloopt vlot, knolselderij is een
gewild artikel, de sla brengt bevredigende prijzen op,
enz. Het lijkt soms of de problemen zijn opgelost. Is
de situatie werkelijk zo rooskleurig? Óf is de wens
ook hier de vader van de gedachte? Uit onderstaand
overzicht blijkt dat er alle reden is om voorbehoud
te maken en te waarschuwen tegen te groot optimis
me.
GROOT FRUIT.
Buitenstaanders denken wellicht dat het voor de
fruitteelt een gouden jaar was. Er is zoveel gespro
ken en geschreven over hoge prijzen dat men de in
druk zou krijgen dat het voor de fruittelers botertje
tot op de boom was. Onwillekeurig kwam er een
stemming van „de crisis is over".
Misschien is de crisis inderdaad over. We twijfelen
er echter aan. Wel menen we dat het dieptepunt dui
delijk achter de rug is.
De nuchtere cijfers laten zien dat het trouwens
helemaal nog niet zo'n vetpot was in de fruitteelt. In
het Zeeuws Fruittelerdblad van december geeft de
heer M. J. Noordhoek een overzicht van de aanvoer
en middenprijzen op de drie Zuid Bevelandse veilin
gen en daaruit blijkt dat de totale geldelijke op
brengst van de fruitoogst 1972 waarschijnlijk weinig
hoger zal zijn dan die van de fruitoogst 197*1. En toch
vond iedereen dat 1971 beslist nog niet best was.
Geldelijke opbrengst
Appels
Peren
Pruimen
Kersen
Totaal groot fruit
1971
11.471.580
8.102.698
852.292
213.878
1972
13.601.225
6.401.368
500.772
12.082
20.640.448 20.515.427
zuidelijk halfrond (Granny Smith) lijkt ook minder
vlot te kunnen plaatsvinden, omdat Argentinië een
zeer kleine oogst heeft.
KLEIN FRUIT
De aardbeienteelt was minder lonend dan het jaar
tevoren. Dat gold vooral voor de consumptie, waar
het veel geteelde ras Red Gauntlet veel misvormde
vruchten leverde.
Bij de frambozen was de strijd tegen botrytisrot
zo moeilijk, dat menigeen veel verlies moest boeken.
Uiteraard was ook het plukken daardoor lastig.
De rode bessen brachten goede prijzen op, doch ook
hierbij was vaak zeer veel uitval door vruchtrot.
De zwarte bessenteelt neemt snel in betekenis af.
De produktie was eindelijk weer eens een keer be
vredigend en de prijs redelijk, gezien de goede oogst.
De bramen beloofden een topoogst, doch van de
nabloei kwam weinig terecht. Het prijspeil was weer
gunstig en dooreengenomen was de teelt goed
lopend.
Vooral door grote verschillen in het percentage
vruchtrot bjj bepaalde klein fruitsoorten liepen de
geldelijke uitkomsten sterk uiteen. Dooreengenomen
waren de resultaten weinig minder dan in 1971, doch
de kosten waren hoger en er werd door het natte
weer veel minder plezierig gewerkt.
GROENTETEELT IN DE VOLLEGROND
Voor de grove tuinbouw was het geen slecht jaar.
De uien waren en zijn duur, de niet-gecontracteerde
knolselderij is ook vrij gewild; de witlofprijs is tot
nu toe bevredigend, enz. De spruitenteelt, gestimu
leerd door de mogelijkheden voor machinale pluk en
de daardoor gevormde spruitkoolkernen, was niet of
nauwelijks rendabel, doch de meeste andere volle-
grondsprodukten stelden niet teleur. De vele neer
slag bevorderde een vlotte aanslag na het planten,
wat in het zoetwaterarme Zeeland een belangrijke
factor kan zijn.
De appels leverden heel wat meer op dan vorig
jaar, dank zij een middenprijs per kg die bijna dub
bel zo hoog was het jaar tevoren, namelijk 55 ct
tegenover 30 ct. Dat de geldelijke opbrengst slechts
20 hoger is, komt doordat de appelproduktie ab
normaal laag was: ruim 24% miljoen kg tegenover
ruim 38 miljoen kg in 1971. Een zeer groot verschil,
dat aangeeft waar men de oorzaak van de hoge appel-
prijs moet zoeken. Vooral de aanvoer van Cox's en
Goudreinette was naar verhouding klein. En ook
elders in de EEG was de appelproduktie kleiner dan
normaal.
De peren, pruimen en kersen brachten aanzienlijk
minder op dan in 1971. De totale geldsom van het
grote fruit verschilt daardoor vrij weinig. Dat is heel
wat anders dan velen gedacht zullen hebben. Bij
pruimen en kersen kan zelfs gesproken worden van
een zeer slecht jaar.
Nu moet er bij gezegd worden dat het hier een
voorlopige balans betreft, namelijk per 1 december
1972. Op dat moment moest nog ruim de helft van de
appels worden verkocht en ca 30 van de peren.
Voor dit in de koelhuizen opgeslagen fruit werd voor
de appels een prijs gerekend van 55 ct per kg en
voor de peren van 60 ct per kg. Vooral wat betreft de
appels verwachten we een hogere prijs dan geraamd
werd. Misschien zal het eindbedrag bv. 2 miljoen gul
den meer bedragen dan de hiervoor genoemde cij
fers. Dan zou de geldelijke opbrengst van de fruit
oogst 1972 dus 10 hoger zijn dan die van 1971. Dat
percentage is ongeveer nodig om de gestegen kosten
op te vangen. Al met al zijn de resultaten niet zo
formidabel geweest als het leek, nog afgezien van de
hagelschade.
Waarom dan dat optimisme? Misschien omdat men
zo erg graag wil dat het beter wordt na alle ellende
van vorige jaren, vlugger tevreden is dan na een
periode van normale prijzen. Maar de hoofdzaak is
wel, dat zeer veel telers voor hun inkomsten overwe
gend op appels zijn aangewezen en die fruitsoort
bracht inderdaad heel wat meer op dan we de laatste
jaren gewoon waren. Degenen die een groot percen
tage peren en pruimen op hun bedrijf hébben, zul
len echter veelal geldelijk lager uitkomen. En van
zelfsprekend hebben ook zeer veel telers die vroeg
op stam verkocht hebben een slecht jaar. En dat
betreft vaak jonge bedrijven met een prima sorti
ment, want voor oude boomgaarden heeft de handel
weinig belangstelling.
Opgemerkt kan nog worden dat de vooruitzichten
voor het koelhuisfruit gunstig lijken. Frankrijk heeft
al zeer veel geruimd, o.a. doordat Engeland zo'n
kleine oogst had, dat extra veel invoer werd toege
staan. In West-Europa lijken de voorraden dus heel
wat kleiner dan vorige jaren. En aanvulling van het
De „Juun" twas een zeer gewild produkt.
De verschuiving van produkten als uien, knolsel-
derij, spruiten, e.d. naar het grotere akkerbouw be
drijf zal echter waarschijnlijk doorgaan. De goede
prijzen van het laatste seizoen kunnen als een boe
merang werken, als er een te grote uitbreiding in
het komende seizoen op volgt. Al weet iedereen dat
men niet achter de maiht moet aanlopen, vrezen we
toch dat het weer een optocht wordt. Of zal men zich
deze keer verstandiger gedragen?
GROENTETEELT ONDER GLAS
Voor de „zware stook" was het een moeilijk jaar.
De komkommerprijs stond vrijwel het hele seizoen
onder druk en de prijs van de stooktomaten zakte ook
al vroeg tot een te laag peil. De concurrentie van de
Oostbloklanden was hieraan zeker niet vreemd. Tegen
de dumpingpolitiek van Roemenië en Bulgarije
werd scherp geprotesteerd, o.a. tijdens een massaal
bezochte bijeenkomst te Delft.
De koude en licht verwarmde teelt waren beter.
Terwijl anders in augustus-septemlber de tomaten
overwegend doordraaiden of hoogstens tegen de mi
nimumprijs uit de markt werden genomen, bleef nu
het prijspeil gunstig. Goede vraag was er veelal ook
voor .Jbijprodukten" als b.v. bonen. Vooral menige
Thoolse tuinder zat met die bonen goed.
Voor de glasaardbeien werden redelijke, maar
vooral voor de Glasa toch eigenlijk te lage prijzen
betaald. Het is moeilijk om de kostenstijging op te
vangen door hogere produktie. Deskundigen verwach
ten een toenemende concurrentie van zuidelijker lan
den en mede daarom is de toekomst niet zonder zor
gen. Het arbeidsintensieve karakter is enerzijds een
voordeel, omdat het velen afschrikt om met de aard-
'beienteelt te beginnen. Een Westlander voelt zich be
slist niet tot de aardbeien aangetrokken. Anderzijds
toch ook een nadeel, want de arbeidskosten stijgen
De Bevelandse appeloogst daalde van 38 naar 24H
miljoen kg. Alleen de Golden Delicious gaf een vrij
goede opbrengst
nergens zo snel als in Nederland en dat maakt de
aardbeienteelt extra kwetsbaar.
BLOEMBOLLEN
De gladiolen, voor Zeeland een zeer belangrijk
gewas, werden tegen iets hogere prijzen afgenomen,
waardoor de rentabiliteit verbeterde. Weliswaar liet
de grootte vaak te wensen over (maat 14 was be
trekkelijk schaars), maar daar stond tegenover dat
het rooien vlot verliep, waardoor de kosten van oogst
en verwerking een betrekkelijk gunstig beeld gaven.
De niet in voorverkoop verkochte bollen vinden vlot
hun weg en door dat alles lijkt het er op dat het te
grote aanbod tijdelijk weer is gecorrigeerd. De gla-
diolenteelt schommelt meestal tussen overproduktie
met lage prijzen en daarop inkrimping met bevredi
gende prijzen. Wellicht is het gunstig dat de resul
taten nu ook weer zo buitensporig goed zijn dat ster
ke uitbreiding het gevolg moet zijn. Voor menigeen
zal de uienprijs meer lokken.
De tulpenteelt zit in een overgangsfase. Door het
afschaffen van de teeltvergunning is de schaalvergro
ting gestimuleerd en werd de teelt op akkerbouwbe-
orijven (b.v. N.O.P.) van betekenis. Verder is het
surplusfonds in discussie geraakt en het is nu zoeken
naar nieuwe verhoudingen. De prijs staat onder druk
en het schijnt dat er telers zijn die bij de voorver
koop genoegen nemen met in feite te lage prijzen.
BLOEMENTEELT
De bloementeelt is in het werkgebied van de ZLM
van beperkte betekenis. Vooral te Sprang-Capelle is
de teelt echter van vrij veel betekenis. De rentabili
teit liep wat terug, maar bleef toch naar verhouding
overwegend vrij gunstig. Vandaar dat de verschui
ving van groenteteelt onder glas naar bloemen door
gaat. Het gaat er waarschijnlijk vooral om dat de
omschakeling niet zo snel verloopt en zodanige vor
men aanneemt dat de bloemenproduktie met te grote
sprongen toeneemt. Daarom is het te hopen dat de
rentabiliteit van de groenteteelt onder glas niet ver
der onder druk komt, want anders sleept de een de
ander mee in zijn val. Wellicht zit er nog rek in de
afzet van bloemen, maar als het aanbod erg toeneemt
zal het ook fout gaan.
AFZET
Over de afzet zou veel te schrijven zijn, maar dat
hoeft niet. Langzamerhand zal ieder er van overtuigd
zijn dat er wat moet gebeuren. De monsterfusie van
een aantal veilingen in het zuid-westen met Baren-
drecht als middelpunt heeft toch wel een schokeffect
gehad.
De noodzaak om de hoogste prijs te krijgen via
aanbodconcentratie neemt toe, de snel stijgende kos
ten maken samenwerking eveneens dringend ge
wenst. De bloementeelt kon in Zeeland niet van de
grond komen omdat men er te ver mee op stap moet
om ze te kunnen verkopen. De afzet van bepaalde
groentesoorten levert problemen om dezelfde reden.
De oplossing van de afzetproblemen zal niet een
voudig zijn. Het is gemakkelijker om gebreken aan
te geven, dan ze te verbeteren. De beste stuurlui staan
nu eenmaal aan wal. Maar toch, hoe moeilijk alles
ook is, moet er meer kunnen gebeuren, dan het vrij
wel stuurloos dobberen van de laatste jaren. Er zal
een koers moeten worden .bepaald.
SAMENVATTING
Terugkomend op de bedrijfsresultaten van het af
gelopen jaar, kan geconstateerd worden dat er in de
tuinbouw weer sprake was van grote verschillen, zo
wel per bedrijf als per produkt. Dooreengenomen
waren de uitkomsten echter iets gunstiger dan voor
gaande jaren. Dit was ook dringend nodig. Want on
danks die betere resultaten werd heel vaak het
C.A.O.-uurloon van de ongeschoolde arbeider niet
gehaald.