Nieuwe stal moet vol anders komen de lasten er niet uit! smBm 20 miljoen varkens meer in vijf jaar VIE EN VLEES 31 J. MAAS CRA - Eindhoven CR h—nt momenteel in de melkveehouderij een geweldige bouwaktiviteit Per 1 januari 1972 waren er in Zuid-Oost Brabant 500 bedrijven met een ffgboxenetal. Naar schatting is dit aantal nu reeds met meer dan 200 toegenomen, terwijl er nog veel in aanbouw zjjn en -nog gebouwd zullen worden. stal gebouwd wordt voor 50 melkkoeien, dient rekening te worden gehouden met de kosten verbonden aan uit breiding van de veestapel. Daarnaast is ook geld nodig voor investeringen in melkapparatuur terwijl bovendien de bestaande werktuigeninventaris meestal ook uitbrei ding behoeft. Door de praktijk wordt veelal gesteld dat uitbreiding van de veestapel zal plaats hebben via eigen aanfok. Dit is een loffelijk streven, ware het niet dat het vaak veel te lang duurt, voordat dan de melkveestapel op het gewenste aantal is, met als gevolg dat rente en aflossing niet op tijd kunnen worden betaald en er voer- schulden ontstaan. Bij grote investeringen in gebouwen en dode inven taris, gepaaid gaande met sterke toename van de finan- deringsverplichtingen kan een uitbreiding van de vee stapel niet geleidelijk in fasen geschieden maar moet schoksgewijze plaatsvinden. Veel boeren staan hier wat huiverig tegenover, vooral wanneer er veel koeien tegelijk moeten worden aange kocht. Toch is dit noodzakelijk. Laten wij aan de hand van een voorbeeld eens nagaan wat er financieel bij een bedrijfsaanpassing kan gebeuren. UITGANGSSITUATIE. £EN jonge boer wil op 15 ha grond een nieuwe lig- boxenstal gaan bouwen voor 50 melkkoeien, waar bij het bijbehorend jongvee op de bestaande koestal ge- -T JEUnkrf Een extra stimulans hiervoor gaat momenteel uit van de subsidie op verbetering van agrarische be drijfsgebouwen, terwijl de rentesubsidie eveneens stimulerend zal werken. Centraal hierbij staat de finan ciering, waarbij naast het gebouw, ook gedacht moet worden aan financiering van de inrichting en vooral van tfe uitbreiding van de veestapel. Het is niet vol doende dat er meer stalruimte gemaakt wordt Het gebouw koet geld zodra met de bouw wordt begon nen. De meerkosten moeten door meeropbrengsten terugverdiend worden! INVESTERINGEN ||J|ET het stichten van bedrijfsgebouwen, zonder ver dere aanpassing kan niet worden volstaan. Indien op een bedrijf waar 25 30 melkkoeien zijn een ligboxen- .-»4fv' --s> - - ar» Afhankelijk van de financieringswijze stellen wij ge makshalve de renteverplichtingen op 8 en de aflossing op 4 Dus samen 12 van 200.000,— f 24.000,— per jaar. De bedoeling is in bovenstaand voorbeeld de uitbrei ding van de veestapel geleidelijk te doen plaatsvinden. Er zijn aanwezig 25 melkkoeien, 3 hoogdrachtige vaar zen 4- 4 drachtige pinken en 18 stuks overige jongvee. Derhalve kan in het eerste jaar van de exploitatie gere kend worden met 32 melkkoeien en 20 25 stuks jong vee. Opbrengsten bij 4500 kg melk 40 ct is het saldo (excl. rentekosten) 1315 per koe x 32 stuk» 330 af te leveren mestvarkens 20, Totaal te betalen aan rente en aflossing Diverse kosten Pacht 1.200,— Grond en waterschapslasten 750, Onderhoud gebouwen 1.250, Onderhoud machines brandstof 2.700, Algemene kosten „4.000, 42.080,— 6.600,— 48.680,— 24.000,— 24.680,— Totaal jaarlijkse vervanging werktuigen vast leggingen (ledenkapitaal) nodig voor gezinsuitgaven, levensonderhoud, ziekteverzekering, arbeidsongeschiktheids verzekering, inkomstenbelasting, AOW, AWW enz. Tekort 9.900,— 14.780,— 4.000,— 10.780,— 15.000,— f 4JÖ0r- huisvest wordt. Momenteel zijn er 25 melkkoeien met 25 stuks jongvee, 150 mestvarkens op financieringscontract, een werktuigeninventaris met trekker bijbehorende werktuigen, terwijl de bestaande schulden 85.000,— bedragen. Voor de ruwvoedervoorziening is gedacht aan pacht van 2 ha grond voor de teelt van snijmais. Investeringen, nodig voor deze aanpassing Bouw ligboxenstal voor 50 m.k. 1500 f 7.500, aanschaf melkleiding 10.000, aanschaf koeltank 15.000, uitbreiding werktuigeninventaris 5.000, meerdere bedrijfskapitaal 10.000, Totaal te financieren ƒ115.000, Bestaand vreemd vermogen 85.000, Totaal f 200.000,— In dit voorbeeld is de onderneming niet liquide, dat wil zeggen dat er niet op tijd kan worden betaald, wat meestal resulteert in het ontstaan van voerschulden. HOE WORDT DE SITUATIE ALS DE MELKVEE STAPEL DIRECT NA DE BOUW TOT 50 STUKS WORDEN UITGEBREID? yyANNEER er 18 koeien (vaarzen) waren aangekocht, waarvoor nodig was een bedrag van f 40.000, zou daardoor het vreemd vermogen gestegen zijn tot 240.000,Aan rente en aflossing zou dan 12 van 40.000,4.800,meer betaald moeten worden. Bij een gelijke produktie per koe zou het saldo stijgen met 18 x 1315,— 23.670,Bij een produktie van 3500 kg melk voor de aangekochte vaarzen zou het saldo stijgen met 18 x 915,— 16.470,—. Als gevolg van een geringe verschuiving van de melk vee-jongvee verhouding zou in dit voorbeeld het saldo per koe iets kunnen dalen, hetgeen echter niet noemens waard is. Dit betekent in dit laatste geval dat het tekort van f 4.220,zou omslaan in een overschot van 12.250waarbij geen betalingsmoeilijkheden meer aan wezig zijn. Bedenk wel dat wanneer de stal gebouwd en ingericht is de vaste kosten zijn toegenomen en dat deze meerdere kosten alleen goed gemaakt kunnen worden wanneer er opbrengsten tegenover staan. Het is bekend dat aankoop van melkvee (vaarzen) geen eenvoudige zaak is. Zeker niet wanneer er veel tegelijk moeten worden aangekocht. Uitbreiding door eigen aan fok kost echter ook geld en duurt meestal te lang. In het genoemde voorbeeld is er geen winst om de eigen aanfok mee te financieren; vandaar dat er dan voe derschulden ontstaan. Bij een ruimer opgezette financie ring, hetgeen altijd de voorkeur verdient, kan de stal snel volgekocht worden. Een volle stal geeft altijd betere resultaten dan een stal die slechts ten dele wordt benut. Vandaar ons advies: de stal moet vol. OMSCHAKELING VAN RUND- OP VARKENSVLEES Over vijf jaar zal in de vergrote E.E.G., bij het door trekken van de ontwikkeling zoals die in het verleden heeft plaatsgevonden, de produktie van varkens 20 mil joen stuks groter zijn dan thans. Daarbij is verondersteld dat ontwikkelingen, zoals die zich de laatste jaren voor deden, zoals zo nu en dan zeer ruime stijgingspercenta ges in België en Nederland, alsmede het nationale steun beleid in Frankrijk zich in de komende laren in gelijke mate zullen voordoen. Dat Is de conclusie van een nota inzake de vooruitzichten van de varkensproduktie en afzet in de E.E.G. op middellange termijn. Men heeft daarbij tevens aangenomen dat de in vergelijking tot de zes „oude" lidstaten zeer matige uitbreiding van de produktie in de drie nieuwe lidstaten zich voortzet. POSITIE VAN NEDERLAND Voor Nederland zou dit betekenen dat in 1977 onge veer 13^ 14Vi varkens geproduceerd zullen worden. Of dit het geval zal zijn is afhankelijk van onze concur rentiekracht. Voor een belangrijk deel zal bereidheid tot samenwer ken en bereidheid tot het gezamenlijk oplossen van knel punten in alle schakels van produktie en afzet uitmaken, of deze ontwikkeling zal plaatsvinden. Opgemerkt is dat de producent van 1977 in verband met de voortgaande concentratie van de produktie nog aanzienlijk meer var kens moet produceren dan thans, omdat vele bedrijven zullen verdwijnen. De sterkste produktietoeneming vond tot nu toe plaats In Bretagne en West Vlaanderen, alsj mede Noord-Brabant. Vastgesteld wordt dat het verschil in concurrentiekracht tussen deze gebieden zich moeilijk laat meten. TOENEMEND AANBOD EN GEBRUIK VARKENSVLEES Men rekent met een toeneming van het hoofdelijk ver bruik, terwijl door de toeneming van de bevolking ook de totale consumptie zal toenemen. Faktor van betekenis blijft de omschakeling van rund- op varkensvlees, gezien de omstandigheid dat rundvlees ten opzichte van var kensvlees steeds duurder wordt. Voor de E.E.G. van de „Zes" rekent men in de periode 1971 tot 1977 met een jaarlijkse toeneming van het aan tal varkens van gemiddeld 4,3 Dat betekent een toe neming van het aanbod van 68,87 miljoen in 1971 tot 86,5 miljoen in 1977. Voor de E.E.G. van de „Negen" rekent met een gemiddelde jaarlijkse toeneming van 3,5 of wel van 98,9 miljoen stuks in 1971 tot 119,5 mil joen in 1977.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 11