[de Lely Roterro een goede investering het Hele jour door LELY i MAASLAND „JUMBO" JUMBO" EEN NIEUWE UIENSELECTIE MET EEN HUID ALS VAN EEN OLIFANT De invloed van staltype op groei van vleesstieren JUMBO IS ZEER VROEG JUMBO IS ZEER DIK IN DE HUID poot- en zaaiklaarmaken stoppelen rijenbewerken loofklappen J Naam: Alleenverkoop4 via 'onze „Wijbo" dealer FA. H. DE LEEUW, Edisonstraat 13, Goes, tel. 01100-7860-5104 18 QE toenemende belangstelling voor de vleesproduktie met stieren roept de vraag op welke huisvesting voor stieren ten aanzien van groei, voederbenutting en rentabiliteit de meest gewenste is. Voor melkkoeien en pinken is gebleken, dat het eenvoudige, goedkope huis vesting goede resultaten te behalen zijn. Om te onder zoeken of een dergelijke huisvesting ook voor vleesstie ren mogelijk is, zijn op de proefboerderij De Vlierd ge durende drie stalperioden vergelijkende proeven genomen. De proeven worden beschreven in het dezer dagen ver schenen PR-rapport nr. 8. „De invloed van het staltype op de groei van vleesstieren" een verslag van een onder zoek op de proefboerderij De Vlierd in 19691972 door H. E. Harmsen en A. C. Smits. Het rapport is verkrijg baar door storting van ƒ4,op giro 2307421 van het Proefstation voor de Rundveehouderij te Wageningen onder vermelding: Rapport nr. 8. De proeven werden uitgevoerd met zwartbonte stieren die slachtrijp werden gemaakt op een leeftijd van 1516 maanden. De stieren werden vanaf een leeftijd van een week op de proefboerderij opgefokt. In het begin van de proefperioden waren de stieren ca. 9 maanden oud. Ze werden ingedeeld in drie groepen en gehuisvest in een grupstal, een roostervloerstal en een ligboxenstal. Alleen de ligboxenstal was niet geïsoleerd. Om die normale prak tijkomstandigheden te benaderen werden in de loop van de proefjaren kleine wijzigingen aangebracht in de groot te van de groepen stieren in de roostervloerstal en de ligboxenstal (aanpassing beschikbaar vloeroppervlak). Het rantsoen van de stieren was in de drie proefjaren als volgt: 1969/1970 4.25 kg hooi 4,3 kg krachtvoer per stier 1970/1971 3,2 kg hooi 6,0 kg krachtvoer per stier 1971/1972 23,6 kg snijmaissilage 2,3 kg krachtvoer per stier In elke stalperiode is een verschillende hoeveelheid ruwvoer (ruwe celstof) verstrekt om een indruk te krij gen van de invloedi die de relatie tussen ruwe celstof en warmte-afgifte bij de stieren in de beproefde staltypen zou hebben. De lengte van de proefperiode was in de drie achtereenvolgende jaren resp. 212, 187 en 146 dagen. De resultaten van het onderzoek kunnen als volgt wor den samengevat. In twee van de drie jaren zijn de stie ren in de roostervloerstal het beste gegroeid. Ook het voederverbruik per kg groei was in de jaren in de roos tervloerstal het gunstigst. Alleen in 1970/1972 kwam de grupstal duidelijk als beste naar voren. In alle drie jaren werden in de ligboxenstal de ongunstigste resultaten ver kregen. Door een hoge voeropname en een relatief ge ringe groei was het energie-verbruik van de stieren in deze stal het hoogst. Kwalitatief (prijs) werden de stieren uit de ligboxenstal minstens even hoog gewaardeerd als de andere stieren. Bij de beoordeling van de karkassen kregen de stieren uit de grup- en roostervloerstal een wat hogere waardering voor de bevleesdheid dan die uit de ligboxenstal. In de stalperiode 1971/1972 waren de stieren al na 146 dagen slachtrijp, verschillende stieren waren toen al wat boven de optimale vetbedekking. Waarschijnlijk kunnen stieren door het verstrekken van ad libitum snijmaiskuil sneller slachtrijp gemaakt worden dan met andere ruw- voedermiddelen. De variatie in groei, gewichten en slachtkwaliteit bin nen de groepen was belangrijk groter dan de variatie tussen de groepen in de verschillende staltypen. Daar door en door de wat kleine aantallen stierea per groep kwamen ook vrij grote standaardafwijkingen voor in de levendgewichten van de stieren. Tussen de geïsoleerde en ongeïsoleerde stallen waren de verschillen in temperatuur vrij groot. Een verband tussen temperatuur en groei werd echter niet aangetoond. De stieren waren in alle drie staltypen voldoende schoon te houden. Alleen in de ligboxenstal werd strooi sel gebruikt, waarvan de kosten op ca. 15,per stier gesteld kunnen worden. De bij het opstallen met Thiabendazole (wormafdrijf- middel) behandelde stieren groeiden iets beter (ca. 55 gram per dier per dag) dan de onbehandelde stieren. Zowel uit een oogpunt van arbeidsbehoefte als van bouwkosten verdient voor het houdien van vleesstieren een roostervloerstal de voorkeur boven een grupstal of een ligboxenstal. Een voordeel van de roostervloerstal is bovendien dat deze geschikt is voor dieren van ver schillende grootte, zodat de stal niet telkens bij de groei van de dieren aangepast behoeft te worden. leverbaar in werkbreedten van 1,50 m tot 4,50 m /wenst inlichtingen over de lely roterra i beroep loonw landb. andere ~~l I I I Straat Plaats f WEVERS KADE 10 - TELEFOON 01899-2644

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 18