Samenwerkings
vorm tussen loonwerker
en akkerbouwers
10
HOE HOEN (ANDEREN HET?
In noordelijk Noord-Holland is
een vorm Van samenwerking tot
ontwikkeling gekomen tussen een
loonwerker en een vrij groot aantal
boeren. Hierbij kan op rendabele
wijze gebruik worden gemaakt van
grotere oogst machines. De kosten
blijven in dit geval wat lager dan
indien deze werkzaamheden indi
vidueel uitbesteed zouden worden.
Het is ook voor de loonwerker een
aantrekkelijke methode. Hij komt
op deze wijze aan een grote capaci
teit per machine met weinig vast
personeel daar hij niet naar het
transport behoeft om te kijken. Een
deel van de te maken kosten kan
binnen de aangesloten bedrijven
blijven en wordt onderling verre
kend. Hierdoor vloeit minder geld
van deze bedrijven weg. Wel moet
ieder er individueel voor zorgen
dat de andere herfstwerkzaamhe-
den tijdig worden gerealiseerd.
De [heer H. B. Dijken van het
C.A.R. te Schagen geeft in Be
drijfsontwikkeling" van november
1972 nadere bijzonderheden over
deze samenwerkingsvorm, waaraan
wij het volgende ontlenen.
WAAROM SAMENWERKEN?
De landbouwbedrijven worden relatief steeds klei
ner. D.W.Z. dat bedrijven van een bepaalde grootte
ten gevolge van de algemene schaalvergroting in een
relatief lagere bedrijfsgrootteklasse zijn terecht ge
komen. De kosten vertonen een steeds stijgende lijn
en de totale geldopbrengsten kunnen deze lijn niet of
nauwelijks bijhouden.
Ten gevolge van de hoger wordende kosten zien
we Steeds meer éénmansbedrijven ontstaan. Hierdoor
worden wel de arbeidskosten verlaagd, maar bij een
vrijwel gelijk blijvend bouwplan, blijft de arbeidsbe-
hoefte ongeveer even groot. Een deel van deze arbeid
kan worden opgevangen door: gelegenheidsarbeid,
meer loonwerk, het op de een of andere wijze gaan
samenwerken en eventueel verdere automatisering
by de bewaring van produkten. Veelal heeft het ont
staan van een éénmansibedrijf ook consequenties voor
de inventaris. Indien deze op een tweemanssysteem
is gebaseerd, kan gemakkelijk een deel onrendabel of
minder rendabel worden. Werd reeds met een een-
manssysteem gewerkt, dan kan dit materiaal nu ook
nog gebruikt worden. De prestatie per man zal dan
wel verhoogd worden, maar de benodigde tijdsduur
per oppervlakte zal toenemen. Om een zo groot mo
gelijke produkttie per man te bereiken zien we steeds
grotere machines op de markt komen. De investerin
gen en de capaciteit van deze machines zijn echter zo
groot dat deze voor het individuele bedrijf vrijwel
niet rendabel te maken zijn. Daar komt nog bij dat
als het over oog&tmachines gaat, de afvoer zoveel ma
teriaal en mensen vraagt dat ze niet rond te krijgen
is. Wil men toch gebruik maken van deze ontwikke
ling dan is samenwerking op het terrein van werk
tuigen en arbeid één van de mogelijkheden om tot
een rendabele exploitatie te komen.
SAMENWERKING TUSSEN LOONWERKER
EN BOEREN
In Noord-Holland treffen we deze vorm van sa
menwerking aan in de Waard en Groetpolder en de
naaste omgeving. Deze samenwerking heeft alleen be
trekking op het gezamenlijk rooien van de suikerbie
ten. De grond die deze combinatie in gebruik heeft is
nogal verschillend, het slibgehalte loopt uiteen van
20 tot 60 de kalk toestand is matig tot vrij hoog
en het humusgehalte is vrij laag.
Twee boeren zorgen er voor dat de werkzaamheden
worden uitgevoerd. De een fungeert als voorzitter en
deze heeft ook het contact met de loonwerker, waar
en wanneer er gerooid zal moeten worden. Hij zorgt
er ook voor dat er voldoende transportmateriaal be
schikbaar is. De ander is secretaris/penningmeester.
De verschuldigde contributie van deze samenwerking
bedraagt 1 per ha te rooien bieten. De overeenkomst
geldt steeds voor een jaar; men kan dus van jaar tot
jaar lid worden of bedanken vóór het seizoen begint.
In de toekomst zal waarschijnlijk toch wel een wat
langer verband wenselijk zijn.
DE UITGANGSPUNTEN
Bij het opstellen van de plannen is men er van uit
gegaan dat per rooicombinatie niet meer dan 200 ha
per seizoen aangenomen mocht worden. Er moest im
mers rekening worden gehouden met een beperkt
aantal werkbare dagen op de aanwezige zware gron
den.
De loonwerker zorgt er voor dat de bieten op de
wagen geleverd worden. De boeren verzorgen het
transport naar de stortplaats, met hun eigen mensen
en materiaal. Om het transport van perceel tot per
ceel wat te beperken is besloten om percelen van 5
ha of kleiner in één keer te rooien. Grotere percelen
kunnen in meerdere keren gerooid worden, maar dan
wel in veelvouden van 5 ha. De rooicombinatie wordt
wat het leveren van de bieten aan de fabriek betreft,
als één leverancier beschouwd. Indien niet voldoende
bieten aangjetmeld worden in de vóór- en/of vroege
levering heeft de combinatie het recht van alle per
celen» de kopakkers en/of de buitenkanten hiervoor
te bestemmen.
DE UITVOERING
De loonwerker heeft een zesrijig systeem bieten
rooier, waarbij de bieten in drie aparte werkgangen
gekopt, gerooid en geladen worden. In de werkelijke
rooiuren kan ongeveer één ha suikerbieten per uur
worden gerooid. Dit houdt dus in dat er per minuut
ongeveer 1000 kg bieten vervoerd moet worden. Dit
transport kan alleen goed verlopen als er voldoende
kip- of zelflossende wagens en bemande trekkers be
schikbaar zijn. Voor de „burenhulp" tijdens dit
transport wordt een uurver'goeding berekend. De
trekkerchauffeur van de bietenlader houdt de gere
den uren per wagen en trekker bij. Gedurende de
twee jaar ervaring die men nu heeft, heeft dit trans
port nooit moeilijkheden gegeven. Er waren steeds
voldoende wagens en trekkers beschikbaar. Er wordt
ook voor gezorgd dat er 's avonds nooit gerooide bie
ten op het land blijven liggen. Omdat deze combinatie
Akkerbouwers zorgen zelf voor het transport
als één leverancier wordt beschouwd, kan in de be
ginperiode zoveel gerooid worden als er geleverd
moet worden. Hierdoor kan dus voorkomen worden
dat er bieten lang aan de hoop blijven liggen. Na
half oktober worden alle rooibare lagen echter wel
benut, om de bieten er toch uit te krijgen. Omdat de
gemiddelde temperatuur dan al vrij laag is, is de
kans op bewaarverliezen vry gering.
DE ONTWIKKKELING
NA TWEE JAAR ERVARING
Het verloop van de werkzaamheden heeft kennelijk
wel goed voldaan. De oppervlakte te rooien suiker
bieten volgens dit systeem is vrij sterk uitgebreid. In
het eerste jaar, 1970, werden op deze wijze 200 ha
bieten gerooid met één machine. In 1971 kwam dit op
270 ha. Voor de oogst van 1972 werd in januari reeds
400 ha aangemeld. Bij de uitgangspunten is als bepa
ling genoemd dat er per rooicombinatie niet meer dan
200 ha aangenomen zal worden. Toen dan ook in het
voorjaalr van 1971 reeds 270 ha werd aangemeld
moest naar hulp worden uitgekeken. Deze hulp bleek
beschikbaar te zijn. Een werktuigen vereniging zou
in de herfst ook gaan werken met een zesrijig Frans
systeem en deze organisatie bleek bereid om de meer
dere ha op dezelfde voorwaarden te rooien. Voor de
oogst van 1972 zal de loonwerker tot oprichting van
een tweede combinatie moeten overgaan, zodat het
werk dan weer geheel „in eigen hand gehouden kan
worden".
WAT ZIJN [DE KOSTEN GEWEEST?
Door het gezamenlijk aanbieden van een vrij groot
areaal suikerbieten kon de prijs wat gedrukt worden.
De binding met de loonwerker is maar voor een jaar.
Zijn goede werk heeft in het verleden wel bewezen
dat hij vast kan rekenen op een grote oppervlakte
Loonwerker voor het rooien
te rooien bieten. Een bijkomende factor is verder nog
dat de loonwerker het werk rond kan zetten met drie
man. Het transport wordt immers door de boeren on
derling geregeld. Op onwerkbare dagen heeft de loon
werker dan ook maar drie mensen thuis, waarvoor
dan wel rendabel werk is. In 1970 konden de bieten
op de wagen geleverd worden voor 275 per ha.
Door de stijgende kosten moest dat in 1971 verhoogd
worden tot 290 per ha. Bij deze prijzen moet dan
nog wel de uurvergoeding voor het transport worden
opgeteld. Deze zijn afhankelijk van de grootte van
de wagen gesteld op 20 tot 25 per uur. Deze kos
ten kunnen echter geheel of ten dele worden terug
verdiend bij de „buren". Een deel van de kosten voor
het rooien van de suikerbieten, namelijk het trans
port, blijft op deze manier binnen de samenwerken
de bedrijven.
DE ONTWIKKELING GAAT DOOR
In hetzelfde gebied, de Waard- en Groetpolder en
omgeving, is men ook de oogst van aardappelen gaan
combineren. Hiervoor is in eerste instantie contact
gezocht met dezelfde loonwerker doch deze moest in
verband met werkzaamheden elders van deze moge
lijkheid afzien. Toen is contact gezocht met een an
dere loonwerker. Deze heeft voor het oogstjaar 1972
ongeveer 60 ha aardappelen. Het ging hier om onge
veer 10 ha pootaardappelen en 50 ha consumptieaard
appelen. De loonwerker schafte hiervoor een nieuwe
tweerijige wagenrooier aan. Het transport werd ook
weer door de landbouwers zelf en in onderling over
leg geregeld. Om het lossen van de wagens vlot te
laten verlopen heeft de loonwerker ook nog een
stortvoorraadbak en een transportband aangekocht.
Het lossen zou anders de capaciteit van de rooima-
chine wel eens ongunstig kunnen beïnvloeden. Een
deel van de consumptieaardappelen zou direct op een
auto worden gelost omdat deze naar de verwerkende
industrie gingen. Een ander deel werd in de bestaan
de bewaarplaatsen in de bedrijfsgebouwen opgesla
gen. Aan de bereikbaarheid van deze bewaarplaatsen
moesten vrij hoge eisen worden gesteld.
Voor oogst 1972 rekende de loonwerker ƒ355 per
ha. Daarvoor leverde hij de aardappelen op de wagen
en stelde verder een stortbak en een transporteur
beschikbaar.
INGEZONDEN
BETER BEHOUD GROENE RUIMTE
Geachte redaktie.
Hoewel geen agrariër lees ik altijd met belangstel
ling het ZiLM-blad. Het artikel „Beter behoud groene
ruimte" had deze week mijn bijzondere interesse. Bij
de vele problemen, die dit met zich mee brengt, spe
len de financiën, zoals gewoonlijk, een grote rol. On
willekeurig dacht ik toen weer aan de grote opper
vlakten grond die thans nog in het bezit zijn van de
Staat, met name in de Zuiderzeepolders.
Waarom verkoopt men deze gronden niet aan de
gebruikers en grondeigenaren, om dit kapitaal te ste
ken in voor ons allen waardevolle landschappen? Er
is best liefhebberij voor; de grond is gemiddeld meer
waard dan die in wat achtergebleven gebieden en
men vangt twee vliegen in één klap! 't Is niet zo een
voudig als het hier staat, maar de voordelen winnen
het m.i. van de bezwaren. Is het wel eens overwogen?
Hoogachtend,
J. ROOSE,
Middelburgsestr. 19,
Koudekerke.