Aandacht voor onderdelen VEE EN VLEES DE MELKERS PUT (IIET aantal bedrijven met ligboxen- loopstallen neemt sterk toe. Bij deze vorm van veestalling gebeurt het melken in een doorloopmelkstal. Sterk overwegend is deze van het zogenaamde visgraat model. Dit type melkstal, waarbij aan weerszijden van de melker een aantal koeien in een hoek van ongeveer 30° zijn opgesteld, is afkomstig uit Nieuw- Zeeland. Het is in 1951 in dat land door de melkvee houder Gordinton voor het eerst toegepast. Er is thans een neiging om de hoek iets te vernauwen waardoor een iets meer verlengde opstelling ontstaat. Het overzicht en bereikbaarheid van de uier is hier bij nog iets gunstiger. IDe afmeting en de inrichting van de melkstal eist veel aandacht. Immers op een melkveebedrijf vraagt het melken ongeveer 30 van alle werkzaamheden. Daarom moet de melkruimte voor de melker gunstig zijn. Een geïsoleerde vloer is geen luxe. Voor een ge makkelijke houding bij het uitvoeren van de han delingen is een putdiepte van minstens 90 cm aan te bevelen. Deze diepte is evenwel afhankelijk van de lengte van de melker. Een bovenbreedte van 1.50 m. is een minimum maat. Beter is het om 2 m. aan te houden. Doordat er aan weerszijden een oversteek van 20 cm nodig is, maakt dit dan een vloerbreedte van 2,40 meter. De putrand is recht, terwijl de keerbuis voor de koeien bij voorkeur gekarteld is met een hoek van ongeVeer 25°. Het aanbrengen van twee keerbui- Zen is doelmatig. Het is veiliger voor de melker. De onderste keerbuis is bij voorkeur op hoogte verstel baar. Als regel is deze geplaatst op sohouderhoogte Van de melker. Dit is omstreeks 60 cm boven de Vloer van de koestand. De bovenste keerbuis wordt dan ongeveer 50 cm hoger bevestigd. Deze is dan ongeveer 2 m. boven de vloer van de melkersput en 1.10 m. boven de vloer van de koestand. Bij een ge kartelde keerbuis staan de koeien wat meer ge vormd en enigszins gesloten opgesteld. Dit in verge lijking met een rechte buis. Een vlotte waterafvoer is belangrijk. Naast vol doende afschot, dat is 2 cm per meter, moet het af voerput je en -kanaal ruim zijn. Het komt teveel voor dat dit putje te gemakkelijk verstopt raakt. Het schoonspuiten van de doorloopmelkstal gebeurt na elke melktijd. Hiermee is enige tijd gemoeid. Een vlotte reiniging wordt verkregen door vóór het mel ken de vloeren van de melkersput, de koestanden en de wanden even nat te spuiten. Het reinigen van de melkstal, na het melken, is dan vollediger en gaat sneller. Door op elk eind van de put een trapje te plaatsen kan men er gemakkelijk in- en uitkomen. Een vast gezet trapje is nodig om uitglijden ervan te voorko men. Voor afsluiten van de puteinden zijn verticale buizen doelmatig. Bij een afstand van ongeveer 45 Cm kan de melker er gemakkelijk door, terwijl dit voor de koeien uitgesloten is. MACHINE VAN HET APPARATEN- T.O.Z. VAN HET MELKLEIDINGTYPE Op de grotere melkveebedrijven wordt de machine van het melkleidingtype al veelvuldig gebruikt en op bedrijven met ligboxen-loopstallen is dat reeds een vanzelfsprekende zaak. Ten opzichte van het ap- paratentype geeft de melkleiding immers naast tijds besparing vooral arbeidsverlichting. De looplijnen zijn korter en het meiktransport door de melker ver valt. Vooral door dit laatste wordt de melkarbeid lich ter en aangenamer. Het is zonder meer niet aan te geven Vanaf welk aantal koeien bij het op de rij melken, gerekend naar deze faktoren, financieel aan trekkelijk wordt. De bedrijfsstruktuur, beschikbare tijd, stalindeling, lichamelijke gesteldheid van de melker e.a. spelen hierbij een rol. Voor afsluiting van de puteinden zijn vertikaal geplaatste buizen doelmatig. Voor het aangeven van de mate van arbeidsbe sparing en arbeidsverlichting bij het melken op de rij verzamelden we de volgende gegevens. Uitgaande van een bedrijf van 20 a 30 melkkoeien geeft de ma chine van het melkleidingtype bij gebruik van een gelijk aantal melkstellen ten opzichte van apparaten een tijdsbesparing van ongeveer 15 Bovendien is er meer man-wachttijd zodat een melkstel meer ge bruikt kan worden. Het aantal te melken koeien per manuur neemt dan nog toe. De arbeidsverlichting is een belangrijk aspekt. Bij gebruik van apparaten is lopen met lege en gevulde melkmachine-emmers nodig Bij een melkleiding moet men het melkstel alleen naar de volgende koe overbrengen. By het laatste is dus ook de loopafstand belangrijk korter. In het rapport „Tankmelkprojekt Oostelijk Flevoland" van 1969 kwam men tot de vol gende gegevens: Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddeld melkmaal van 8 kg per koe en een afstand van de koe naar de bussen van gemiddeld 5 m. Deze afstand moet per koe worden gelopen met een ge wicht Van 10 kg heen en gemiddeld 18 kg (10 8) terug. Bij een prestatie van 25 te melken koeien per keer moet de melker verwerken: vol: 25 keer, 18 kg, 5 meter 2250 kg x meters leeg: 25 keer, 10 kg, 5 meter 1250 kg x meters Bij gebruik van een melkleiding is er alleen het overbrengen van het melkstel naar een volgende koe. Het gewicht van een melkstel bedraagt ongeveer 4 kg. De gemiddelde afstand per keer is ongeveer IVz m. 'Voor het melken van 25 koeien wordt dit dan: 25 keer, 4 kg, 2% meter 250 kg x meters. De mate van arbeidsverlichting, gerekend naar het op de rij melken, komt hier duidelijk tot uiting. In doorloopmelkstallen is de arbeidsverlichting nog groter daar de melker in staande houding de beno digde handelingen kan uitvoeren en de afstand van koe tot koe nog korter is. Bij een uitrusting van een melkstel per stand is er ook geen loopafstand met de melkstellen. De technische apparatuur moet worden aangepast by de grootte van de melkveestapel. MELKEN OP DE WLNTERSTAL MET BEHULP VAN WEIDETANKJE Op bedrijven die uitgerust zijn met een melkkoel- t'ank en vanwege de ligging van de percelen 's-zo- mers in de wei moeten melken is het gebruik van een hulp- of weidetankje nodig. De benodigde in houd is afhankelijk van het hoogste totale melk maal waarbij enige vacuumreserve gewenst is. Als regel zijn deze tankjes vacuümvast, zodat degene die gebruik maken van een doarloopmelkwagen of een eenvoudige doorloopmelkstal door het gebruik van langere melkslangen rechtsstreeks in dit tankje kunnen melken. In het melklokaal is dan een elek trisch aangedreven melkpomp aanwezig die dient voor het overpompen van de melk in de diepkoeltank en ook gebruikt kan warden bij de reiniging van het weidetankje. Op deze bedrijven is een machine van het melklei dingtype niet spoedig rendabel te maken. Immers deze installatie kan dan amper een half jaar worden benut. Het weidetankje, dat als regel op een onder stel is gemonteerd, kan ook gedurende de stalperiode •wbrden gebruikt. Door dit op de voergang of op de mestgang te plaatsen kunnen respektievelijk telkens 8 of 4 koeien worden gemolken zonder te verrijden. De vacuümslang wordt aangesloten op de aanwezige vaeuümleiding in de stal. Hoewel het minder tijdsbesparing geeft dan het ge bruik van een melkleiding geeft het door het verval len van het apparaten dragen met of zonder melk toch een belangrijke arbeidsverlichting. De heer J. de Visser te West-Souburg heeft dit systeem, waarbij het tankje op de voergang 'is opgesteld, gedurende 2 winters tot volle tevredenheid toegepast. De heer J. Maas te Middelburg past het toe met opstelling van het tankje achter de koeien. Binnenkort zal de heer D. M, Gil/jam te Poortvliet op de winterstal ook op deze manier beginnen te melken. Voor degenen die het gehele jaar op een vaste plaats kunnen melken is de aanschaf van een melkleiding te prefereren. Wat de één past, past soms een ander niet. DALING SLACHTVEEPRUZEN De gemiddelde marktprijs voor slachtrunderen is in de week tot 24 november gedaald terwijl de ge middelde E.,E.G.-prijs op gelijk niveau werd vastge steld wegens te gering verschil met voorgaande week. Alleen in Nederland en 'Italië was de markt prijs lager ,in de andere landen deden zich geringere stijgingen voor. De gemiddelde offerteprijs van de derde landen liep duidelijk op. Het prijsverschil met Italië blijft voor Nederland nog steeds rond de 100 per 100 kg levend gewicht. De verschillen met de an dere lidstaten lopen uiteen van ca 26 tot 55 per 100 kg levend. In de week tot 17 nov. werd 380 ton rundvlees uitgevoerd, .benevens 169 levende slacht dieren. Er 'kwamen 826 levende slachtdieren binnen, waarvan 586 uit Engeland en 174 uit Hongarije, ter wijl 437 ton vers/gekoeld vlees1 binnenkwam, waar- Van 224 ton uit Ierland. Aan bevroren vlees kwam 505 ton binnen. Overzicht prijsverloop in de KEG. in per 100 kg levend: E.E.G. gemiddelde ƒ335,02 (onver.); importprijs derde landen 284,21 (279,27); Nederland ƒ281,46 (284,90); België 307,77 (307,66); Luxemburg ƒ333,66 (333,75); Duitsland ƒ321,47 (321,29); Frankrijk ƒ336,40 (335,31); Italië ƒ381,48 (383,76). KALVERPRUZEN OMHOOG Zowel de gemiddelde marktprijs in Nederland als de gemiddelde E.E.G.-marktprijs voor kalveren was hoger dan voorgaande week. Ook hier een uiteenlo pende prijsontwikkeling .waarbij alleen in Italië en Frankrijk de gemiddelde marktprijs lager uitkwam. De uitvoer van kalfsvlees bedroeg in de week tot 17 november 2013 ton, waarvan 908 ton naar Italië ging, 822 ton naar 'Duitsland en 159 ton naar Frank rijk. Aan levende slachtkalveren gingen 189 stuks de grens over alsmede 523 mestkalveren, in hoofd zaak naar Italië. Er kwamen 1308 levende nuchtere kalveren binnen, waarvan 847 uit Duitsland, 175 uit Engeland en 286 uit Canada. Overzicht prijsverloop: E.E.G.-gemiddelde ƒ493,82 492,44); derde landen- pry's ƒ428,38 (417,29); Nederland 487,80 473,52); België ƒ470,02 452,93); Luxemburg ƒ482,84 469,15); Duitsland ƒ507,89 495,66); Frankrijk ƒ471,15 (478,91) en Italië ƒ533,66 538,41). VARKENSMARKT De coöperaties en inkoopcombinaties van de ver werkende industrie hébben de uitbetalingsprijzen voor de in de week tot 2 december over te nemen varkens met 10 cent verhoogd. Voor de NCB-coöpera- tie (Boxtel), de VAKO (Oss) en de HOVA (Cuyk) is de uitgangsprijs 3,30 per kg voor geslachte varkens van 75/90 kg ld. I op basis van af-mesterij. Voor var kens van de kl. EL geldt een toeslag van 5 cent per kg, terwijl voor varkens van de kl. H, HI en IV de gebruikelijke kortingen van resp. 15, 25 en 30 cent per kg worden toegepast. Voor varkens van 91/100 kg geldt bovendien een korting van 2 cent per kg voor het gewicht 'boven de 90 kg. De prijzen van de Coveco liggen 4 cent hoger, doch men houdt daar \Vz in voor dekking van kosten. In de week tot 19 november werden ca 199.000 var kens geslacht, dat is ca 6000 minder dan in de voor gaande week. In de week tot 17 november werden 24.634 levende en 46.751 geslachte varkens naar de partnerlanden afgeleverd. Daarvan gingen resp. 15.044 en 22.094 naar Duitsland; 7116 en 12.406 naar Italië; 1937 en 12.246 naar Frankrijk en 537 en 5 stuks naar België. Aan magere delen gingen 1643 ton naar de partnerlanden en 629 ton buikspek. De prijzen van de deelstukken waren aan het be gin van de week reeds verhoogd in prijs en de gehele week tot 24 november geven een uitvoer aan van 60.850 stuks, waarvan 20.400 stuks levend, wat een niet-onbelangrij'ke daling betekent ten opzichte van voorgaande week. Ook de uitvoer van deelstukken liep nogal wat terug. De gemiddelde E.EG.-referen- tieprijs was in de week vanaf 6 november 3,36 (3,37). In de lidstaten waren de referentieprijzen die week de volgende: Nederland 2,97 (3,01); België ƒ3,14 (3,12); Luxemburg ƒ3,48 (3,52); Duitsland ƒ3,30 (3,33); Frankryk ƒ3,30 (3,27); Italië 3,98 (onver.).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 15