Welke gewassen
passen op
zand-bouwland
Nieuws in het kort
KORTE WENKEN
9
C.R.A. Eindhoven
Ir J. VAN LEEUWEN en
Chr. VAN NOSTRUM
Om de steeds toenemende proble
men met legering: van grraan te voor
komen en die opbrengst van het
bouwland te verhogen, zal graan
vervangen moeten worden door in
tensieve gewassen zoals suikerbie
ten, aardappelen en groenteteelten.
Ook mais, conservengewassen en
tarwe komen op bepaalde bedrijven
in aanmerking. Met een beter aan
gepaste gewassenkeuze wordt het
bouwland rendabeler en het mest
probleem kleiner. Hierover bijzon
derheden in dit artikel.
zien naar andere gewassen dan de traditionele rogge
en gerst. In de plaats daarvan komen suikerbieten,
consumptieaardappelen, groenteteelten, tarwe en
mais in aanmerking.
SUIKERBIETEN
In 1972 werd op de Noord-Brabantse zandgrond
slechts 11 van het bouwland gebruikt voor suiker
bieten. Uit het oogpunt van vruchtwisseling zou dit
zonder bezwaar 25 tot 30% kunnen zijn. Ook is
het gevaar van overproduktie niet groot, daar de
vraag naar suiker op de wereldmarkt sneller stijgt
dan de produktie. Er zijn dus nog ruime mogelijk
heden voor uitbreiding. Suikerbieten passen goed op
zwaar bemest land, mits de kalktoestand op peil is.
Het gewas is minder droogtegevoelig dan men vaak
denkt en levert een saldo dat'2 tot 2,5 maal zo hoog
is als dat van granen. Door toepassing van moderne
teelttechnieken is het handwerk in de bieten sterk
teruggedrongen. Op sommige bedrijven slaagt men
er zelf in de bieten volledig zonder handwerk te te
len. Voor gemengde bedrijven vormen de koppen en
het blad een waardevol ruwvoer. In zetmeelwaarde-
opbrengst komen 3 a 4 ha ingekuilde bietenkoppen
en blad overeen met 1 ha snij mais.
Oe oppervlakte bouwland op zandgrond In Noord-
Brabant bedraagt ongeveer 50.000 ha. Het grootste
deel daarvan ligt op gemengde bedrijven, terwijl
maar een klein deel wordt gebruikt door zuivere ak
kerbouwbedrijven.
Het bouwplan is meestal extensief, alhoewel er een
duidelijke tendens is tot intensivering. Zo werd in
1970 nog ruim 70% van het bouwland gebruikt voor
graanteelt en in 1972 was dit teruggelopen tot 56%.
Deze verschuiving werd veroorzaakt door de toege
nomen teeltmogelijkheden van intensieve gewassen
en de problemen van de graanteelt.
Op de gemengde bedrijven is vaak een grote hoe
veelheid organische mest beschikbaar, zodat men
zwaar gaat bemesten. De grond wordt daardoor zo
rijk aan stikstof dat de granen gaan legeren. Dit be
tekent een lagere opbrengst, een slechtere kwaliteit
en hogere oogst- en droogkosten. Van de toch al ma
tige rentabiliteit van de graanteelt blijft zo niet veel
meer over.
Naar verwachting zal de hoeveelheid organische
mest nog verder stijgen door uitbreiding van de vee
stapel. Door het gebruik van deze mest wordt de
structuur van de grond beter en stijgt de vruchtbaar
heid. Om daarvan te profiteren zullen we uit moeten
i
Wjr#r' 3
'3i: ':~:M
SfmttF
Met veel organische mest kan ook op hogere grond het
graan worden vervangen door suikerbieten en andere
meer opbrengstgevende gewassen, r
CONSUMPTIEAARDAPPELEN
De oppervlakte aardappelen is de laatste twee jaar
aanzienlijk teruggelopen, vooral als gevolg van de
vervanging van voeraardappelen door snij mais. De
toenemende vraag naar consumptie-aardappelen voor
de verwerkende industrie biedt echter wel enig per
spectief, zeker voor bedrijven die een behoorlijke op
pervlakte kunnen telen. Toch blijft het van belang
tijdig de afzet te regelen.
Grote hoeveelheden organische mest verminderen
de kwaliteit van consumptie-aardappelen, zodat men
daarmee voorzichtig moet zijn. Het saldo is ongeveer
gelijk aan dat van suikerbieten. By de huidige ge
mechaniseerde teelt en bij aflevering van de aardap
pelen direct na het rooien vragen ze nauwelijks meer
werk dan granen. Consumptie-aardappelen passen
vooral op bedrijven die zich wat meer specialiseren
op akkerbouw.
CONSERVENGEWASSEN EN
GROENTETEELTEN
In het algemeen passen deze gewassen goed op
zwaar bemest land, vaak is dat zelfs een voorwaarde.
Het saldo kan uiteenlopen van nog lager dan een
graansaldo tot een veelvoud daarvan. De afzetmo
gelijkheden zijn beperkt, zodat men altijd moet zor
gen voor een goed contract. Op bedrijven waar nog
wat arbeid beschikbaar is, kan het telen van groen
tegewassen een welkome aanvulling op het inkomen
betekenen.
MAIS
De uitbreiding van de oppervlakte snijmais op de
Noord-Brabantse zandgronden tot 10.000 ha in 1972
toont aan dat het voor veel bedrijven een aantrekke
lijk gewas is. Dit geldt vooral bij verwerking op het
eigen bedrijf maar ook voor de teelt voor bedrijven
in de omgeving. Daarnaast liggen er waarschijnlijk
perspectieven voor verwerking van snijmais in de
mestveesector, mits deze tak past op het bedrijf. Het
saldo van snijmais is iets hoger dan dat van granen,
een goed gewas korrelmais levert ongeveer evenveel
op als een goed graangewas.
Mais kan veel organische mest verdragen, zonder
dat er zich problemen voordoen met legering of met
doorwas van onkruid. De teelt vraagt bijzonder wei
nig eigen arbeid omdat de meeste werkzaamheden
door de loonwerker worden verricht. Het is een be-
drijfszeker gewas als men tijdig de juiste maatrege
len neemt wat betreft grondbewerking, bemesting,
onkruidbestrijding enz. Kweek dient al in het voor
afgaande najaar te worden bestreden.
Vooral voor bedrijven met een overmaat aan orga
nische mest komt mais in aanmerking ter vervanging
van granen, temeer omdat dit gewas weinig eisen
stelt aan de vruchtwisseling, en bouwplan van Vz
suikerbieten en mais is voor deze bedrijven ver
antwoord.
TARWE
Tarwe wordt er op zandgrond nog weinig geteeld.
Toch zijn op de betere zandgronden ook met tarwe
redelijke resultaten te bereiken. Vooral omdat in tar
we legering kan worden voorkomen. Een goed gewas
tarwe levert een hogere kg-opbrengst dan rogge en
de prijs van tarwe is 4 tot 5 gulden per 100 kg hoger.
Behalve door een aangepaste stikstofbemesting is
legering in tarwe te voorkomen door een bespuiting
met COC. Voor de onkruidbestrijding in tarwe (bijv.
van windhalm) zijn betere middelen beschikbaar dan
voor andere gewassen. In verband met de wat hoge
re opbrengst verdient wintertarwe de voorkeur.
C.A.R. - Zevenbergen
NA BEGIN NOVEMBER IS ER op de meeste sui-
kerbietenrpercelen geen toename van de hoeveelheid
suiker. Het verdient aanbeveling voor half november
alle bieten te rooien. Bij rooien na half november
neemt de kans op vorstschade van de bieten en struk-
tuurbederf van de grond sterk toe. Alleen lichte za
vel, die goed ontwaterd is, kan het bieten rooien na
half november nog redelijk verdragen.
BIJ BEWARING VAN DE SUIKERBIETEN aan een
hoop kunnen grote verliezen optreden als gevolg van
broei en bevriezing. Broei is te voorkomen door de
bietenhoop niet hoger te maken dan 2 m en grond en
blad zoveel mogelijk uit de hoop te weren. U kunt
de bieten tegen vorst beschermen door ze af te dek
ken met plastikfolie van 0,15 mm dikte. Om broei te
voorkomen moet dit er bij open weer direkt worden
afgehaald. 14\
HET ONDERPLOEGEN VAN VLINDERBLOEMIGE
groenbermesters behoeft niet meer uitgesteld te wor
den. Ze groeien toch niet meer. Gras en bladram
menas kunnen bij open weer nog lang groeien. Lang
mag U het onderploegen van deze groenbemesters
echter niet uitstellen; zeker niet op zware klei. Uit
gezonderd is lichte zavel, die pas half december be
hoeft te worden geploegd. Voor een goede werking
van de groenbemester moet U deze voldoende droog
en hooguit 20 cm diep onderploegen.
DE BOER OP EEN ééNMANSBEDRIJF is behalve
bedrijfsleider, ook nog uitvoerder van het werk. Wie
alleen met zijn handen werkt, zonder daarbij zijn
hoofd te gebruiken, komt er niet. Uit bedrijf sekono-
mische boekhoudingen is gebleken, dat denken en
doen tesamen een veel beter resultaat geven, dan al
leen maar hard sjouwen. Het maken van alternatieve
bedrijfsplannen en een juiste keuze hieruit, is voor
elke boer zeer nuttig. Uw bedrijfsvoorlichter is gaar
ne bereid U daarbij te helpen.
DUIVEN IN KOOLZAAD kunnen veel schade doen.
Laat U ze hun gang gaan, dan wordt de groep elke
dag groter en van het koolzaad blijft niets over. De
beste bestrijding van houtduiven is ze te laten af
schieten door een bevoegd jager.
DEZE NAZOMER IS VEEL grasland ingezaaid
Kontroleer deze percelen regelmatig op muur. Dit
onkruid groeit de gehele zomer door en legt zich al&
een deken over het gras, niet ter verwarming maar
ter verstikking. Spuit daarom nu de muur nog klein
is met 2-4-5 T.P. Dit middel geeft bij kouder weer
het beste resultaat.
STRAKS GAAN DE KOEIEN op stal en ligt het
grasland verlaten en ook aan zijn lot overgelaten? In
het voorjaar wilt U weer graag vroeg gras hebben.
Dit kan alleen als het grasland kort de winter ingaat
en het overtollige water door greppels of drains goed
kan afvloeien.
BIJ GEBRUIK VAN DE KOETRAINER in de Hol
landse stal kan aanzienlijk op stro bespaard worden.
De koeien behoeven minder strak vastgezet te wor
den, er valt minder mest op de stand waardoor de
koeien schoner blijven. Door grotere bewegingsvrij
heid ook minder kans op speenbetrappen.
BEPERKING FRANSE AARDAPPELUITVOER
De mogelijkheid van een beperking van de uitvoer
van consumptie-aardappelen uit Frankrijk wordt naar
Ernahrungsdienst onlangs meldde in vakkringen en
op het ministerie van landbouw onderzocht. De Fran
se aardappeloogst blijft met ca. 6,5 miljoen ton ver
beneden het peil van vorig jaar (7,6 miljoen ton). Te
gelijkertijd is de vraag in het buitenland sterk ge
stegen, terwijl de binnenlandse vraag op een normaal
niveau gehandhaafd blijft. De buitenlandse vraag
drijft ook de binnenlandse prijzen op, een prijsstop
schijnt men echter niet ernstig in overweging te ne
men. In plaats daarvan denkt men aan een sterke be
perking van de uitvoer naar derde landen en een
lichte vermindering van de uitvoer naar de E.E.G.-
partners. In 1971 bedroeg de uitvoer ongeveer 290.000
ton waarvan 240.000 ton naar de huidige Lid-Staten,
waarvan West-Duitsland en Italië ieder 95.000 ton
voor hun rekening namen. Men houdt er rekening
mede dat in het lopende oogstjaar ook Oosteuropese
landen aardappelen zullen kopen.
WEST-DUITSE OVERHEIDSBIJDRAGEN VOOR
PRODUKTIE- EN KWALITEITSCONTROLE
VEETEELT EN PLUIMVEEHOUDERIJ
Voor 1972 heeft de Bondsregering aan de deelsta
ten in totaal een bedrag van DM 2,8 min. ter beschik
king gesteld ter financiering van de controlediensten
voor alle soorten vleesvee, mestkuikens en eieren.
Hierdoor zal de produktie van de „Kontroll-ringe"
door middel van de controle op produktie en kwali
teit, alsmede door voorlichting worden verbeterd.
Voorts werd een 'bedrag van 723.000 DM uitgetrokken
voor de oprichting en uitbreiding van proefbedrijven
voor rundvee, varkens en schapen. (Landbouwwe-
reldnieuwS.)
FRANKRIJKS POOTAARDAPPELENVOORZIENING
(In de Franse vakpers zijn berichten verschenen be
treffende de binnenlandse produktie van pootaardap-
pelen en de verwachte behoefte voor volgend jaar.
Deze analyses vormen de basis voor het vaststellen
van de importcontingenten, die omstreeks de tweede
helft van oktober bekend worden gemaakt. Het ziet
er naar uit, dat een zekere schaarste zal ontstaan
doordat de produktie ca. 20 lager en de vraag gro
ter is dan vorig jaar.
Ook in verschillende Middellandse Zee-landen zou
een grotere vraag bestaan, met name in Algerije (dat
vorig jaar 30.000 ton Franse aardappelen importeer
de) zou een toename worden verwacht van 15
Van de totale Franse pootaardappelproduktie van
de verschillende rassen ad ca. 150.000 ton wordt ge
raamd dat van het ras Bintje 90.000 ton voor plom
bering beschikbaar zal komen.