11 en verzamelden. Dit waren de getrokken rooierladers van „Matrot" en „Franquet", met een ontbla- deraar voorop de trekker. Daarnaast waren er de drie- rijigc zelfrijdende „Herriau" en de zesrijige „Moreau" die in één werkgang kopten, rooiden en verzamelden. Wan neer men alles in één werkgang wil uitvoeren, moet men vooral rekening houden met het benodigde vermogen. Een vermogen van 100 p.k. lijkt zeker op zijn plaats terwijl vierwielaandrijving noodzakelijk is. Bij de getrok ken rooier-lader kan uiteraard het ontbladeren worden ontkoppeld, waardoor er twee werkgangen ontstaan. Ge zien die hoge eisen die bij het in één werkgang koppen, rooien en laden worden gesteld aan de trekker en de ma chinist, zien we vooralsnog meer in een systeem met twee werkgangen. Het meest voorkomende systeem op de demonstratie was het combineren van een ontblade- raar voorop de trekker en een rooier voor langszwad in de hefinrichting. Het opladen van de bieten geschiedt dan in een aparte werkgang. Dit systeem werd in acht gevallen gedemonstreerd! terwijl er twee systemen waren met een kopper in plaats van een ontbladeraar voorop de trekker. IX' merken „Herriau" en „Moreau" hadden een zelfrijdende rooier voor het rooien op langszwad met voorop een opgebouwde ontbladeraar. Alle getoonde systemen hebben op de demonstratie goed werk kunnen leveren. Onderlinge verschillen waren echter duidelijk te constateren. Welk rooisysteem voor de toekomst het meeste perspectief biedt is moeilijk te voorspellen. Wan neer echter rechtstreeks verzamelen in een verzamelbak of wagen mogelijk blijkt met weinig grond- en bladresten dan lijkt een rooimachine uitgerust met dit systeem veel perspectief te bieden. TREKKERS gIJ zesrijige rooi machines is in de meeste gevallen een zware trekker nodig. De ontbladeraars vergen veel aftakas-pk's. De rooier vergt minder pk's maar de hefinrichting moet in dit geval voldoende hefvermogen hebben. Als ontbladeren en rooien wordt gecombineerd, moet die trekker, waarop deze combinatie wordt ge bouwd, behalve motorvermogen en hefvermogen ook nog eens de ontbladeraar op de vooras dragen. Vierwielaan drijving wordt dan een vereiste om de combinatie be stuurbaar te houden. Op de demonstratie waren de trekkers op één uitzon dering na allemaal uitgerust met vierwielaandrijving, voor zover er een ontbladeraar-rooier-combinatie omheen was gebouwd. De zwaarste trekker, die voor dit doel wercli gebruikt, was een „Schlüter" trekker van 120 pk, de lichtste een „International" 824 met vierwielaan drijving. De trekker met achterwielaandrijving was de uitgerust met zware meertraps cylinders. De benodigde hoeveelheid olie is zo groot, dat de meeste wagens een eigen hydraulisch systeem hadden. Op die manier voor komt men, dat de trekker te weinig olie kan leveren om te kippen. Op deze wijze voorkomt men ook het vermen gen van olie. De meerprijs van een hydraulisch systeem op de wagen, dat bestaat uit een tank, pomp en stuur ventiel, is minstens 1.000,t.o.v. een kipperaansluiting op de trekker. Op de grote bedrijven in Noord-Frankrijk zal er voor een aantal van deze wagens ongetwijfeld emplooi zijn. Op transportkosten kan worden bezuinigd, doordat het aantal vrachten per ha zeer wordt beperkt. Stelt U zich voor, 50 ton bieten bruto één ha gaat bijna in drie vrachten van 16 ton. De bedrijfsgrootte zal in ons land de beperkende factor zijn voor het gebruik van deze bui tengewoon grote wagens. Het beschikbare trekkerver mogen zal in de meeste gevallen ook te gering zijn. Om wagens van meer dan 10 ton laadvermogen rendabel te kunnen exploiteren, zal er voldoende emplooi moeten zijn om de wagenkosten per uur binnen de perken te houden. BANDEN Wat betreft dé banden zij vermeld, dat bij de niet zelf rijdende machines vrijwel alle trekkers met rooier waren uitgerust met achterwielen, uitgevoerd als dubbele mon tering op rijenafstand. De constructie was meestal zoda nig, dat met enkele snelsluitingen de buitenste wielen konden worden gedemonteerd. Als maat werd meestal gebruikt 8.3 x 44 8 ply. Deze band wordt ook in ons land voor dit doel gebruikt. De buitenomtrek van deze maat komt ongeveer overeen met die van een 12 x 36 band. Het draagvermogen per band is 1440 kg bij 2,6 ato druk. Door de geringe breedte van de band wordt de bietenrij volledig gespaard, doch onder slechte omstandigheden kan wielslip optreden. Nieuw was de maat 9.5 x 48, even eens 8 ply. Deze band is breder dan de eerste en de bui tenomtrek komt overeen met die van een 14 x 38 band. De maat past dus goed voor trekkers in de klasse van 80 aftakas-pk's. Het draagvermogen van deze band is maximaal 2200 kg per band. Vooral bij de grote wagens moeten de banden voor hun taak berekend zijn. Meestal werd om het draagver mogen op te voeren een tandemstel gemonteerd. Opval lend hierbij is, dat onder de Franse wagens meestal door lopende assen worden gebruikt. De assen zijn vrijwel steeds op veren gemonteerd. Bovendien is bij een zeer groot aantal wagens de trekboom geveerd. Hoewel de oplegdruk niet overal even laag is, geven deze construc ties de wagen op de weg een opmerkelijk rustige gang. Er was een grote variatie in de gebruikte bander.. De meeste wagens stonden op gecoverde vliegtuigbanden. wielen en de motor heeft drie cylinders. Bij dit systeem vond de afvoer van de bieten plaats met een Intrac 2005 met een grote kipwagen, die via een zwanehals aange koppeld was boven het hart van de achteras, zodat een zeer wendbare combinatie werd" verkregen. De „Deutz" Intrac 2002 is binnenkort ook leverbaar in Nederland. Het is duidelijk gebleken, dat de huidige trekkers een grote trekkracht kunnen leveren, die evenwel aan gren zen gebonden is. Op de demonstratie was de grond zo droog, dat zelfs de grootste wagen geen zichtbaar spoor achterliet. Toch hadden 100 pk-trekkers met vierwielaan drijving en dubbele sets neusgewichten moeite om met een geladen wagen een lichte helling te nemen. Om te Door middel van snelsluitingen kan het buitenste stel banden gemakkelijk aan- en afgekoppeld worden. Een voor Nederland nieuw merk: „La Forge" ontbladeren en zwadrooien in één Gigantische transportcombinatie! „Deutz" lt©06 trekker met 16-tons „Corne" werkgang. Duidelijk is de dubbele montering op rijenafstand te zien. kipwagen. Let op de bijzondere achterasconstructie met 4 wielen naast elkaar. De voorste hulpwielen kunnen worden neergelaten. Amerikaanse „Ford" 8000, die het onder de gegeven gun stige omstandigheden goed deed. Algemeen gesproken, werd voor de combinatie ontbla- deren-rooien een trekker met 6-cylinder motor gebruikt. NIEUW EN INTERESSANT yOOR ons was nieuw de voorwielaandrijving van de Massey-Ferguson 1080 trekker. Deze bestaat uit een aandrijfas midden onder de trekker, een snellopend differentieel, snellopende steekassen en in de wielnaven een zware planetaire eindreductie. Door de hoge aandrijf- toeren is overbelasten van assen en kruiskoppelingen vrijwel uitgesloten. Interessant was de combinatie van een „Deutz" Intrac 2005 trekker, 5-cylinder motor, hy drostatische aandrijving op alle vier even grote wielen, standaard hefinrichting vóór en achter, bestuurderscabi ne vóórop met de éénassige „Matrot" ontbladeraar voor op en de „Matrot" D2 rooier achterop. De lader van dit systeem werd getrokken door de kleine Intrac 2002. Deze onderscheidt zich van de grote doordat een „gewone" gesynchroniseerde versnellingsbak is ingebouwd, de ach terwielen zijn groter dan de eveneens aangedreven voor hoge oplegdruk te voorkomen waren de assen relatief ver naar voren verplaatst. Als de vracht niet direct lost, is het in gekipte toestand niet ondenkbaar, dat het zwaar tepunt achter de assen komt te liggen, en dat de trekker aan de trekboom van de wagen gaat bengelen. Dat dit gevaar niet denkbeeldig is, was te zien bij het storten van de bieten aan de hoop, waar veel trekkers zichtbaar moeite hadden de wagen met geheven bak vooruit te trekken vanwege slip op de achterwielen. WAGENS De afvoer van de bieten vond plaats met overwegend zeer grote wagens. Er zijn in Frankrijk vele merken kip wagens, terwijl de wagens in vele gevallen zeer veel op elkaar lijken. Er waren o.a. wagens van de merken Brimont, Le Boulch, M.F. Panien, Biba, Le gras, Delaplage, Knapik, Corne-la Campagne. Het laadvermogen varieerde van 8 tot 16 ton met een zeer groot aantal wagens van 10 en 12 ton. De lengte van de laadbakken ging tot 8.00 m. Deze wagens waren Deze banden zijn zeer stug, doordat ze een karkas heb ben, dat overeenkomt met de sterkte van 28 a 30 koora- lagen van kunstzijde. Er was veel variatie in maten, vee! werd gebruik gemaakt van de ook hier bekende maat 44 x 16. Er waren ook grotere en bijzondere bander.. Eer. „Corne" kipwagen de grootste op de demonstratie, laadvermogen 16 ton werd getoond met 49 x 17 ban den. Als draagvermogen per band werd opgegeven 500/" kg. Het bijzondere aan deze wagen was, da: alle vier dé wielen naast elkaar waren gemonteerd. Twee aan twee waren ze aan een drager gemonteerd. Deze wagen had bovendien een uitklapbare vooras met steurovielen. Als deze wielen werden uitgeklapt, ging het voorframe dra gen over een draaischamel. De wagen werd gexrokker. door een „Deutz" 13006 trekker. Er werden ook enkele wagens getoond met een groot draagvermogen op enkele as. „Biba" toonde een 10-tons wagen op twee 20 x 20 Continental 15 ply banden. „Legras" had een enkele as 18 x 22,5 Michelin-radiaalbanden. Draagvermogen vol gens de fabrikant 5500 kg per band. He: spectaculairs:? werd getoond door „Biba"; een 12-tons wagens op éér. as. totaal geladen gewicht 15.300 kg. Banden Michekr. 24 x 20,5.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 11