En de landbouwministers, zij zwoegden voort...
AKKERBOUWNIEUWS
De toepassing
van TCA
tegen tarweopslag in
graszaad
5
BIETECYSTENAALTJES IN OPMARS
Naar verwachting zal komend seizoen ruim een kwart
van de verwachte 7000 monsters voor volledig cysten-
aaltjesonderzoek zwaar besmet met het bietecystenaaltje
wordien verklaard. Dit ligt fn de lijn der verwachtingen
omdat het percentage in het afgelopen seizoen 22 be
droeg en de voorafgaande jaren respectievelijk 16 en 14.
Globaal kan men stellen dat bij een bietenteelt van 1 op
5 de besmetting weinig toeneemt. Bij een teelt van 1 op
4 is de schadegrens na 16 jaar bereikt en bij een teelt
van 1 op 3 zelfs na zes jaar. Deze berekening is gebaseerd
op het gemiddelde feit dat het besmettingsniveau na een
geschikte waardplant vervijfvoudigt, terwijl de besmet
ting bij het telen van een niet-waardplant telkenjare met
een derde afneemt. Niet alleen bietenteelt is dus in het
kader van de bietecystenaaltjesbestrijddng van belang,
maar daarnaast ook de verbouw van andere waardplan-
ten zoals koolsoorten, koolzaad enz. Nu de spruitkool-
teelt zich in sterke mate naar de akkerbouwbedrijven
gaat verplaatsen, is het van belang goed na te gaan of
deze teelt in de vruchtwisseling past.
VASTE STEMMING VOOR AGRARISCHE
GRONDSTOFFEN
De wereld rond verkeert de markt voor agrarische
grondstoffen granen, voerpeulvruchten, oliehoudende
zaden en daarvan afgeleide produkten in een vaste
stemming. Het agrarische werelddeel en een deel van
Oost-Europa zijn tengevolge van ernstige oogstdepressies
genoodzaakt aanzienlijke aankopen bij de vijf exportlan
den te verrichten. Ramingen van de omvang dezer vraag
variëren van minstens 20 tot 35 miljoen ton. Een indruk
wekkende hoeveelheid, die aan het normale programma
van deze exportlanden wordit toegevoegd. Het vervoeren
van deze immense hoeveelheden produkt zal van invloed
zijn op de zee- en binnenvaartvrachten.
De transportschema's over zee kunnen wel eens min
der precies worden enz. Het is, dichter bij huis, al wel
KLEINERE AARDAPPELOOGST IN WEST-DUITSLA ND
De totale aardappeloogst in West-Duitsland zal dit jaar
14,96 miljoen ton bedragen. Het is de kleinste oogst uit
de geschiedenis van die Bondsrepubliek. De produktie is
200.000 ton of 1,4 procent kleiner dan verleden jaar en
16 procent kleiner dan het gemiddelde over de jaren
1966/1971. De produktie van vroege aardappelen bedroeg
800.00 ton. De voornaamste oorzaak van de produktie-
daling is de vermindering van het areaal met 9,2 procent
of 500.000 hectare in vergelijking met 1971. Daarbij
wordit verwacht dat het aanbod sterker -bij dat van het
vorige jaar zal achterblijven dan de vermindering van
de produktie doet vermoeden. Vooral in het noorden
wordt op hoge sorteerverliezen gerekend. Er zullen nog
al wat aardappelen moeten worden afgekeurd omdat ze
van ziekten te lijden hebben gehad.
De uitgangspositie van de aardappelmarkt wordt ver
heugend genoemdi al is voor producenten en verkopers
op lange termijn nog geen consolidatie ingetreden.
FRANSE TARWE NAAR DUITSLAND
In het landbouwjaar aug. 1971 t/m juli 1972 heeft
Duitsland 1,1 miljoen ton tarwe ingevoerd uit Frankrijk,
vergeleken met 600.000 ton vorig jaar. In totaal werd
uit Frankrijk 2,2 miljoen ton tarwe uitgevoerd, dat is
300.000 ton minder dan een jaar tevoren. Het aandeel
van de E.E.G.-landen aan de Duitse tarwe-invoer is ge
stegen van 35 tot 67
te merken dat er een verwachting over de marktontwik
keling is, want het aanbod is zeer gering. Wat de voer-
granen betreft richt de vraag van de mengvoederindus
trie zich in het bijzonder op de Franse voertarwe en mais,
dde t.o,v. onze vraagprijzen nogal konkurrerend worden
aangeboden. Overigens, de Franse mais zal ook zeker
drie weken later worden geoogst dan normaal is.
De importheffingen op granen afkomstig van derde
landen bedroegen begin oktober voor mais 14,50, gerst
11,75, tarwe 14,85, waaruit afgeleid kan worden dat
Brussel d.m.v. aanpassing van deze heffingen nog heel
wat kan bijsturen om de ontwikkeling binnen de E.E.G.
wat in de hand te houden.
Over de brouwgerstmarkt is t.e berichten diat de binnen
landse industrie maandag j.l. lagere biedingen uitbracht.
Van Duitse zijde isweinig te verwachten omdat onze
vraagprijzen ten enenmale te hoog zijn. Daardoor is het
Volgens voorlopige berekeningen van deskundigen ziet
de Westduitse aardappelbalans er thans als volgt uit:
Aanvangsvoorraad 930.000 ton, oogst 14,96 miljoen ton,
invoer 950.000 ton, uitvoer 40.000 ton, totaal aanbod 16,8
miljoen ton, verliezen 1,2 miljoen ton, pootaardappelen
1,25 miljoen ton, voedselvoorziening en grondstoffenbe-
hoefte van de levensmiddelenindustrie 6,2 miljoen ton,
grondstoffenbehoefte van de overige industrie 1,3 miljoen
ton, voeraardappelen 5,85 miljoen ton, eindvoorraad 1
miljoen ton.
RISICODEKKING TEGEN SLECHT ZAAIZAAD?
In het kader van de Internationale Federatie van de
Zaadhandel werd in het afgelopen jaar, zo lezen wij in
„Peulvruchtenaktualiteiten" door die Ver. v. d. teelt van
en handel in Tuinbouwzaden aandacht besteed aan het
vraagstuk van de aansprakelijkheid van de zaadleveran
cier.
Enige jaren geleden was een speciale commissie tot
de conclusie gekomen, dat de aansprakelijkheid niet ver
der kan gaan dan het faktuurbedrag, dus vergoeding van
de kosten van de geleverde zaaizaden. Dit, omdat ver
zekeringsmaatschappijen niet bereid waren om een ver
dergaand risico te dekken.
Intussen bleek Lloyds te Londen bereid om, aan de
hand van door de zaadhandel te leveren praktijkgegevens,
deze aangelegenheid nog eens te overwegen. Mocht men
begrijpelijk dat het CBK. de „vrije" brouwgerst lager
tracht aan te kopen.
Op de peulvruchtenmarkt blijft de handel in groene
erwten en schokkers zeer klein in omvang. Het zit de
exporteurs niet mee om lonende zaken naar buiten af te
sluiten. Met betrekking tot de produkten capucijners en
bruine bonen heeft de spekulatie nogal voor een bepaalde
stemming gezorgd ,doch wanneer straks de aanbiedingen
van de kontrakten loskomen kan pas blijken of de markt
hiertegen bestand is.
Van de zaden is te melden dat blauwmaanzaad wat
meer aandacht heeft gekregen dus beter gestemd. Inmid
dels is het voor de regenperiode geoogste koolzaad met
de leden afgerekend op basis van kwaliteit en dit resul
teerde in een goed- zo niet best eindresultaat.
Nu de aardappeloogst in volle gang is, is het van be
lang er op te wijzen, dat Antispruitpoeder een toelating
heeft voor 1 kg per 1000 kg aardappelen bij bewaring in
geventileerde ruimten. Alleen bij zgn. provisorische op
slag d.w.z. bewaring in kuilen e.d. zonder ventilatiemo-
gelijkheden is een verhoging van de dosering tot 2 kg
per 1000 kg aardappelen toegestaan. Het is wel mogelijk
bij langdurige bewaring in geventileerde ruimten na de
1 kg poederbehandeling in het voorjaar een zgn. aanvul
lende „Swing-fog" gasbehandeling te laten volgen.
Indien de aardappelknollen bij inbreng in de bewaar-
ruimten niet huidvast zijn, kan door behandeling met
poeder een ernstige schurftachtige beschadiging ontstaan.
Behandel dus alleen huidvaste aardappelknollen, anders
is het beter te wachten tot 3 4 weken na inbreng en
dan een Swing-fog gasbehandeling uit te voeren.
verdere risico's willen dekken, dan zou dat geldien voor
Denemarken, West-Duitsland, Frankrijk, Engeland en
Nederland.
Commentaar van de Peulvruchten Studie Combinatie
op dit bericht: „In de praktijk doen zich regelmatig
teeltteleurstellingen voor, die hun oorzaak primair in het
zaaizaad vinden. Een uiterst lage besmetting van 't zaai
zaad imet een parasitaire schimmel of bacterie kan in een
jaar met zeer nat weer tot oogstmislukking leiden. Zo
wel voor de zaadleverancier, die veelal nauwelijks ver
antwoordelijk kan worden gesteld voor de volle omvang,
als de gebruikers van het zaaizaad, zijn dergelijke risico's
te zwaar. Het is te hopen, dat er een vorm van verzeke
ring kan worden gerealiseerd!"
C. J. GO VERS
C.A.R., Goes
Om bekende redenen wordt de laatste jaren steeds
meer veldbeemd- en rodzwenkgras in wintertarwe
als ondervrucht gezaaid. De ervaringen hiermede zijn
gunstig, hoewel de opslag van tarwe, na het ruimen
van de dekvrucht, als een schadelijk onkruid moet
worden aangemerkt. Enerzijds ondervindt het jonge
graszaad van deze opslag de nodige concurrentie, ter
wijl anderzijds nog aanwezige tarweplanten tijdens
de graszaadoogst tot sterke verontreiniging leiden en
veel schoningskosten met zich meebrengen. Met het
middel TCA kan in deze grassoorten een goede be
strijding worden verkregen, mits men met het vol
gende rekening houdt.
Voor gewoon roodzwenkgras is de tijd voorbij, be
gin oktober is bij deze soort wel het uiterste tijdstip.
Uitlopervormend roodzwenkgras eveneens zo
vroeg mogelijk spuiten. Doch niet meer op een gewas
dat reeds flink ontwikkeld is, in verband met de kans
op opfbrengstdepressie.
Doordat veldbeemd TCA beter verdraagt heeft
men bij deze soort meer speling en kan nog tot de
derde week van oktober worden gespoten.
WAAROP VERDER LETTEN:
Gebruik 5 kg TCA per ha.
Voor een goed effect moet dit middel goed met
het water worden gemengd. TCA lost echter zeer
moeilijk op. Vooraf, apart in een emmer verwarmd
water oplossen, is het beste; bijvoorbeeld 1 kg in 5
10 1 verwarmd water. Verspuiten tegen minstens 400
1 water per ha.
Voor een goede werking is een enigszins vochtig
milieu nodig. Daarom 's avonds spuiten als een voch
tige (dauw-)nacht verwacht kan worden.
Nogmaals: indien het tijdstip voor toepassing juist
wordt gekozen en het middel goed wordt klaarge
maakt treedt geen opbrengstderving op en wordt de
opslag afdoende bestreden. Neem, voor U tot een be
handeling overgaat, altijd eerst contact op met de
contracterende firma. Het gaat ook om hun graszaad
en zonder risico's is deze toepassing bepaald niet.
(Vervolg van le pag.)
RUNDVLEESPRODUKTIE
Zonder dat de raad reeds besluiten hierover heeft
genomen is het thans wel duidelijk dat de ministers
aan drie maatregelen hun goedkeuring willen hech
ten, en wel:
schorsing van de invoerrechten op kalveren en
jonge runderen bestemd voor de vleesproduktie
binnen de Gemeenschap; w
verstrekken van een tijdelijke premie per hectare
aan veehouders die hun bedrijfsvoering op gespe
cialiseerde rundvleesproduktie gaan instellen;
toekenning van een premie aan producenten die
van melkveehouderij op rundvleesproduktie om
schakelen.
Het Franse voorstel om eerder tot schorsing van
het invoerrecht op rundvlees bij invoer uit derde lan
den te kunnen overgaan om zodoende meer druk op
het prijspeil van rundvlees binnen de Gemeenschap
te kunnen uitoefenen vond gelukkig, behalve bij de
Nederlandse, ook bij de Duitse en Belgische delega
tie geen steun. Er zal overigens wel heel wat spraak
water door de Brusselse vergaderzalen vloeien, voor
dat de gehele rundvleesproblematiek tot een bevredi
gende oplossing is gebracht.
Al met al waren 'het weer twee lange vergaderda-
gen zonder dat er belangrijke besluiten konden wor
den genomen. Wij vragen ons overigens wel af hoe
de stemming in de volgende vergadering van de Raad
zal zijn nu de nieuwe Franse minister Chirac enkele
minder vleiende opmerkingen aan het adres van enige
zijner collega's plaatste. Met name de ministers Ertl
en Natali kwamen volgens hem veelvuldig te laat op
de zitting en liepen te snel weer weg, maar bestu
deerden bovenal hun dossiers niet. „Meerster" Chirac
had blijkbaar nog niet door dat het helemaal niet de
bedoeling van de heren ministers was om reeds spij
kers met koppen te slaan; zeker niet nu het pas de
eerste vergadering na het zomerreces betrof.
LUTEIJN.