LANDBOUWBEGROTING 1973 BIEDT WEINIG NIEUWS
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
Het nieuwe parlementaire jaar is weer begonnen. Uit de eerste reacties op het door de regering voor 1973
uitgestippelde beleid blijkt dat de politieke tegenstellingen steeds groter worden. Het parlement wacht de
komende maanden een zware en verantwoordelijke taak.
In dit nummer 0.01.:
Landbouwbegroting
1973 Pagina 3-9-10
Landbouw en politiek
Pagina 3
%r Auto-aktualiteiten
Pagina 4
Uit de praktijk
Pagina 5-7
Rassenkeuze
wintertarwe Pagina 9
X K.N.L.C. op werk
bezoek in IJsselmeer-
polders met uitslag „Wie
wordt Kampioen?"
Pagina 8
Verslag Prov.
Fokvarkensdag te Goes
Pagina 12
■Sfc Klauwgebreken bij
koeien kost geld
Pagina 13
zlm
VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1972
60e Jaargang - No. 3149
land
en tuinbouwblad
VEEL CIJFERS, GEEN NIEUWE BELEIDSLIJNEN
TELDEN zal een uiteenzetting van het beleid dat
aan de landbouwbegroting ten grondslag ligt
beknopter zijn geweest dan dit jaar. In zijn inleiding
verwijst minister Lardinois voor de doelstellingen van
zijn landbouwbeleid naar de begroting 1972 en de
dit voorjaar verschenen nota inzake het landbouw-
struktuurbeleid. Hij geeft daarmee meteen de lijn aan
die door deze hele begroting loopt, voortgaan op
de in 1972 bewandelde weg zonder het aangeven van
nieuwe perspectieven.
Natuurlijk kan men van een begroting die nauwe
lijks 2 maanden voor de verkiezingen wordt ingediend
en mogelijk door een andere regeringscoalitie zal
moeten worden uitgevoerd, weinig anders verwachten.
Toch is het teleurstellend dat zo weer kostbare tijd
verloren gaat en de onzekerheid over het toekomstige
landbouwbeleid blijft voortbestaan. Met name ten
aanzien van de mogelijkheden die de rentesubsidies
zullen bieaen, komen geen nieuwe gezichtspunten
naar voren. Kennelijk wil de minister de goedkeuring
vanuit Brussel afwachten.
Daartegenover staat dat nogmaals uit de begroting
blijkt dat de voorgestelde beëindigingsregeling in
ieder geval aanzienlijk ongunstiger zal zijn dan de be
staande regeling, vooral voor de leeftijdsgroep 50
65 jaar.
Wat de strukturele problemen in de landbouw be
treft staat minister Lardinois verder nog stil bij de
toenemende eisen die aan de financiering van het
landbouwbedrijf worden gesteld, vooral in het kader
van de schaalvergroting binnen de landbouwsector.
Terecht, want dit is een van de grootste problemen
waarmee de huidige landbouwer te kampen heeft.
Jammer dat de minister het bij deze konstatering laat
en slechts opmerkt dat verbetering van de infrastruk-
tuur een der voorwaarden is om met succes schaal
vergroting te verwezenlijken. Overigens wordt voor
het totale ontwikkelingsbeleid niet meer geld uitge
trokken dan op de vorige begroting.
Wat de prijzen voor de gegarandeerde produkten
betreft, mogen we vanuit Brussel voorlopig nog geen
nieuwe voorstellen of besluiten verwachten. In de be
groting staat hierover dan ook helemaal niets. Ook
deze winter zullen de akkerbouwers bij de opstelling
van hun bouwplan dus weer geen rekening kunnen
houden met nieuwe garantieprijzen.
VEEL CIJFERS
TRADITIEGETROUW bevat de memorie van toe
lichting weer een grote hoeveelheid cijferma
teriaal. Cijfers die volgens minister Lardinois aan
geven dat de landbouw zich gedurende 1971/72 heeft
ontwikkeld in vergelijking met 1970/71. Wij zouden
hierbij willen aantekenen dat de landbouwinkomens
inderdaad zijn gestegen, maar dat er ten opzichte van
de inkomens buiten de landbouw nog steeds een be
langrijke achterstand bestaat. Daarnaast is de inko
mensontwikkeling op de akkerbouwbedrijven aan
zienlijk ongunstiger geweest dan op de weide- en ge
mengde bedrijven. In het algemeen vertoont deze be
groting het sobere beeld dat in deze tijd van over
heidsbezuinigingen in het kader van de inflatiebestrij-
ding verwacht mocht worden. Bij een paar punten wil
len wij nog kort stil staan.
RUILVERKAVELING
vragen ons af of het nauwelijks gewijzigde
begrotingsbedrag wel voldoende is voor een
verantwoorde voortgang van' de in uitvoering zijnde
ruilverkaveling. Temeer omdat ook in 1972 dit bedrag
reeds bevroren was. Ook hier blijft onzekerheid over
het toekomstige beleid bestaan.
VOORLICHTING
T^E minister staat uitvoerig stil bij de te verwach-
ten extra werkzaamheden van de voorlichtings
diensten als gevolg van de invoering der rentesubsi
dieregeling. Vooral de individuele voorlichting zal
daardoor veel meer tijd in beslag gaan nemen. Onbe
grijpelijk is het dan ook dat, nu de agrarisch sociale
voorlichting, na het intrekken der C.R.M.-subsidie, ge
heel voor rekening van de landbouw komt, het totale
subsidiebedrag op de landbouwbegroting nauwelijks
stijgt. Ook de provinciale directies voor de bedrijfsont
wikkeling moeten het met hetzelfde bedrag doen, d.
w.z. met minder personeel. Gevreesd moet worden
dat hier dan ook andere taken, vooral op technisch
gebied, in het gedrang zullen komen!
MILIEU EN LANDINRICHTING
TN de begrotingstoelichting wordt uitvoerig stil
gestaan bij de positie van de land- en tuinbouw
wat de milieuverontreiniging betreft. Duidelijk wordt
dat in de toekomst niet alleen de veredelingssektor,
maar ook de akkerbouw en tuinbouw verdere beper
kingen zullen worden opgelegd, bijvoorbeeld voor wat
de bestrijdingsmiddelen betreft.
TENSLOTTE nog een paar woorden over wat on
der het hoofd veterinaire aangelegenheden
wordt gesteld en regelrecht op lastenverzwaringen
voor de veehouderij duiden. Er worden algemene hef
fingen op te slachten dieren aangekondigd om aan
geld te komen voor aflopende schadevergoeding aan
gemeenten die de inkomsten van de op te heffen z.g.
nadere keuringen gaan missen.
Daarnaast dan het andere financieringsbeleid bij de
dierziektenbestrijding waar nog overleg over zal wor
den gepleegd, maar waarbij de begrotingspost maar
alvast gehalveerd is.
Al met al een duidelijke interimbegroting in afwach
ting van mogelijk een andere regering en minister,
die voor de landbouw niet al te schokkende dingen
inhoud, maar ook geen nieuwe perspectieven biedt!
D. LUTEIJN.