IP
PRODUKTSCHAP VEE EN VLEES PLEIT VOOR RENTESUBSIDIE VARKENSHOUDERIJ
OOSTERSCHELDE DICHT!
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
■■■I
VRIJDAG 25 AUGUSTUS 1972
60e Jaargang - No. 3145
land
en tuinbouwblad
T-——T 1-
tv
ps v -
V-
ÉlPr";' W& -vl
Alhoewel grond ontsmetten tegen aaltjes een vrij kostbare zaak is kan het onder bepaalde omstandigheden
toch raadzaam zijn ertoe over te gaan. Op pagina 12 wordt op het hoe, waarom en wanneer van het grond-
ontsmetten nader ingegaan. De foto geeft grond ontsmetting met DD met behulp van een freesploeg weer.
In dit nummer o.m.:
Uit de praktijk
Pagina 5-7
Voorstel wijziging
E.E.G.-rooiregeling
Pagina 6
Mechanisatienieuws
Pagina 8/9
De prijsvraag „Wie
wordt Kampioen?"
Pagina 8 - 9
Praktijkonderzoek
voorkoming blauw cons.-
aardappeien
Pagina 10/11
Verslag landelijke
demonstratie
veldhakselaars in
voorgedroogd gras
Pagina 10/11
Het oogsten en drogen
van bewaaruien
Pagina 13
De voeder (half)-
automaat voor varkens
Pagina 15
In de openbare bestuursvergadering van het Pro-
duktschap voor Vee en Vlees is een nota inzake de
toepassing van het structuurbeleid van de E.E.G. met
name ten aanzien van de varkenshouderij, onderwerp
van uitvoerige discussie geweest. Het bestuur van
het Ontwikkelings- en Saneringsfonds heeft zoals be
kend in zijn ontwerp besluit „Toepassingsbesluit Ak-
kerbou w-Veehouderij en gecombineerde bedrijven
met Ontwikkelingsmogelijkheden" de rentesubsidie
bepaald op 4 en daarbij tevens voorgesteld dat
deze rentesubsidie niet gegeven zal worden op le
ningen in de sektor varkenshouderij en mestkalveren.
Na uitvoerige discussie besloot het bestuur van het
Produktschap aan de minister van Landbouw toch voor
te stellen om ook voor de varkenshouderij de moge
lijkheid tot rentesubsidies open te stellen. Ten aan
zien van de kalvermesterij wil het Bestuur eerst nog
een onderzoek over de wenselijkheid resp. noodzaak
tot het verlenen van rentesubsidies in deze sektor.
AARZELING
Bij het Nederlandse ministerie van Landbouw be
staat aarzeling ten aanzien van de toekenning van de
rentesubsidies voor de z.g. veredelingslandbouw. De
Raad heeft voorlopig de pluimveesektor van deelne
ming uitgesloten en een beperking ten aanzien van
de varkenshouderij ingebouwd.
Men wil de produktie niet te veel stimuleren. De
Nederlandse onderhandelingsdelegatie heeft steeds
het standpunt verdedigd dat de gehele veredelings
landbouw, dus ook de varkenshouderij niet in het voor
deel van rentesubsidies dient te worden gesteld. Dit
bleek niet haalbaar, zodat men de bakens heeft ver
zet. De binding van de varkenshouderij aan het grond
gebruik was in het Commissievoorstel 50 Dat is
op aandrang van de Nederlandse en Belgische dele
gatie verlaagd tot 35
UITSLUITING
De eerste vraag die zich voordoet aldus de nota
van het Schap is of de Nederlandse overheid juri
disch gezien gerechtigd is om bepaalde typen van
(landbouw)bedrijvigheid uit te sluiten. Dit wordt sterk
betwijfeld. Op grond van art. 1 lid 1 zijn de lidstaten
verplicht de regelingen in te voeren, op grond van
lid 2 is uitsluitend toegestaan het bedrag van de steun
per gebied uiteen te doen lopen, dan wel de steun
in bepaalde gebieden in het geheel niet te verlenen.
Het zou erg ver gaan om op grond van deze bepalin
gen een bepaalde tak van de landbouw geheel uit te
sluiten.
Afgezien van dit aspekt, namelijk dat het niet ze
ker is of de uitsluiting van kalvermesterij en varkens
houderij definitief is, zijn er echter ook andere rede
nen geweest om deze sektoren buiten het rentesub-
sidiebeleid te houden. Welke dat zijn is niet duide
lijk. Dit kunnen zowel de gevaren uit het oogpunt van
produktieuitbreiding of die van meer financiële aard.
De deelneming van het Europese Landbouwfonds is
namelijk beperkt tot 25 van de verleende subsidies,
hetgeen betekent dat 75 uit de nationale begrotin
gen moet komen!
|\E Oosterschelde open of dicht houdt de laatste tijd
de gemoederen soms op heftige wijze bezig. Voor
al de tegenstanders van de afsluiting van de Ooster
schelde vragen met een vloed van argumenten de aan
dacht en krijgen daarbij, ook landelijk, ruime publici
teit. Voor de hand liggend daar ze er op velerlei ma
nieren „nogal hard tegenaan schoppen". Vandaar dat
de indruk zou kunnen ontstaan dat ook bij de voor
standers van de afsluiting de mening „om" zou zijn en
de Oosterschelde open zouden willen laten. De Gewes
telijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap en
de Zeeuwse Polder- en Waterschapsbond hebben zich
nu, om deze ontstane misvatting uit de weg te ruimen,
in een uitvoerige, goed gedocumenteerde en keurig
verzorgde studie, waaraan ook de Prov. Waterstaat en
Deltadienst medewerkten, tot de leden van de Staten-
NOODZAAK TOT AANPASSING
In andere lidstaten worden reeds jarenlang rente
subsidies voor investeringen en andere subsidies in
de varkenshouderij en waarschijnlijk ook ten bate van
de kalvermesterij verleend. Staat de Nederlandse var
kenshouderij zo sterk dat zij deze steun niet nodig
heeft om desondanks aan de top te blijven?
Het bestuur van het schap beantwoordde deze
vraag nagenoeg unaniem ontkennend. De nota wijst
op de ontwikkelingen die de concurrentiekracht van
de Nederlandse varkenshouderij aantasten:
1) het probleem van residuen van bestrijdingsmidde
len in vlees is in hoofdzaak terug te voeren tot re
siduen in grondstoffen voor de mengvoederin
dustrie die overwegend uit andere landen worden
ingevoerd. Aan de eindprodukten worden strenge
eisen gesteld en wat kost dit?
2) de kosten verbonden aan het voorkomen van mi
lieubederf zullen waarschijnlijk het grootst zijn in
varkensdichte gebieden en wellicht ook voor gro
te bedrijven. Dit aspect speelt in nog sterker mate
voor de kalvermesterij:
(Zie verder pagina 3.)
Generaal en de Staten van Zeeland gewend. Daarin
wordt wederom tot de onvermijdelijke conclusie geko
men dat de Oosterschelde zo snel mogelijk dient te
worden afgesloten! De vele argumenten die voor af
sluiting pleiten zijn nog eens allemaal op een rijtje
gezet en stuk voor stuk aan een beschouwing onder
worpen. Kern van het betoog en belangrijkste argu
ment is de zo hoog noodzakelijke veiligheid; die wordt
vooropgesteld! In dit verband wordt aan het vele en
grote leed herinnerd dat de watersnoodrampen voor
Zeeland met zich mee hebben gebracht. Veiligheid
wordt wel eens een relatief begrip genoemd, maar is
het in dit geval beslist niet! In 1953 zo wordt onder
meer in herinnering gebracht, moesten meer dan
72.000 mensen in Z.W.-Nederland evacueren! Daarbij
wordt nog niet gesproken over het verlies aan men
senlevens en materiële goederen!
(Zie verder pag. 8)