Electriciteit
en heetwatervoorziening
op
melkveehouderijbedrijven
u
Centrale merriekeuring
in Den Bosch 1972
9
A. C. S. V. HOOI J DONK
CJR.A. - Tilburg
De melkveehouderij maakt een
periode van versnelde ontwikkeling
door, die zijn oorsprong vindt in de
gewijzigde technische en economi
sche omstandigheden. Dit brengt
met zich meedat er steeds meer
electriciteitvoor lening en getroffen
moeten worden. Het aantal electro
motor en op 'n bedrijf neemt sterk
toe. Denk maar eens aan een mo
dern melkveehouderijbedrijf waar
o.a. een vacuum pomp, een melk-
pomp, een koelaggregaat, een mest-
schuif, een hooïblazer, een berege-
ningsinstallatie e.d. aanwezig zijn.
Daar naast zijn er verwarmingsap
paraten en licht nodig op dergelijke
bedrijven. Al met al vraagt een
melkveebedrijf op de dag van van
daag een hoge aansluitwaarde om
alle electrische apparaten goed te
laten functioneren.
ehine), de koeltank, douchen van de uiers van de
koeien bij de voorbehandeling en voor het jongvee.
Dit houdt in dat er per dag grote hoeveelheden warm
water geproduceerd moeten worden om aan al deze
behoeften te voldoen. Heet water kost altijd geld;
maar op 'n bepaald moment geen warm water voor
radig t'e hebben kost nog meer geld. Het is daarom
ook belangrijk om te zorgen dat de aanschaffing van
heetwaterapparatuur wel overwogen wordt gekozen.
De ervaring leert ons dat de heetwater hoeveelheden
worden onderschat, waardoor men zich te krap in
richt. Om een globale indruk te geven hoeveel heet
water (is water van 85° C.) er op 'n bedrijf per dag
nodig is volgt bijgaand staatje.
AM nu een indruk te geven over de aansluitwaar-
de die op 'n bedrijf nodig is, is er (in Brabant!)
een brochure verschenen. In deze folder worden een
groot aantal electrische apparaten vermeld elk met
hun aansluitwaarde.
Zo kan het gebeuren dat er gelijktijdig b.v. tijdens
het melken zeer veel stroom wordt afgenomen. Of
er voldoende kan worden toegevoegd of anders ge
zegd aangevoerd, hangt sterk af van de lengte van 't
electriciteitsnet, dat wil zeggen, de afstand tussen het
bedrijf en het transformatorhuisje. Verder vindt U in
de folder iets over piekuren tarieven e.d.
Een goede samenwerking met het electriciteitsbe-
drijf, door tijdig melding te maken van eventuele
bouwplannen of verandering in Uw bedrijf, is dan
ook noodzakelijk. Vooral voor die veehouders die
een nieuw bedrijf gaan stichten is het van groot be
lang om zich vooraf goed te laten informeren over
de mogelijkheden van uitsluiting bij die uitrusting op
dat bedrijf. Verschillende bedrijven hebben de reke
ning gepresenteerd gekregen omdat er geen overleg
was geweest. Zuivelfabrieken en andere instellingen
doen er goed aan om tijdig planningen door te geven
over het koel plaatsen van tanks en boilers, zodat
het electriciteitsbedrijf op tijd de nodige voorzienin
gen kan treffen in een bepaald gebied.
Tot slot nog dit, zij die '(in Brabant althans) deze
folder nog niet hebben ontvangen en er toch behoef
te aan hebben, kunnen daarvoor alsnog terecht bij de
bedrijfsvoorlichters van de zuivelfabrieken en de
Landbouwvoorlichting.
HEETWATERVOORZIENING
fl\E heetwatervoorziening is een essentieel onder-
deel voor een goede bedrijfsvoering. Heet water
is nodig voor de reiniging van de melkleiding (-ma-
Aantal melkkoeien
20
40
60
80
100
120
Reiniging melkleiding
50
50
50
50
50
50
Reiniging melkgerei
20
20
20
20
20
20
Reiniging melktank
35
35
35
40
45
50
Voorbehandeling koeden 10
20
30
40
50
60
Voedering jongvee
7
14
21
28
35
42
122
139
156
178
200
222
10 verlies
diversen
12
14
16
18
20
22
Dagtotaal'
134
153
172
196
220
244
Bij deze tabel is er van uitgegaan dat de reiniging
van de melkleiding resp. melkgerei 2 maal daags ge
schiedt en dat daarvoor nodig is 50 en 20 liter heet
water. Om de twee of drie dagen moet de tank ge
reinigd worden waarvoor 35 tot 50 liter nodig is. Voor
de voorbehandeling van de koeien is gemiddeld een
halve liter heet water per koe per dag nodig. Voor
de voedering van jongvee is er in deze tabel van uit
gegaan dat een derde van de kalveren wordt aange
houden en dat ongeveer de helft hiervan gelijktijdig
gevoerd moet worden. Dit vergt ongeveer 2 liter heet
water per kalf per dag. Uiteraard zijn dit gemiddelde
cijfers waar variaties op mogelijk zijn?
HOEVEEL WATER NODIG?
AM nu een indruk te geven over hoeveel liters heet
u water het per jaar gaat in de volgende tabel
daarover enige gegevens.
Aantal koeien 20
Reiniging
melkleiding 18250
Reiniging
melkgerei 7300
Reiniging
melktank 6370
V oorbehandeling
koeien 3650
Voedering
jongvee 700
40
60
80
100
120
18250
18250
18250
18250
18250
7300
7300
7300
7300
7300
6370
6370
7280
8190
9100
i
7300
10950
14600
18250
21900
1400
2000
2700
3400
4000
Totaal 36270 40620 44870
10 verlies
diversen 3627 4062 4487
50130 55390 60550
5013 5539 6055
Jaartotaal
in liters 39897
44682 49357 55143 60929 66605
De reiniging van melkleiding en melkgerei komt
365 keer per jaar terug en dat 2 maal per dag. Bij
de reiniging van de tank is er van uitgegaan dat deze
om de twee dagen wordt gereinigd, dus ongeveer 180
keer per jaar. Is dit om de drie dagen dan ligt het
verbruik iets gunstiger, hoewel de tank dan ook vaak
weer groter is van inhoud.
Voor de voeding van het jongvee is gerekend dat
één kalf 250 liter kunstmelk krijgt, wat neer komt op
100 liter heet water. De voorbehandeling van de
koeien (uiters af sproeien) komt uiteraard ook 2 maal
per dag terug waar voor zoals gezegd een halve
liter per koe per dag nodig is. Ook Ibij deze 'bereke
ning zijn natuurlijk variaties mogelijk.
Bij heetwaterberei-
ding met gas ligt de
kostprijs gemiddeld
iets lager dan bij het
gebruik van electri
citeit.
'Om aan deze heetwater behoefte te voldoen zijn er
twee belangrijke mogelijkheden n.l. het plaatsen van
gas'boilers of electrische heetwater reservoirs. De
keuze uit deze twee mogelijkheden is in de eerste
plaats afhankelijk of kan worden aangesloten op het
electriciteitsnet c.q. pijpgasnet. Verder spelen
hierbij de aanlegkosten een belangrijke rol. De aan
sluiting op aardgas is op alle bedrijven niet moge
lijk omdat deze leiding op het platteland nog lang
niet overal is aangelegd. De electriciteitsleiding ligt
bijna overal. Bij berekeningen over de jaarlijkse kos
ten aan heetwatervoorziening verbonden kunnen we
vaststellen dat heetwater bereiding d.m.v. een aard
gasbron deze kosten per jaar gemiddeld iets lager lig
gen dan bij een 'electrische bron. Maar zoals gezegd
vele factoren spelen hierbij een rol. Of aansluiten op
flessen- of tankgas aantrekkelijk is, is moeilijk te zeg
gen omdat de prijzen onderling sterk variëren.
ZORG VOOR VOLDOENDE APPARATUUR
Uit het vooraf gaande blijkt dat er in ieder geval
veel heet water per dag nodig is en dat er dus ge
zorgd moet worden dat er voldoende apparatuur aan
wezig is om aan de eis te voldoen. Het komt 'er dan
ook op neer dat bedrijven boven 50 melkkoeien met
één boiler (elektrische) vaak niet meer kan volstaan
en dat er op zo'n bedrijf dan 2 boilers geplaatst moe
ten worden elk van 120 liter inhoud. Gasboilers zijn
in diverse maten verkrijgbaar.
Als slot kan er nog op gewezen worden dat er ook
'n mogelijkheid is om heet water te verkrijgen uit de
ketel van de centrale verwarming. Bedenk hier ech
ter wel bij dat de ketel op de capaciteit berekend
moet zijn zodat reinigen en verwarmen tegelijk mo
gelijk moet zijn. We moeten hierbij echter niet ver
geten dat de ketel vaak ver van de reinigingsplaats
staat (melklokaal), zodat afkoeling dn de leiding aan
leiding kan geven tot daling van de temperatuur van
het reinigingswater. Afgezien hiervan is het toch
raadzaam, als men via de verwarmingsketel heet wa
ter wil afnemen, dat er voor het reinieingswater een
gescheiden ketel wordt gebruikt met rn aparte ther
mostaat, ingebouwd in de centrale ketel.
'Nog een praktische opmerking bij het gebruik van
warme handdouches bij de voorbehandeling. Laat na
het gebruik de mengkraan nooit open staan want dan
is er constant verwarming van koud water dn de boi
ler zodat het water niet op 80 a 85° C. kan komen!
VEEL MOOIE PAARDEN
VEEL BELANGSTELLEND PUBLIEK
UITSTEKENDE ORGANISATIE
T^E afdeling Noord-Brabant - Zeeland van het
Warmbloedpaardenstamboek in Nederland,
kortweg genoemd het W.P.N. hield zaterdag 12 augus
tus in 's Hertogenbosch dé Centrale merriekeuring.
Het bestuur was bijzonder verheugd over de enorme
belangstelling. Het was een teken van de waarheid
van de veel gehoorde stelling: „Het warmbloedpaard
is in!"
Dankzij de nog geregeld toenemende vraag naar
rijpaarden voor de landelijke- en burgerruitersport
wordt er steeds meer gefokt. Dit bleek o.m. duidelijk
uit het feit dat dit voorjaar 800 driejarige en enkele
oudere merries in het stamboek werden opgenomen.
Aan de lokale premiekeuringen namen er 1500 deel,
bestaande uit één-, twee- en driejarige merriën, ter
wijl er ook enkele oudere stermerriën werden aange
boden, voor een hoger predikaat, n.l. het keur- of
kroonpredikaat. Aan acht merries van het type rij
paard, aan vier van het veelzijdigheidstype en aan
een van het type tuigpaard werd dit toegekend.
WIE intussen deze aantallen: 800 nieuwe inschrij
vingen, 150O administratief verwerkte aangiften
voor de lokale premiekeuringen en daarna de admi
nistratie over 380 „uitgezette" merries voor „Den
Bosch" en wat er dan nog achteraan komt, zal niet
denken dat de volijverige secretaris-penningmeester
de heer A. van Lanen te Berkel-Enschot, er een ge
makkelijk baantje aan heeft.
De groei van deze afdeling van het W. P. N. is be
slist indrukwekkend. De centrale keuring als geheel
was dit eveneens. De bijzonder hoge prijzen voor
speenveulens, tweeduizend gulden en meer, stimule
ren de belangstelling natuurlijk niet weinig. Mits ze
van goed rijtype zijn, betaalt men voor jaarlingen
zo maar het dubbele en meer!
Op de keuring waren de groepen van het rijtype
het grootst. Men vraagt zich wel eens af, hoe het
mogelijk is dat de omzetting van de veelzijdigheid
naar het rijtype zo snel is gegaan. Het antwoord ligt
bij velen voor in de mond: „Door het gebruik van
volbloedhengsten". Dat is gauw gezegd en het is ook
waar, maar er mag wel een waarschuwing aan vast
geknoopt worden, en wel deze: „Kijk uit dat je het
niet te erg maakt", want de kwaliteit in de benen
is nog niet zo vooruitgegaan als men hoopte, waarbij
men bedenke dat men in Den Bosch alleen maar
de betere zag. Het verschil tussen de eerstgeplaatsten
en de laatsten in een naar kwaliteit opgestelde jaar
gang was wel erg groot en dat is een reden om de
vinger geheven te houden.
AVER het algemeen is het gebruik van volbloeds
een snelle weg om tot verandering van type
te komen, maar de zekerste weg is het niet. Het mag
wat langer duren, maar de weg via goede, zware
Anglo-Normands is beslist meer safe. Men ziet dat
duidelijk in Gelderland waar verschillende beste
hengsten van dit ras ter dekking staan; enkele daar
van hadden ook in Den Bosch goede nakomelingen.
Dit is te danken aan het aankopen van veulens en
van het er niet tegen opzien naar een hengst te
trekken, die wat verder van huis staat. Na deze in
vloed een of twee keer benut te hebben, kan men
er rustig weer een volbloed bij halen om het rij
paardtype geheel af te werken, zonder gevaar ge
wicht en karakter te verliezen, want de invloed van
de Normandiërs op de makheid is ook duidelijk aan
te wijzen. Bovendien is het springvermogen van deze
paarden algemeen bekend. Niet algemeen bekend is
misschien dat niemand minder dan de bekende Duitse
springruiter Schockemöhle 50 drie- en vierjarige An
glo-Normands op stal 'heeft om beste springers ter
beschikking te hebben.
(Zie verder pag. 15)