Auto brandpreventie De auto-accu 4 Brand beschadigt of vernielt in ons land jaarlijks een paar duizend auto's waarbij belaas ook onnodig veel mensenlevens verloren gaan. Alle begin van brand is gevaarlijk. Vooral bij een aanrijding, als mensen bekneld zitten. U kunt dit gevaar beperken door een blustoestel aan te schaffen. Voor uzelf en voor anderen kan zo'm toestel van onschatbare waarde zijn. Het Nationaal Brandpreventie Instituut te Den Haag geeft in samen werking met Veilig Verkeer Nederland en de Ned. Ver. van Ondernemingten op BrandbeveiHgingsgebied) de vol gende raadgevingen. DE KOSTEN VAN AANSCHAF Deze zijn zeer gering in verhouding tot de waarde van uw leven of dat van anderen. WELK TYPE BLUSTOESTEL a. een metalen poederblusser met tenminste 1 kilo bluspoeder; waar de plaats ruimte het toelaat wiordt een toestel met grotere inhoud aanbevolen voorzien van het Rijkskeur en uitgevoerd met een knij paf sluiter. b. een metalen halogeenkooiwaterstofblusser met tenminste 1 kilo blusstof; waar de plaats ruimte het toelaat wordt een toestel met grotere inhoud aanbevolen blusstof: B.C.F. voorzien van het Rijkskeur en bij voorkeur uitgerust met een straalonderbreker. WAAR AAN TE BRENGEN in de bijbehorende bevestigingsbeugel onder handbereik van de bestuurder buiten bereik van de zon nooit op hoofdhoogte en niet op plaatsen die de be diening van de pedalen kunnen hinderen Advies: Lees nauwkeurig de gebruiksaanwijzing die op het toestel staat. En herhaal dit van tijd tot tijd HOE TE GEBRUIKEN 9 zet de motor ddrekt af pak het toestel uit dte beugel 9 benader de brandhaard zo dicht mogelijk met de wind in de rug 9 bepaal de plaats waarop u de straal gaat richten, voordat u het toestel in werking stelt (de spuitduur is slechts 10 20 sekonden). BIJ BRAND ONDER DE MOTORKAP OF IN DE BAGAGERUIMTE dioof het vuur aan de onderzijde van de auto open de motorkap of de bagageklep (indien nodig) net voldoende om de blusstraal op de vuurhaard te kun nen richten (toevoer van lucht wakkert het vuur aan) spuit met korte onderbrekingen het poeder of de B.C.F. op het vuur, kijk geregjeldl wat u hiermee be reikt hebt sluit de kap of de klep van de auto zodra het blus toestel is leeggespoten. BIJ BRAND IN DE ZITRUIMTE open de deuren zo min mogelijk richt de blusstraal op de vuurhaard sluit deuren en ramen zodra het blustoestel is leeg gespoten. BIJ HULP AAN MENSEN DIE IN EEN BRANDENDE AUTO BEKNELD ZITTEN open de deuren zo (min mogelijk helpen ook anderen mee, blus dan gelijktijdig laat na het doven van het vuur zo snel mogelijk frisse lucht toe. NA HET GEBRUIK Laat het toestel direkt door die fabrikant weer vullen, ook al is het niet helemaal leeggespoten. PERIODIEKE KONTROLE Periodieke kontrole dioor de fabrikant tenminste eenmaal per twee jaar verdient aanbeveling. De accu is het hart van de auto. Elke auto heeft voor elke start weer z'n accu nodig, die op z'n tijd (moet worden gecontroleerd en zo nodig dient te worden ver vangen. PRINCIPE Een auto-accu is opgebouwd uit 3 of 6 ceEen van elk 2 Volt, welke in serie gescha keld een totaal-spanning van 6 resp. 12 Volt leveren. Deze cellen zijn gemonteerd met roosterplaten, zo genoemd, omdat een uit hardlood gegoten rooster als frame en stroomgeleider is toegepast. Deze roosters zijn gevuld met actief materiaal, dat bij de positieve platen bestaat uit looddioxyde en bij de negatieve platen uit sponslood. Behalve deze materialen in de acouplaten speelt het verdunde zwavelzuur (electrolyt), waarmee de accu te gevuld, bij de electro-ahetmrische werking een belangrijke rol. Als gevolg van de chemische reacties bij ontladen, verandert de samenstelling van de actieve stoffen. In de acouplaten wordt dan loOd'sulfaat gevotttmd; uit het electrolyt wordt zwavelzuur verbruikt (chemisch gebonden). Hierdoor zakt het zwavelzuurgehalte van de vloeistof, zodat het soortelijk gewicht als maatstaf voor de ladingstoestand kan worden gebruikt. Bij 25° C zakt het S.G. van 1,28 in geladen toestand tot ca. 1,10 in volledig ontladen toestand. CAPACITEIT Een bijkomend verschijnsel bij ontladen is het teruglopen van de klemspanning (van ca. 2,1 V tot 1,75 V per oei). De bij ontlading geleverde elektrische prestatie of capa citeit wordt uitgedrukt in Ampère uren (Ah) en bedraagt: ontlaadstroom x ontlaadtijd (of Ampère x uren). Het aantal Ah, dat bij een ontlading aan een accu kan worden onttrokken, wordt bepaald door de hoeveelheid aktief materiaal, dat per cel aanwezig is en derhalve afhankelijk van aantal en formaat der platen. Verder is de capaciteit o.a. afhankelijk van ontlaadstroom (ontlaadtijd), temperatuur en ontlaadspanning. De naminae capaciteit van startaccu's wordt aangegeven bij 27° C, voor een ontlaadtijd van 20 uur, tot een minimum otntlaadspanning van 1,75 Volt per cel. EIGENSCHAP De eigenschap van loodaccu's, om gedurende zeer korte tijd een groot elektrisch vermogen te kunnen leveren, is bij startaccu's volledig uitgebuit. Het wordt aangege ven met de term startvermogen, uitgedrukt in Watts en wordt bepaald door het pro- dukt ontlaadstroom x ontlaadspanning (Watt Ampère x Volt). In de praktijk wordt meestal gesproken van startstroom of startcapaciteit (starttroom x ontlaadtijd). Deze startcapaciteit mag niet wonden verward en is ook niet precies evenredig met de nominale capaciteit. Bepalend voor de starteigienschappen is het totale oppervlak van de accuplaten, dat direct met zuur in aanraking is. Om deze reden monteert men in startaccu's een vrij groot aantal, dunne accuplaten. RUSTPAUZE Van belang is ook de eigenschap, dat na gedeeltelijke ontlading met grote stroom de spanning zich tijdens een rustpauze herstelt. Na de rustpauze (b.v. enkele miinuten) kan men daarom met succes een nieuwe start uitvoeren. Een ontladen accu kan men weer in zijn oorspronkelijke toestand terug brengen door aansluiting aan een gelijk stroombron. De klemmen van deze laadinrichting moeten worden verbonden met de gelijknamige polen van de accu (plus aan plus en min aan min). Er gaat nu een stroom lopen in omgekeerde richting t.o.v. die bij ontladen, met als gevolg, dat ook de chemische reacties in omgekeerde volgorde verlopen. Looddioxyde, sponslood en zwavelzuur worden weer teruggevormdr, het S.G. stijgt weer tot 1,28. LADEN Bij het laden van accu's zijn de volgende punten van belang: Men moet rekening houden met een laadfaktor van 1,1 d.w.z. men moet ongeveer 10 meer Ampère-uren inladen dan bij de voorafgaande ontlading werden ont trokken. Dit ter compensatie van onvermijdelijke energieverliezen. Lading is alleen mogelijk bij een hogere spanning dan de accu van zichzelf heeft. Er treedt gedurende de lading een stijging op in de laadspanning van 2,1 tot ca. 2,7 Volt per cel. Plaatrooster Microporeuze separator Positieve plaat Negatieve plaat Positieve platengroep Poolbrug voor parallelschakeling van platen met gelijke polariteit Negatieve platengroep Platenblok Celverbinding -Accubak met bodemlijst Monotop-deksel met ingevulcaniseerde pool-tules Accustop Esso Nederland N.V. die met autobanden en -accessoires op de markt komt, heeft ook Voltpak accu's in het leveringsprogramma opgenomen. In de „Esso Dealer" werd onlangs nevenstaande algemene informatie over de auto accu gegeven met daarbij deze schematische tekening van de opbouw. Deze accu's zijn 100 voorgeladen. Door het vullen met het bijgevoegde accuzuur worden deze bij een normale temperatuur in ca. 15—20 minuten, geactiveerd. De accu is dan startklaar. Bij het bereiken vain een laadspanning van 2,4 Volt per cel begint een levendige gasontwikkeling, veroorzaakt door opstijgende gasbellen, waterstof en zuurstof. Deze gassen zijn, chemisch gezien, bouwstoffen van zuiver water, zodat dus water uit het electrolyt verdwijnt. Sterke gasontwikkeling kan uit de actieve massa der positieve platen dieeltjes loswerken, welke naar de hodtem van de accubak zinken. Dit is dus een vorimi van slijtage. Omdat de gasontwikkeling en de daaraan verbonden slijtage afhankelijk is van van de laadstroom, is tijdens dit verschijnsel de laadstroom aan een maximum gebonden van V20 van de nominale capaciteit. Aan het begin van de lading mag een grotere stroom worden toegepast. Voor normale laidiingen werkt men meestal met een beginstroom van ca. 1/io van de capaciteit. Teveel of te weinig lading is schadelijk voor de accu; de ladling moet worden be ëindigd als de accu is volgeladen. Ook is het toelaatbaar, als bij 100 ladings toestand de laadstroom wordt fceruggeregeld naar een zeer lage waarde, welke voor de accu niet schadelijk ds. ACCUTIPS Gebruik voor uw auto de juiste accu! Afmetingen en capaciteit zijn weliswaar belangrijk doch de starteigenschappen (koude startstroom) doorslaggevend. Bevestig de accu stevig zodat lostrillen uitgesloten is maar zonder dat hierbij beschadigingen van de accubak kunnen voorkomen Zorg voor een goed kontakt van de accuklemmen. Hierdoor wordt spanningsver- lies en inbranden voorkomen. Gebruik vaseline ter voorkoming van corrosie. Controleer regelmatig het vloeistof peil (minstens 1 x per maand). Corrigeer hei niveau liefst in bedrijfswarme toestand. Pas op voor te veel bijvullen, het ver oorzaakt bij „overkoken" zuurverlies. ■Sje Bijvullen dient te geschieden met gedestilleerd water of water dat chemisch gezuiverd is. Leidingwater bevat schadelijke mineralen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 4