MINDER GROEI, MEER ZORGEN officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant In dit nummer o.m.: De bedrijfsbeëindiging welke verschillen tussen de oude en nieuwe regeling Pagina 3 Autoaktualiteiten Pagina 4 Opgepast voor brouwgerstvermenging Pagina 5 De teelt van bramen Pagina 6 Grondontsmetten voor de aardappelteelt of niet? Pagina 9 Verslag van de Agrarische dagen Walcheren met de Premiekeuring in Zeeuws-Vlaanderen 1972 Pagina IQ/11 Vee en vlees Pagina 13 Korte wenken Pagina 15 zlm VRIJDAG 11 AUGUSTUS 1972 60e Jaargang - No. 3143 land en tuinbouwblad Het oogsten van het vlas verloopt, afhankelijk van de plaatselijke weersomstandigheden die grote verschillen vertonen, meer of minder vlot Op Noord-Beveland wordt, in vervolg op de proeven van het vorig jaar, weder om verschillende vlasoogstmethoden beproefd. Meer hierover op pagina 7 „Uit de pratijk". TN het jaarverslag 1971 van het Landbouw-Eco- nomisch Instituut schrijft de directie gewoonte getrouw weer een interessante inleiding. Over de pe riode 19501970 worden de enorme veranderingen in onze land- en tuinbouw nagegaan. De vraag wordt besproken, hoe dat eigenlijk zo kwam na 1950, en ook de vraag hoe dat nu in de toekomst verder zal gaan. Het is verleidelijk om op die LE.I.-beschouwingen in te haken en te proberen in te denken wat ons op al gemeen landbouwpolitiek gebied te wachten kan staan. Over die veranderingen in de periode 1950'70 kunnen we kort zijn. ledereen heeft ze a.h.w. aan den lijve ondervonden. Het komt er op neer dat de pro- duktiviteit in de landbouw enorm is toegenomen. En de belangrijke oorzaak daarvan was de forse econo mische groei, die Nederland meemaakte, dat wil zeg gen de sterke toename van het nationale produkt per hoofd van de bevolking. De landbouw raakte in de ban van die economische groei, om met het L.E.I.- verslag te spreken. Sterke loonstijging dwong tot me chanisatie en de technische ontwikkeling eiste schaal vergroting. Het was noodzakelijk en bleek mogelijk het aantal arbeidskrachten sterk te verminderen; spe cialisatie en betere arbeidsorganisatie droegen het hunne bij. De landbouw presteerde meer, met veel minder arbeid en veel meer werktuigen, machines, in richtingen en dieren. Een enkel cijfer over die produk- tiviteit van de hele landbouwsektor: de hoeveelheid produktie per arbeidskracht steeg in de bedoelde pe riode met 5.8 per jaar. Dat percentage is voor de hele volkshuisvesting maar 3.8. De landbouwproduk- tie betrokken op alles wat er voor nodig is (arbeid, grondstoffen, werktuigen etc.) steeg dan zelfs nog sneller dan dat algemene cijfer, n.l. met 4.7 per jaar. Het LEI. rekende uit, dat de landbouw door deze produktiviteitstoename voor 10% bijdroeg in de toe name van de welvaartsstijging van de hele bevolking. BESCHOUWINGEN als de bovenstaande zijn heel geschikt om de boer of tuinder wat kriebelig te maken. Wat heeft hij aan zo'n schouderklopje als het niets oplevert? Er zijn namelijk twee dingen die heel goed moeten worden bedacht (en gezegd!) bij het schermen met die mooie produktiviteitscijfers. Ten eerste gaat het om grotere hoeveelheden pro dukt, niet om de prijzen er van. Samen met de hoe- veelheidsveranderingen is het de prijsontwikkeling, die het inkomensverloop bepaalt. En het is wel be kend hoe het met de „ruilvoet" in de landbouwsektor ging. Wat aangekocht moest worden, wat in de pro duktie gestopt moest worden, werd geleidelijk duur der dan wat er aan opbrengstprijs kon worden be haald. Land- en tuinbouw konden en kunnen de in flatie niet of nauwelijks doorberekenen. Het LE.I. wijst daar in zijn verslag gelukkig ook terdege op. In de tweede plaats betreft het hier beschouwingen over de hele bedrijfstak landbouw. Het globale ar- beidsproduktiviteitscijfer (en ook het inkomenscijfer) wordt natuurlijk gunstig beïnvloed door de grote af vloeiing van de arbeidskrachten en het beëindigen van veel kleinere bedrijfjes. Maar hoe is de situatie op het bedrijf van de z.g. blijver? Het L.E.I. geeft een paar sprekende cijfers. In de periode 1960—70 was de arbeidsproduktiviteitsstijging voor de hele land bouwsektor nog mooier dan we straks al noemden, n.l. 6.7 per jaar. Maar het Zuidwestelijk L.E.I.-ak kerbouwbedrijf kon maar 5 noteren en het Noor delijk klei- en veenweidebedrijf maar 4.4 Dit be treft dus de veranderingen in de hoeveelheden aan de kosten- en opbrengstenkant. Haalt men de prijzen erbij dan blijkt dat de opbrengstprijs per jaar slechts gemiddeld ongeveer driekwart steeg van wat de kost prijs steeg. Het resultaat werd afhankelijk van bedrijfstype en produktiesektor dan ook in de portemonnee gevoeld. UOE zal het verder gaan met de economische groei, die zo enorm belangrijk is gebleken voor de ontwikkeling van onze land- en tuinbouw. Met enige zorg kunnen we constateren dat er niet meer de vroe gere eenstemmigheid bestaat onder deskundigen en politiekmakers over het nut van voortgaande econo mische groei. „Matiging van de groei lijkt het devies voor de toekomst te worden": voorspelt ook het L.E.I.- jaarverslag. En dat betekent dat we niet kunnen re kenen op een in gelijk tempo doorgaan van afvloeiing van arbeidskrachten uit de landbouw. We merken dat op het ogenblik al. Willen we dat tempo aanhouden, dan gaat dat veel meer geld kosten en het is niet waarschijnlijk dat dat gefourneerd zal kunnen wor den. Als het aantal arbeidskrachten minder snel terug loopt, zal er te meer drang tot produktieverhoging ko men. Kort en goed komt het er dan op neer dat land en tuinbouw nog meer dan tot nu toe zullen moeten proberen een stuk effect van die produktiviteitsstij- ging in eigen zak te krijgen, wil men met het inkomen niet verder achterop raken. In beginsel kan dat maar op een manier. Door n.l. goed te weten wat de binnenlandse en buitenlandse consument aan hoeveelheden en kwaliteiten vraagt en daarop in te spelen. En dat vereist meer directe zeg genschap in (en bindingen met!) verdere handel en verwerking. Wat weer gebaseerd moet zijn op gebun delde kracht van boeren en tuinders zelf. Het zou goed zijn als deze grote lijn voor de toekomst in het oog wordt gehouden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1972 | | pagina 1