Blauwge veiligheids
onderzoek bij
consumptie
aardappelen
OPGAVE VOOR DEELNAME
VóóR 5 AUGUSTUS
|N de uitgave „Aardappelen in beweging" van het
Produktsc'hap voor Aardappelen wordt de aardappel
teler geconfronteerd met de problemen rondom de
afzet van de aardappelen. Hierbij wordt onder meer
de „kwaliteit" centraal gesteld.
Kwaliteitsbeheersing bij de teelt en afzet van aard
appelen is een dwingende noodzaak. Dit zowel om
aan de klachten van de Nederlandse consument tege
moet te komen als om de exportmarkt te behouden.
Slechts door het leveren van een hoogwaardig kwa-
liteitsprodukt zal men er in kunnen slagen de toene
mende concurrentie uit andere landen het hoofd te
bieden.
Beschadiging en blauw zijn gebreken, die de re
putatie en daardoor de afzet en prijsvorming
van onze aardappel veel kwaad doeh. Rooibeschadi-
ging is ten dele gemakkelijk te onderkennen. Blauw
en rooierslag daarentegen niet. Vandaar dat de telers
dit pas later opmerken.
Naast rooibeschadiging kennen we beschadigingen
ontstaan bij transport en sortering alsmede drukplek
ken bij de opslag.
Bij de advisering zal ook aan deze punten de
nodige aandacht worden geschonken.
TUfET passende teeltmaatregelen kan de blauwgevoe-
ligheid van de aardappel wel tendele terugge
drongen worden, maar hiermee valt niet alles te
bereiken. Door de juiste afstelling van rooimachine,
transportapparatuur etc. kan beschadiging tot een
minimum beperkt blijven.
Voor het eerstgenoemde punt „blauwgevoeligheid"
is het daarom uitermate belangrijk, dat de teler deze
vooraf kent. Welnu, in samenwerking met het
LBJV.L., het P. A., Keuringsdienst Delta-Nederland
van de N.AK. en de regionale voorlichtingsdiensten
is het mogelijk om uw aardappelen, oogst 1972, op
blauwgevoeligheid te laten beoordelen.
Voor het vaststellen van de blauwgevoeligheid
komt de volgende methode in aanmerking:
De schudmethode van het I.B.VJL. Met deze me
thode van bewerking wordt een goede indicatie over
de blauwgevoeligheid verkregen. De uitvoering van
een en ander is in grote lijnen als volgt gedacht:
In de periode tussen doodspuiten van het gewas en
het rooien neemt de teler zelf een monster. Het ver
voer van bedoelde monsters naar het centrale punt
laboratorium zal door bovengenoemde diensten
nader geregeld worden. Na de noodzakelijke bewer
kingen en beoordeling van het monster wordt de
uitslag vergezeld van een gericht advies, aan de teler
medegedeeld.
De betreffende bedrijfsvoorlichters van de genoem
de consu 1 entschappen krijgen een afschrift van de
uitslag en zijn de enige die een nadere toelichting
geven.
IN de loop van het bewaarseizoen neemt de blauw-
gevoeligheid, afhankelijk van onder meer de
bewaarmethode, meestal toe. Een herhaalde controle
voor aflevering in winter of voorjaar, is daarom
noodzakelijk.
(De teler, die nader geïnformeerd wil zijn betref
fende de totale problematiek rondom de aardappelen,
Verwijzen we naar zijn bedrijfsvoorlichter, eerder
aangehaalde uitgave van het Produktschap, een ar
tikel in het ZLM-Landbouwblad van 12 mei jl. en
naar de Boerderij van 12-17 juni jl. „Akkerbouw sup
plement", blz. 8 en 9.)
IN VERBAND
MET VAKANTIE
VERSCHIJNT
VOLGENDE WEEK
GEEN LANDBOUWBLAD!
DE KOSTEN:
J)E kosten bedragen 15 per monster, exclusief
u B.T.W. Op percelen met uniforme grond is één
monster per 2 a 3 ha voldoende. Bij aanzienlijke bo-
demverschillen zijn meerdere monsters gewenst.
De daad is nu aan U! Aaardappeltelers in Zuid-
West-Nederland, laat uw aardappelen op blauwge-
voeiligheid beoordelen en volgt de aanwijzingen op.
De belangstellende „teler" wordt dringend verzocht
zijn opgave per omgaande of in elk geval vóór 5 aug.
a.s op te zenden aan:
Consulentschap voor de Akkerbouw en de Rund
veehouderij, Hoefslag 2, Barendrecht.
Consulentschap voor de Akkerbouw en de Rund
veehouderij, Landbouwcentrum, Westsingel 58,
Goes.
Consulentschap voor de Akkerbouw en de Rund
veehouderij, Markt 20, Zevenbergen.
De NEDATO te Oud-Beierland verzorgt voor zijn
leveranciers het onderzoek.
De consulenten: Ir. K. B. van Gilst, Ir. L. Th. J. M.
de Wit en Ir. J. A. H. Haenen.
BIJDRAGEREGELING VERBETERING
AGRARISCHE BEDRIJFSGEBOUWEN
TOEKENNING NA DATUM VAN INDIENING
IN het kader van de werkloosheidbestrijding heeft
de regering een bedrag van 12 min bestemd
ten behoeve van verbouwingen van bedrijfsgebouwen
in de landbouw. Het bestuur van het O.- en S.-fonds
heeft eenzelfde bedrag voor dit doel ter beschikking
gesteld. Een en ander houdt in dat de werkingssfeer
van de alleen voor het noorden geldende bijdragerege
ling ter verbetering van agrarische bedrijfsgebouwen
nu ook uitgebreid tot de provincies Overijssel, Gel
derland, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg en de
IJsselmeerpolders. Ook de beperking die betrekking
had op bijdragen aan ondernemers in de glastuin
bouw in het noorden van het land is opgeheven. In
totaal is dus voor de uitvoering van dit besluit 24
min beschikbaar.
30 PROCENT BIJDRAGE OP INVESTERINGEN
TOT MAXIMUM 8.000
|VE bijdrage die in het kader van deze regeling kan
worden verkregen, bedraagt 30 van de goed
gekeurde voorgenomen investeringen voor verbete
ring. De bijdrage kan maximaal 8.000,— bedragen.
Ond'er verbetering van agrarische bedrijfsgebouwen
wordt verstaan, verbouwing of nieuwbouw, (met in
begrip van de daarbij behorende erfverharding) die
leidt tot een meer efficiënte bedrijfsvoering, danwel
tot meer rationele arbeidsmethoden.
VOORWAARDEN
AM voor een bijdrage in aanmerking te kunnen
komen, dient onder andere aan de volgende
voorwaarden te worden voldaan:
De ondernemer behoort over zodanige vakbe
kwaamheid en ondernemerscapaciteiten te beschik
ken dat redelijkerwijs is te verwachten dat de ver
betering het beoogde rendement zal afwerpen. Het
bedryf moet perspectiefbiedend zijn. In de voor
genomen investering mag niet uit hoofde van een
andere bijdrageregeling een bijdrage zijn of wor
den verleend.
Een bijdrage kan ook worden verleend aan de ex
ploitant van een agrarisch loonbedrijf alsmede aan
een samenwerkingsverband tot exploitatie van
landbouwwerktuigen.
Voorzover de investering betrekking heeft op 'be
drijfsgebouwen ten behoeve van mestkalveren, mest
en fokvarkens, mestkuikens, kalkoenen of legkippen,
wordt de bijdrage beperkt tot investeringen in be
staande bedrijfsgebouwen, mits deze geen uitbrei
ding van de vloeroppervlakte tot gevolg hebben.
ERFBEPLANTINGSREGELING VAN TOEPASSING
[IET O.- en S.-fonds stelt het Staatsbosbeheer op
de hoogte van de adressen van hen die van
fondswege een bijdrage ontvangen voor de bouw of
verbetering van bedrijfsgebouwen. De directeur van
het Staatsbosbeheer is bevoegd ten behoeve van de
aankleding, het herstel en de verbetering va!n land
schap bijdragen toe te kennen in de kosten van onder
meer erf- en kavelgrensbeplantingen. Deze bijdragen
variëren al naar gelang van de houtopstand waarmede
de beplanting wordt uitgevoerd: van 30 tot 50
van de kosten.
INDIENING VAN DE AANVRAAG
AANVRAAGFORMULIEREN kunnen worden aan-
gevraagd ten kantore van de H.I.D. voor de Be
drijfsontwikkeling in uw provincie onder vermelding
of het gebouwen op eigen of gepachte grond betreft.
Bij de aanvrage zelf moeten worden overgelegd:
a. Bestek en tekeningen van de voorgenomen inves
tering alsmede een gespecificeerde opgave van de
totale investeringskosten.
b. De gegevens die nodig zijn om inzicht te verkrij
gen in de huidige en toekomstige economische
positie van het bedrijf.
Nadere inlichtingen omtrent e.e.a. worden verstrekt
door de Provinciale Direktie 'Bedrijfsontwikkeling en
de daaronder ressorterende consulentschappen alsme
de door de ZLM-voorlichters.
Er kan in dit verband op worden gewezen dat het
O.- en S.-fondsbestuur elk gewenst ogenblik de aan-
vragemogelijkheid kon intrekken indien het daartoe
aanleiding vindt. De toekenning van de aanvragen zal
daarom geschieden op basis van de datum van indie
ning van de aanvraag. Op grond van een en ander
wordt spoedige indiening van een aanvraag aanbe
volen om teleurstellingen zoveel mogelijk te voorko
men.
BIJDRAGEREGELING VOOR STICHTEN DRIE GROTE MELKVEEHOUDERIJBEDRIJVEN
EIK MET TENMINSTE .400 MELKKOEIEN
MET bestuur van het O.- en S.-fonds heeft naar
aanleiding van een rapport van de Studiegroep
'grote landbouwbedrijven (ingesteld door het Land
bouwschap en de Landelijke Raad voor de Bedrijfs
ontwikkeling) in principe besloten tot verlening van
een bijdrage in de stichtingskosten van drie grote
melkveehouderijbedrijven met tenminste 400 melk
koeien. Het bestuur heeft tot deze bijdrageverlening
besloten teneinde op zo kort mogelijke termijn over
de ervaringen en resultaten van deze grote bedrijven
in ons land te kunnen 'beschikken.
De bijdrage is vastgesteld op maximaal van de
noodzakelijke additionele investeringskosten (exclu
sief grond, vee en normale bedrijfsbenodigdheden)
tot een maximum van 500.000 per bedrijf. Het be
stuur heeft besloten de bijdrageverlening te sprei
den over een bedrijf in het zuiden, een bedrijf in het
midden en een bedrijf in het noorden van het land
VOORWAARDEN
r[ voor een bijdrage in aanmerking te komen
zijn de volgende algemene voorwaarden vast
gesteld:
Het bedrijfsplan dient gericht te zijn op het hou
den van minimaal 400 melkkoeien, welk aantal
uiterlijk op 1 november 1975 dient te worden be
reikt.
De ruwvoederwinning en de opfok van jongvee
dienen bij voorkeur binnen het bedrijf zelf plaats
te hebben.
De arbeidsorganisatie dient afgestemd te worden
op een 5-daagse en 45-urige werkweek, en 3 we
ken vakantie;
de arbeidsorganisatie dient zodanig te zijn dat de
arbeidsduur ten hoogste 2200 arbeidsuren per man
per jaar is.
In zoverre het stichten van de bedoelde bedrijven
gepaard gaat met investeringen in gebouwen, dient
gestreefd te worden naar lage bouwkosten naar
analogie van het O.- en S.-fonds project „Experi
mentele, relatief goedkope rundveestallen".
Tenminste van het totale in de onderneming ge-
investeerde vermogen dient door eigen vermogen
te worden gedekt.
De rechtsvorm alsmede de organisatiestructuur
van de onderneming behoeven de goedkeuring van
het bestuur waarbij de continuïteit een 'belangrijk
uitgangspunt vortmt.
AANMELDING EN VERDERE PROCEDURE
UEN ondernemer of groep van ondernemers die
belangstelling heeft voor deelname aan dit pro
ject dient zich vóór 1 april 1973 aan te melden bij
de Algemeen Directeur Agrarische Produktie, Ver
werking en Afzet van het Ministerie van Landbouw
le v. d. Boschstraat 4 te 's-Gravenhage. Die is met de
uitvoering van dit besluit belast. Deze aanmelding
moet vergezeld gaan van een beschrijving van de uit
gangssituatie, alsmede een globaal plan voor de op
zet van het bedrijf en de financiering van deze opzet.
Aan de hand van deze aanmeldingen worden de meest
in aanmerking komende gegadigden geselecteerd en
uitgenodigd tot het overleggen van een meer gede
tailleerd ontwikkelingsplan, volledige rentabiliteits-
en liquiditeitsbegrotingen, een investerings- en finan
cieringsplan (eventueel imet medewerking van het
Borgstellingsfonds) alsmede een concept-akte van op
richting en onderneming. Op basis hiervan zal het
fondsbestuur dus na 1 april 1973 een definitieve keu
ze doen en een beslissing nemen over de financiële
bijdrage aan maximaal drie bedrijven.