ONTWERPBESLUITEN EEG-STRUCTUURRICHTLIJNEN BEKEND GEMAAKT
Een ombudsman voor de landbouw Secrd£ a. shaker,
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
In dit nummer o.m.:
Blauwgevoeligheids-
onderzoek consumptie
aardappelen Pagina 4
Bijdrageregeling
verbetering agrarische
bedrijfsgebouwen
Pagina 4
■fc Het nieuwe gezicht
der Groninger landbouw
met Voorlopige cijfers
landbouwtelling 1972
Pagina 5
Tuinbouwklanken
Pagina 6
Het gebruik van anti-
spruitmiddelen bij
bewaaruien Pagina 8
KweekbesJrijding op
gras- en bouwland
Pagina 9
Verslagen van
„Zeeuwse dag van het
Paard", de Thoolse dagen,
en de 19e Bevelandse
fokveedag
Pagina 10, 15 en 17
Mechanisatienieuws
Pagina 11
De maand augustus
op het Z.W. landbouw
bedrijf Pagina 12-13
VRIJDAG 28 JULI 1972
60e Jaargang - No. 3142
land
en tuinbouwhlad
Augustus is op zich al een drukke maand op het landbouwbedrijf. Alhoewel door de verdoorgevoerde me
chanisatie de graanoogst slechts enkele dagen werk vergt veroorzaakt het binnenhalen van het stro op
vele bedrijven een arbeidspiek. Door een goede organisatie van het werk kan een en ander veelal nog
belangrijk verlaagd worden.
RENTESUBSIDIES VOOR AKKERBOUW EN
VEEHOUDERIJ
NIEUWE BEËINDIGINGSREGELING
^JADAT eind maart in Brussel overeenstemming
was bereikt over de landbouwstruktuurpolitiek
plan-Mansholt), heeft minister Lardinois de Neder
landse ontwerpen inzake het landbouwstruktuurbeleid
ter goedkeuring naar Brussel gezonden.
De uitvoering van de belangrijkste regelingen zal
nu mogelijk in de herfst kunnen starten, aangezien
Brussel binnen 2 maanden moet beslissen. Door het
O.- en S.-fonds zijn 3 ontwerpbesluiten opgesteld en
wel:
a. Kaderregeling voor rentesubsidies aan landbouw
bedrijven;
b. Toepassingsregeling van rentesubsidies voor de
akkerbouw, veehouderij en gecombineerde bedrij
ven;
c. Nieuwe, aan de Brusselse eisen aangepaste, be-
eindigingsregeling.
Toepassingsbesluiten voor andere sektoren zijn
nog in studie, waarbij een regeling voor de fruitteelt
reeds in een vergevorderd stadium van voorberei
ding is.
RENTESUBSIDIES
Kaderregeling. In de algemene regeling zijn de
grenzen aangegeven waarbinnen voor de diverse sek
toren de toepassingsbesluiten kunnen worden opge
steld. Voor rentesteun komen in aanmerking bedrij
ven die per volwaardige arbeidskracht een inkomen
hebben lager dan ƒ400 per week. Daarbij wordt uit
gegaan van een arbeidsduur per jaar van 2210 uren.
Verder komen voor een bijdrage slechts in aanmer
king natuurlijke personen, die hun hoofdberoep in de
landbouw hebben en beschikken over voldoende vak
bekwaamheid dan wel rechtspersonen, die blijkens
de statuten de exploitatie van landbouwbedrijven ten
doel hebben.
Via een in te dienen ontwikkelingsplan moet men
aantonen dat het inkomen na de uitvoering van het
plan gelijk is aan het inkomen buiten de landbouw.
Rentesubsidie is alleen mogelijk voorzover gelden
geleend worden voor het doen van investeringen. De
aanvragen voor een bijdrage zullen t.z.t. moeten wor
den ingediend bij de H.I.D. voor de Bedrijfsontwikke
ling in de provincie waarin het bedrijf is gevestigd^
Voor een bijdrage in de vorm van rentesubsidie komf
men slechts éénmaal in aahmerking. Rentesubsidie
zal echtemiet worden verleend op investeringen ter
zake van:
aankoop van grond;
aankoop van rundvee, mestkalveren, varkens en
schapen;
de sektor pluimvee en eieren.
TOEPASSINGSBESLUIT VOOR
AKKERBOUW EN VEEHOUDERIJ
A AN bedrijven in deze sektor, die aan de voor-
waarden uit het kaderbesluit voldoen, zal voor
de uitvoering van een goedgekeurd ontwikkelingsplan
een rentesteun worden verstrekt van 4 onder de
volgende voorwaarden:
de rentesteun is beperkt tot een leningsbedrag
van maximaal 144.800,per arbeidskracht met
een maximum van 4 arbeidskrachten;
de op te nemen leningen dienen minimaal 20.000
te bedragen;
(Zie verder pagina 3.)
Landbouwschap
70ALS de lezer wellicht uit eigen ervaring weet, heeft de overheid intensieve bemoeienissen met het
hele maatschappelijke leven. Of men van een geleide economie wil spreken of niet, van een vrije eco
nomie is in ieder geval geen sprake. Voor het uitvoeren van de taak, die de overheid op zich heeft geno
men, is een leger van deskundige ambtenaren nodig. Een risico dat hier aan vast zit is het gevaar dat een
log, machtig bureaucratisch apparaat ontstaat
Men kwam tot de ontdekking, dat de vertegenwoordiging van het volk in de gemeenteraden, de provinciale
staten en het parlement nog geen waarborg daartegen is. De wens kwam naar voren, om, naast de raden
en staten, verschillende groeperingen rechtstreeks bij de beleidsvorming te betrekken. Men riep vervolgens
allerlei colleges van advies in het leven.
Een voorbeeld van een dergelijk college is de Sociaal-Economische Raad. De belangrijkste taak is het ver
tolken van het standpunt van het georganiseerde be drijfsleven inzake door de overheid te treffen maatre
gelen. Zo heeft ook het Landbouwschap tot taak de overheid van advies te dienen.
Men is in de praktijk zelfs nog verder gegaan. Wij kennen colleges waarin overheid en bedrijfsleven beide
vertegenwoordigd zijn en waarin, in gezamenlijk overleg, het beleid tot stand komt en ook toegezien wordt
op de uitvoering. Voorbeelden hiervan zijn de Cultuurtechnische Commissie, het bestuur van het Borgstel
lingsfonds en het bestuur van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds.
/"NNDANKS het bestaan van vele overleginstituten blijkt toch nog ruimte te zijn voor aktiegroepen. Het op-
treden van deze groepen verhoudt zich, de vergelijking gaat enigszins mank, tot het georganiseerde
overleg als de secten tot de kerken. Toch vormen deze groepen een onderdeel van het beleidsoverleg.
(Zie verder pag. 14).