UIT DE
PRAKTIJK
ROND DE SCHELDE
De oogst staat voor de deur
r)IT voorjaar hebben de bodemherbiciden in de
bieten bijzonder fel gewerkt en momenteel
lijkt het er op, dat deze middelen zijn uitgewerkt,
want her en der komt er jong onkruid boven de
Oogst veldbeemd graszaad
in volle gang!
Door zomerse weersomstandigheden snel afrijpen gewassen
te verwachten!
Problemen bij de bestrijding in granen
5
1A/ANNEEIR vroeger van een boer werd gezegd dat
vv hij luizen had, dan was dat niet bepaald om
trots op te zijn. Nu echter hebben we in practisch alle
gewassen luizen. In de aardappelen hebben we rond
de langste dag gespoten om hiermede de toprol te ver
mijden en of deze z.g. Zeeuwse ziekte nu bepaald al
les met luizen te maken heeft is ook nog niet hele
maal zeker. Verder zijn in de bieten de perzikblad -
luis en de zwarte bonenluis systemisch voor enkele
weken uitgeschakeld en nu hopen we, dat we mede
door de natuurlijke afbraak van deze luizen ver
schoond te blijven van de vergelingsziekte. Nu echter
zitten we weer met een luisbezetting in de tarwe.
In het ene perceel wel meer dan in het andere, reden
waarom we ons de vraag kunnen stellen of hier
dienaangaande enig verband is te leggen tussen
percelen welke wel of niet tegen de tarwestengel-
galmug zijn bespoten. Op het eerste gezicht zit er in
IN WEST ZEEUWS-VLAANDEREN moeten een
aantal gewassen om te kunnen oogsten, vooraf
in het zwad worden gemaaid; o.a. graszaad, karwij -
en koolzaad. Vooral graszaad en karwij zijn dit jaar
bijzonder laat, waarvan dan ook de meeste percelen
pas in de 2e helft van juli zullen worden gemaaid.
De karwij vertoont weinig stro-massa, terwijl de op
brengsten laag zullen zijn. De kg-prijs is van dit
gewas echter zeer goed. Ook van graszaad worden
geen hoge kg-opbrengsten verwacht.
Het koolzaad heeft over het algemeen een redelijke
bloei gehad. Een moeilijkheid is, dat in ons gewest,
waar 8 a 9% van de oppervlakte dit jaar is beteeld
met koolzaad, er zeker op 40 van de percelen de
opkomst te wensen overliet, waardoor men te maken
had met of twee opkomsten of een te dunne stand.
Op veel percelen heeft de bloei dus lang geduurd,
met als gevolg dat ook de afrij ping over een lange
tijd plaats vindt. Hierbij een juist maai- en dors-
tijdstip bepalen is een moeilijke zaak. Vooral op deze
deze wel iets in maar van de andere kant vinden we
op perceelsgedeelten met een wat hollere stand van
het gewas ook weer meer luizen. Dit laatst genoemde
is normaal, want dit kennen we bij de bieten ook.
Zelfs op de laatst gehouden spuitdag is nog duidelijk
gesteld, dat heel deze luizenaffaire in de tarwe nog
vele vraagtekens kent en dat men dit seizoen vele ge
gevens door proefnemingen hoopt te verzamelen. Mo
menteel is het recept nog om niet te gauw naar de
spuitkar te grijpen en zeker niet wanneer de luizen
nog niet in de aren zitten. Verder mogen we in het
melkrijpstadium in het geheel geen bespuiting meer
uitvoeren, daar de gevolgen van de restanten van de
spuitmiddelen nog niet bekend zijn. Het begrip van:
baat het niet, schaden zal het ook niet, is dus beslist
een verkeerde gedachte.
grond. De bekende lange nawerking van diverse mid-
percelen is wellicht van stamdorsen, voorafgegaan
door doodspuiten met Reglone, aan te bevelen. De
oogstkosten blijven gelijk. Vorig jaar zijn met deze
oogstmethode op een paar percelen goede ervaringen
opgedaan.
In de afgelopen weken zijn veel bieten- en graan-
percelen gespoten tegen de luis. In veel gevallen was
dit echter niet nodig, gezien vooral in granen de
meestal geringe bezetting.
Met de stand van de mais is het niet best gesteld.
Ook dit jaar is weer gebleken dat mais slecht tegen
koud en nat weer kan. Vooral dan blijkt de juiste
zaaidiepte van groot belang te zijn. Een groot aantal
percelen staat te dun en vertoont te weinig groei.
Op de lichtere klei- en zandgronden komt op de
meeste percelen in meer of minder ernstige mate
fosfaatgebrek voor. Bij het toepassen van een rijen-
bemesting was dit waarschijnlijk niet het geval ge
weest. Mais blijkt toch niet zo'n gemakkelijk te telen
gewas te zijn als velen denken.
WA het donkere en regenachtige weer in het week-
end van 8 en 9 juli, waarbij ook de „droge"
hoek van WALCHEREN, namelijk het gebied van
Westkapelle en omgeving voldoende aan zijn trekken
kwam, hebben we een zonrijke week gehad. De
temperatuur was nog niet te hoog en er was volop
zon. Voor de gewassen zeer gunstig weer. We zien
dit vooral aan de warmteminnen'de gewassen zoals
bruine bonen en mais. Vooral de bruine bonen zijn
in ontwikkeling zeer veel ten gunste veranderd.
Ook de mais, al heeft deze toch wel een grote ach
terstand in te halen wanneer we deze vergelijken
met de stand omstreeks dezelfde tijd vorig jaar.
Wanneer we het geheel nog eens overzien wat be
treft de stand van de gewassen dan mogen we vast
stellen dat er in ons gebied een „goede oogst" ligt.
De verwachtingen zijn goed gestemd. Er zijn altijd
nog mee- en tegenvallers mogelijk. Het juiste resul
taat weten we pas na de oogst. Ook de prijzen zoals
van aardappelen en uien zijn aantrekkelijker dan
vorig jaar. De vroege aardappelen geven goede re
sultaten. Geen topopbrengst, maar wel goede prijzen.
De plantuien geven vermoedelijk ook een bevredi
gend resultaat. De prijs is goed. Ook voor de zaai-
uien worden aantrekkelijke prijzen geboden.
De vooruitzichten voor de Bintjes lijken ook gun
stiger dan vorig jaar wat de prijs betreft. De verna
men vanmorgen door de radio dat er in Frankrijk
nogal wat aardappelen minder zijn uitgepoot.
De deelnemers aan de gezamenlijke aardappelafzet
hebben hun eindafrekening over de voorjaarsafzet
ook weer ontvangen. De gemiddelde geldopbrengst
incl. B.T.W., bedraagt ƒ8,95 1,70 bewerkingskos-
ten -f- 4 7,54 per 100 kg. Ondanks opnieuw ge
stegen loonkosten zijn de sorteerkosten niet geste
gen. Door een hogere produktie zijn deze opgevan
gen. De Walcherse Agrarische dagen zijn weer achter
de rug. Ook nu werd weer getoond waartoe agrarisch
Walcheren in staat is op het gebied van de rundvee
fokkerij zowel wat betreft melk- als vleesproduktie.
Ook van de paardehouderij werd veel getoond. Al
met al zeer geslaagde dagen met een pluim op de
hoed van de organisatoren. Eén en ander vraagt zeer
veel voorbereidend werk.
De oogst van het veldbeedgraszaad is in volle
gang. De combines ronken weer op het veld. Vanaf
deze plaats namens vele collega's nog een beroep
op de loonwerkers. Tracht de maaidorsmaohines zo
schoon mogelijk te draaien alvorens op een nieuw
perceel wordt begonnen. Dit geldt speciaal wanneer
gewerkt wordt is op o.a. met duistbesmette perce
len. Helaas is al vele malen geconstateerd moeten
worden, dat besmetting meto.a. duistgras via de maai
dorser heeft plaats gevonden. We moeten met zijn
allen een steentje bijdragen om dit te voorkomen.
Tijdens een excursie in een gedeelte van Engeland,
enkele weken geleden, hébben we met eigen ogen
gezien hoe erg het kan zijn met het voorkomen van
wilde haver. Op sommige percelen groeien twee lagen
graan. De onderste laag met tarwearen, de tweede
laag met pluimen wilde haver. Een voorbeeld hoe
het niét moet!
delen schijnt dus aan het eind van haar latijn te zijn.
Eigenlijk snakt nu de praktijk naar een spuitmiddel
welke zelfs nu nog alle onkruiden in de bieten in één
klap doodt. De huidige boer kan het nog aan om te
zaaien en te oogsten, maar is niet meer in staat om
eindeloos met de kapper het laatste onkruid te lijf
te gaan. Zo is ook het schieters kappen een zeer nood
zakelijke bezigheid en we weten uit ervaring, dat er
na een week weer nieuwe staan welke wel minder
gevaarlijk zijn om er later wilde bieten van over te
houden, maar het vraagt allemaal zoveel tijd. Tevens
kost dit ongetwijfeld planten en ook opbrengst en
het is daarom van het grootste belang om eens na te
gaan welk ras het laagste schieterspercentage heeft.
We zullen ook in deze op de kleintjes moeten gaan
letten en er van uit dienen te gaan, dat voorkomen
beter is dan genezen. Ons boerenvak is steeds in be
weging en ook wij zullen hierin mee moeten. Buur
man mompelt wel eens, dat het handwerk steeds
meer door denkwerk zal worden verdrongen en hij
is wel eens bang, dat het op den duur boven zijn pet
zal gaan!
JVE enkele percelen karwij en de eerste percelen
graszaad zijn nu gemaaid. De achterstand van
ongeveer 10 tot 12 dagen ten opzichte van andere
jaren blijft zo ongeveer gelijk. De vele regen van
vorige week woensdag in OOST ZUID-BEVELAND
met plaatselijk 20—40 mm is hierop niet meer van
invloed geweest. Het lijkt er wel op dat die vele
regen met het daar nu opvolgende warme weer de
oogst van de zomergerst en de vroegste wintertarwe
Manella zal bespoedigen.
Dat prachtige zomerweer is goed voor de vakantie
gangers, voor vele gewassen kan het nu wel eens
minder gewenst zijn! De kansen op het te snel af
rijpen met te fijne korrels nemen dan snel toe.
Ook hébben aardappelen, suikerbieten en uien
plaatselijk nog wat last van de vele regen gehad.
Hoe warmer hoe droger het nu wordt, hoe duide
lijker de schade zichtbaar zal worden. De oogst van
het koolzaad en het vlas zijn, nu zaterdag 15 juli, nog
niet begonnen!
Hier en daar zijn nog enkele percelen wintertar
we tegen de bladluizen gespoten. In sommige ge
vallen, misschien nodig en op tijd, in andere geval
len wellicht ook wel onnodig. Nu, met nog hooguit
vier weken voor de oogst, mogen de meeste bestrij
dingsmiddelen tegen de luizen niet meer gebruikt
worden in verband met de veiligheidstermijn. We
kunnen wel aannemen dat vrijwel alle percelen met
suikerbieten hetzij vroeg of wat later tegen de zwar
te bonenluizen zijn gespoten. De aantallen groene
perzikbladluizen is beperkt geweest, toch worden
hier en daar reeds vergelingszieke planten gevon
den.
Het blijkt dat'reeds nu phythophora in het aardap
pelloof voorkomt, het zal dan ook zeer noodzakelijk
zijn om de bestrijding regelmatig uit te blijven voe
ren. Men mag onder zulke omstandigheden geen risi
co's lopen. De oppervlakte plantuien is dit jaar aan
merkelijk kleiner dan het vorige jaar. Door de late
groei zal nu ook de opbrengst beperkt zijn. De prijs
is op dit moment zeer goed. Verder is er ook al be
langstelling voor de vroegste zaaiuien, hoewel dat
het bollen nog maar net is begonnen.
De Ver. voor Bedrijfsvoorlichting Oost Zuid-Beve
land heeft de vorige week een vierdaagse excursie
naar Duitsland gemaakt, 'tls een pracht excursie ge
weest met een bezoek in een kalimijn in Salzdetfurth
tot een diepte van 450 meter beneden de zeespiegel
en een bezoek aan het bedrijf van de Klein Wanz-
lebener Saatzucht AG in Einbeck. Jammer dat zo
velen de kans om dit te kunnen bekijken hebben ge
mist. Daarnaast werden enkele landbouwbedrijven
bezichtigd. Duidelijk hébben we kunnen constateren
dat het door ons bezochte landbouwgebied ten zuiden
van Hannover op een hoog peil staat en met vele
goede gébieden in Nederland kan concureren!
Vergeleken met vorig jaar hebben we ook op
NOORD-BEVELAND gelukkig een rustig luizenjaar
achter de rug. Is er echter luis aanwezig dan is het
moeilijk voor de boer om niet tot spuiten over te
gaan, want hij wil, voor zover mogelijk, de groeiom-
standigheden voor zijn gewassen zo optimaal moge
lijk houden. Door de jarenlange ervaring met de sui
kerbietenteelt weet men wel dat men niet al te snel
naar de spuit behoeft te grijpen. Bij het graan ligt
het echter wat anders. Dit is het eerste jaar dat de
luizenbestrijding in graan officieel is toegelaten.
Hierdoor miste de praktijk de ervaring om het juiste
tijdstip te bepalen voor de luizenbestrijding. Met de
door de luizen aan het graan aangerichte schade van
vorig jaar in het achterhoofd was men nog al eens
geneigd om een bespuiting uit te voeren, terwijl de
luizenpopulatie (het limiet ligt bij 1020 luizen per
aar tot het melkrijpe stadium is berekt) daartoe nog
geen aanleiding gaf. De tarwe 'heeft weinig van de
luizen te lijden gehad, maar nu hebben we de be
langrijke periode van de afrijping. Vele percelen krij
gen weer een grauw uiterlijk door de aanwezigheid
van kafjesbruin. De vlekken, die soms tot in de bo
venste bladeren toe, aanwezig waren en al vrij vroeg
in diverse graanpercelen werden waargenomen, blij
ken het gevolg te zijn van een vrij ernstige bladvlek-
kenziekte die door een schimmel wordt veroorzaakt.
Vooral de Lely is hierdoor aangetast en, hoewel in
mindere mate, ook de Caribo, waar de vlekken zich
echter beperkten tot de onderste bladeren.
De aardappelpercelen zien er goed uit omdat er dit
jaar vrij veel loof is gevormd. Hier doet zich enigs
zins het gezegde gelden: „de schijn bedriegt"; Bekijkt
men het gewas nauwkeurig dan vindt men nogal eens
fytoftoraverschijnselen, meestal onderin maar soms
ook al op de bovenste blaadjes. Daar men over het
algemeen toch op tijd met de fytoftorabestrijding is
begonnen moet de aantasting al in een vroeg stadium
zijn ingezet. Dit jaar moet men waakzaam zijn voor
de fytoftora. Graven we eens een plant op dan vin
den we een behoorlijk aantal knollen, maar wat
minder gunstig is ook vrij veel doorwasverschijnse-
len. Doorwas heeft een ongunstige invloed op de
kwaliteit (glas), in het bijzonder wanneer het loof
minder goed functioneert. Dit is dus een reden te
meer om de fytoftorabestrijding nauwkeurig te blij
ven uitvoeren.
In de ibietenpercelen zijn de schieters weer in be
hoorlijke getale te vinden. Deze vroege schieters kun
nen weer kiemkradhtig zaad vormen, dat in de grond
terecht komt, waarin het jarenlang kiemkrachtig kan
blijven. Het gevolg is dat er dan bieten gaan groeien
op plaatsen waar zij niet gezaaid en gewenst zijn. Om
aan hetzelfde euvel als van het aardappelopslagpro
bleem te ontkomen moeten deze schieters tijdig ver
nietigd worden. De gelijkenis tussen aardappel- en
bietenopslag is dat ze beide niet langs chemische weg
bestreden kunnen worden.